[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Peter de Groot over het bericht 'RvS keihard over schrappen voorrang statushouders: strijdig met de Grondwet'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D45216, datum: 2025-10-31, bijgewerkt: 2025-10-31 14:42, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z17691:

Onderdeel van zaak 2025Z17853:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Peter de Groot (VVD) over het bericht 'RvS keihard over schrappen voorrang statushouders: strijdig met de Grondwet'. Deze vragen werden ingezonden op 25 september 2025 met kenmerk 2025Z17853.

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Mona Keijzer


2025Z17853

Vraag 1.

Bent u bekend met het bericht 'RvS keihard over schrappen voorrang statushouders: strijdig met de Grondwet'? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2.

Hoe garandeert u dat deze oplossingen daadwerkelijk vóór de ingangsdatum van de wet resultaat opleveren? Is hiervoor extra inspanning van het kabinet nodig? Zo ja, om welke inspanningen gaat het dan?

Vraag 3.

Kunt u exact aangeven welke oplossingen u voor ogen heeft om te voorkomen dat statushouders langer in opvanglocaties moeten blijven als hun voorrang bij sociale huurwoningen verdwijnt?

Antwoord 2 en 3

Het voorgestelde verbod op voorrang moet in samenhang gezien worden met verschillende andere wettelijke maatregelen1 met het beoogde effect om grip te krijgen op asielmigratie. De wetsvoorstellen inzake asielnoodmaatregelen en de invoering van het twee statusstelsel zijn op 3 juli 2025 door de Tweede Kamer aangenomen. Ook wordt gewerkt aan de implementatie van het Europese migratiepact. Het kabinet is neemt daarbij als uitgangspunt dat er voor vergunninghouders – net zoals voor iedere andere woningzoekende – in beginsel sprake is van een eigen verantwoordelijkheid om indien mogelijk te voorzien in de huisvesting, bijvoorbeeld bij vrienden of familie. Verder kunnen zij zelf mogelijk een woning kopen of huren (in het particulier segment, onzelfstandig, bij een hospita, of anderszins), of kunnen zij een beroep doen op hun werkgever als zij werk hebben.

In de brief over het samenhangend pakket aan maatregelen die op 11 juli aan uw Kamer is verstuurd2, licht het kabinet toe welke maatregelen verder moeten zorgen voor voldoende uitstroom uit de asielopvang. Dit gaat om het uitbreiden van huisvestingsmogelijkheden voor statushouders, door onder meer de realisatie van meer (tijdelijke) woningvoorraad en de inzet op woningdelen. Het kabinet ondersteunt gemeenten hierbij met verschillende financiële regelingen. Zo kunnen gemeenten momenteel gebruikmaken van de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen (SFT), de bekostigingsregeling doorstroomlocaties en de regeling voor een eenmalige bijdrage bij uitstroom naar onzelfstandig wonen of tijdelijk onderdak (HAR+). De regeling doorstroomlocaties en de HAR+, die ook kunnen worden ingezet voor onzelfstandige verhuur (woningdelen), hebben als doel om de uitstroom van statushouders te versnellen. Daarnaast wil het kabinet gemeenten nog extra ondersteunen bij het plaatsen van tijdelijke woningen. Hiertoe bereid ik een aanpassing op de SFT-regeling voor. Het voornemen is om deze regeling met een jaar te verlengen tot en met 2027. Het budget wil ik tevens verhogen naar € 178,5 miljoen. In aanvulling op de bijdrage aan de onrendabele business case van € 14.000, - per woning, ontvangen gemeenten ook € 6.000,- per woning voor sociaal beheer. Mijn voornemen is dat ook onzelfstandige woonruimten en splitsen van woonruimte onder deze regeling gaan vallen.

Naast deze inzet op de uitbreiding van de huisvestingsopties voor statushouders, wordt in het wetsvoorstel een gefaseerde inwerkingtreding van het verbod op voorrang voorgesteld. In het eerste jaar na inwerkingtreding van het verbod op voorrang (de implementatiefase), blijft het namelijk mogelijk om alleenstaande statushouders voorrang te geven wanneer zij gaan wonen in onzelfstandige woonruimte (woningdelen). Dit is behulpzaam om woningdelen voor alleenstaande statushouders de norm te maken. Daarnaast versterken we de aanpak om statushouders de gelegenheid te bieden om sneller mee te kunnen doen in de Nederlandse samenleving, door extra inzet op taalverwerving, participatie en inburgering.

Het kabinet verwacht dat de instroombeperkende maatregelen, in combinatie met de voorgestelde fasering en de inzet op het uitbreiden van huisvestingsopties en het laten meedoen van statushouders in de samenleving, zullen leiden tot een genormaliseerde positie van vergunninghouders ten opzichte van andere woningzoekenden op de woningmarkt.

Vraag 4.

Op welke manier gaat u bijhouden of de extra maatregelen – zoals bijvoorbeeld flexwoningen, doorstroomlocaties of versnelling van nieuwbouw – ook echt leiden tot voldoende huisvesting voor statushouders?

Antwoord

In het maandelijks gepubliceerde ‘overzicht huisvesting vergunninghouders3’, wordt per gemeente bijgehouden hoeveel statushouders er uitstromen en hoe groot eventuele achterstanden op de huisvestingstaakstelling zijn. Daarnaast kan ik monitoren in hoeverre gemeenten gebruikmaken van de beschikbare financiële regelingen.

Vraag 5.

Hoeveel specifieke doorstroomlocaties voor statushouders zijn er tot dusver gerealiseerd? Wat is de totale capaciteit van al deze gerealiseerde doorstroomlocaties?

Antwoord

Op dit moment zijn er 27 operationele doorstroomlocaties met een totale capaciteit van circa 1.200 plekken.

Vraag 6.

Kunt u uiteenzetten hoeveel tijdelijke woningen voor statushouders er zijn gerealiseerd, uitgesplitst naar dit jaar, volgend jaar en wat er de komende jaren in de pijpleiding zit?

Antwoord

Ik heb geen totaalbeeld van het aantal tijdelijke woningen dat voor statushouders is of wordt gerealiseerd. Het is aan gemeenten om woningen aan specifieke doelgroepen toe te kennen. Ik weet wel aan hoeveel woningen er vanuit de stimuleringsregelingen voor flex- en transformatiewoningen (STIM en SFT) is bijgedragen ten behoeve van de huisvesting van statushouders en ontheemden. Zie de tabel hieronder. Het totale aantal woningen dat beschikbaar is voor statushouders ligt hoger, omdat er ook buiten deze regelingen om tijdelijk woningen gerealiseerd worden ten behoeve van statushouders.

Flexwoningen tbv statushouders/ontheemden* 2025 2026 2027 2028
STIM 2022 1500 500
SFT 2023 / 2024 / 2025 600 1100 300
SFT 2026 / 2027 1400 1400
Totaal Flexwoningen / statushouders/ontheemden 2100 1600 1700 1400

*Flexwoningen op basis van toekenningen/aanvragen t.b.v. statushouders, rekening houdend met 30% voor statushouders/ontheemden in project of andere locatie in de gemeente.

Vraag 7.

Kunt u reflecteren op het feit dat er veel tijdelijke woningen op dit moment in de opslag staan en wachten totdat ze ergens in het land geplaatst kunnen worden?

Vraag 8.

Wat gaat u de komende tijd doen om te zorgen dat de tijdelijke woningen geplaatst kunnen gaan worden? Welke mogelijkheden heeft u daarvoor?

Antwoord 7 en 8

Ik heb geen signalen dat er op dit moment veel tijdelijke woningen in opslag staan. De eerder door het Rijk via het Rijksvastgoedbedrijf ingekochte flexwoningen zijn allemaal verkocht.

Vraag 9.

Bent u bekend met het concept MerWijde in Arnhem van corporaties Vivare en Volkshuisvesting Arnhem, waarbij er 147 tijdelijke huizen worden gebouwd die speciaal bedoeld zijn voor spoedzoekers en statushouders, ook als integratielocaties? Bent u bereid om te kijken of er op korte termijn vergelijkbare projecten op andere locaties in het land kunnen worden gerealiseerd? Waarom wel, waarom niet?

Antwoord
Ja, daar ben ik mee bekend. Ik stimuleer gemeenten om dergelijke projecten te realiseren met de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen (SFT). Deze regeling wordt aangepast naar een SFT+ om de realisatie van huisvesting voor urgent woningzoekenden, waaronder statushouders, verder te stimuleren.

Vraag 10.

Hoe verloopt op dit moment de samenwerking met gemeenten voor het realiseren van tijdelijke woningbouwlocaties en het realiseren van tijdelijke huisvesting? Kunt u hierop reflecteren?

Antwoord

Het is van belang dat zoveel mogelijk tijdelijke locaties worden benut door hier verplaatsbare woningen op te realiseren. Om gemeenten, corporaties en investeerders hierin financieel te ondersteunen heb ik in nauwe samenwerking met gemeenten en corporaties enkele regelingen beschikbaar gesteld, zoals de SFT-regeling en de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Daarnaast bied ik gemeenten kennis en expertise aan van experts bij het RVO. Deze experts adviseren gemeenten over de haalbaarheid van de businesscase bij tijdelijke inzet van verplaatsbare woningen. Op de Woontop in december 2024 heb ik met 7 gemeenten samenwerkingsafspraken gemaakt om vanaf 2026 ongeveer 2.500 modulaire woningen te plaatsen en voor circa 1.800 verplaatsbare woningen achtervanglocaties in te richten. Op die achtervanglocaties kunnen woningen, die na afloop van de tijdelijke plaatsing elders moeten worden herplaatst, een definitieve bestemming krijgen.

Vraag 11.

Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?

Antwoord

Dit heb ik zoveel mogelijk gedaan.

1) Telegraaf van 22 september

2025; https://www.telegraaf.nl/politiek/rvs-keihard-over-schrappen-voorrang-statushouders-strijdig-met-degrondwet/92034734.html

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract), ingezonden 24 september 2025 (vraagnummer 2025Z17691).


  1. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel), en het wetsvoorstel tot wijziging van de Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet).↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, 19637, nr. 3457.↩︎

  3. Zie voor oktober 2025: Overzicht huisvesting vergunninghouders 1 oktober 2025 | Publicatie | Rijksoverheid.nl↩︎