Reactie op initiatiefnota van de leden Rooderkerk en Vijlbrief over “Lezen voor je leven” (Kamerstuk 36773-2)
Initiatiefnota van de leden Rooderkerk en Vijlbrief over “Lezen voor je leven”
Brief regering
Nummer: 2025D50130, datum: 2025-12-04, bijgewerkt: 2025-12-05 09:50, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van kamerstukdossier 36773 -3 Initiatiefnota van de leden Rooderkerk en Vijlbrief over “Lezen voor je leven”.
Onderdeel van zaak 2025Z21200:
- Indiener: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-12-18 10:15: Procedurevergadering Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
|---|
| Datum | 4 december 2025 |
|---|---|
| Betreft | Reactie op initiatiefnota D66 ‘Lezen voor je leven’ |
Onderwijspersoneel en Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon |
Uw referentie 2025D31879 |
Uw referentie 2025D31879 Onze referentie 53915359 |
| Bijlagen |
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft d.d. 23 juni de initiatiefnota van de leden Rooderkerk en Vijlbrief (beiden D66) ‘Lezen voor je leven’ (Kamerstuk 36 773) ontvangen. In hun initiatiefnota roepen de leden Rooderkerk en Vijlbrief het kabinet op om maatregelen te nemen om het onderwijs te verbeteren op het gebied van: onderwijs en toetsing, leraren en schoolteams, schoolboeken en bibliotheken, publieke infrastructuur en laaggeletterdheid en overheidscommunicatie en digitale toegankelijkheid. In deze brief reageer ik, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op de inhoud van deze nota.
Net als de leden Rooderkerk en Vijlbrief vinden wij het belangrijk dat kinderen met een goede basis naar school gaan en dat ook volwassenen in Nederland goed mee kunnen doen. We zetten ons dan ook in voor een sterke, integrale meerjarige aanpak voor de verbetering van de basisvaardigheden om de geletterdheid van alle leerlingen te bevorderen. Daarom werken we hard aan de verbetering van het onderwijs en zetten extra in op lezen, schrijven en rekenen. Dat doen wij middels verschillende programma’s en trajecten, waarvan we een aantal zullen toelichten.
Onderwijs en toetsing
De oproep van de leden Rooderkerk en Vijlbrief ten aanzien van het curriculum Nederlands en toetsing sluit aan bij verschillende lopende trajecten. Zo is de oproep tot herziening van het curriculum Nederlands onderdeel van de huidige curriculumherziening. Bij deze herziening wordt gewerkt aan een actueel, concreet en ambitieus curriculum waarin taal en rekenen centraal staan. Onlangs zijn (onder meer) de definitieve conceptkerndoelen Nederlands opgeleverd.1
Daarnaast vinden er ten aanzien van de doorstroomtoets verschillende ontwikkelingen plaats die gericht zijn op de vorm, functie en inhoud van de doorstroomtoets. Hoewel op deze onderdelen verschillende onderzoeken en verkenningen plaatsvinden, worden deze in onderlinge samenhang bezien en waar nodig aangepast. Dit najaar ontvangt uw Kamer de uitkomst van de verkenning naar een stelsel met één doorstroomtoets en geven we daarmee opvolging aan de motie van het Lid Rooderkerk (D66)2. Ook ontvangt uw Kamer dit najaar informatie over de herijking van de Onderzoekskaders van de Inspectie waarmee de functie van de doorstroomtoets in het toezicht onder de loep genomen wordt.
Daarnaast wordt verkend wat mogelijke effecten zijn van de invoering van een verplichte voldoende voor het vak Nederlands. De verkenning is gestart naar aanleiding van de motie van lid Beertema c.s. (PVV) uit mei 2023.3 Uw Kamer wordt voor het einde van het jaar geïnformeerd over de resultaten van de verkenning naar de verplichte voldoende voor het vak Nederlands.
Ook vragen de initiatiefnemers om hogere verwachtingen in het onderwijs te verankeren, door het streefniveau taal tot norm te maken, ongeacht de schoolweging. Wij delen de mening dat de referentieniveaus moeten worden aangepast, zodat ze qua inhoud en structuur aansluiten op de geactualiseerde kerndoelen en examenprogramma’s. Op basis van onderzoek en gesprekken met scholen, toetsexperts, de Inspectie van het Onderwijs en andere organisaties, start SLO in 2026 met de herziening van de referentieniveaus. Een ambitieus niveau is een uitgangspunt hierbij.
Leraren en schoolteams
Net als de initiatiefnemers zijn wij van mening dat de werkdruk voor leraren verlaagd moet worden. Daarom kijken we bij nieuw beleid kritisch naar de impact op de werkvloer en mogelijke belasting. Daarnaast maken we inzichtelijker wat er van scholen verwacht wordt, zodat administreren ‘voor het geval dat’ afneemt. Ook scholen en besturen hebben een rol bij het verlagen van de werkdruk. Dat is onderdeel van het voeren van goed personeelsbeleid en oog hebben voor het ontwikkelen en behouden van personeel. Met goed personeelsbeleid verhogen we de aantrekkelijkheid van werken in het onderwijs van ondersteunend personeel tot academische leraren. Om scholen hierbij te ondersteunen werken we aan het wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid en arbeidsmarktmaatregelen. Dit wetsvoorstel verplicht besturen in het po en vo om strategisch personeelsbeleid te voeren. Daarnaast bevat het voorstel enkele arbeidsrechtelijke maatregelen om personeelstekorten tegen te gaan en te zorgen dat het onderwijs een aantrekkelijke werkplek blijft. Het blijft echter aan de scholen zelf om tot een goede mix van goed onderwijspersoneel te komen.
Schoolteams moeten volgens de initiatiefnota meer tijd krijgen om in teamverband te werken aan de leskwaliteit. De initiatiefnemers stellen voor om per 8 fulltimebanen, 40 dagen ontwikkeltijd te bieden per school, per jaar om in teamverband te werken aan leskwaliteit en vakmanschap. Dit plan kan bijdragen aan de onderwijskwaliteit, maar het kost wel geld. De extra kosten hiervan bedragen ca. € 234 miljoen voor het po en € 161 miljoen. voor het voortgezet onderwijs. In deze middelen is momenteel niet voorzien op de begroting.
Schoolboeken en bibliotheken
In hun initiatiefnota roepen de leden Rooderkerk en Vijlbrief op tot een verbod op wegwerpschoolboeken en het instellen van een keurmerk voor lesmethoden. Samen met een brede coalitie van onderwijspartners zijn we bezig met de oprichting van een kwaliteitsalliantie leermiddelen voor het funderend onderwijs. Ook wordt met het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) en SLO gewerkt aan een landelijk kwaliteitskader voor leermiddelen. Dit kader is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten én praktijkkennis, sluit aan op de vernieuwde kerndoelen en wordt op termijn onderhouden en doorontwikkeld door de beoogde kwaliteitsalliantie. Daar maken ook vakspecifieke kaders deel van uit; het recent ontwikkelde kader voor leermiddelen Taal/Nederlands is een goed eerste voorbeeld.4
Net als de schrijvers van de initiatiefnota zijn we van mening dat de schoolbibliotheek van groot belang is. De afgelopen jaren is daarom door het kabinet sterk ingezet op het belang van rijke teksten en leesplezier en zijn de middelen voor het landelijke bewezen effectieve programma de Bibliotheek op school (dBos), structureel gemaakt.5 Scholen en mbo-instellingen krijgen met dBos ondersteuning van bibliotheken om aan het leesplezier en de leesvaardigheid van leerlingen en studenten te werken.
We vinden het belangrijk dat het lesmateriaal op scholen wordt uitgebreid en leraren de mogelijkheid hebben om eigen lesmateriaal te delen en verspreiden. Daarom willen wij zorgen dat er naast het Licentie-Folio-model ook andere aanbiedingsmiddelen beschikbaar komen. Een voorbeeld hiervan is dat de onderwijskwaliteit in het funderend onderwijs door middel van het Nationaal Groeifondsprogramma Impuls Open Leermateriaal (IOL), versterkt wordt door te investeren in hoogwaardig open leermateriaal. Deze thematiek wordt meegenomen in het verdiepend onderzoek dat het ministerie van OCW samen met het ministerie van EZ hiernaar uitvoert. Uw Kamer wordt vóór de begrotingsbehandeling geïnformeerd over onder meer deze marktwerkingsvraagstukken en begin 2026 over de uitkomsten van het verdiepend onderzoek.
Publieke infrastructuur en laaggeletterdheid
Hoewel wij het belang van een taalhuis in de bibliotheek onderschrijven, is het aan gemeenten om te bepalen hoe zij de leesvaardigheid onder volwassenen willen bevorderen. Het opleggen van wettelijke of financiële verplichtingen, zoals de leden Vijlbrief en Rooderkerk voorstellen, strookt niet met het lokale karakter van een taalhuis.
Daarnaast vindt momenteel in het kader van Leven Lang Ontwikkelen een verkenning plaats naar de wenselijkheid van een publieke opdracht voor onderwijsinstellingen ten aanzien van laaggeletterdheid. De aanpak in Vlaanderen waar de schrijvers in hun initiatiefnota aan refereren, rijmt minder goed met de gedecentraliseerde infrastructuur en gemeentelijke financiering en verantwoordelijkheid op dit thema. De wettelijke taak en bijbehorende kosten voor gemeenten en andere dienstverleners om laaggeletterdheid te kunnen signaleren en doorverwijzen, waar in de initiatiefnota om gevraagd wordt, is al bij gemeenten belegd in de Wet educatie en beroepsonderwijs. Gemeenten hebben dus zelf de regie en verantwoordelijkheid voor het signaleren en doorverwijzen voor het al dan niet inzetten van middelen op het trainen van dienstverleners.
Overheidscommunicatie en digitale toegankelijkheid
We onderschrijven het belang van goede en duidelijke communicatie vanuit de overheid. Om te zorgen dat iedereen kan meedoen en de informatie die vanuit de overheid wordt verstuurd helder is, steunt het ministerie van BZK initiatieven op het terrein van begrijpelijke overheidscommunicatie, zodat overheidsdienstverlening en communicatie voor iedereen begrijpelijk is, ongeacht taalniveau en – beheersing. Begrijpelijke overheidscommunicatie wordt bij de bron aangepakt door middel van het Netwerk Direct Duidelijk en het project Duidelijke Overheidscommunicatie, in samenwerking met de VNG. Binnen dit netwerk testen overheidsorganisaties hun brieven met mensen voor wie deze bedoeld zijn. Zodoende zorgen we ervoor dat communicatie vanuit overheidsorganisaties helderder en begrijpelijker wordt.
Om de aandacht voor begrijpelijke taal minder vrijblijvend te maken, is in het conceptwetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb opgenomen dat bestuursorganen ook wettelijk verplicht worden om besluiten op een begrijpelijke manier toe te lichten.
Tot slot
Iedereen heeft recht op het beste onderwijs. Daarbij zijn lezen, schrijven en rekenen onmisbaar. We zullen ons blijven inzetten voor het verbeteren van het onderwijs en in het bijzonder voor de basisvaardigheden, om zo laaggeletterdheid tegen te gaan.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Koen Becking
Kamerstukken II 2024/25, 31332, nr. 109↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 31 293, nr. 770.↩︎
Die motie verzocht “de regering om in navolging van het advies van de Inspectie van het Onderwijs een verkenning uit te werken hoe in het voortgezet onderwijs gerealiseerd kan worden dat een voldoende voor het vak Nederlands voorwaardelijk wordt voor het behalen van een diploma (Kamerstukken II 2022/23, 31293, nr. 673).↩︎
Kwaliteitskader Leermiddelen Taal/Nederlands - Platform Samen Onderzoeken↩︎
Kamerbrief over duurzame verankering van de Bibliotheek op School | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎