Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel 13 en 14 oktober 2025
Bijlage
Nummer: 2025D45259, datum: 2025-10-31, bijgewerkt: 2025-10-31 17:08, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel 13 en 14 oktober 2025 (2025D45258)
Preview document (🔗 origineel)
VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 13 EN 14 OKTOBER 2025
Introductie
Op dinsdag 14 oktober jl. vond onder Deens voorzitterschap de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel (RBZ-H) plaats in Horsens, Denemarken. De Raad werd voorafgegaan door een informeel diner op maandag 13 oktober jl. met de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), Dr. Ngozi Okonjo-Iweala. Tijdens de informele Raad zelf werd achtereenvolgens gesproken over de handelsbetrekkingen van de Europese Unie (EU) met de Verenigde Staten (VS), over economische veiligheid en over de stand van zaken van (in onderhandeling zijnde) handelsakkoorden.
Handelsbetrekkingen EU-VS
De Raad besprak de handelsbetrekkingen van de EU met de VS. Commissaris voor Handel Maroš Šefčovič gaf een terugkoppeling over de implementatie van de gemaakte afspraken tussen de EU en de VS in het Joint Statement van 21 augustus jl.
Aan EU-zijde betreft dit momenteel met name de twee wetgevende voorstellen waarin importheffingen worden verlaagd voor Amerikaanse producten. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van deze voorstellen middels een BNC-fiche.1 Nederland heeft tijdens de Raad nogmaals aandacht gevraagd voor de uitvoerbaarheid door de douane van deze tariefpreferenties. Ook riep Nederland op de voorstellen snel te behandelen.
Tevens werd tijdens de Raad gereflecteerd op het Amerikaanse tariefplafond van 15% op Europese auto’s, vliegtuigen en vliegtuigonderdelen, farmaceutische producten en bepaalde grondstoffen conform de gemaakte afspraken in het Joint Statement en op de nieuwe VS tarieven op hout en meubels, die binnen de afspraken van het Joint Statement lijken te blijven. Veel lidstaten, waaronder Nederland, spraken zorgen uit over zogenaamde ‘staal- en aluminiumderivaten’ waar over het staal of aluminium gedeelte door de VS een tarief van 50% wordt geheven. De Commissie stelde de zorgen over de VS importtarieven op staal- en aluminiumderivaten te delen en deze, alsmede de hieraan verbonden administratieve lasten voor bedrijven, aan te blijven kaarten in gesprekken met de VS.
Nederland heeft zich tijdens de Raad uitgesproken voor het voortzetten van de onderhandelingen met de VS. Verscheidene EU-lidstaten, waaronder Nederland, spraken steun uit voor inzet van de Commissie op sectorale tariefverlagingen in verdere onderhandelingen met de VS. Daarbij heeft Nederland ingezet op tariefverlaging voor bepaalde voor Nederland prioritaire exportbelangen, zoals medische technologie en dranken. Daarnaast onderstreepten lidstaten, waaronder Nederland, de noodzaak van het voorzetten van de gesprekken met de VS over staal met als doel het staaltarief voor producten uit de EU te verlichten. Deze bespreking in de RBZ volgde op de ministeriële bijeenkomst van het Global Forum on Steel Excess Capacity op 10 oktober jl., en marge van de G20 bijeenkomst van handelsministers, waar in breder verband werd gesproken over wereldwijde overcapaciteit in staalproductie en waar Nederland het belang van maatregelen om deze overcapaciteit te adresseren heeft benadrukt.
Economische veiligheid
De Raad besprak de Europese benadering van economische veiligheid in het licht van de aanstaande ‘Economische Veiligheidsdoctrine’ die door de Commissie later dit jaar gepresenteerd zal worden. De Commissie gaf aan dat deze doctrine, conform de wens van meerdere lidstaten inclusief Nederland, zal zien op zowel de promote, protect als partner pilaar van het economische veiligheidsbeleid. Daarbij zal de doctrine laten zien dat de EU bereid is maatregelen te treffen om de Europese weerbaarheid te versterken en prioriteiten aanwijzen in de inzet van het EU instrumentarium op economische veiligheid. Meerdere lidstaten wezen in hun reacties op het belang van diversificatie van handelspartners, zeker waar het kritieke grondstoffen betreft. Daarnaast werd gesproken over het belang van coördinatie, zowel onderling binnen de EU, als met het bedrijfsleven, waar ook onder meer Nederland voor pleitte. Ook de Commissie onderstreepte dit belang. De Commissie en vele EU lidstaten toonden zich bovendien bezorgd over recente Chinese exportcontrolemaatregelen op zeldzame metalen.
Lopende onderhandelingen
Tijdens de lunch besprak de Raad de stand van zaken van (lopende onderhandelingen over) handelsakkoorden. Nederland heeft hier aangegeven een verdieping van de handelsrelatie met Mexico te verwelkomen, maar nog geen formele positie over het vernieuwde Global Agreement te hebben ingenomen. Met India is de EU momenteel nog in onderhandeling over een handelsakkoord. Ook hierbij heeft Nederland aangegeven in beginsel een verdieping van de handelsrelatie te verwelkomen. Aangaande het onderhandelaarsakkoord tussen de EU en Indonesië heeft Nederland de Commissie gecomplimenteerd met de afronding van deze onderhandelingen en aangegeven uit te kijken naar de definitieve teksten.
Over het EU-Mercosur akkoord gaf Nederland aan hier op dit moment nog geen positie over in te kunnen nemen. Wel verwelkomde Nederland het voorstel van de Commissie voor operationalisering van de vrijwaringsafspraken in het akkoord ten behoeve van de Europese landbouwsector. Dit betreft een wetgevend voorstel van de Commissie dat is gepubliceerd op 8 oktober jl.2 De Commissie hoopt op spoedige behandeling door de Raad en het Europees Parlement. De kabinetsvisie op dit voorstel zal worden meegenomen in de nog aan Uw Kamer te sturen kabinetsappreciatie van het EU-Mercosur akkoord.
Diner met de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
Het diner met de directeur-generaal van de WTO stond in het teken van de spanningen in het multilaterale handelssysteem en de aankomende ministeriële conferentie van de WTO, die plaatsvindt in maart 2026. Tijdens de Raad onderstreepte Nederland het belang van het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem, met de WTO als kern. De WTO-regels zorgen voor voorspelbaarheid en dragen daarmee bij aan een stabiel handelsklimaat. Daarnaast heeft Nederland ervoor gepleit om in WTO-verband het gelijk speelveld tussen industriële sectoren van landen te versterken. Grootschalige industriële subsidies die door sommige landen op niet WTO-conforme wijze aan binnenlandse industrieën worden gegeven en andere vormen van marktverstorende staatssteun verstoren het mondiale gelijke speelveld en ondermijnen daarmee het multilaterale handelssysteem.
Overig
Toezegging handelsbeperkingen op producten uit illegale nederzettingen
En marge van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel en van de bijeenkomst van G20 handelsministers op 10 oktober jl. in Zuid-Afrika heeft Nederland bilaterale gesprekken gevoerd met bewindspersonen van andere EU-lidstaten en met Commissaris Šefčovič, zoals toegezegd in het CD op 29 september jl. ter voorbereiding van deze informele RBZ. Daarbij is onder meer gesproken over de voorbereiding van nationale maatregelen om producten afkomstig uit de onrechtmatige Israëlische nederzettingen te weren, ook in het licht van het vredesplan van president Trump ter beëindiging van het conflict in de Gazastrook. Het kabinet blijft in samenwerking met gelijkgestemde partners handelspolitieke maatregelen voorbereiden ten aanzien van goederen afkomstig uit de illegale nederzettingen in bezet gebied, conform de motie van Campen en Boswijk3 en de motie Paternotte c.s.4
Vereenvoudiging en herallocatie restfondsen EFSD
Op 28 mei jl. presenteerde de Europese Commissie een ‘omnibusvoorstel’ voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2021/947 gericht op verhoogde efficiëntie van de garanties voor extern optreden.5 Dit voorstel heeft als doel om het Europees Fonds voor Duurzame Ontwikkeling + (EFSD+) te vereenvoudigen en de mogelijkheid te creëren om ongebruikte middelen uit het voorgaande fonds (EFSD), dat liep van 2014-2020, in te zetten voor het EFSD+. Het voorstel voorziet in vier wijzigingen in de NDICI Global Europe verordening:
Artikel 30(04): Overschotten aan EFSD voorzieningen van 2025-2027 worden aan EFSD+ toegewezen.
Artikel 31(8): EFSD+ middelen die in de praktijk niet kunnen worden ingezet onder het huidige MFK kunnen worden gebruikt om beroepen op de EFSD-garantie te betalen. Dit leidt tot een groter overschot aan EFSD-voorzieningen en daardoor ook tot meer ruimte onder EFSD+.
Artikel 36(1): in overeenstemming met de Europese Investeringsbank (EIB) wordt de risicodekking van de EU op leningen aan overheden verlaagd van 65% naar 60%.
Artikel 38(6) wordt ingetrokken. Dit artikel bleek bij nadere analyse overbodig en de inhoud is al gedekt onder het Financieel Reglement, artikelen 212(4) en 222(6).
Het kabinet steunt dit voorstel. Het voorstel leidt tot meer beschikbare middelen onder het EFSD+, wat kansen creëert voor Nederlandse spelers, en zorgt tevens voor vereenvoudiging. De Europese Commissie schat in dat door dit voorstel in te voeren EUR 471 miljoen aan extra ruimte voor EFSD+ beschikbaar komt. Dit zou naar verwachting een bedrag van EUR 2 miljard aan extra investeringen moeten opleveren in opkomende markten en daarmee bijdragen aan ontwikkeling.6 Daarnaast wordt verwacht dat de vereenvoudiging de beheerskosten van uitvoerende partnerorganisaties substantieel zal verminderen.
Op 13 mei jlj.ljl. is uw Kamer geïnformeerd over een evaluatie van het EFSD en EFSD+ uitgevoerd in opdracht van Directoraat-Generaal Internationale Partnerschappen van de Europese Commissie. Nederlandse spelers, als FMO en Cardano Development, hebben goed gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van EFSD+ en bijgedragen aan dit positieve resultaat. De EUR 660 miljoen aan garanties voor FMO gemeld in het BHO jaarverslag komen onder meer uit EFSD+ en dragen bij aan de ambitie om als Nederland meer gebruik te maken van Delegated Cooperation, zoals verzocht door uw Kamer middels de motie Kamminga (Kamerstuk 36550-XVII nr. 16), om daarmee de ontwikkelingsimpact op basis van Nederlandse kennis en kunde te vergroten.
Kamerstuk 22 112 nr. 4189↩︎
eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/HTML/?uri=CELEX:52025PC0639↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nr. 3196.↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nr. 3236.↩︎
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=celex:52025PC0262↩︎
De Europese Commissie rekent op multiplier van ruim drie. Zie: https://international-partnerships.ec.europa.eu/funding-and-technical-assistance/funding-instruments/european-fund-sustainable-development-plus_en↩︎