[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Derde nota van wijziging

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)

Nota van wijziging

Nummer: 2025D46542, datum: 2025-11-14, bijgewerkt: 2025-11-14 17:46, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36812 -29 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026).

Onderdeel van zaak 2025Z16924:

Onderdeel van zaak 2025Z19874:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)

DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Na artikel XXXVIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel XXXVIIIA

De Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel II, derde lid, wordt na “artikelen” ingevoegd “4.17a, achtste lid, onderdeel c,”.

B

Artikel IV vervalt.

2

In artikel XLI, derde lid, wordt “artikelen” vervangen door “de artikelen 4.17a, achtste lid, onderdeel c,”.

3

In artikel XLVIII, eerste lid, wordt na “Overige fiscale maatregelen” ingevoegd “2018”.

TOELICHTING

  1. Algemeen

Deze nota van wijziging voorkomt dat een bedrag in de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) gaat afwijken van eenzelfde bedrag in de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab). Bedrijfsmiddelen met een waarde in het economische verkeer van minimaal € 100.000 (bedrag 2025) die zowel voor privédoeleinden als voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, en daarmee volgens het leerstuk van de vermogensetikettering keuzevermogen zijn, komen met ingang van 1 januari 2025 slechts in aanmerking voor toepassing van de BOR en de DSR ab voor zover ze voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Dit is de zogenoemde keuzevermogenmaatregel in de BOR en de DSR ab.

Genoemd bedrag wordt vanaf 2026 jaarlijks geïndexeerd.

De DSR ab is opgenomen in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001), waarvoor de tabelcorrectiefactor op grond van het wetsvoorstel beperkt wordt toegepast voor het jaar 2026.1 De BOR is opgenomen in de Successiewet 1956, waarvoor niet in het wetsvoorstel is geregeld dat de tabelcorrectiefactor beperkt wordt toegepast voor het jaar 2026. Door deze verschillende mate van indexatie zou genoemd bedrag voor de DSR ab gaan afwijken van het bedrag voor de BOR. Dit is niet gewenst. Het leidt tot een onlogisch verschil tussen de BOR en de DSR ab en het kan daardoor leiden tot een andere grondslag voor de toepassing van de BOR dan voor toepassing van de DSR ab.

Genoemd bedrag voor de DSR ab wordt door deze nota van wijziging per 1 januari 2026 ook geïndexeerd met de volledige tabelcorrectiefactor en komt daardoor, net als het bedrag voor de BOR, in 2026 na afronding uit op € 103.000.

Voorts voorziet deze nota van wijziging in een redactionele aanpassing van een in het wetsvoorstel opgenomen samenloopbepaling.

Budgettaire aspecten

De budgettaire gevolgen van het toepassen van de volledige tabelcorrectiefactor op het bedrag voor toepassing van de keuzevermogenmaatregel in de DSR ab zijn verwaarloosbaar.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Douane en Toeslagen

De nota van wijziging is beoordeeld met de uitvoeringstoets. De dienaangaande eerder vastgestelde uitvoeringstoets2 is onverkort van kracht

Gevolgen voor burgers en het bedrijfsleven

De wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Als het bedrag van de keuzevermogenmaatregel voor de BOR zou gaan afwijken van het bedrag voor de DSR ab, zou dat echter wel leiden tot een toename van administratieve lasten.

  1. Onderdeelsgewijs

Artikelen XXXVIIIA, onderdeel A, en XLI (artikel II van de Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport en indexatiebepaling)

Met de wijziging van artikel XLI van het wetsvoorstel en artikel II van de Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport, wordt geregeld dat het bedrag in artikel 4.17a, achtste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 bij de indexatie van dat bedrag wordt vermenigvuldigd met de volledige tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 Wet IB 2001, zodat, net als voor de BOR, volledige indexatie van dat bedrag plaatsvindt.

Onderdeel 1 (deels)

Artikel XXXVIIIA, onderdeel B (artikel IV van de Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport)

Het onderhavige wetsvoorstel is eerder gewijzigd door middel van een eerste nota van wijziging.3 In die nota van wijziging is onder andere geregeld dat artikel I, onderdeel H, van het wetsvoorstel vervalt. Door het vervallen van dat onderdeel is artikel IV van de Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport overbodig geworden en kan dat daarom eveneens vervallen.

Onderdeel 3

Artikel XLVIII (samenloopbepaling)

Artikel XLVIII bevat een samenloopbepaling. In de verwijzing in het eerste lid van dat artikel naar Overige fiscale maatregelen 2018 is per abuis het jaartal weggevallen. Dit wordt met de onderhavige wijziging gecorrigeerd.

De Staatssecretaris van Financiën,


  1. De tabelcorrectiefactor van 1,029 wordt op grond van artikel XLI van het wetsvoorstel voor 52,8% toegepast. Dit leidt tot een correctiefactor van 1,015312.

    ↩︎
  2. Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 36421, nr. 3.

    ↩︎
  3. Kamerstukken II 2025/26, 36812, nr. 18.

    ↩︎