[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Eurogroep en Ecofinraad 9 en 10 oktober 2025

Bijlage

Nummer: 2025D45187, datum: 2025-10-31, bijgewerkt: 2025-10-31 10:15, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 oktober 2025 (2025D45186)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag Eurogroep en Ecofinraad 9 en 10 oktober 2025


Eurogroep in reguliere samenstelling

Macro-economische ontwikkelingen

De Europese Commissie (de Commissie) en de Europese Centrale Bank (ECB) gaven een update bij het macro-economische beeld. Voor volgend jaar verwacht de ECB een iets lagere economische groei dan 2025. Op het gebied van handelsbarrières en tarieven een duidelijke afname van spanningen merkbaar. De wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar is de afgelopen periode gestegen, met name door een toegenomen risicoperceptie van investeerders in activa gedenomineerd in dollars. Er zijn echter geen aanwijzingen voor een structurele uitstroom uit dollar-activa. Wel hebben internationale investeerders in toenemende mate het wisselkoersrisico afgedekt en was er sprake van een tijdelijke verzwakking van de status van de dollar als veilige haven. De eurozone inflatie bevindt zich nu al een aantal maanden rond de 2,0 procent en bedroeg 2,2 procent in september, waarmee volgens de ECB de inflatiedoelstelling bereikt is. De risico’s rondom inflatie worden als evenwichtig beschouwd, al blijft er een hoge mate van onzekerheid bestaan. De Commissie lichtte verder toe dat de eurolanden uiterlijk 15 oktober hun Ontwerpbegrotingen kunnen indienen, waar zij de verwachte groei van de netto-primaire uitgaven in 2026 in beschrijven. De Commissie roept de eurolanden op om de uitgavengroei niet harder te laten stijgen dan vastgelegd in het door de Raad aanbevolen netto-primaire uitgavenpad.

Eurogroep in inclusieve samenstelling

Kapitaalmarktunie

In het kader van de jaarlijkse monitoring van de voortgang op EU- en nationaal niveau gaf de Commissie een toelichting op de huidige voortgang ten aanzien van de kapitaalmarktunie. De ministers deelden nationale en regionale initiatieven en goede voorbeelden voor de kapitaalmarktunie en bespraken wat de beste manier is om de gemaakte afspraken na te komen.

De voorzitter van het Financial Services Committee gaf een toelichting op het verslag over de maatregelen die op nationaal niveau genomen zijn. Hij benadrukte het belang van het nemen van nationale maatregelen om pensioenopbouw te regelen voor lidstaten waar dat nu nog onvoldoende het geval is. De Commissie benadrukte dat er meer voortgang geboekt moet worden op de kapitaalmarktunie en dat er naast de voorstellen vanuit de Commissie ook een grote rol ligt voor de lidstaten om nationaal maatregelen te nemen. De voorzitter van de Eurogroep benadrukte dat de kapitaalmarktunie een belangrijke prioriteit blijft en de uitwisseling van initiatieven helpt om de juiste koers te bepalen. Recente nieuwe initiatieven op zowel EU- als nationaal niveau zijn bemoedigend, maar er is nog veel te doen. De leden van de Eurogroep spraken de intentie uit om het politiek momentum op dit vlak vast te houden.

Stablecoins

De ministers wisselden van gedachten over de gevolgen voor de EU van de recente ontwikkelingen rond stablecoins, met input van de Commissie en de ECB.

De Commissie benadrukte het belang van een aanpak waarbij oog wordt gehouden voor het concurrentievermogen en waar ruimte is voor innovatie in de EU. Zij verwees naar de Markets in Crypto Assets verordening (MiCAR) als raamwerk waarin de zorgen voor de financiële stabiliteit zijn ondervangen. Deze regelgeving is volgens de Commissie robuust, maar laat ook ruimte voor innovatie.

De ECB ziet ruimte voor stablecoins die worden uitgegeven door Europese bedrijven en verwees naar het initiatief dat ING met andere banken heeft genomen voor de introductie van een stablecoin gedenomineerd in euro’s. De ECB benadrukte ook het belang van de digitale euro naast deze private initiatieven. Verder wees de ECB voornamelijk op de risico’s van de groeiende markt voor in dollars uitgegeven stablecoins. De ECB vraagt aandacht voor het ondervangen van stabiliteitsrisico’s door het huidige kader zoals vastgesteld in MiCAR voor het moment dat de markt van stablecoins, die zowel in de EU als in andere jurisdicties worden uitgegeven (zogeheten dual of multi issuance), sterk groeit.

De lidstaten benadrukten het belang van een goede balans tussen financiële stabiliteit en innovatie. Op de vraag of MiCAR aangepast dient te worden in het licht van de ontwikkelingen op het gebied van stablecoins reageerden de lidstaten terughoudend. De voorzitter van de Eurogroep stelde dat stablecoins waarschijnlijk een steeds grotere rol zullen gaan spelen op de financiële markten. Dit brengt kansen en risico’s met zich mee. De Eurogroep zal zich met dit onderwerp blijven bezighouden.

Voorbereiding van de Eurotop

De voorzitter lichtte toe dat tijdens de Eurotop en marge van de Europese Raad van 23-24 oktober 2025 onder andere gesproken zal worden over de digitale euro, het versterken van de internationale rol van de euro, de spaar- en investeringsunie en de balans tussen het waarborgen van schuldhoudbaarheid.

Ecofinraad

Steun Oekraïne

Tijdens het ontbijt voorafgaand aan de Ecofinraad is gesproken over het idee van de Commissie voor herstelleningen aan Oekraïne, op basis van bevroren tegoeden van de Russische centrale bank. De Commissie heeft nog geen voorstel gepresenteerd.

Lidstaten, waaronder Nederland, uitten zich overwegend positief over de gedachtegang van de Commissie voor het verstrekken van leningen op basis van de bevroren Russische centrale banktegoeden. Een groot deel van de lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte dat het belangrijk is dat daarbij nauw wordt opgetrokken met G7-landen. Dit vergroot de slagkracht en kan financiële en juridische risico’s die samenhangen met de constructie beperken. Lidstaten uitten zich eensgezind dat de werkwijze in overeenstemming moet zijn met het internationaal recht. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten dat het belangrijk is dat Oekraïne flexibiliteit houdt in de uitgaven, zodat het geld besteed kan worden daar waar de noden van Oekraïne het hoogst zijn, waaronder voor begrotingsuitgaven. Een aantal lidstaten pleitten voor het richten van de leningen op uitgaven aan de defensie-industrie van de EU. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benoemden het belang van conditionaliteiten samenhangend met de leningen, waaronder op het terrein van anti-corruptie. De voorzitter gaf tot slot aan dat de discussie op de Ecofinraad van november zal worden voortgezet.

Tijdens de formele agenda van de Ecofinraad gaf de Commissie een update van de implementatie van de Europese steunmaatregelen. Deze toelichting is overeenkomstig met de stand van zaken ten aanzien van de implementatie van financiële steun, zoals beschreven in de geannoteerde agenda van deze Eurogroep/Ecofin1.

Herziening van de tabaksrichtlijn

De Commissie gaf een presentatie over het op 16 juli jl. gepubliceerde voorstel voor de herziening van de Richtlijn tabaksaccijns2. De Commissie lichtte toe dat de huidige Richtlijn tabaksaccijns verouderd is en daarmee onvoldoende gezondheidsbescherming biedt, tot een ongelijk speelveld op de interne markt leidt en onvoldoende bijdraagt aan het tegengaan van illegale handel en belastingfraude.

Een groot deel van de lidstaten, waaronder Nederland, verwelkomde het voorstel, waarbij werd gewezen op het belang van herziening van de Richtlijn tabaksaccijns voor publieke gezondheid, onder meer vanwege de uitbreiding van de reikwijdte voor nieuwe producten. Er is brede consensus in de Raad over de noodzaak om nieuwe producten zoals vapes onder de reikwijdte van de richtlijn te brengen. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, wezen op het belang van het richtlijnvoorstel om illegale handel en fraude tegen te gaan. Een aantal lidstaten gaf aan terughoudend te zijn over de verhoging van de minimumtarieven, de indexatie of de invoering van het koopkrachtmechanisme. Een aantal lidstaten geeft de voorkeur aan tariefdifferentiatie naar de mate van gezondheidsschade van tabaks- en nicotineproducten. Enkele lidstaten wezen op de balans die moet worden gezocht met economische belangen en investeringen in productieketens. Enkele lidstaten pleitten voor een beperktere verhoging van de minimumtarieven of een langere infaseringsperiode voor de nieuwe tarieven.

Het Deens voorzitterschap concludeerde om discussies voort te zetten op technisch niveau, waarbij zij aangaf dit dossier als prioritair te beschouwen.

Nieuwe eigen middelen

De Commissie gaf een presentatie over het voorstel voor een nieuw eigenmiddelenbesluit (EMB). In het EMB wordt de financiering van de EU-begroting geregeld. De Commissie heeft dit voorstel op 16 juli jl. gepubliceerd3, tezamen met het voorstel voor een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 2028-2034.

Een deel van de lidstaten benadrukte de noodzaak voor fairness en voorspelbaarheid van nieuwe eigen middelen en riep op oog te hebben voor de administratieve lasten. Een andere groep lidstaten, waar Nederland zich onder bevond, sprak zich kritisch uit tegen het crisisleeninstrument waarvoor de Commissie een buitengewone en tijdelijke verhoging van het eigenmiddelenplafond voorstelt. Verder sprak deze groep zich uit tegen de afschaffing van de korting op de bni-afdracht en gaf aan de voorgestelde uitgaven te hoog te vinden. Daarnaast hebben Nederland en België aangegeven geen voorstander te zijn van het verlagen van de perceptiekostenvergoeding.

Nagenoeg alle lidstaten, inclusief Nederland, uitten zorgen over de wenselijkheid van het voorstel voor een omzetbijdrage van grote ondernemingen als eigen middel (Corporate Own Resource for Europe, CORE). Lidstaten betoogden dat dit voorstel het Europese concurrentievermogen ondermijnt en daarmee ingaat tegen één van de belangrijkste prioriteiten voor het volgende MFK. Ook was er tijdens de discussie in grote mate weerstand tegen tabak als eigen middel. Lidstaten uitten zich wel overwegend positief over het voorstel voor koolstofcorrectie aan de grens (Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM).

Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele plan Duitsland

De Ecofinraad stemde in met de vaststelling van het meerjarig uitgavenpad en hervormingen en

investeringen die ten grondslag liggen aan de verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode

van vijf naar zeven jaar. De Ecofinraad stemde daarnaast in met de raadsaanbeveling voor het activeren van de nationale ontsnappingsclausule voor Duitsland, om Duitsland tijdelijk en gericht toe te staan de nationale defensie-uitgaven op korte termijn te verhogen.

Spaar- en Investeringsunie

De Commissie heeft haar aanbeveling aan de lidstaten gepresenteerd over de spaar- en investeringsrekeningen, die op 30 september 2025 is aangenomen als onderdeel van de spaar- en investeringsunie4. De Kamer zal binnenkort via een BNC-fiche over de appreciatie van deze aanbeveling worden geïnformeerd. De Commissie benadrukte het belang van fiscale stimulering op nationaal niveau. Ook onderstreepte de Commissie het belang van een eenvoudige rekening zonder complexe restricties. Nationale voortgang zal worden gemonitord.

Diverse lidstaten steunden de door de Commissie gepresenteerde initiatieven en bekrachtigden hun steun voor de spaar- en investeringsunie.

Vereenvoudiging beter wetgeven

De Commissie gaf een toelichting bij de voortgang in raadswerkgroep voor verbetering van effectbeoordelingen (impact assessments) in het wetgevingsproces als onderdeel van de inzet voor vereenvoudiging en regeldrukvermindering in Europese wetgeving. Het onderwerp zal opnieuw besproken worden tijdens de Ecofinraad van december.

Conclusies over klimaatfinanciering met het oog op de VN-klimaatconferentie van 2025 in Brazilië (COP30)

De Raad stemde in met de Raadsconclusies over klimaatfinanciering die de EU-inzet voor COP30 inzake klimaatfinanciering vastleggen. Zoals bij voorgaande jaren ook het geval, zullen de conclusies later in oktober nog worden aangepast om ook het dan beschikbare definitieve bedrag aan klimaatfinanciering door lidstaten in 2024 mee te nemen.

Economisch herstel in Europa - Uitvoeringsbesluiten van de Raad in het kader van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit Spanje

De Raad stemde in met de aanpassing van het uitvoeringsbesluit ter goedkeuring van het herstel- en veerkrachtplan (HVP) van Spanje. De Commissie gaf daarnaast een presentatie ten aanzien van de implementatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. In totaal zijn volgens de Commissie 56 procent van de beschikbare middelen in de faciliteit uitgekeerd en 63 procent van de beschikbare giften. Lidstaten hebben tot eind augustus 2026 om mijlpalen en doelstellingen te behalen en hebben tot eind september 2026 om ​betaalverzoeken in te dienen.

Europees Semester 2025: geleerde lessen

De Commissie gaf een toelichting op het verloop van het Europees Semester van 2025 en blikte vooruit op de komende periode. De voorzitter van het Economisch en Financieel Comité vroeg aandacht voor tijdige publicatie van de landspecifieke aanbevelingen door de Commissie. Late publicatie van de landspecifieke aanbevelingen laten weinig tijd voor beoordeling en discussie van de aanbevelingen door lidstaten en kunnen de effectiviteit van de multilaterale beleidscoördinatie onder druk zetten. De voorzitter benadrukte dat hier een oplossing voor gevonden moet worden.

Voorbereiding internationale vergadering

De Raad stemde in met de EU-verklaring voor het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en de EU Terms of Reference voor de G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Gouverneurs van Centrale Banken (FMCBG). Dit was met het oog op de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) van 13 tot en met 18 oktober 2025 in Washington D.C., en de G20 bijeenkomst van ministers van Financiën en gouverneurs van centrale banken (FMCBG) op 15 en 16 oktober.

In de vergadering werd de IMFC-verklaring op een punt aangepast, waarbij werd toegevoegd dat de EU de eerste fase van het vredesakkoord zoals voorgesteld door de Verenigde Staten verwelkomt.

Stand van zaken financiële dienstenwetgeving

Het voorzitterschap gaf een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot wetgevingsvoorstellen op het gebied van financiële diensten. Voor de Retail Investment Strategie en het Financial Data Access Framework (FIDA) is de hoop dat de trilogen snel worden afgerond. De conclusie van de onderhandelingen over de versimpeling van de rapportageverplichtingen in het Omnibus I-voorstel worden voorzien voor het einde van het jaar. Voor de voorstellen op securitisatie wordt ingezet op een akkoord onder de lidstaten voor het einde van het jaar, het Europees Parlement (EP) heeft in dat dossier aangegeven pas in mei 2026 met een positie te komen. De Commissie gaf ook aan strenger te gaan kijken naar de implementatie van wetgeving en een inbreukprocedure te starten tegen lidstaten die daarbij meer dan twee maanden vertraging oplopen.

(Hamerstuk) Herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties

De herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties, die als hamerpunt stond geagendeerd, is aangenomen5. Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan voldoen komen te staan op de Europese lijst van non-coöperatieve jurisdicties (EU fiscaal zwarte lijst). Daarnaast is er ook een grijze lijst van landen die niet voldoen aan de standaard maar die op hoog politiek niveau hebben toegezegd om binnen een bepaalde periode alsnog aan de standaard te voldoen. De lijst wordt periodiek herzien, doorgaans tijdens de Ecofinraden van februari en oktober.

De EU fiscaal zwarte lijst is ongewijzigd gebleven en bestaat uit de volgende elf jurisdicties: de Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans Samoa, Anguilla, Fiji, Guam, Palau, Panama, Rusland, Samoa, Trinidad & Tobago en Vanuatu.

De landen op de EU fiscale grijze lijst hebben toegezegd om binnen een overzichtelijke termijn alsnog te voldoen aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden de landen op de EU fiscaal zwarte lijst gezet. De volgende elf jurisdicties staan op de grijze lijst: Antigua & Barbuda, Britse Maagdeneilanden, Belize, Brunei, Eswatini, Groenland, Jordanië, Marokko, Montenegro, Seychellen en Turkije. Meer informatie over de EU fiscale lijst is te vinden op de website van de Raad van de EU6.

Overig

Beëindiging jaarlijks informeren over risico’s Nederlandse staat als gevolg van monetair beleid ECB

Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen (AFB) van 8 en 9 november 2017 is door oud-minister van Financiën Hoekstra toegezegd uw Kamer jaarlijks te informeren over de risico’s die de Nederlandse staat loopt in het kader van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Toen deze toezegging werd gedaan, lag de inflatie in de eurozone onder de inflatiedoelstelling van de ECB en voerde de ECB expansief monetair beleid. Hierdoor nam de omvang van de balans van de ECB aanzienlijk toe. Inmiddels is de balans al een aantal jaar aan het afnemen. Hierdoor neemt de blootstelling van DNB op de monetaire operaties ook af. DNB rapporteert in haar jaarverslag ook over de monetaire blootstellingen die ze loopt.7 Dit jaarverslag is beschikbaar als informatiebron voor de Kamer. Gelet op bovenstaande factoren zal vanaf heden geen jaarlijkse Kamerbrief meer worden verstuurd en wordt de toezegging beschouwd als afgedaan. Dit past ook binnen de doelstelling om de taakstelling op apparaatskosten uit het regeerprogramma te realiseren.


Stand van zaken Omnibus I

In het kader van de met uw Kamer gemaakte informatieafspraken wordt u hierbij geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen rond de onderhandelingen van het Omnibus I-voorstel waar het de richtlijn duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD) aangaat.

Op maandag 13 oktober jl. heeft de commissie Juridische Zaken van het EP een positie ingenomen over het Omnibus I-voorstel. Zoals beschreven in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 30 juni 20258, heeft de Raad op 23 juni al een positie vastgesteld. Daarmee is de verwachting dat de triloogonderhandelingen op korte termijn van start kunnen gaan. Zowel vanuit de Raad als het Parlement is opgeroepen om de onderhandelingen spoedig af te ronden. Ook Nederland zet zich daarvoor in, om snel zekerheid te hebben voor rapportageplichtige bedrijven.

Als onderdeel van de Omnibus I-voorstellen is de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) door de Commissie gemandateerd om met voorstellen te komen om de onderliggende rapportagestandaarden (ESRS) te versimpelen. EFRAG werkt op dit moment aan haar advies. Het is de verwachting dat op basis hiervan de Commissie in de eerste helft van 2026 met een voorstel komt om (per gedelegeerde handeling) de ESRS te versimpelen.

Tijdens de aankomende triloogonderhandelingen zal Nederland zich, conform het BNC-fiche9, blijven inzetten voor stroomlijning en versimpeling van de rapportagelasten. Conform de gemaakte informatieafspraken zal de Kamer blijvend worden geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom de onderhandelingen van Omnibus I - voor zover deze de CSRD betreffen.

Derde bijeenkomst van de Europese Concurrentievermogen Laboratoria (European competitiveness labs) op 9 oktober 2025

Op uitnodiging van Luxemburg nam Nederland voorafgaand aan de Eurogroep deel aan de derde bijeenkomst van het zogenaamde European Competitiveness Lab, een initiatief om als lidstaten samen te werken aan initiatieven voor de ontwikkeling van de kapitaalmarkten. Een groot deel van de lidstaten sloot bij deze bijeenkomst aan op ministerieel en/of hoogambtelijk niveau. Ook was de president van de ECB en de directeur van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) aanwezig. Deze bijeenkomsten bieden EU-lidstaten de mogelijkheid om in intergouvernementeel verband met innovatieve projecten mee te doen om de kapitaalmarkten te integreren en privaat kapitaal te mobiliseren. Dit is aanvullend op EU-brede maatregelen ter versterking van de kapitaalmarktunie. Tijdens het overleg spraken de lidstaten over de implementatie van ‘Finance Europe’, een beleggingslabel voor investeren in Europa. Er werd ook gesproken over mogelijke volgende concrete projecten. Aanwezige lidstaten droegen hiervoor ideeën aan, waaronder het opzetten van een platform voor securitisatie. Nederland sprak zich uit tegen dit voorstel om een securitisatieplatform op te zetten, omdat de toegevoegde waarde van zo’n platform niet duidelijk is ten opzichte van de lopende herziening van het Europese raamwerk voor securitisaties. Ook wees Nederland op de randvoorwaarden voor lab-projecten. Initiatieven die als lab door lidstaten worden uitgewerkt, dienen het institutionele raamwerk van de EU en de interne markt te respecteren. Komende tijd blijft Nederland betrokken bij het European Competitiveness Lab en blijft het gesprekken voeren met deelnemende landen.

Stand van zaken digitale euro
Conform de wens van de Kamer wordt uw Kamer maandelijks geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen over een digitale euro. Nu het Deense voorzitterschap toewerkt naar een Raadspositie voor het einde van het kalenderjaar, gaan de onderhandelingen in hoog tempo. Op 25 en 26 september jl. vond er op ambtelijk niveau een raadswerkgroep plaats, waarin werd gesproken over de acceptatieplicht (legal tender), de inzet van de digitale euro ter versterking van de weerbaarheid van het betalingsverkeer, verschillende technische aspecten en de distributie van de digitale euro.

Er is gesproken over de status van de digitale euro als wettig betaalmiddel. Daarbij is voorgesteld dat de digitale euro op vergelijkbare wijze geaccepteerd zal worden als bestaande digitale betaalmiddelen: aan de toonbank voor winkeliers die geen e-commerce (internetverkoop) hebben en via een digitaal portaal voor e-commerce bedrijven. Als winkeliers beide vormen aanbieden, moet de keuze bij de consument liggen. De uitzonderingsgronden voor de acceptatieplicht zijn een resterend vraagstuk, die in één van de komende raadswerkgroepen worden besproken.

Ook werd er gesproken over weerbaarheidsaspecten. Specifiek ging het over waarborgen in het wetsvoorstel voor wat onder ‘uitzonderlijke omstandigheden’ wordt verstaan, welke maatregelen dan ten behoeve van de digitale euro genomen kunnen worden (zoals het verhogen van offline transactielimieten), en op welke wijze de besluitvorming over dergelijke maatregelen plaatsvindt. Nederland steunde de voorstellen, maar gaf aan dat deze aanvullend zijn op het kernaspect van de digitale euro wat betreft weerbaarheid: de offline functionaliteit.

Vervolgens kwamen verschillende meer technische aspecten aan bod: de (omgekeerde) watervalfunctionaliteit; de manieren waarop met de digitale euro wordt betaald (zoals een QR-code of NFC) en de interoperabiliteit met de European Digital Identity Wallet (EDIW). De EDIW kan, op verzoek van de consument, worden gebruikt voor het bevestigen of autoriseren van betalingen in digitale euro. Het wetsvoorstel schrijft voor dat banken deze mogelijkheid moeten kunnen bieden, wanneer de consument van deze diensten gebruik wil maken. Nederland vroeg extra aandacht voor het belang van vrijwilligheid en deed voorstellen om in het wetsvoorstel goed te waarborgen dat de digitale euro ook zonder EDIW gebruikt kan worden. Deze voorstellen werden breed gesteund.

Ook werd de distributie van de digitale euro in de raadswerkgroep besproken. Tijdens dit agendapunt werden verschillende soorten betaaldienstverleners onderscheiden, waarbij hun activiteiten en hun relatie tot de digitale euro werden besproken. Hierbij ging het specifiek om rekeninginformatiedienstverlening (Account Servicing Payment Service Providers) en betaalinitiatiedienstverlening (Payment Initiation Service Providers). Er werden maatregelen besproken om het gelijke speelveld voor verschillende PSPs te waarborgen. Tenslotte stelde het voorzitterschap voor om de lijst met verplicht aan te bieden digitale-eurodiensten op te splitsen in een lijst van basisdiensten die gratis moeten worden aangeboden en een lijst van basisdiensten waarvoor een vergoeding mag worden gevraagd. Er was voldoende steun voor dit voorstel. Om welke diensten dit precies gaat, wordt nog besproken.

Tot slot publiceerde de ECB recent een onderzoek naar de kosten van de digitale euro10. Eerder bracht een koepel van Europese bankenverenigingen een kostenstudie uit, waarin de potentiële lasten voor banken en betaaldienstverleners werden onderzocht11. Volgens deze studie zouden de totale kosten kunnen oplopen tot EUR 18 miljard. De ECB gebruikte deze studie als uitgangspunt en geeft haar eigen inschatting van wat de totale kosten kunnen zijn. De bevindingen suggereren dat, wanneer de potentiële besparingen door synergiën en kostenverdeling correct worden meegenomen, de totale kosten van de bankensector kunnen liggen tussen EUR 4 mld. en EUR 5,77 mld. Dit komt neer op EUR 1 mld. tot EUR 1,44 mld. per jaar over een periode van vier jaar. Het is belangrijk om te benadrukken dat het hier om schattingen gaat, aangezien het ontwerp van de digitale euro nog onderwerp van gesprek is en de uiteindelijke kosten afhankelijk zijn van het ontwerp.

Non-paper Sharing experiences on tax driven migration by individuals

Hierbij wordt de Kamer geïnformeerd over een door Frankrijk en Nederland opgesteld non-paper Sharing experiences on tax driven migration by individuals. Dit is mede naar aanleiding van verschillende moties in de Kamer, waarmee wordt gevraagd werk te maken van de belastingheffing van zeer vermogende personen in internationaal verband.12

Nederland verkent in internationaal verband of de belastingheffing van zeer vermogende personen evenwichtiger gemaakt kan worden. Hierbij tracht Nederland op te trekken met gelijkgestemde landen. Het idee is om stap voor stap te werk te gaan: eerst goed in kaart brengen waar de knelpunten liggen, en daarna pas te praten over mogelijke oplossingen. Dat vergroot de kans op draagvlak13.

Een belangrijk aandachtspunt is dat sommige landen fiscale regelingen hebben die vermogende personen aantrekken. Dit kan leiden tot belastingconcurrentie (met mogelijk minder belastinginkomsten als gevolg) en onevenwichtige verdeling van belastingdruk. Frankrijk en Nederland willen dit probleem in de EU bespreekbaar maken. Daarom hebben de lidstaten een gezamenlijk discussiestuk opgesteld over belasting gedreven migratie van vermogende particulieren. Het doel is ervaringen uit te wisselen en te onderzoeken of en in hoeverre sommige fiscale regelingen schadelijke effecten hebben. Er wordt nadrukkelijk niet gepleit voor nieuwe belastingen, maar alleen voor een verkennend gesprek met andere EU-lidstaten. Dit non-paper is tijdens de hoogambtelijke werkgroep High Level Working Party on Tax Questions op 23 september 2025 besproken.


  1. Zie Kamerstukken II, 2025-2026, 21501-07-2136↩︎

  2. Zie het BNC-fiche Richtlijn tabaksaccijns, brief 19 september 2025, kenmerk BZ2520301↩︎

  3. Zie de kabinetsappreciatie van d.d. 12 september 2025, Kamerstukken II, 2024-2025, 21 501-20, nr. 2268↩︎

  4. Aanbeveling voor de beleggingsrekening: https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/savings-and-investments-union-siu/↩︎

  5. The Council conclusions on the revised EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes, Brussels 10 oktober 2025, link: Belastingen: lidstaten actualiseren EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale jurisdicties - Consilium↩︎

  6. EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes - Consilium (europa.eu)↩︎

  7. Het overzicht van de monetaire blootstellingen van DNB per eind 2024 is te vinden op pagina 66 van het DNB jaarverslag 2024.↩︎

  8. Kamerstukken II, 2024-2025, 21 501-07, nr. 2125↩︎

  9. Kamerstukken II, 2024-2025, 22 112, nr. 4012↩︎

  10. ECB (oktober, 2025). A view on recent assessments of digital euro investment costs for the euro area banking sector, A view on recent assessments of digital euro investment costs for the euro area banking sector↩︎

  11. European Banking Federation (2025). Digital Euro Cost Study.↩︎

  12. Kamerstukken II 2023–24, 25 087, nr. 330, Kamerstukken II 2023–24, 25 087, nr. 333, Kamerstukken II 2023–24, 36 418, nr. 74 en nr. 76, Kamerstukken II 2023–24, 25 087, nr. 331 en Kamerstukken II 2023–24, 36 600 IX, nr. 23.↩︎

  13. Zoals aangegeven in de brief van de staatssecretaris van Financiën, fiscaal (verdrags)beleid, Kamerstukken 2023–24, 25 087, nr. 329.↩︎