[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Hertzberger en Saris over het bericht 'Basisscholen mogen helft van de lessen in het Engels, Duits of Frans geven: ‘een verrijking’'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D45175, datum: 2025-10-30, bijgewerkt: 2025-10-31 10:01, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z18782:

Preview document (🔗 origineel)


AH 303

2025Z18782

Antwoord van staatssecretaris Becking (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 30 oktober 2025)

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van RTL Nieuws van 3 oktober 2025 met de kop ''Basisscholen mogen helft van de lessen in het Engels, Duits of Frans geven: ‘een verrijking’'' over dat scholen voortaan maximaal 50% van hun onderwijs in het Nederlands hoeven aan te bieden?

Antwoord 1
Ja ik ben hiermee bekend.

Vraag 2
Klopt het dat in het vmbo-basis en vmbo-kader twee derde van de leerlingen in het tweede leerjaar nog onder 1F-niveau leest?

Antwoord 2
Ja, dat is een uitkomst van de nationale peiling van de leesvaardigheid van leerlingen in het tweede leerjaar van het v(s)o.1

Vraag 3
Klopt het dat 1,8 miljoen Nederlanders laaggeletterd zijn en klopt het dat in de meest recente ‘Staat van het Onderwijs’ de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) constateert dat de taalprestaties van vooral de vmbo basis- en kaderleerlingen onder het verwachte niveau blijven?

Antwoord 3
Ja, dit is inderdaad een constatering van de Inspectie van het Onderwijs in de Staat van het Onderwijs 2025.

Vraag 4
Hoe denkt u dat het verder terugdringen van het Nederlands in het basisonderwijs de taalvaardigheid beïnvloedt en ziet u hierin een risico?

Antwoord 4
Inzichten uit wetenschap en praktijk laten zien dat meertalig onderwijs één van de manieren is om kinderen te ondersteunen bij de ontwikkeling in een vreemde taal, terwijl de ontwikkeling van Nederlandse taalvaardigheid en rekenvaardigheid daar niet onder lijdt.2 Met het besluit tweetalig primair onderwijs krijgen scholen de mogelijkheid om tot maximaal 50% onderwijs te geven in het Engels, Frans en Duits.3

De verwachting is dat niet veel scholen zullen starten met tweetalig primair onderwijs maar dat enkel scholen die hier aanleiding toe hebben (vanwege leerlingpopulatie, geografische ligging en/of onderwijskundige visie) de keuze maken met tweetalig primair onderwijs aan te slag te gaan.

Vraag 5
Vindt u het verantwoord om scholen waar een deel van de leerlingen nu al de referentieniveaus voor het Nederlands niet haalt, de mogelijkheid te bieden om nog maar 50% van het onderwijs in het Nederlands te geven?

Antwoord 5
Onderwijs in een tweede taal heeft geen negatieve invloed op de prestaties in de Nederlandse taal, zo blijkt onder andere uit het onderzoek dat werd uitgevoerd tijdens de pilot.4

Bovendien vergt tweetalig onderwijs in het curriculum een grote omslag in het beleid van de scholen die dat nu nog niet doen. Daarom verwachten we dat scholen dit alleen doen indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld vanwege de leerlingenpopulatie, een specifieke onderwijskundige visie, of vanwege de geografische ligging (zoals de grensregio’s en regio’s waar meertalige dagopvang of voortgezet tweetalig onderwijs is). Gegeven bovenstaande acht ik het verantwoord om scholen meer ruimte te geven tweetalig primair onderwijs aan te bieden.

Vraag 6
Klopt het dat in de ‘Staat van het Onderwijs’ de inspectie het belang benadrukt van het werken aan taalleerdoelen in andere vakken en hoe beïnvloedt het terugdringen van het Nederlands in niet-taalvakken de taalvaardigheid?

Antwoord 6
Dit staat inderdaad in het rapport van de Onderwijsraad waar u aan refereert.

Het in samenhang aanbieden van lezen, schrijven en rekenen met zaakvakken kan bijdragen aan de algehele kwaliteit van het onderwijs en specifiek het onderwijs in deze vaardigheden. Maar het is aan scholen om op basis van hun visie, onderwijsconcept en populatie te bepalen hoe zij hun onderwijs inrichten en hoeveel lesuren zij voor een bepaald vak of leergebied inplannen. Scholen die tweetalig primair onderwijs willen verzorgen kunnen in de niet-taalvakken werken aan de leerdoelen voor Nederlands als ook de tweede taal, met het doel dat leerlingen ook taalvaardiger worden in de tweede taal.

De onderzoeksresultaten bij de pilot tweetalig primair onderwijs5 toonden aan dat verruimd meertalig onderwijs een positief effect heeft op taalontwikkeling van de vreemde taal terwijl de beheersing van de Nederlandse taal- en rekenvaardigheden daar niet onder lijdt.

Vraag 7
Hoe verhoudt het besluit om scholen in staat te stellen het Nederlands tot maximaal 50% terug te dringen zich tot het wetsvoorstel Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen, waarin juist wordt ingezet op versterking van de basisvaardigheden Nederlands en rekenen door het gehele curriculum heen?

Antwoord 7
De kerndoelen vormen de inhoudelijke voorschriften voor het primair onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Met het genoemde wetsvoorstel wordt de grondslag aangepast voor het vaststellen van de kerndoelen in het onderwijs. De vaardigheden lezen, schrijven en rekenen zijn van essentieel belang voor het succes van leerlingen op school en in de maatschappij. Met dit wetsvoorstel wordt de centrale positie van de basisvaardigheden Nederlands en rekenen en wiskunde binnen het onderwijs in de wetstekst tot uitdrukking gebracht. De nieuwe kerndoelen voor de leergebieden Nederlands en Rekenen en Wiskunde bevatten ambitieuze doelen voor scholen en leerlingen om aan deze leergebieden te werken. Deze kerndoelen van de leergebieden Nederlands en Rekenen en Wiskunde worden met prioriteit vastgelegd, de beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 augustus 2026.

Deze kerndoelen gaan gelden voor alle scholen, dus ook voor scholen die gebruik maken van de mogelijkheid om tweetalig primair onderwijs aan te bieden. Vanzelfsprekend moeten ook de scholen die tweetalig primair onderwijs geven werken aan de versterking van de basisvaardigheden. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school.

Vraag 8
Erkent u dat de beleidsdoelen van enerzijds versterking van basisvaardigheden en anderzijds verruiming van anderstalig onderwijs potentieel op gespannen voet staan en hoe weegt u deze twee beleidsdoelen tegen elkaar af?

Antwoord 8
Nee, deze beleidsdoelen staan niet op gespannen voet zo blijkt uit de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar tweetaligheid in het onderwijs, internationaal en nationaal. Zie ook het antwoord op vraag 4 en vraag 5.

Vraag 9
Bent u van mening dat het gebruik van het Nederlands als instructietaal in het primair onderwijs een intrinsieke waarde heeft, los van meetbare effecten op taalvaardigheid?

Antwoord 9
Ja, ik ben van mening dat het gebruik van het Nederlands als instructietaal in het primair onderwijs een intrinsieke waarde heeft. De Nederlandse taal speelt een centrale rol in onze samenleving. Het is van belang dat leerlingen in het primair onderwijs een stevige basis ontwikkelen in het Nederlands, niet alleen omwille van hun taalvaardigheid, maar ook om hun deelname aan de maatschappij als geheel te versterken.

Het bieden van ruimte aan scholen om les te geven in een andere taal, zoals Engels, Frans of Duits, betekent niet dat aan het belang van het Nederlands wordt getornd, aannemende dat daar de zorg zit.

Vraag 10
Wat vindt u ervan dat het Nederlands door arbeids- en studiemigratie steeds minder vaak wordt gesproken op de werkvloer, in het hoger onderwijs, in de winkelstraat en in de horeca?

Vraag 11
Welke rol speelt de Nederlandse taal voor u in de Nederlandse samenleving, in wat ons bindt, en wat zegt de keuze om in het onderwijs een andere taal net zo belangrijk te maken in het onderwijs als de Nederlandse?

Antwoord 10 en 11
De Nederlandse taal is van groot belang voor onze samenleving. Zij vormt een essentieel onderdeel van onze gedeelde identiteit en is cruciaal voor onderlinge communicatie, sociale cohesie en gelijke kansen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Tegelijkertijd is het een realiteit dat Nederland een open economie en kennisland is waar andere talen over de landsgrenzen heen een belangrijke rol kunnen spelen. In sommige sectoren en regio’s wordt daardoor vaker een andere taal dan het Nederlands gesproken.

Het is belangrijk om hierin een goede balans te bewaren. Het is essentieel dat iedereen die in Nederland komt wonen, werken of studeren voldoende kennis van het Nederlands verwerft om goed te kunnen meedoen in de samenleving. Tegelijkertijd erken ik de waarde van internationale samenwerking en meertaligheid, mits die niet ten koste gaan van de positie van het Nederlands. Daarom krijgen scholen de kans tweetalig primair onderwijs aan te bieden waarbij aandacht voor het Nederlands niet op gespannen voet komt te staan met het leren van de vreemde taal.

Vraag 12
Wat zijn de gevolgen van het terugdringen van het Nederlands in het funderend onderwijs voor het gebruik van Nederlandse bronnen in het onderwijs zoals kranten, tijdschriften en boeken?

Antwoord 12
Het gebruik van Nederlandse bronnen in het onderwijs is onderdeel van de opgeleverde conceptkerndoelen Nederlands. Hierin is opgenomen dat scholen rijke teksten over inhoudelijke thema’s aan hun leerlingen moeten aanbieden. Elke school moet hieraan voldoen. Dit geldt ook voor scholen die tweetalig primair onderwijs aanbieden. Er is daarom geen reden om aan te nemen dat scholen die tweetalig primair onderwijs bieden geen gebruik zullen maken van Nederlandse bronnen, aannemende dat daar de zorg zit. De beoogde inwerkingtredingsdatum van de algemene maatregel van bestuur waarin de vernieuwde kerndoelen worden vastgelegd is 1 augustus 2026.

Vraag 13
Erkent u dat de scholen die deelnamen aan de pilot tweetalig primair onderwijs (TPO), waarop dit besluit werd gebaseerd, grotendeels scholen zijn met hoogopgeleide ouders, een sterke schoolcultuur en relatief weinig leerlingen met een migratieachtergrond en klopt het dat 75% van de ouders hoog opgeleid waren vergeleken met 50% in een vergelijkbare Nederlandse leeftijdsgroep (20-40)? Acht u de scholen die deelnamen daarmee representatief voor een Nederlandse school?

Vraag 14
Denkt u dat de positieve leerresultaten van de pilot zouden kunnen zijn beïnvloed door deze achtergrondkenmerken?

Antwoord 13 en 14
Zoals eerder aangegeven past tweetalig primair onderwijs niet bij elke school in Nederland. Naar verwachting zullen alleen scholen die hier aanleiding toe hebben (vanwege leerlingpopulatie, geografische liggen en/of onderwijskundige visie) de keuze maken met tweetalig primair onderwijs aan te slag te gaan.

Leerlingen op tpo-scholen werden beter in de vreemde taal en groeiden net zo sterk in Nederlandse taal- en rekenvaardigheden vergeleken met controlegroepen, waarbij tpo-leerlingen hoger scoren op begrijpend lezen.6 Deze effecten op de vaardigheidsontwikkeling deden zich voor, los van het opleidingsniveau van de ouders of een Nederlandstalige, Engelstalige of een anderstalige thuisomgeving.7

Vraag 15
Op welke wijze wordt geborgd dat scholen met minder gunstige uitgangsposities – bijvoorbeeld met een hoger aandeel leerlingen met taalachterstanden – toch de Nederlandse taalvaardigheid van leerlingen het vereiste peil bereikt?

Antwoord 15
In het toezicht verandert niets ten opzichte van de huidige situatie. De inspectie bewaakt de kwaliteit van het (tweetalige) onderwijs. Zij zal dit doen als integraal onderdeel van het toezicht. Dat wil zeggen dat de kerndoelen aangeboden moeten worden, ongeacht of dit in het Nederlands, Engels, Frans of Duits wordt gedaan. Daarnaast werkt de inspectie ook signaal- en risicogestuurd. Tegenvallende resultaten op de basisvaardigheden zijn voor de inspectie een risico-indicator. Indien zij er aanleiding toeziet zal de inspectie toezicht aanscherpen.

Vraag 16
Acht u de resultaten van de pilot TPO, gelet op het onderzoeksdesign met een quasi-experimenteel karakter en vrijwillige aanmelding door scholen, een voldoende stevige basis om de verruiming van de wettelijke norm voor anderstalig onderwijs structureel in wetgeving te verankeren?

Antwoord 16
Ja. De resultaten van het onderzoek tijdens de pilot tpo, die onverminderd van waarde zijn, staan niet op zichzelf en sluiten aan bij breder wetenschappelijk onderzoek naar het effect van meertalig onderwijs op de taalvaardigheid van leerlingen.8

Vraag 17
Klopt het dat de norm voor het maximumaandeel anderstalig onderwijs in het primair onderwijs niet in de wet zelf is vastgelegd, maar bij ministerieel besluit kan worden gewijzigd?

Antwoord 17
Nee, dat klopt niet. Artikel 9, lid 13a van de Wet primair onderwijs stelt dat een deel van het onderwijs kan worden gegeven in de Engelse, Duitse of Franse taal tot ten hoogste een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen percentage per schooljaar. Dat betekent dat het percentage dus niet gewijzigd kan worden met een ministerieel besluit.

Vraag 18
Hoe rijmt u dat in het hoger onderwijs er met de wet Internationalisering in balans (WIB) wél een wettelijke norm is voor gebruik van het Nederlands en dat die strenger is dan in het funderend onderwijs waar scholieren juist worden geacht hun Nederlandse taalvaardigheid op te doen?

Antwoord 18
Internationalisering in het hoger onderwijs en tweetalig primair onderwijs zijn twee verschillende dingen. Zoals eerder aangegeven biedt tweetalig primair onderwijs kinderen en jongeren kansen om later over de grens te studeren of te werken (denk aan regio’s als Groningen of Zuid-Limburg). Bovendien groeien leerlingen die tweetalig primair onderwijs volgen in hun taalvaardigheid.

Vraag 19
Kunt u deze vragen allemaal los van elkaar beantwoorden binnen de daarvoor gestelde termijn?
 
Antwoord 19
Ja. Enkel daar waar de beantwoording van de afzonderlijke vragen inhoudelijk op elkaar aan sluit, is ervoor gekozen de beantwoording samen te voegen.


  1. Peil.Leesvaardigheid einde leerjaar 2 voortgezet (speciaal) onderwijs 2022-2023. Inspectie van het Onderwijs, november 2024.↩︎

  2. Jenniskens, T. et al., (2022) Flankerend Onderzoek Pilot Tweetalig Primair Onderwijs↩︎

  3. Dit besluit is inmiddels gepubliceerd en treedt 1 augustus 2026 in werking (Stb. 2025, 275)↩︎

  4. Jenniskens, T. et al., (2022) Flankerend Onderzoek Pilot Tweetalig Primair Onderwijs↩︎

  5. Jenniskens, T. et al., (2022) Flankerend Onderzoek Pilot Tweetalig Primair Onderwijs↩︎

  6. Jenniskens, T. et al., (2022) Flankerend Onderzoek Pilot Tweetalig Primair Onderwijs, p.77.↩︎

  7. Jenniskens, T. et al., (2022) Flankerend Onderzoek Pilot Tweetalig Primair Onderwijs, p.80.↩︎

  8. Taalunie. (2019) Antwoorden op vragen over omgaan met meertaligheid in het onderwijs. Via: Antwoorden op vragen over omgaan met meertaligheid in het onderwijs in het Nederlandse taalgebied - Taalunie.↩︎