Verslag Raad Algemene Zaken van 17 november 2025
Bijlage
Nummer: 2025D47729, datum: 2025-11-21, bijgewerkt: 2025-11-21 15:31, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag Raad Algemene Zaken van 17 november 2025 (2025D47728)
Preview document (🔗 origineel)
Verslag Raad Algemene Zaken van 17 november 2025
Op maandag 17 november jl. vond de Raad Algemene Zaken plaats in Brussel. De Raad sprak over de voorbereiding van de Europese Raad (ER) van 18 en 19 december, het Meerjarig Financieel Kader (MFK), de betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, het Commissie Werkprogramma, en de landenspecifieke rechtsstaatsdialogen. Daarnaast werden onder AOB de Commissiestrategie antisemitisme, het European Democracy Shield en Information Shield, en het weerballonnenincident boven de Litouws-Belarussische grens besproken. En marge van de Raad vond een Intergouvernementele Conferentie (IGC) met Albanië plaats. Tevens informeert het kabinet uw Kamer middels dit verslag over de uitvoering van motie-Dassen/Van Campen. De minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze Raad.
Voorbereiding Europese Raad 18 en 19 december
De Raad sprak over de voorbereiding van de Europese Raad (ER)
van 18 en 19 december. In dit licht stond de Raad stil bij de
voortdurende Russische agressieoorlog en het belang van voldoende en
voorspelbare financiële steun aan Oekraïne. Nederland benadrukte dat
dergelijke steun flexibel moet zijn, gericht op de daadwerkelijke noden
van Oekraïne en dat lasten door EU-lidstaten gezamenlijk gedragen moeten
worden. De lidstaten benadrukten hun belangrijkste prioriteiten en rode
lijnen voor de onderhandelingen over het volgend Meerjarig Financieel
Kader (MFK). Het kabinet drukte zorgen uit over de impact van het
voorstel op de eigen nationale afdrachten aan de EU-begroting. Het
kabinet onderstreepte drie cruciale elementen; 1) modernisering van het
MFK, 2) bni-korting voor Nederland moet onderdeel zijn van het
onderhandelingsdocument en 3) geen gezamenlijke schulden voor nieuwe
EU-instrumenten. De Raad sprak tevens over EU-uitbreiding. Met
verwijzing naar het jaarlijkse uitbreidingspakket1
benadrukten veel lidstaten het belang van voortgang in het
toetredingsproces van Oekraïne, Moldavië, Albanië en Montenegro. Enkele
lidstaten noemden het belang van hervormingen, waaronder op
corruptiebestrijding, georganiseerde misdaad en de rechtsspraak.
Nederland onderstreepte dat stappen in het toetredingsproces van
kandidaat-lidstaten gebaseerd moeten zijn op merites. Eén lidstaat
herhaalde geen stappen te willen zetten met Oekraïne. Daarnaast nam de
Raad nota van agendering van Midden-Oosten, geo-economie en
concurrentievermogen, en migratie tijdens de ER van 18 en 19
december.
Meerjarig Financieel Kader
Tijdens deze Raad vond de tweede van drie MFK-besprekingen
plaats, in aanloop naar de ER van december. De besprekingen dienen om
tot een compleet eerste concept van de zgn. negotiating box te
komen: een onderhandelingsdocument dat de MFK-onderhandelingen in 2026
moet ondersteunen. De Raad sprak dit keer over pijler 1 van het
Commissievoorstel voor het volgend MFK: de fusie van cohesie,
landbouw/visserij en de HOME-fondsen in de Nationale en Regionale
Partnerschapsplannen (NRPP’s), en de terugbetaling van de Next
Generation EU-leningen. De lidstaten benadrukten hun belangrijkste
prioriteiten en rode lijnen voor het MFK. Een deel van de lidstaten,
waaronder Nederland, toonde zich positief over de modernisering die met
het NRPP kan worden bereikt. Een ander deel van de lidstaten stelden dat
het belang van landbouw, visserij en cohesiebeleid in het
Commissievoorstel onvoldoende is geborgd. Er was brede steun voor een
voldoende sterke rol van de regio’s in het NRPP. De lidstaten waren
verdeeld over de verhoogde flexibiliteit binnen het NRPP, waar Nederland
positief over is. Een deel is van mening dat het percentage van 25%
flexibiliteit omlaag moet, waar anderen juist positief zijn over meer
flexibiliteit om in te kunnen springen op onvoorziene omstandigheden.
Nederland sprak zich uit tegen gemeenschappelijke schuld voor het
verstrekken van NRPP-leningen aan lidstaten (Catalyst Europe).
Daarnaast benadrukte Nederland het belang van het versterken van de
rechtsstaatsconditionaliteiten.
EU-Verenigd Koninkrijk (VK) betrekkingen
De Commissie informeerde de Raad over de voortgang van de
implementatie van bestaande akkoorden tussen de EU en het VK. De
Commissie schetste een positief algemeen beeld met enkele specifieke
aandachtspunten. Daarnaast lichtte de Commissie de opvolging van het
Common Understanding toe, een verklaring met gebieden voor
nauwere samenwerking van de Top van 19 mei jl.2.
Over een reeks onderwerpen voeren de Commissie en het VK verkennende
gesprekken of onderhandelen zij. Specifiek werd stilgestaan bij de
aanname van het Raadsmandaat voor het starten van onderhandelingen met
het VK over een sanitair en fytosanitair gebied (SPS) en het koppelen
van emissiehandelssystemen. Deze onderhandelingen startten in de week
van 17 november.
Binnen de Raad bestond eensgezindheid over het blijvende belang van de post-Brexit ER-principes voor de EU-VK relatie en EU-eenheid3. Onderdeel van deze principes is een balans tussen rechten en plichten. In dit kader ging vanuit enkele lidstaten aandacht uit naar financiële bijdragen van het VK. Lidstaten verwelkomden ook eensgezind de opvolging van de EU-VK Top en legden hierbij verschillende accenten. Enkele lidstaten vroegen bijvoorbeeld aandacht voor people-to-people contacten, door middel van voortgang in de onderhandelingen over jeugdmobiliteit en deelname van het VK aan Erasmus+. Hierover maakten enkele lidstaten ook kritische opmerkingen, zoals dat deelname niet tegen elke prijs wordt verwelkomd. Enkele lidstaten benadrukten de nauwe samenwerking op veiligheids- en defensieterreinen. Zij vroegen naar de status van onderhandelingen over een overeenkomst voor deelname van het VK aan Security Action for Europese (SAFE). Nederland en enkele andere lidstaten riepen op tot publicatie van een aanbeveling aan de Raad voor het openen van onderhandelingen over integratie van het VK in de EU-elektriciteitsmarkt.
Commissie Werkprogramma
De Europese Commissie heeft tijdens de RAZ haar Werkprogramma
20264 toegelicht. Het werkprogramma bevat
de wetgevende- en niet-wetgevende Commissievoorstellen voor het komende
jaar. Nederland vroeg tijdens de discussie aandacht voor veiligheid en
defensie, migratie, concurrentievermogen en vermindering van Europese
regeldruk, ook in het bijzonder op de uitdagingen op het gebied van
ruimtelijke ordening. De drie instellingen (Raad, Parlement en
Commissie) zullen voor het einde van het jaar een gezamenlijke
verklaring vaststellen. Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer een
kabinetsappreciatie van het Commissie Werkprogramma 2026 binnen zes
weken na publicatie (21 oktober jl.).
Landenspecifieke rechtsstaatsdialogen
Tijdens de Raad vond voor de dertiende keer sinds de start in
2020 de landenspecifieke rechtsstaatdialoog plaats op basis van de
landenhoofdstukken uit het Commissie rechtsstaatrapport.5
Deze keer stonden de landenhoofdstukken van Bulgarije, Tsjechië,
Duitsland en Ierland op de agenda. Zoals gebruikelijk leidde de
Commissie de afzonderlijke dialogen in met een korte samenvatting van
haar bevindingen. De betreffende lidstaat gaf daarna een korte
presentatie van de staat van de rechtsstaat in het eigen land, waarna
een ronde van vragen en antwoorden volgde.
Nederland intervenieerde namens de Benelux bij de besprekingen van Bulgarije, Tsjechië en Ierland. Nederland merkte op dat in Bulgarije beperkte voortgang heeft plaatsgevonden het afgelopen jaar maar verwelkomde de stappen die zijn gezet naar meer transparantie in staatsadvertenties. Verder vroeg Nederland in een kritische noot aan Bulgarije welke concrete maatregelen het treft om de handhaving van anti-corruptiewetgeving en de consistentie in de vervolging van corruptiezaken op hoog niveau te verzekeren. Ook is Bulgarije gevraagd hoe het politiek gemotiveerde vervolgingen in de strafrechtsketen aanpakt en het publieke vertrouwen in het vervolgingsproces beoogt te herstellen.
Bij de bespreking van het landenhoofdstuk over Tsjechië verwelkomde Nederland namens de Benelux de vooruitgang die in de aanpak van anticorruptie is geboekt met onder meer het aannemen van een nieuw actieplan. Verder is Tsjechië gevraagd naar de maatregelen die het treft om de transparantie van informatie over media-eigendom te vergroten.
Tenslotte is bij de bespreking van het landenhoofdstuk over Ierland waardering uitgesproken voor de Ierse hervormingen om de kwaliteit en onafhankelijkheid van het justitieel stelsel te versterken. Gelet op de zorgen over de lange duur van gerechtelijke procedures, is Ierland gevraagd welke maatregelen het treft om de efficiëntie van het justitiële stelsel en de tijdigheid van de gerechtelijke behandelingen te verbeteren.
Overig
AOB Commissiestrategie antisemitisme
Hongarije herhaalde haar oproep tot herziening van de EU-strategie
tegen antisemitisme, met nadruk op versterkte bescherming van Joodse en
Israëlische instellingen, een stevigere aanpak van fondsenwerving door
organisaties die niet in lijn zijn met EU-waarden, en verbetering van
het situationeel bewustzijn, waarbij volgens Hongarije ook de
EU-terrorismelijst effectiever kan worden benut. Hongarije benadrukte
dat de huidige uitdagingen voor de Joodse gemeenschap een belangrijke
toets vormen voor de EU en dat deze gemeenschap niet teleurgesteld mag
worden. Enkele lidstaten steunden de Hongaarse oproep voor een nieuwe
strategie. Andere lidstaten, waaronder Nederland, uitten een voorkeur
voor volledige implementatie van de huidige strategie, met waar nodig
aanscherping. De Commissie onderstreepte dat de bestaande strategie de
basis moet blijven voor een whole-of-government en
whole-of-society aanpak, en voorziet een update begin 2026.
AOB European Democracy Shield en Information Shield
De Commissie presenteerde het European Democracy Shield (EDS)
en de EU Strategy for Civil Society. De Commissie benadrukte de
verankering van mensenrechten in alle aspecten van beide plannen. De
Europese Dienst voor Extern Optreden gaf aan bij te zullen dragen, in
het bijzonder met het Rapid Alert System, waarmee lidstaten
vlot inzichten over desinformatie kunnen delen en een respons kunnen
coördineren. Een aantal lidstaten presenteerde daarnaast een reeds
bestaand eigen initiatief, het Information Shield, wat toeziet
op de bescherming van onafhankelijke journalistiek. Verschillende
lidstaten spraken hun steun uit voor het EDS en het Information
Shield.
AOB Weerballonnen Litouws-Belarusische grens
De Raad nam nota van de recente incidenten met weerballonnen aan de
Litouws-Belarussische grens. In de afgelopen weken is het Litouwse
luchtruim herhaaldelijk geschonden door ballonnen met smokkelwaar
afkomstig vanuit Belarus. Deze incidenten hebben geleid tot verstoringen
van het vliegverkeer. In respons hierop hebben de Litouwse autoriteiten
maatregelen getroffen om transport en grenspassage vanuit Belarus te
beperken. Litouwen riep op tot erkenning van dit incident als een
hybride aanval vanuit Belarus en het treffen van verdere Europese
sanctiemaatregelen.
Gesprek Eurocommissaris McGrath – uitvoering motie-Dassen cs. en motie-Van Campen en Dassen
En marge van de Raad sprak de minister van Buitenlandse Zaken met Eurocommissaris McGrath voor Democratie, Justitie, Rechtsstaat en Consumentenbescherming, onder meer over de Slowaakse grondwetswijziging naar aanleiding van de motie-Dassen c.s. en de motie-Van Campen/Dassen.6 Deze moties verzoeken de regering om een statenklachtprocedure te starten en het draagvlak te onderzoeken voor het starten van een artikel 7 procedure tegen Slowakije. Het gesprek met Eurocommissaris McGrath bood gelegenheid de Nederlandse zorgen over de grondwetswijzing en de mogelijke gevolgen voor de eerbiediging van het voorrangsbeginsel en de rechten van lhbtiq+-personen aan de Commissie over te brengen. De Commissie bevestigde te onderzoeken of de grondwetswijziging in overeenstemming is met het Unierecht. Nederland riep de Commissie op om op te treden en gebruik te maken van het beschikbare rechtsstaatinstrumentarium indien de grondwetswijziging het Unierecht schendt.
Het kabinet heeft daarmee zowel in dit gesprek als ook tijdens de Raad Algemene Zaken van 21 oktober jl. een duidelijk politiek signaal afgegeven over de Nederlandse zorgen rondom de Slowaakse grondwetswijziging, in het licht van de voorgenoemde moties.7 Ook heeft Nederland de zorgen bilateraal aan Slowakije overgebracht. Als hoedster van de Verdragen is het aan de Commissie om te beoordelen of een lidstaat het Unierecht schendt en op basis daarvan op te treden. De Commissie heeft inmiddels op 19 november jl. besloten een inbreukprocedure te starten8.
Het kabinet acht het mede gelet hierop niet opportuun om zelf verdere
stappen, zoals een statenklachtprocedure, te zetten. Dit is binnen het
Unierecht een ultimum remedium om geschillen over de naleving van het
Unierecht op te lossen en bedoeld voor die gevallen waarin de Commissie
niet optreedt of een lidstaat het niet eens is met de handelswijze of
beoordeling van de Commissie.
Daar is in dit geval geen sprake van. De statenklachtprocedure is tot nu
toe alleen in uitzonderlijke gevallen ingezet met een specifiek belang
voor een individuele lidstaat.9 Een eenzijdig handelen
zal de bilaterale relatie tussen Nederland en Slowakije ernstig schaden
met minder ruimte voor bilaterale dialoog en positieve beïnvloeding als
gevolg. Met het starten van een statenklachtprocedure zal Nederland
bovendien de centrale rol van de Commissie als hoedster van de verdragen
ondermijnen en zichzelf binnen de Raad isoleren.
Het starten van een artikel 7-procedure is op dit moment evenmin aan de orde. Een vereiste voor het starten van deze procedure is dat een derde van de lidstaten, de Commissie of het Europees Parlement een met redenen omkleed voorstel opstelt over een risico op een ernstige schending van de waarden uit artikel 2 van het Verdrag betreffende de EU. Van een dergelijke schending is in dit geval niet evident sprake, en de bewijslast ligt ook hier bij de initiatiefnemer. Als gevolg hiervan ontbreekt op dit moment het benodigde draagvlak om een artikel 7-procedure te starten.
In het licht van bovenstaande blijft het kabinet de Commissie als hoedster van de Verdragen steunen, en politiek en op bilateraal niveau zijn zorgen uitspreken over de Slowaakse grondwetswijziging.
Intergouvernementele Conferentie Albanië: openen Cluster
5
En marge van de Raad werd een Intergouvernementele Conferentie
met Albanië gehouden, waarbij Cluster 5 (Middelen, landbouw en cohesie)
werd geopend. Luxemburg benadrukte namens de Benelux het belang van
overname, implementatie en naleving van het acquis. De Benelux, evenals
andere lidstaten, onderstreepte tevens het belang van goed financieel
beheer. De Benelux wees hierbij op het belang van corruptiebestrijding.
Andere lidstaten riepen ook op tot voortgang op fundamentele
hervormingen met het oog op een toekomstige positieve evaluatie van de
voortgang op de interim benchmarks die vastgesteld zijn voor
Cluster 1, of steunden in algemene bewoordingen het
EU-toetredingstraject van Albanië.
De Kamer ontvangt binnenkort de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket.↩︎
Verslag Raad Buitenlandse Zaken 20 mei 2025 | Vergaderstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
European Council (Art. 50) guidelines on the framework for the future EU-UK relationship, 23 March 2018↩︎
Zie 2025 Rule of law report - Communication and country chapters - European Commission↩︎
Kamerstukken 21501-20, nrs. 2299 en 2308.↩︎
Kamerstukken 21501-02, nr. 3264.↩︎
Tot nu toe is slechts acht maal gebruik gemaakt van de statenklachtprocedure bij het EU-Hof. Voorbeelden zijn de zaak die Frankrijk tegen het Verenigd Koninkrijk aanhangig maakte naar aanleiding van de door het Verenigd Koninkrijk opgelegde boetes aan Franse vissers op basis van met Unierecht strijdige wetgeving (1979), en de zaak van Hongarije tegen Slowakije wegens de weigering van de Hongaarse president om Slowaaks grondgebied betreden (2012).↩︎