[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [πŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [πŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota van wijziging

Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het laten vervallen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister met betrekking tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie (Wet verval bijzondere aanwijzingsbevoegdheid openbaar ministerie)

Nota van wijziging (initiatiefvoorstel)

Nummer: 2025D46517, datum: 2025-11-14, bijgewerkt: 2025-11-14 13:19, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36125 -11 Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het laten vervallen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister met betrekking tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie (Wet verval bijzondere aanwijzingsbevoegdheid openbaar ministerie).

Onderdeel van zaak 2022Z11247:

Onderdeel van zaak 2025Z19867:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (πŸ”— origineel)


36 125 Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het laten vervallen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister met betrekking tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie (Wet verval bijzondere aanwijzingsbevoegdheid openbaar ministerie)
Nr. 11

NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 november 2025

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:

C

Aan artikel 129, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De inlichtingen zien niet op een concreet geval, tenzij:

a. uit enig wettelijk voorschrift anders voortvloeit;

b. de inlichtingen betrekking hebben op de opsporing of vervolging van een strafbaar feit ter zake waarvan:

1ΒΊ. door de officier van justitie een beslissing tot niet vervolging of niet verdere vervolging is genomen; of

2ΒΊ. een onherroepelijk geworden strafbeschikking is uitgevaardigd; of

c. de inlichtingen betrekking hebben op een zaak ten aanzien waarvan een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke einduitspraak is gedaan.

Toelichting

Met het wetsvoorstel wordt in het eerste lid van artikel 129 Wet RO vastgelegd dat het College van procureurs-generaal geen inlichtingen meer hoeft te verschaffen aan de Minister van Justitie en Veiligheid over concrete gevallen. In sommige gevallen is het echter wenselijk of noodzakelijk dat de Minister en het Openbaar Ministerie informatie uitwisselen over lopende concrete zaken. Deze gevallen worden in dit artikel uitgezonderd.

Vanuit constitutioneel oogpunt moet het mogelijk zijn voor de Minister om democratische verantwoording af te leggen over concrete zaken die onherroepelijk zijn afgedaan. Daarvoor dient het Openbaar Ministerie informatie te verstrekken aan de Minister. Met onderhavige nota van wijziging beoogt de initiatiefnemer onduidelijkheden weg te nemen door in de wettekst te expliciteren dat het Openbaar Ministerie inlichtingen die zien op een concreet geval dient te verstrekken aan de Minister, wanneer het gaat om inlichtingen over een zaak die onherroepelijk is afgedaan. De wettekst brengt tot uitdrukking dat dit het geval is wanneer door de officier van justitie een beslissing tot niet vervolging of niet verdere vervolging is genomen, een onherroepelijke strafbeschikking is uitgevaardigd of de inlichtingen betrekking hebben op een zaak ten aanzien waarvan een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke einduitspraak is gedaan. Met het vervallen van de plicht voor het Openbaar Ministerie om de Minister te informeren over concrete lopende zaken ontstaat geen verbod voor het Openbaar Ministerie om de Minister te informeren wanneer het dat zelf wenselijk acht.

Sneller