Amendement van het lid Vermeer over het beperken van de co2-heffing industrie tot afvalverwerkingsinstallaties
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)
Amendement
Nummer: 2025D46494, datum: 2025-11-14, bijgewerkt: 2025-11-14 10:35, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Vermeer, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van kamerstukdossier 36812 -26 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026).
Onderdeel van zaak 2025Z19843:
- Indiener: H. Vermeer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
| TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
| Vergaderjaar 2025-2026 | ||
| 36 812 | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026) | |
| Nr. 26 | AMENDEMENT VAN HET LID Vermeer | |
| Ontvangen 14 november 2025 | ||
| De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: | ||
I
In artikel XIX worden na onderdeel B zeven onderdelen ingevoegd, luidende:
Ba
Artikel 71h wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel g wordt de komma na ābroeikasgasinstallatieā vervangen door āofā en vervalt āof lachgasinstallatieā.
2. Onderdeel i vervalt, onder verlettering van de onderdelen j tot en met l tot i tot en met k.
Bb
In artikel 71ha wordt na ābroeikasgasinstallatieā ingevoegd āvoor de verbranding van stedelijk afvalā
Bc
Artikel 71j wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onder de naamĀ CO2-heffing industrieĀ wordt een belasting geheven ter zake van de emissie van kooldioxide door een afvalverbrandingsinstallatie.
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot het tweede lid.
3. In het tweede lid (nieuw) vervalt ābroeikasgasinstallaties enā.
Bd
Artikel 71k wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt āindustriĆ«le installatieā vervangen door āafvalverbrandingsinstallatieā.
2. In het tweede lid vervallen de eerste en de laatste zin.
3. In het derde lid wordt āindustriĆ«le installatieā telkens vervangen door āafvalverbrandingsinstallatieā.
Be
In artikel 71l, eerste lid, onderdelen a en b, wordt āindustriĆ«le installatieā telkens vervangen door āafvalverbrandingsinstallatieā.
Bf
In artikel 71n, eerste lid, wordt āindustriĆ«le installatieā vervangen door āafvalverbrandingsinstallatieā.
Bg
Artikel 71o vervalt.
II
In artikel XIX wordt onderdeel C als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 vervalt āvoor een broeikasgasinstallatie of lachgasinstallatie ⬠78,67 en voor een afvalverbrandingsinstallatieā.
2. In het met onderdeel 2 voorgestelde tweede lid vervalt āvoor een afvalverbrandingsinstallatieā.
3. Het derde lid vervalt.
4. Het vierde lid vervalt.
III
In artikel XIX wordt onderdeel D als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā2.ā geplaatst en in de tekst wordt āArtikel 71q, tweede lid,ā vervangen door āHet tweede lidā.
2. Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 71q wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt āindustriĆ«le installatieā telkens vervangen door āafvalverbrandingsinstallatieā.
D
Artikel 71q, tweede lid, komt te luiden:
2. De herberekening geschiedt in de aflopende volgorde die is gebaseerd op de hoogte van het tarief beginnend met het belastingtijdvak met het hoogste tarief.
IV
Artikel XX vervalt.
Toelichting
Met dit amendement wordt het speelveld voor Nederlandse bedrijven gelijkgetrokken met andere Europese bedrijven. De nationale COā-heffing vormt een extra ākopā bovenop het Europese beleid en leidt tot grote onzekerheid en hogere kosten voor Nederlandse ondernemingen. Dit vergroot het risico dat productie en werkgelegenheid naar het buitenland verdwijnen, zonder dat de totale Europese uitstoot afneemt. Door deze nationale heffing te schrappen, verdwijnt onzekerheid over onnodige lasten, wordt het risico op carbon leakage beperkt en ontstaat een eerlijker concurrentiepositie binnen de EU.
Het afschaffen van de COā-heffing vergroot de investeringszekerheid voor bedrijven. Ondernemers krijgen meer ruimte om te investeren in verduurzaming en innovatieve technologieĆ«n, zonder geconfronteerd te worden met extra nationale kosten. Dit zorgt voor een stabiel en voorspelbaar investeringsklimaat, waarbij de prikkel tot vergroening behouden blijft via de Europese COā-prijs (ETS). De CO2 belasting voor afvalwerkingsinstallaties (AVIās en AECās) blijft gehandhaafd waardoor de Europese mijlpaal voor het behalen van het CO2 reductiepad met dit amendement blijft bestaan. Bovendien leidt het afschaffen van de nationale CO2-heffing voor ETS1 installaties niet tot budgettaire effecten aangezien de inkomsten in BP26 al praktisch op nul worden gezet. Het doel van dit amendement is simpelweg dat deze "belastingknopā verdwijnt en investeringszekerheid voor bedrijven toeneemt.Ā
Vermeer