[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Niet uitvoeren van de motie van het lid Rooderkerk c.s. over de rijkssubsidie voor het Onderwijsmuseum continueren (Kamerstuk 32820-550)

Brief regering

Nummer: 2025D47718, datum: 2025-11-21, bijgewerkt: 2025-11-21 15:05, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z20285:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum 21 november 2025
Betreft Brief inzake het niet uitvoeren van de op 30 september door de Tweede Kamer aangenomen motie Rooderkerk c.s.

Op 30 september jongstleden nam uw Kamer de motie Rooderkerk c.s. aan1. De motie verzoekt de regering de rijkssubsidie voor het Onderwijsmuseum te continueren. Hoewel ik de waardering van de Kamer voor het Onderwijsmuseum deel en ook het belang zie van een zorgvuldige omgang met de collectie van het museum, kan het kabinet vanwege de ondeugdelijke dekking geen uitvoering geven aan de motie. Ik licht dat hieronder toe.

Onderwijspersoneel en Primair Onderwijs

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Contactpersoon

Onze referentie

54954429

Bijlagen

Motie niet uitvoerbaar

De motie vraagt de regering de subsidie aan het Onderwijsmuseum voort te zetten en dat vooruitlopend op een structurele oplossing te financieren uit onderuitputting en juridisch niet-verplichte middelen op de OCW-begroting. Zoals de minister van OCW bij het appreciëren van de motie ook aangaf, kan ik niet vooruitlopen op mogelijke incidentele onderuitputting van middelen op de OCW-begroting voor het continueren van een instellingssubsidie.

Huidige situatie museum niet houdbaar

Daarnaast merk ik op dat er in de motie vanuit lijkt te worden gegaan dat het museum met voortzetting van het huidige subsidiebedrag vanuit het ministerie van OCW wel kan blijven voortbestaan. Uit gesprekken tussen het museum en het ministerie in de afgelopen jaren komt naar voren dat ook de huidige situatie niet houdbaar is. Er was de afgelopen jaren herhaaldelijk een financieel tekort en aanvullende subsidie was nodig om de continuïteit te waarborgen. Ook is er sprake van achterstallig onderhoud van (financiële) systemen, een registratie-achterstand van de collectie en capaciteitsproblemen. Een gezonde voortzetting van het museum zou een structureel hoger subsidiebedrag en extra ambtelijke capaciteit vragen.

Zoals eerder bij uw Kamer aangegeven moet OCW in het kader van de taakstellingen op het departement moeilijke keuzes maken, waarbij het onvermijdelijk is om op een aantal beleidsterreinen focus aan te brengen.

Ik heb toegelicht vol te willen blijven inzetten op het verbeteren van de prestaties op lezen, rekenen en schrijven en op het borgen van voldoende en kwalitatief goed onderwijspersoneel. Daar ligt de absolute prioriteit. Extra middelen en ambtelijke capaciteit inzetten op het museum zou daarvan ten koste gaan.

Zorgvuldige omgang met collectie

Zoals gezegd vind ik het net als u belangrijk dat er zorgvuldig wordt omgegaan met de collectie, wat overigens geen Rijkscollectie is zoals in de motie staat geschreven. De stichting draagt primair de verantwoordelijkheid voor het registreren en eventueel afstoten van de collectie.

De registratieachterstand maakt dat door het museum eerst een inhaalslag gemaakt moet worden voor het registreren van de collectie, voordat met een eventueel afstotingsproces gestart kan worden. Deze inhaalslag en de daarmee gemoeide kosten zou overigens ook gemaakt moeten worden bij voortzetting van de subsidie. Ik begrijp dat de financieel zeer kwetsbare situatie van het museum daarin een complicerende factor is. In gesprekken tussen OCW, het museum en de gemeente Dordrecht als andere grote subsidieverstrekker wordt daarom onder andere gesproken over een dergelijk proces van het registreren en afstoten van de collectie alsmede de kosten die daar mee gemoeid gaan. Een precieze inschatting van de kosten kan pas gemaakt worden als het plan voor registratie en afstoting verder uitgewerkt is. Daar stuur ik dan ook op aan bij het museum. Bij een goed onderbouwd plan heb ik aangegeven een aanvullende eenmalige projectsubsidie beschikbaar te kunnen stellen in 2027 om een deel van deze kosten te dekken.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Koen Becking


  1. Tweede Kamer, vergaderjaar 2025-2026, 32 820, nr. 550.↩︎