[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Ergin over een verdere verlaging van de energiebelasting

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)

Amendement

Nummer: 2025D47052, datum: 2025-11-18, bijgewerkt: 2025-11-18 15:40, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36812 -33 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026).

Onderdeel van zaak 2025Z20013:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2025-2026
36 812 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)
Nr. 33 AMENDEMENT VAN HET LID Ergin
Ontvangen 18 november 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Het in artikel XIX, onderdeel B, vermelde bedrag wordt verhoogd met € 9,26.

Toelichting

Met dit amendement wordt een verdere belastingvermindering in de energiebelasting voorgesteld, zodat de verlaging van de energierekening voor huishoudens alsnog op het eerder beoogde niveau kan worden gebracht.

In eerdere begrotingsstukken was voor deze verlaging € 200 miljoen per jaar voorzien. In het Belastingplan is dit echter teruggebracht naar € 100 miljoen, wat leidt tot een lagere lastenverlichting voor huishoudens dan oorspronkelijk beoogd. Dit amendement herstelt die beoogde inzet door aanvullende dekking te vinden binnen bestaande fiscale stimuleringsregelingen voor milieu-investeringen, zonder dat dit directe lastenverzwaring voor huishoudens veroorzaakt. Hiertoe worden de budgetten van de MIA en de Vamil verlaagd, in te vullen via een aanpassing van de Milieulijst die jaarlijks wordt vastgesteld.

Uit de meest recente evaluatie van de MIA/VAMIL regelingen, de Evaluatie MIA en Vamil 2017–2021, volgt dat gemiddeld 43% van de investeringen die gebruikmaken van de MIA/Vamil-regelingen ook zonder deze fiscale stimulering zouden zijn gerealiseerd. Dit betreft een investeringsvolume tussen circa 2,8 miljard en € 6,4 miljard over de periode 2017–2021. Deze groep investeringen wordt in de evaluatie aangeduid als freeriders.

Gelet op dit structureel hoge aandeel freeriders is een neerwaartse bijstelling van de budgetten voor MIA en Vamil beleidsmatig verdedigbaar. De evaluatie toont aan dat een substantieel deel van de fiscale faciliteit niet leidt tot extra milieuwinst, maar neerslaat bij investeringen die ook zonder fiscale ondersteuning zouden zijn uitgevoerd. Door slechts een deel van de middelen binnen deze regelingen vrij te maken en elders in te zetten, wordt geen afbreuk gedaan aan de realisatie van additionele milieu-investeringen.

Tegen deze achtergrond ligt het in de rede om een deel van het budget van MIA en Vamil over te hevelen naar de lastenverlichting voor huishoudens in de energiebelasting. Hiermee kan de eerder in begrotingsstukken voorziene € 200 miljoen aan verlaging van de energierekening alsnog worden gerealiseerd. De overheveling betreft een budgettair herprioritering die die middelen verschuift van een regeling met beperkte doelmatigheid naar een maatregel met directe lastenverlichtende werking voor alle huishoudens.

De dekking van de in dit amendement voorgestelde verlaging van de energiebelasting met € 100 miljoen wordt gevonden in een overeenkomstige verlaging van het budget voor de MIA en Vamil met € 100 miljoen.

Ergin