Afgifte vergunning voor export militair materieel naar Indonesië
Wapenexportbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D45405, datum: 2025-11-03, bijgewerkt: 2025-11-06 13:52, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22054-467).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -467 Wapenexportbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z19407:
- Indiener: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 13:30: Procedurevergadering Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 467 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2025
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning ter waarde van € 100.500.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Indonesië.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer van radarsystemen naar Indonesië.
De ontvanger en eindgebruiker van deze radarsystemen is de Indonesische marine. De systemen worden geplaatst op Indonesische korvetten in het kader van modernisering van de Indonesische marinevloot. De genoemde schepen worden ingezet ter bescherming en bewaking van de Indonesische territoriale wateren en de exclusieve economische zone.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:
Mensenrechten (criterium 2)
Bescherming van mensenrechten is in Indonesië grondwettelijk vastgelegd; naleving is op verschillende terreinen een punt van zorg, bijvoorbeeld in de Papoea provincies waar naast intimidatie, willekeurige arrestaties en detentie van de inheemse bevolking, ook slachtoffers vallen door geweld gebruikt door lokale gewapende groepen. De Indonesische marine is, voor zover bekend, niet betrokken bij bovengenoemde mensenrechtenschendingen.
Gelet op de aard van de goederen (radarsystemen) en de eindgebruiker (de Indonesische marine) bestaat er geen duidelijk risico dat de te leveren goederen zullen worden ingezet voor binnenlandse onderdrukking, dan wel ernstige schendingen van mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht. Toetsing aan criterium 2 is daarom positief.
Handhaving regionale stabiliteit (criterium 4)
Toetsing aan criterium 4 is negatief indien er een duidelijk risico bestaat dat de te leveren militaire goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken.
Indonesië heeft een aantal lopende grensgeschillen met verschillende buurlanden. Deze geschillen worden via diplomatieke kanalen en/of internationaalrechtelijke mechanismen opgelost. Van escalatie is geen sprake.
China betwist een deel van de Indonesische Exclusieve Economische Zone bij de Natuna-eilanden, maar niet het Indonesisch eigendom van deze eilanden. De korvetten, waarvoor de systemen in de huidige aanvraag zijn bestemd, zullen naar verwachting voornamelijk worden ingezet voor antismokkel en antipiraterij-operaties, alsook voor andere legitieme maritieme ordehandhavingstaken, zoals het patrouilleren van de vele maritieme grenzen van Indonesië. Het risico op inzet voor agressie richting andere landen is gering gelet op de diplomatieke en vreedzame opstelling van Indonesië.
Gelet op het bovenstaande bestaat er geen duidelijk risico dat de huidige transactie bijdraagt aan agressie of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing aan criterium 4 is positief.
Ten aanzien van de overige zes criteria gelden geen bijzonderheden, ook deze zijn positief getoetst.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
A. de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
8 GS 2008/944 van 8 december 2008↩︎