Stand van zaken gevolgen gewijzigde financiële voorwaarden subsidieregeling Maatschappelijke Diensttijd 2025
Maatschappelijke diensttijd
Brief regering
Nummer: 2025D50160, datum: 2025-12-04, bijgewerkt: 2025-12-05 10:11, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van kamerstukdossier 35034 -33 Maatschappelijke diensttijd.
Onderdeel van zaak 2025Z21212:
- Indiener: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-12-18 10:15: Procedurevergadering Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
|---|
| Datum | 4 december 2025 |
|---|---|
| Betreft | Stand van zaken gevolgen gewijzigde financiële voorwaarden subsidieregeling Maatschappelijke Diensttijd 2025 |
Maatschappelijke Diensttijd Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500BJ Den Haag www.doemeemetmdt.nl |
| Contactpersoon |
Onze referentie 54889043 |
Zoals mijn ambtsvoorganger op 1 juli 2025 heeft toegezegd tijdens het plenair debat over de gewijzigde begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, informeer ik uw Kamer hierbij over:
de gevolgen van de gewijzigde financiële voorwaarden van de subsidieregeling Maatschappelijke Diensttijd (MDT) 2025; en
de gevolgen hiervan voor de volgende subsidieronde in 2026.
1. Gewijzigde financiële voorwaarden MDT 2025
Om te zorgen voor meer zekerheid over de financiële gezondheid en stabiliteit van organisaties die een MDT-subsidie krijgen, zijn de financiële voorwaarden aangescherpt in de subsidieregeling MDT 2025. Daarnaast is dit ook gedaan om misbruik en oneigenlijk gebruik van de subsidiegelden te voorkomen. Van organisaties werd in deze regeling een minimale solvabiliteit van 25% vereist en een werkkapitaal van minimaal 10% ten opzichte van het aangevraagde subsidiebedrag.
Voor een deel van de in voorgaande jaren gesubsidieerde MDT-organisaties geldt dat zij niet kunnen voldoen aan de gestelde solvabiliteitseis. Dit blijkt een groter deel dan wat er van te voren was verwacht. In gesprekken met een aantal van deze organisaties geven zij aan dat zij, bijvoorbeeld vanwege hun ANBI-status, of vanwege het feit dat zij van meerdere subsidieverstrekkers subsidies ontvangen voor het uitvoeren van verschillende projecten, beperkt zijn in het opbouwen en aanhouden van eigen vermogen. Dit heeft ertoe geleid dat deze organisaties in 2025 geen subsidie hebben aangevraagd of dat zij geen subsidie toegekend zullen krijgen. Voor een aantal van hen heeft dat tot gevolg dat zij helaas niet verder kunnen gaan met wat zij de afgelopen jaren hebben opgebouwd.
Voor een deel van deze organisaties biedt de mogelijkheid vanuit subsidieregelingen MDT 5a en MDT 2023 om budgetneutraal te verlengen hen de kans om de periode tot de eerstvolgende mogelijkheid om subsidie aan te vragen (onder de regeling MDT 2026) te overbruggen.
2. Vooruitblik op MDT 2026
Er is met een aantal van de betreffende organisaties gesprekken gevoerd om te bezien hoe we deze gevolgen in een volgende regeling kunnen ondervangen. De lessen van de MDT-regeling 2025 worden in de ontwikkeling van de subsidieregeling MDT 2026 zoveel mogelijk meegenomen. We streven naar nieuwe financiële eisen en toetsingscriteria die enerzijds meer zekerheid over de financiële gezondheid van organisaties geven en die anderzijds beter passen bij de diversiteit van het MDT-netwerk. Deze eisen en criteria moeten vanzelfsprekend voldoen aan de Rijksbrede financiële kaders. Daarnaast worden de eisen en criteria getoetst bij een aantal MDT-organisaties. Hiermee werken we aan een toetsingskader dat, naast de inhoudelijke beoordeling van subsidieaanvragen, gericht is op adequate beoordeling van de financiële gezondheid van MDT-organisaties, op basis waarvan toekenning of afwijzing plaatsvindt. De publicatie van deze regeling is gepland voor het voorjaar van 2026, met openstelling voor aanvragen tussen mei en eind juni 2026.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Koen Becking
Kamerstuk: TZ202507-072↩︎