[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Milieuraad 21 oktober 2025 te Luxemburg

Brief regering

Nummer: 2025D45839, datum: 2025-11-07, bijgewerkt: 2025-11-07 13:59, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z19549:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Met deze brief ontvangt u, mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het verslag van de Milieuraad die op 21 oktober 2025 in Luxemburg plaatsvond.

Ook wordt bij dit verslag het Nederlandse non-paper voor de REACH herziening aan uw Kamer toegestuurd. Hiermee wordt invulling gegeven aan de toezegging1 die tijdens het Commissiedebat Fysieke Leefomgeving van 30 september 2025 is gedaan. Dit non-paper is op 17 oktober 2025 in de Ministerraad vastgesteld en bevat de Nederlandse inzet voor de komende herziening van REACH.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT - OPENBAAR VERVOER EN MILIEU,

A.A. (Thierry) Aartsen

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

ing. R. (Robert) Tieman

DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Sophie Hermans

  1. Verslag Milieuraad 18 september 2025

Tijdens de Milieuraad van 21 oktober 2025 in Luxemburg stond er een gedachtewisseling over de milieuaspecten van het Oceaanpact op de agenda. Daarnaast hebben de lidstaten ingestemd met de Raadsconclusies over COP30 en de Waterweerbaarheidsstrategie. Ook stonden verschillende diversenpunten op de agenda: de Europese Commissie (hierna: Commissie) gaf informatie over het ETS2 systeem, een update over de huidige stand van zaken van de ontbossingsverordening, alsook een presentatie over de voortgang op het gebied van simplificatie in het kader van klimaat. Vervolgens werden de diversenpunten van Frankrijk en Spanje over emissievrije voertuigen, van Litouwen over de Russische schaduwvloot, van Zweden over de REACH herziening, van Cyprus over circulaire economie initiatieven, en van Tsjechië over milieuaspecten in het meerjarig financieel kader (MFK) besproken. Ten slotte gaf de Commissie een terugkoppeling van verschillende recente internationale bijeenkomsten: de intergouvernementele bijeenkomst over de oprichting van Intergouvernementele Science-Policy Panel voor chemicaliën, afval en vervuiling (ISP-CWP), de vijftiende bijeenkomst van de Conferentie van Verdragspartijen bij het Ramsarverdrag, en de hervatte vijfde zitting van het Intergovernmental Negotiating Committee (INC-5) voor de totstandbrenging van een internationaal juridisch bindend instrument inzake plasticvervuiling (INC-5.2).

Gedachtewisseling over de milieuaspecten van het Europees Oceaanpact

Tijdens de Milieuraad vond een gedachtewisseling plaats over de milieuaspecten van het Europees Oceaanpact. Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, spraken brede steun uit voor het Europese initiatief om oceanen beter te beschermen. Verschillende lidstaten benadrukten dat het bestaande mariene beleid moet worden versterkt en beter moet aansluiten op andere milieudoelen zoals bijvoorbeeld de Natuurherstelverordening, de Habitatrichtlijn en het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Ook werd specifiek door een aantal lidstaten gewezen naar het belang van het verminderen van administratieve lasten. Er was veel draagvlak voor een aanpak die de hele waterketen, van source-to-sea, omvat en vervuilingsbronnen zoals afval, PFAS en nutriënten aanpakt. Daarnaast werd door een grote groep lidstaten het belang van regionale samenwerking en goed bestuur in mariene bescherming onderstreept. Nederland benadrukte vooral het belang van samenhang, uitvoerbaarheid en vermindering van regeldruk binnen het mariene beleid en de noodzaak om mariene stakeholders te ondersteunen bij het aanpassen aan het beleid, zoals bij innovatie.

Raadsconclusies COP30

Tijdens de Milieuraad van 21 oktober bereikten lidstaten unaniem een akkoord over de EU inzet voor de 30e klimaatconferentie (COP30). Van 10 tot 21 november 2025 vindt COP30 plaats in Belém, Brazilië. Tijdens de COP onderhandelt de EU als één partij, op basis van een gezamenlijke EU-positie. Nederland is positief over de aangenomen Raadsconclusies, die het EU-mandaat vormen voor de onderhandelingen tijdens COP30.

De discussie tijdens deze bijeenkomst van de Milieuraad richtte zich voornamelijk op de belangrijkste EU prioriteiten richting de onderhandelingen in Belém. Voorafgaand aan de Raad was over de meeste onderwerpen al overeenstemming bereikt. Zo werd voor de Raad een compromis bereikt tussen enerzijds de lidstaten die het belang van hernieuwbare energie wilden benadrukken, door middel van een verwijzing naar de mondiale opschaling van hernieuwbare energiecapaciteit in lijn met de COP28-resultaten, en anderzijds de lidstaten die de nadruk wilden leggen op koolstofarme technologieën zoals kernenergie.

In algemene zin benadrukten de Commissie het Deense voorzitterschap en een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, het belang van een ambitieuze en eensgezinde EU-inzet in aanloop naar COP30. De meeste lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten het belang van het versterken van de mitigatie-ambitie via een ambitieus EU-NDC dat bijdraagt aan het 1.5 graden Celsius doel en het dichten van het mondiale ambitiegat. Daarbij werd breed benadrukt dat de EU op COP30 een NDC moet presenteren die in lijn is met de Overeenkomst van Parijs en het EU-doel voor 2040. Enkele lidstaten pleitten ervoor om expliciet te verwijzen naar het 2040-reductiedoel als basis voor de nieuwe EU-NDC, om zo een duidelijk signaal af te geven dat de EU haar klimaatneutraliteitsdoelstelling serieus neemt. Nederland benadrukte daarbij dat ambitieuze doelstellingen hand in hand moeten gaan met het versterken van de randvoorwaarden voor de duurzame transitie, cf. motie Erkens2 en motie de Groot3. Nederland wees erop dat de EU gezamenlijk moet optrekken bij het wegnemen van structurele knelpunten, zoals netcongestie, hoge energieprijzen en kostendeling; het stimuleren van groene vraagcreatie en innovatieve lead markets; het verbeteren van de mondiale concurrentiepositie van de EU; en het vereenvoudigen en versnellen van vergunningverlening voor industriële decarbonisatie.

Nederland, gesteund door enkele lidstaten, onderstreepte het belang van klimaatwetenschap als fundament van klimaatactie, en pleitte ervoor dit te verankeren in de Europese inzet voor COP30. Landen zullen tijdens COP30 onder meer stilstaan bij nieuwe inzichten over klimaatwetenschap en bij de wijze waarop mondiale waarnemingen, klimaatdata en informatievoorziening over klimaatverandering het best kunnen worden ondersteund. Het kabinet vroeg in dat kader aandacht voor het tegengaan van desinformatie over klimaatverandering, en riep de EU lidstaten op, in lijn met motie Kröger4, zich aan te sluiten bij het Global Initiative for Information Integrity.

Veel lidstaten riepen op om tijdens COP30 concrete voortgang te boeken op het mondiale adaptatiekader5. Daarbij werd breed benadrukt dat de ontwikkeling van een robuuste set indicatoren essentieel is om mondiale voortgang op adaptatie te kunnen volgen en te bepalen waar aanvullende inzet nodig is. Ook werd het belang onderstreept van meer steun aan kwetsbare landen, waaronder kleine eilandstaten, die het zwaarst worden getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Nederland benadrukte dat de set indicatoren werkbaar en wetenschappelijk onderbouwd moet zijn, en dat de EU zich actief moet inzetten om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij het verzamelen en rapporteren van adaptatiedata.

Ten aanzien van klimaatfinanciering onderschreven de meeste lidstaten dat de EU moet voortbouwen op de afspraken van COP29, met nadruk op implementatie en uitvoering in plaats van het openen van nieuwe discussies over het internationale klimaatfinancieringsdoel. Enkele lidstaten wezen erop dat de EU niet de lacune van andere grote donoren kan opvangen, en dat andere landen eveneens een eerlijke bijdrage moeten leveren. Ook werd breed de noodzaak benadrukt om vertrouwen te behouden in multilaterale samenwerking en partnerschappen met ontwikkelingslanden te versterken.

Tot slot benadrukten verschillende lidstaten het belang van aandacht voor een rechtvaardige transitie, inclusief klimaatbeleid en de versterking van de rol van vrouwen en meisjes in besluitvorming over klimaat, in lijn met de vernieuwing van het Gender Action Plan.

Raadsconclusies Waterweerbaarheidsstrategie

Tijdens de Milieuraad heeft het Deens voorzitterschap een akkoord bereikt op de Raadsconclusies over de Waterweerbaarheidsstrategie. Vrijwel alle lidstaten benadrukten het belang van de waterweerbaarheidsstrategie, waarin verschillende thema’s als waterbeschikbaarheid, waterveiligheid in het kader van klimaatverandering, het hergebruik van water, waterkwaliteit en het aanpakken van watervervuiling bij de bron, terugkwamen. Daarnaast onderstreepte een grote groep lidstaten het belang van flexibiliteit in de uitwerking van de strategie met het oog op de nationale omstandigheden. Tevens lichtte een groot aantal lidstaten het belang toe van voldoende financiële ondersteuning voor de implementatie van de strategie. Ook benadrukte een groep lidstaten het belang van modernisering en innovatie van watersystemen, net als het belang van nature-based solutions in het verbeteren van waterweerbaarheid. Ten slotte werd het belang van grensoverschrijdende en regionale samenwerking benadrukt. Ook Nederland verwelkomde de Raadsconclusies. In haar interventie benadrukte Nederland onder andere het belang van grensoverschrijdende samenwerking voor waterbeheer. Ook lichte Nederland het belang van efficiëntie en het verminderen van regeldruk in de uitwerking van de strategie toe.

Diversenpunt: ETS2

De Commissie gaf informatie over het Emission Trading System-2 (ETS-2) na de oproep van een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, over gerichte aanpassingen om mogelijke prijsvolatiliteit6 in het ETS-2 (gebouwde omgeving en wegtransport) te voorkomen. De Commissie gaf hierbij aan dat er al mitigerende maatregelen in het ETS-2 zitten, maar wil ook gehoor geven aan deze zorgen en zal met een aanpassing komen om de prijsstabiliteit te verbeteren zonder dat het ETS-2 niet geheel aangepast hoeft te worden. Een groot aantal lidstaten verwelkomen het voorstel. Specifiek werd door een klein aantal lidstaten het belang van ETS-2 voor het behalen van de klimaatdoelen benadrukt. Ook was er een groep lidstaten die verdergaande aanpassing en uitstel van inwerkingtreding bepleitte.

Diversenpunt: ontbossingsverordening

De Commissie lichtte haar lang verwachte voorstel toe om de Europese Ontbossingsverordening te wijzigen. De wijziging heeft specifiek het doel om de druk op IT-systemen te verminderen en administratieve lasten te verlagen zonder af te doen aan de milieudoelstellingen. Lidstaten reageerden overwegend positief, waarbij sommigen pleitten voor verdere vereenvoudiging, terwijl anderen vooral het behoud van de ambitieuze doelen van de verordening benadrukten.

Diversenpunt: simplificatierapport klimaat

Tijdens de Milieuraad presenteerde de Commissie een rapport over de stand van zaken m.b.t. vereenvoudiging en uitvoering binnen het beleidsterrein klimaat. Er werd toegelicht welke stappen al zijn gezet op het gebied van F-gassen en het koolstofgrensheffingsmechanisme, en dat een eerste uitvoeringsdialoog is gestart voor de gebouwde omgeving en het wegtransport. De Commissie benadrukte het belang van een tijdige en effectieve implementatie van het emissiehandelssysteem en het sociaal klimaatfonds.


Diversenpunt: emissievrije voertuigen

Frankrijk en Spanje brachten een gezamenlijk voorstel in om het doel van 100% emissievrije nieuwverkoop van personen- en bestelauto’s per 2035 te behouden. Deze lidstaten stellen voor om meer flexibiliteit te bieden, door middel van EU-voorkeurscriteria voor voertuigen en het meetellen van emissiereductie in vrachtwagens voor de emissienormen voor de nieuwverkoop van bestelauto’s. Een klein aantal landen uitten hun zorgen over extra administratieve lasten en pleitten voor aandacht voor biobrandstoffen, terwijl anderen juist het belang van emissiereductie in de autosector voor de klimaatdoelen benadrukten. Nederland bracht in dat de voordelen van de elektrificatie van het wagenpark zorgvuldig moeten worden afgewogen tegen eventuele negatieve effecten van de harde uitfasering van verbrandingsmotor. Nederland benadrukte dat elektrificatie steeds sneller gaat en betaalbaarder wordt en dat het loslaten van dit pad onwenselijk is voor de investeringszekerheid van het bedrijfsleven. Tegelijkertijd noemde Nederland de uitfasering van de verbrandingsmotor een middel dat haalbaar en betaalbaar moet zijn. Nederland gaf aan een onderbouwd standpunt in te nemen nadat de evaluatie van de wetgeving is afgerond en er een voorstel voor herziening van de Commissie is verschenen. Dit wordt verwacht in december. De Commissie erkende de mogelijke voordelen van flexibiliteit, zoals het stimuleren van duurzame productie en vraag. Tegelijkertijd waarschuwde de commissie voor gevolgen voor het gelijke speelveld en juridische consequenties.

Diversenpunt: Russische schaduwvloot en milieuschade

Tijdens de Milieuraad riepen verschillende lidstaten de Commissie op om de problematiek rondom de Russische schaduwvloot en milieuschade effectief aan te pakken.

Diversenpunt: REACH herziening

Tijdens de Milieuraad bracht Zweden een diversenpunt in waarin de Commissie word opgeroepen om vast te houden aan de geplande herziening van de Europese chemische stoffenwetgeving REACH. Dit punt kreeg bijval van verschillende lidstaten, waaronder Nederland, waarbij vooral werd benadrukt dat het versterken van het concurrentievermogen hand in hand moet gaan met de bescherming van mens en milieu. De Commissie gaf aan dat de herziening gericht is op vereenvoudiging, modernisering en een efficiënter beoordelingssysteem, met snellere uitfasering van gevaarlijke stoffen, minder dierproeven en betere handhaving. De inbreng van Nederland was in lijn met het non-paper met de prioriteiten van het kabinet voor de REACH herziening. Nederland benadrukte het belang van voortgang, voorspelbaarheid en een evenwichtige aanpak tussen economische en milieubelangen. Het non-paper over de REACH herziening is als bijlage bij deze brief bijgevoegd.

Diversenpunt: Circulaire economie

Tijdens de Milieuraad werd door Cyprus aandacht gevraagd voor nationale initiatieven op het gebied van circulaire economie. Nederland verwelkomde deze inzet. Bij de inbreng benadrukte Nederland haar prioriteiten voor de aankomende Circular Economy Act in lijn met het Nederlandse non-paper7 en riep op ook op korte termijn tot snelle actie te komen om de recyclingsector te ondersteunen. De Commissie benadrukte het belang van dergelijke maatregelen en wees op bestaande mogelijkheden binnen de huidige financiële steunprogramma’s. Ook kondigde de Commissie aan nog vóór het einde van het jaar met kortetermijnmaatregelen te komen ter ondersteuning van de recyclingindustrie. Dit was onderdeel van de Nederlandse inzet en is dan ook zeer positief ontvangen

Diversenpunt: Milieuaspecten in het nieuwe MFK

Tijdens de Milieuraad werd door Tsjechië opgeroepen tot een diepgaandere dialoog over de financiering van natuur en biodiversiteit binnen de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader (MFK). Verschillende lidstaten uitten hun zorgen dat er te weinig middelen beschikbaar blijven voor natuurherstel door de samenvoeging van bestaande programma’s in het nieuwe MFK en de komst van nieuwe wetgeving. De Commissie verwees naar de komende Milieuraad in december om specifiek aandacht te besteden aan de milieuaspecten in het nieuwe MFK.

Diversenpunt: Recente internationale bijeenkomsten

De Commissie en het Deens voorzitterschap gaven een terugkoppeling van verschillende recente internationale bijeenkomsten: de oprichting van Intergouvernementele Science-Policy Panel voor chemicaliën, afval en vervuiling (ISP-CWP), de RAMSAR conventie over Wetlands, en de INC5.2 plasticonderhandelingen.


  1. Toezegging: TZ202510-035↩︎

  2. Kamerstukken II, 2023-2024, 31 793, nr. 257.↩︎

  3. Kamerstukken II, 2024-2025, 22 112, nr. 4139.↩︎

  4. Kamerstukken II, 2024-2025, 2150 33, nr. 1117.↩︎

  5. Het mondiale adaptatiekader is een wereldwijd plan om landen te helpen zich beter aan te passen aan klimaatverandering.↩︎

  6. Prijsvolatiliteit betekent dat de prijs van een product, aandeel of grondstof sterk en vaak verandert in korte tijd.↩︎

  7. Kamerstukken II, 2024-2025, 21501 08 nr. 1009.↩︎