Antwoord op vragen van het lid Boswijk over de geestelijke verzorging bij de politie
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D49200, datum: 2025-12-01, bijgewerkt: 2025-12-01 11:18, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z19070:
- Gericht aan: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 501
2025Z19070
Antwoord van minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 1 december 2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025-2026, nr. 359
Vraag 1
Bent u zich ervan bewust dat het politievak morele vorming
van politiemensen vereist om goed politiewerk te leveren en op de been
te blijven? Hoe is morele vorming van politiemensen nu expliciet en
systematisch ingebed in de initiële opleiding en vervolgopleiding?
Antwoord op vraag 1
Om goed politiewerk te kunnen uitoefenen, is een professionele beroepsidentiteit belangrijk. Dit vormt het morele kompas van de politiemedewerker. De basispolitieopleiding niveau 4 (PO21) is erop gericht om de aspirant voor te bereiden op de uitoefening van de politietaak. Dit betekent dat de aspirant tijdens de opleiding kennis en vaardigheden opdoet en een professionele beroepsidentiteit ontwikkelt waar het politiewerk om vraagt. De ontwikkeling van een professionele beroepsidentiteit loopt als een rode draad door de hele basispolitieopleiding heen. Hiervoor is onder andere een geïntegreerd weerbaarheidsprogramma ontwikkeld. Om in aanmerking te komen voor het diploma moet de aspirant aantonen de kennis en vaardigheden te beheersen en een professionele beroepsidentiteit te hebben verworven. Ook in de bacheloropleidingen politieleider, politieagent, wijkagent en rechercheur is de ontwikkeling van een professionele beroepsidentiteit en morele weerbaarheid een vast onderdeel van het curriculum. Daarnaast wordt er in diverse leiderschapsopleidingen aandacht besteed aan moreel leiderschap. Voor politiemedewerkers die zich verder willen verdiepen in morele weerbaarheid biedt het vakspecialistisch politieonderwijs mogelijkheden tot het volgen van aanvullende trainingen en cursussen.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat politiemensen bovengemiddeld vaak te
maken hebben met geweld, maatschappelijke spanningen, leed en de dood en
dat dit leidt tot verhoogde risico’s op morele verwonding,
posttraumatische stressstoornis (PTSS) en uitval? Hoe wordt hierin
structureel voorzien door middel van geestelijke verzorging, anders dan
psychologische hulpverlening?
Antwoord op vraag 2
Het streven van de politieorganisatie is dat politiemedewerkers zo veilig en gezond mogelijk hun werk kunnen uitvoeren. Hierbij ondersteunt de politie als werkgever haar medewerkers door een breed pakket van maatregelen. De werkgever biedt een politiemedewerker waar nodig zorg, aandacht en ondersteuning. De Zorgwijzer1 geeft een overzicht van het zorg- en ondersteuningsaanbod voor politiemedewerkers. Een voorbeeld hiervan is het Team Collegiale Ondersteuning (TCO), dat laagdrempelig ondersteuning biedt aan politiemedewerkers die een heftige gebeurtenis hebben meegemaakt. Het TCO bestaat uit politiemedewerkers die getraind zijn om gesprekken te voeren met hun collega’s. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan preventie, zoals de Gezond Werken app. In deze app zijn tips, oefeningen en achtergrondinformatie op diverse thema´s opgenomen.
Naast ondersteuning op het gebied van fysieke en mentale gezondheid, is er in het brede pakket ook aandacht voor zingeving. Bij politiemedewerkers kunnen er in en door het politiewerk existentiële en ethische vragen opkomen. Politiemedewerkers kunnen hierin worden ondersteund door de geestelijk verzorgers. De geestelijk verzorgers maken deel uit van de Veilig en Gezond Werken (VGW) teams in de eenheden en zijn toegankelijk voor alle politiemedewerkers. Dit levert een bijdrage aan duurzame inzetbaarheid en aan goed politiewerk.
Vraag 3
Waarom is er voor de krijgsmacht wel structureel geestelijke
verzorging ingebed met voldoende capaciteit en is dit bij de politie nog
altijd niet op vergelijkbare schaal gerealiseerd, terwijl beide beroepen
structureel blootstaan aan existentiële en morele belasting?
Vraag 4
Kunt u garanderen dat geestelijke verzorging bij de politie
met een beschermd beroepsgeheim en onafhankelijk van de hiërarchie is
ingericht, vergelijkbaar met geestelijke verzorging bij de krijgsmacht?
Zo nee, hoe wordt dan de vrijplaats beschermd en de noodzakelijke
vertrouwensband gewaarborgd?
Antwoord op vraag 4
Iedere politiemedewerker kan een afspraak maken met een geestelijk verzorger zonder dat hiervoor toestemming of tussenkomst van een ander, zoals een leidinggevende, nodig is. Door de geheimhoudingsplicht (art. 272 Sr.) en het verschoningsrecht (art. 218 Sv.) biedt de geestelijk verzorger een veilige plaats waar politiemedewerkers vrijuit kunnen spreken. Ook zijn de geestelijk verzorgers bevoegd zich vrij in de politieorganisatie te bewegen wanneer dit voor de uitvoering van hun functie wenselijk of noodzakelijk is. Hiermee wordt de noodzakelijke vertrouwensband met de politiemedewerker gewaarborgd.
Vraag 5
Is er sprake van een langetermijnvisie op de structurele
inbedding van geestelijke verzorging bij de politie die de vrijplaats
van geestelijke verzorging garandeert, vergelijkbaar met de structurele
inbedding bij de krijgsmacht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 3 en 5
De rollen van geestelijk verzorgers bij politie en Defensie zijn verschillend. Militairen worden over de hele wereld uitgezonden. Bij elke uitzending gaan er geestelijk verzorgers mee vanuit diverse denominaties. Dit leidt tot verschillen in inrichting en schaalgrootte ten opzichte van de politie. In tegenstelling tot uitgezonden defensiemedewerkers kunnen politiemedewerkers gebruik maken van levensbeschouwelijke en religieuze steun in hun persoonlijke netwerk en/of religieuze gemeenschap. Deze steun is beschikbaar naast de steun van de geestelijke verzorgers in de eenheden.
Bij de politie is de geestelijke verzorging structureel ingebed. Conform de afspraak in het arbeidsvoorwaardenakkoord sector politie 2018-2020 is de geestelijke verzorging uitgebreid naar 15 fte, zodat er ten minste 1 fte per eenheid beschikbaar is.