[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [πŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [πŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweede nota van wijziging

Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het laten vervallen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister met betrekking tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie (Wet verval bijzondere aanwijzingsbevoegdheid openbaar ministerie)

Nota van wijziging (initiatiefvoorstel)

Nummer: 2025D47709, datum: 2025-11-21, bijgewerkt: 2025-11-21 14:22, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36125 -13 Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het laten vervallen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister met betrekking tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie (Wet verval bijzondere aanwijzingsbevoegdheid openbaar ministerie).

Onderdeel van zaak 2022Z11247:

Onderdeel van zaak 2025Z20281:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (πŸ”— origineel)


36 125 Voorstel van wet van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het laten vervallen van de bijzondere aanwijzingsbevoegdheid van de minister met betrekking tot de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie (Wet verval bijzondere aanwijzingsbevoegdheid openbaar ministerie)
Nr. 13

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 november 2025

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:

C

Artikel 129 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De inlichtingen zien niet op een concreet geval, tenzij:

a. uit enig wettelijk voorschrift anders voortvloeit;

b. de inlichtingen betrekking hebben op de opsporing of vervolging van een strafbaar feit ter zake waarvan:

1ΒΊ. door de officier van justitie een beslissing tot niet vervolging of niet verdere vervolging is genomen; of

2ΒΊ. een onherroepelijk geworden strafbeschikking is uitgevaardigd; of

c. de inlichtingen betrekking hebben op een zaak ten aanzien waarvan een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke einduitspraak is gedaan.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. Het eerste lid laat onverlet dat het College Onze Minister alle inlichtingen kan verstrekken die het College geraden acht.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Het derde lid laat onverlet dat de leden van het openbaar ministerie het College alle inlichtingen kunnen verstrekken die zij geraden achten.

Toelichting

Het met deze tweede nota van wijziging nieuw voorgestelde tweede lid van artikel 129 van de Wet op de rechterlijke organisatie stelt buiten twijfel dat de – ingevolge het wetsvoorstel in artikel 129, eerste lid, geclausuleerde – verplichting tot het verschaffen van informatie door het College van procureurs-generaal aan de Minister onverlet laat dat het College daarnaast steeds de bevoegdheid heeft aan de Minister alle informatie te verschaffen die het College wenselijk acht. Dit kan dus ook informatie betreffen over concrete lopende zaken, die ingevolge het voorgestelde artikel 129, eerste lid, buiten de reikwijdte van de informatieverplichting valt. Net zoals geldt voor de informatie die valt onder de verplichting in artikel 129, eerste lid, geldt voor de in artikel 129, tweede lid, bedoelde informatie dat deze door het College kan worden verstrekt uit eigen beweging of op verzoek van de Minister.

Om a contrario redeneringen binnen artikel 129 te voorkomen, is in het nieuw voorgestelde vierde lid vastgelegd dat de bevoegdheid ook geldt voor informatie door leden van het openbaar ministerie aan het College, waarvoor in het huidige tweede lid (te vernummeren tot derde lid) van artikel 129 een verplichting is geregeld.

Sneller