Antwoord op van het lid Sneller, naar aanleiding van het bericht 'Stadsaccountant Den Haag: ‘Wij zijn zo een miljoentje goedkoper dan de Big Four’'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D46759, datum: 2025-11-17, bijgewerkt: 2025-11-17 13:28, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2025Z16857:
- Gericht aan: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 405
2025Z16857
Antwoord van minister Rijkaart (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 17 november 2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025-2026, nr. 210
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Gemeente-accountant wil
alternatief zijn voor commerciële kantoren»?
Antwoord
Ik heb kennis genomen van het bericht “Gemeente-accountant wil alternatief zijn voor commerciële kantoren”. In de beantwoording van de overige vragen vindt u mijn reactie.
Vraag 2
Deelt u de wenselijkheid van meer accountants in publieke dienst voor dienstverlening aan organisaties in de publieke sector, zoals gemeenten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Een aantal gemeenten in Nederland heeft accountants in gemeentelijke dienst. De afweging of het wenselijk is om een accountant in dienst te nemen, dient door decentrale overheden zelf gemaakt te worden. Decentrale overheden bepalen ook zelf, welke werkzaamheden zij door de accountants in eigen dienst willen laten uitvoeren.
Specifiek kan de gemeenteraad op grond van artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet een of meer accountantsorganisaties aanwijzen voor de externe controle van de financiële verantwoording. De accountant controleert de jaarrekening en geeft een oordeel hierover. Dit is een wettelijke controle, zoals bedoeld in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)1, met als hoofddoel om de gebruikers van de financiële verantwoording van een gemeente een oordeel te geven over de mate van getrouwheid. Accountantsorganisaties voeren het overgrote deel uit van de jaarrekeningcontroles bij decentrale overheden.
Gemeenten kunnen er op grond van artikel 213 lid 7 van de Gemeentewet ook voor kiezen om de jaarrekeningcontrole, zoals bedoeld in artikel 213 lid 2, uit te laten voeren door accountants in gemeentelijke dienst. Voor de controle van de jaarrekening gelden op basis van artikel 213 lid 8 en 9 eisen, waar de accountant aan moet voldoen. Deze vloeien voort uit de Wta en zien specifiek op eisen voor de jaarrekeningcontrole. Nederland kent op dit moment twee gemeentelijke accountantsdiensten die jaarrekeningcontroles, zoals bedoeld in artikel 213 lid 2, uitvoeren.
De accountant in dienst van een gemeente kan tevens diensten verrichten voor andere decentrale overheden. Ook hiervoor geldt dat de afweging, of het wenselijkheid om diensten van een gemeentelijke accountantsdienst af te nemen, aan decentrale overheden zelf is.
Vraag 3
Welke signalen heeft u dat (kleinere) gemeenten het lastig vinden om een commerciële accountant te vinden voor de jaarlijkse controle?
Antwoord
Individuele gemeenten hebben eerder aangegeven dat zij moeite hebben om een accountantsorganisatie te vinden voor de uitvoering van de controle van de jaarrekening. In algemene zin heb ik echter geen aanwijzingen dat er sprake is van een landelijk tekort, of dat gemeenten op korte termijn geen jaarrekeningcontroles kunnen laten uitvoeren.
Vraag 4
Wat is uw inschatting van de mogelijke kostenbesparing voor gemeenten als zij gebruik zouden maken van een publieke accountant, in plaats van commerciële kantoren? Indien u dit thans niet kunt maken, bent u bereid dit na te (laten) gaan?
Antwoord
Ik kan geen inschatting geven van het verschil in kosten tussen private accountantskantoren en gemeentelijke accountantsdiensten. Naast dat ik het niet mijn rol vindt om hier uitspraken over te doen, is dit marktgevoelige informatie en hangt dit zeer af van de mate waarin de te controleren decentrale overheid haar risico’s beheerst en daarover voldoende en inzichtelijke controle-informatie kan verschaffen aan de externe accountant.
Vraag 5
Kunt u in ieder geval inzichtelijk maken hoe de tarieven van de dienstverlening door commerciële kantoren voor gemeenten zich het afgelopen decennium hebben ontwikkeld en hoe de tarieven / kosten van gemeentelijke accountantsdiensten zijn veranderd gedurende de dezelfde periode?
Antwoord
Zoals bij de beantwoording van vraag 4 aangegeven, vind ik het niet mijn rol om hier uitspraken over te doen en is het primair aan decentrale overheden zelf om tot een overeenkomst met accountants te komen.
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om initiatieven zoals dat van de Gemeentelijke Accountantsdienst (GAD) te ondersteunen?
Antwoord
Als minister van BZK hecht ik aan een goed functionerend stelsel van controle door accountants. Zoals aangegeven, bieden wet- en regelgeving op dit moment geen belemmering voor de oprichting van gemeentelijke accountantsdiensten en het door hen laten verrichten van een externe jaarrekeningcontrole. Er zijn mij momenteel geen signalen bekend dat decentrale overheden in dit kader behoefte hebben aan aanvullende ondersteuning. Ik blijf hierover met gemeenten en de VNG in gesprek. Indien uit die gesprekken blijkt dat aanvullende ondersteuning nodig is, dan zal ik op dat moment in overleg beoordelen welke maatregelen passend zijn.
Vraag 7
Ziet u daarnaast ook een rol voor het Rijk om te voorzien in de functie van een publieke accountant voor gemeenten en andere overheden?
Antwoord
Zoals bij de beantwoording van vraag 6 aangegeven, zijn er op dit moment geen signalen bekend die een aanleiding vormen voor aanvullende maatregelen of ondersteuning. Ik zie nu dus ook geen noodzaak tot het oprichten van een publieke accountant.
Zie art. 1 Wta en bijlage Wta.↩︎