Resultaten van de derde meting van de Monitor mentale gezondheid en middelengebruik voor hbo- en wo-studenten
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D47425, datum: 2025-11-20, bijgewerkt: 2025-11-20 13:43, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Mede ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Resultaten van de derde meting van de Monitor mentale gezondheid en middelengebruik voor hbo- en wo-studenten
- Monitor - Mentale gezondheid, middelengebruik en brede gezondheidsindicatoren
- Monitorrapport 'Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten HBO en WO 2025'
- Factsheet 'Mentale gezondheid en middelengebruik studenten hbo en wo'
Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -1224 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z20172:
- Indiener: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-11-25 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-04 10:15: Procedurevergadering Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
|---|
| Datum | 20 november 2025 |
|---|---|
| Betreft | Cijfers mentale gezondheid en middelengebruik in het vervolgonderwijs |
Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon |
Onze referentie 55368032 |
| Bijlagen |
| 3 |
Met deze brief informeren wij uw Kamer over de resultaten van de derde meting van de Monitor mentale gezondheid en middelengebruik voor hbo- en wo-studenten. Tevens informeren wij uw Kamer over de cijfers voor mbo-studenten voor 2024-2025 met de gegevens van TestJeLeefstijl. Hiermee geven wij opvolging aan de motie van de leden Paternotte en Tseggai1 over het tweejaarlijks rapporteren over de mentale gezondheid van mbo-, hbo- en wo-studenten.
In deze brief gaan we in op de belangrijkste cijfers uit de rapporten en de samenhang met lopende activiteiten op het gebied van welzijn en middelengebruik in het vervolgonderwijs. Deze cijfers laten op vrijwel alle gebieden een verbetering zien. Tot slot wordt in deze brief ingegaan op diverse moties en toezeggingen die raken aan het onderwerp studentenwelzijn.
Monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hbo en wo
Al voor de coronapandemie wezen cijfers uit lokale onderzoeken op onderwijsinstellingen op een verslechterde mentale gezondheid en middelengebruik onder studenten. Dit heeft geleid tot de gezamenlijke opdracht van de ministeries van OCW en VWS voor een Monitor mentale gezondheid en middelengebruik voor hbo- en wo-studenten. De eerste meting, tijdens de coronapandemie in 2021, liet zien dat het inderdaad niet goed ging met studenten. Hieruit volgde onder andere de grote inzet van het Nationaal Programma Onderwijs om het welzijn van studenten te verbeteren.
De Monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hbo en wo is inmiddels voor de derde keer uitgevoerd door het consortium van Trimbos-instituut, RIVM en GGD GHOR NL. Ruim 27.000 studenten van 23 verschillende onderwijsinstellingen hebben de vragenlijst ingevuld in het voorjaar van 2025. De resultaten zijn gewogen en kunnen worden vertaald naar een landelijk beeld van het welzijn en middelengebruik van hbo- en wo-studenten in Nederland.
Onderstaande tabel 1 toont de mentale gezondheid cijfers van studenten in het hbo en wo over drie metingen.
Tabel 1
| Mentale gezondheid van studenten in het hbo en wo die deelnamen aan het onderzoek | 2021 | 2023 | 2025 |
|---|---|---|---|
| Mentaal welbevinden | |||
| Levenstevredenheid | 6 | 6,7 | 6,8 |
| Gemiddelde tot hoge mate van veerkracht | 51% | 54% | 57% |
| Floreren (bovengemiddeld positieve mentale gezondheid) | 18% | 20% | 23% |
| Psychische klachten | |||
| Emotionele uitputtingsklachten | 68% | 59% | 56% |
| (af en toe of vaker) levensmoe | 25% | 26% | 25% |
| (heel) veel hinder vanwege psychische klachten | x | x | 29% |
| Overige maten | |||
| (Heel) veel stress | 62% | 56% | 54% |
| Vaak prestatiedruk | 54% | 44% | 41% |
| Enigszins of sterk eenzaam | 79% | 62% | 60% |
Zoals tabel 1 laat zien is de mentale gezondheid van studenten in het hbo en wo in het algemeen verder verbeterd ten opzichte van de eerste meting in 2021. We zien dat niet alle cijfers tussen 2023 en 2025 betekenisvol zijn verbeterd, maar dat de verbetering op de meeste punten wel duidelijk zichtbaar is als we kijken naar de derde meting ten opzichte van de eerste meting.
Onderstaande tabel 2 toont het middelengebruik van studenten in het hbo en wo over drie metingen.
Tabel 2
| Middelengebruik van studenten in het hbo en wo die deelnamen aan het onderzoek | 2021 | 2023 | 2025 |
|---|---|---|---|
| Alcoholgebruik | |||
| Zwaar alcoholgebruik | 16% | 16% | 13% |
| Roken en vapen | |||
| Dagelijks roken | 8% | 6% | 5% |
| Dagelijks of regelmatig vapen | 1% | 4% | 3% |
| Gebruik andere middelen | |||
| Frequent cannabisgebruik | 8% | 6% | 5% |
| Recent xtc-gebruik (afgelopen maand) | 3% | 4% | 2% |
| Recent cocaïnegebruik (afgelopen maand) | 2% | 2% | 1% |
| Recent psychedelicagebruik (afgelopen maand) | 2,2% | 1,5% | 1% |
| Gebruik medicijnen zonder doktersvoorschrift (oneigenlijk gebruik) | |||
Concentratie-verhogende middelen (afgelopen 12 maanden) |
4% | 3% | 3% |
| Slaap- en kalmeringsmiddelen (afgelopen 12 maanden) | 4% | 3% | 2% |
Ook wat betreft het middelengebruik van studenten in het hbo en wo zien we in tabel 2 over de gehele linie een daling. Wel blijft het gebruik relatief hoog onder bepaalde subgroepen. Zo komt middelengebruik vaker voor bij studenten die op kamers wonen, is er relatief meer cannabisgebruik onder buitenlande studenten en is alcoholgebruik onder studenten die lid zijn van een studentenvereniging relatief hoog. Dat zijn overigens dezelfde risicofactoren als uit eerdere monitors naar voren kwamen.
Rapport mentale gezondheid en middelengebruik mbo-studenten
Met de eerder genoemde motie van de leden Paternotte en Tseggai is verzocht om ook inzicht te krijgen in de mentale gezondheid van studenten in het mbo. Met behulp van cijfers uit het meet- en signaleringsinstrument TestJeLeefstijl is het rapport Monitor Mentale Gezondheid, Middelengebruik en Bredere Gezondheidsindicatoren mbo-studenten 2024-2025 opgesteld. Doordat deze monitor een iets andere opzet kent, kunnen de resultaten niet één op één met het hbo en wo worden vergeleken. Ondanks het feit dat TestJeLeefstijl al jaren door studenten en instellingen wordt gebruikt om inzicht te krijgen in de leefstijl en om praktische tips mee te krijgen om leefstijlfactoren te verbeteren, is dit rapport de eerste meting in deze vorm. Om gegevens uit het schooljaar 2024-2025 te vergelijken, wordt gebruik gemaakt van de Landelijke mbo-leefstijlmonitor 2022-20232.
Onderstaande tabel 3 toont de cijfers mentale gezondheid van mbo-studenten uit het rapport van TestJeLeefstijl.
Tabel 3
| Mentale gezondheid van studenten in het mbo die gebruik hebben gemaakt van TestJeLeefstijl | 2022-2023* | 2024-2025 |
|---|---|---|
| Vermoeid zonder reden | 34,4% | 27,6% |
| Gevoel van minderwaardigheid | 21,2% | 18,4% |
| Sombere of depressieve gevoelens | 15,3% | 12,1% |
| Serieuze gedachten om een einde aan het leven te maken | 4,3% | 3,8% |
| Zelfmoordpogingen | 3,1% | 2,9% |
*De cijfers uit 2022-2023 komen uit de Landelijke mbo-leefstijlmonitor
Zoals in tabel 3 is te zien, is de mentale gezondheid van mbo-studenten over de gehele linie verbeterd. Daarmee is het beeld bij deze studenten iets beter dan bij het RIVM-onderzoek onder alle jongeren3. Hoewel de cijfers van TestJeLeefstijl vanwege verschillen in meetmethodiek niet direct vergelijkbaar zijn met landelijke gegevens, schetsen beide bronnen een overeenkomstig beeld.
Onderstaande tabel 4 toont de cijfers middelengebruik van mbo-studenten uit het rapport van TestJeLeefstijl.
Tabel 4
| Middelengebruik van studenten in het mbo die gebruik hebben gemaakt van TestJeLeefstijl | 2022-2023 | 2024-2025 |
|---|---|---|
| Dagelijks roken | 14,5% | 16,1% |
| Dagelijks vapen of e-sigaret gebruiken | 6,2% | 9,9% |
| Meer dan 5 glazen alcohol drinken | 27,1% | 25,4% |
| Wel eens drugs gebruiken | 32,6% | 25,4% |
Wat betreft het middelengebruik onder mbo-studenten, zien we in tabel 4 voor roken, vapen of het gebruik van een e-sigaret een stijging. De stijging komt voor roken overeen met bevindingen uit de Nationale Drug Monitor4. Voor alcoholgebruik is er een lichte daling te zien van het aantal studenten dat wekelijks meer dan 5 glazen alcohol drinkt op één dag. Er blijkt een duidelijke relatie tussen het opleidingsniveau en alcoholgebruik in het mbo: hoe hoger het opleidingsniveau, hoe vaker mbo-studenten aangeven alcohol te drinken. Het overig middelengebruik lijkt af te nemen.
Lopend beleid lijkt zijn vruchten af te werpen
De afgelopen jaren is er onverminderd aandacht geweest voor de mentale druk die studenten ervaren in het vervolgonderwijs. Die druk is niet alleen te vinden in het onderwijs, maar in de gehele maatschappij, zo laat ook een recent rapport zien van de Raad van Volksgezondheid en Samenleving5. Eind dit jaar ontvangt uw Kamer het Actieprogramma mentale gezondheid en ggz met de inzet op het versterken van mentale veerkracht van alle jongeren. Inzet specifiek op studenten blijft daarbij nodig. De cijfers van 2025 laten zien dat de mentale gezondheid en het middelengebruik in zijn algemeenheid verbeterd zijn. De hele samenleving, maar zeker ook de onderwijssectoren hebben zich de afgelopen jaren al volop ingezet om het mentale welzijn van de studenten te verbeteren. Maar integraal werken aan welzijn vergt een cultuuromslag waarbij we niet alleen aandacht hebben voor studenten die problemen ervaren, maar ook preventief werken aan het welzijn van alle studenten. Dat heeft ook tijd nodig. Instellingen zetten veel in op activiteiten gericht op binding en sense of belonging (jezelf kunnen zijn en je thuis voelen), maar er valt nog veel te verbeteren als het gaat om de samenwerking op lokaal niveau met gemeenten en de zorg. Dat is een van de pijlers uit het Landelijk kader studentenwelzijn. 113, STIJN, MindUS en studenteninitiatieven vragen veel aandacht voor suïcidepreventie. Zij verspreiden kennis en expertise op dit gebied. Dit thema heeft blijvende aandacht. In 2024 is geïnventariseerd bij onderwijsinstellingen of zij suïcidepreventie- en nazorgbeleid hebben. Naar aanleiding van de resultaten van deze monitor gaan wij wederom in gesprek met het onderwijs over de huidige stand van zaken van dit beleid. Hiermee geven ook invulling aan de motie van de leden Ceder en Krul6.
In het hbo en wo blijven instellingen zich onverminderd inzetten voor de implementatie van het Kader Studentenwelzijn, zoals deze in 2023 samen met studentenorganisaties en het ministerie van OCW is vastgelegd. Instellingen richten zich daarbij zowel op aandacht voor goede begeleiding bij problemen, alsook op preventie. Voor deze aanpak is tot en met 2030 € 15 miljoen per jaar vrijgemaakt. In het mbo zijn in de Werkagenda, die nog tot en met 2027 loopt, afspraken vastgelegd om het welzijn van mbo-studenten te verbeteren.
Met het amendement van het lid Van der Graaf c.s.7 is daarnaast nog eens en € 1 miljoen per jaar vrijgemaakt voor het ondersteuningsprogramma STIJN, dat in 2023 van start is gegaan. Dit programma helpt mbo-, hbo- en wo-instellingen, gemeenten en preventie- en zorgprofessionals om integraal te werken aan studentenwelzijn. Programma’s vanuit de Gezonde School-aanpak, zoals Helder op School, kunnen voorts mbo-studenten helpen bewust te maken van het belang van mentale gezondheid en manieren aanreiken om hiermee om te gaan zonder toevlucht te zoeken tot alcohol of drugs. TestJeLeefstijl biedt mbo-studenten waardevolle tips hoe zij hun welzijn kunnen verbeteren. Daarnaast is het een belangrijk signaleringsinstrument waarmee scholen inzicht krijgen in welke problematiek er onder de studenten speelt, om daar vervolgens op in te spelen.
Voor de aanpak in het hbo en wo geldt dat er op dit moment een tussenevaluatie plaatsvindt van het Kader Studentenwelzijn, waarvan de looptijd tot 2030 is. De resultaten van de tussenevaluatie verwachten wij in het voorjaar van 2026 en worden met uw Kamer gedeeld. Uit de evaluatie worden lessen getrokken voor het verder verbeteren en eventueel bijstellen van de aanpak.
Aanbevelingen
Beide rapporten laten zien dat het welzijn van studenten in het vervolgonderwijs zich in de goede richting ontwikkelt. Desalniettemin geven de onderzoekers aan dat er blijvende aandacht nodig is op dit thema, zowel in het onderwijs als in de samenleving als geheel. Daarnaast is het belangrijk om oog te houden voor kwetsbare groepen met een hoger risico op mentale problematiek, zoals internationale studenten en genderdiverse studenten. Met de eerder gemaakte afspraken zetten we enerzijds in op het versterken van de persoonlijke vaardigheden van studenten, zoals mentale veerkracht, en anderzijds op de context waarin studenten studeren en leven. Voor het onderwijs betekent dit een goede studeerbaarheid van de opleiding (bijvoorbeeld voldoende rust tussen toetsweken in), aandacht voor executieve functies (zoals plannen en concentreren), de juiste informatievoorziening en de inzet op een goede binding met de onderwijsinstelling. Verder blijven we werken aan het goede gesprek om de cultuur rondom middelengebruik te verbeteren onder studenten. Verschillende studenteninitiatieven zijn hier al goed mee bezig, daarnaast werken we samen met gemeenten, onderwijsinstellingen, studentenorganisaties en kennisinstellingen om alcohol- en middelengebruik bespreekbaar te maken, juist op de plekken waar de gevolgen het grootst zijn.
Moties en toezeggingen
Persoonsvorming in het onderwijs
De ambtsvoorganger van de minister van OCW heeft in het debat over studentenwelzijn in 2024 toegezegd8 om te verkennen of er voldoende aandacht is voor persoonsvorming in het onderwijs in relatie tot welzijn. Persoonsvorming is een breed begrip dat verwijst naar de ontwikkeling van een persoonlijkheid, identiteit en karakter. In relatie tot welzijn gaat het dan bijvoorbeeld om zaken als veerkracht, zelfbewustzijn, en de relatie tot jezelf en anderen. Dit beperkt zich niet enkel tot het onderwijs. Ook de thuis- en vrijetijdsomgeving zijn belangrijke plekken waar jongeren ruimte krijgen of creëren om zichzelf te uiten. Binnen het onderwijs is persoonsvorming geen apart vak of traject, maar kan overal en op elk moment plaatsvinden.
In het voortgezet onderwijs is reeds een verkenning uitgevoerd naar wensen en behoeften van het vervolgonderwijs ten aanzien van de kennis en vaardigheden waarmee geslaagden vanuit het voortgezet onderwijs instromen9. Aandacht voor ‘life skills’, dat in de verkenning wordt gebruikt als parapluterm voor onder andere persoonsvorming en executieve functies, is op dit moment al een opdracht van de school. In de conceptkerndoelen voor Mens en Maatschappij is nu opgenomen dat de school expliciet bijdraagt “aan de sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen en bevordert respectvolle omgang met anderen.” Dit is impliciet al een opdracht die elke school en elke leraar oppakt. Het verschil is dat deze opdracht nu explicieter wordt beschreven zodat elke leerling kan rekenen op dezelfde hulp.
In het vervolgonderwijs is er zowel binnen als buiten het curriculum ruimte voor persoonsvorming. Onderwijsinstellingen geven studenten opdrachten waarin zij reflecteren op hun leerproces, keuzes en persoonsvorming. Daarnaast hebben mbo- en hbo-studenten studieloopbaanbegeleiders die met studenten persoonlijke gesprekken voeren over hun motivatie, toekomstbeeld, belangrijke waarden en morele dilemma’s.
Graag inspireren wij uw Kamer hierna met enkele voorbeelden waarin blijkt hoe instellingen aandacht besteden aan de persoonsvorming van studenten in relatie tot welzijn.
Persoonsvorming in MDT-traject, Zadkine
Bij Zadkine locatie Eikenlaan nemen studenten van de opleidingen Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent deel aan een Maatschappelijke Diensttijd (MDT)-traject, dat draait om maatschappelijke betrokkenheid, persoonsvorming en burgerschap. In een periode van zes tot acht weken werken mbo-studenten in kleine teams aan maatschappelijke opdrachten in de wijk of bij organisaties zoals buurthuizen, basisscholen en zorginstellingen. Begeleid door docenten en een MDT-coach reflecteren studenten wekelijks op hun ervaring en volgen zij workshops waarin thema’s als samenwerking, verantwoordelijkheid en eigen talenten centraal staan. Door activiteiten als het organiseren van een ontmoetingsmiddag voor ouderen of het opzetten van een kinderactiviteit ontdekken studenten hoe zij verschil kunnen maken in hun omgeving. Het traject versterkt hun zelfvertrouwen, vergroot het inzicht in eigen waarden en beroepskeuzes, en stimuleert een blijvend gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Leerlijn Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling, Radboud Universiteit
Bij de bacheloropleiding Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen binnen de Radboud Universiteit is geïnvesteerd in een leerlijn Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling, waarbinnen een deellijn welzijn en vitaliteit. Alle bachelorstudenten krijgen les in kleine groepen waarbij ze middels psycho-educatie en ervaringsleren inzicht krijgen in de mechanismen achter welzijn en de misvattingen die hierover bestaan. Daarnaast krijgen studenten praktische handvatten om actief met hun eigen welzijn aan de slag te gaan. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere omgaan met studiedruk, stress en tijdsdruk, het belang van prioriteren en pauzes nemen, de invloed van leefstijl, omgaan met emoties en de impact van sociale en professionele druk op het ervaren welzijn.
Toezegging onderzoek studentvoorzieningen
In het commissiedebat van 14 mei 202510 heeft de ambtsvoorganger van de minister van OCW toegezegd om te inventariseren wat de gevolgen zijn van de Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten voor sportfaciliteiten voor studenten en de Kamer na de zomer hierover te informeren. De inventarisatie is verbreed naar studentvoorzieningen en is inmiddels in gang gezet. De minister van OCW zal de Kamer voor de zomer van 2026 informeren over de uitkomsten. Zoals in de Kamer toegezegd, worden de studentvoorzieningen uitgezonderd van de controle door de accountant totdat de inventarisatie gereed is en de besluitvorming hierover is voltooid. De minister van OCW heeft dat richting de instellingen per brief bevestigd.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gouke Moes
De staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport
Judith Zs.C.M. Tielen
Kamerstuk 31 288, nr. 1146↩︎
MBO Raad. (2024, September). Landelijke mbo-leefstijlmonitor 2022-2023: Over bewegen, middelengebruik, voeding, angst & somberheid, contact & vriendschap, seksualiteit, agressie & veiligheid, geld en gehoor & muziek.↩︎
RIVM. (2025, 2 september). Mentale gezondheid – Kwartaalonderzoek jongeren.↩︎
Trimbos‑instituut & Nationale Drug Monitor. (2025, januari 28). 12.3.5 Roken onder studenten.↩︎
Kamerstuk 25 424, nr. 770↩︎
Kamerstuk 31 288, nr. 1141↩︎
Kamerstuk 36 200, nr. 148↩︎
Commissiedebat Mentale gezondheid scholieren en studenten, 25 mei 2025↩︎
SLO. (2021). Verkenning vervolgonderwijs: Wensen van het vervolgonderwijs betreffende kennis en vaardigheden van geslaagden uit het voortgezet onderwijs (onderzoek uitgevoerd door ResearchNed).↩︎
Commissiedebat Mentale gezondheid scholieren en studenten, 25 mei 2025↩︎