[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kabinetsappreciatie Commissie Werkprogramma 2026

Bijlage

Nummer: 2025D50376, datum: 2025-12-05, bijgewerkt: 2025-12-05 15:48, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Kabinetsappreciatie Commissie Werkprogramma 2026 (2025D50375)

Preview document (🔗 origineel)


Kabinetsappreciatie Nieuwe Initiatieven

Commissie Werkprogramma 2026

Prioriteit 1: Een nieuw plan voor duurzame welvaart en concurrentievermogen in Europa

No. Titel (publicatiedatum) Korte beschrijving Kabinetsappreciatie Wetgevend/niet-Wetgevend
1. 28e regime voor innovatieve bedrijven (Q1 2026) Het 28e regime voor innovatieve bedrijven is een additioneel en optioneel juridisch EU-raamwerk dat het makkelijker moet maken voor ondernemingen om zich in de gehele EU te vestigen en te groeien, en de toegang tot financiering moet faciliteren. Het initiatief omvat naar verwachting in ieder geval een ondernemingsrechtelijk voorstel voor een nieuwe optionele Europese rechtsvorm. Dit zal een aanvulling zijn op bestaande nationale en internationale rechtsvormen, zoals de Nederlandse BV en de Europese SE. Het kabinet is voorstander van de ontwikkeling van een 28ste regime dat daadwerkelijk tegemoet komt aan de behoeften van belanghebbenden, zoals bedrijven en werknemers binnen de EU, en dat bijdraagt aan de versterking van de concurrentiepositie van bedrijven in de EU. Volgens het kabinet kan een aanvullend EU-raamwerk in het algemeen een kans bieden om voortgang te maken op terreinen waar nationale regelgeving in het kader van de kapitaalmarkten lastig te harmoniseren is. Een goed onderbouwde effectbeoordeling is voor het kabinet noodzakelijk om te beoordelen of de nieuwe optionele EU-rechtsvorm daadwerkelijk de belemmeringen voor het oprichten en opschalen van ondernemingen weg kan nemen en hen helpt bij het aantrekken van investeringen. In de effectbeoordeling moet daarnaast worden onderzocht of dit doel ook kan worden bereikt door reeds bestaande Europese regelgeving op het terrein van het ondernemingsrecht aan te passen of te vereenvoudigen. Uw Kamer is in maart en september jl. geïnformeerd over de Nederlandse positie.1 Wetgevend
2. Europese innovatiewet (Q1 2026) De Europese innovatiewet heeft tot doel de commercialisering van kennis en innovatieve ideeën te versterken, onder meer via gecontroleerde omgevingen waar innovatieve bedrijven nieuwe technologieën of diensten kunnen testen voordat ze volledig op de markt worden gebracht (regulatory sandboxes). De Europese innovatiewet geeft hiermee verdere invulling aan de start- en scale-up strategie. Innovatie is essentieel voor het Europese- en Nederlandse concurrentievermogen. Het kabinet kijkt daarom uit naar de IA en specifiek voorstellen om, in plaats van sectoraal, horizontale wettelijke kaders te scheppen voor experimenteerruimtes en regulatory sandboxes. Belangrijk is om de ruimte voor overheden om innovatie in sectoren met wezenlijke veiligheidsbelangen te beschermen en mogelijkheden te bieden voor participatie. Wetgevend
3. Wetgevingshandeling over overheidsopdrachten (Q2 2026) De aanbestedingsregels worden aangepast van drie richtlijnen naar één verordening. Doel is om procedures te vereenvoudigen, kwaliteit, duurzaamheid en innovatie sterker mee te wegen in aanbestedingen, en kleinere ondernemingen (zoals startups) beter toegang te geven tot publieke contracten. Het kabinet kijkt uit naar de aangekondigde herziening en vindt het belangrijk om het EU-kader voor overheidsaanbestedingen te moderniseren om geopolitieke, economische en duurzaamheid gerelateerde kwesties effectief aan te pakken. Daarbij is het belangrijk om de concurrentievoordelen op de interne markt te behouden. Dit kan worden bereikt door een grondige herziening van de richtlijnen, met een focus op verminderen administratieve lastenen flexibiliteit. Wetgevend
4. Wetgevingshandeling over geavanceerde materialen (Q4 2026) De aangekondigde Wetgevingshandeling over geavanceerde materialen zal het kader vormen voor de gehele levenscyclus van geavanceerde materialen, van onderzoek en productie tot marktintroductie, met het doel om Europa minder afhankelijk te maken van buitenlandse toeleveringsketens. Het kabinet erkent de rol die geavanceerde materialen kunnen spelen in de digitale en groene transities, en ziet de meerwaarde van een voortrekkersrol op het gebied van geavanceerde materialen voor de economische veiligheid, defensie en weerbaarheid van Europa. Het kabinet ondersteunt het bevorderen van een ecosysteem rondom geavanceerde materialen en het stimuleren van private investeringen via het bevorderen van markttoepassingen en valorisatie. Wetgevend
5. Wetgevingshandeling over Cloud- en AI-ontwikkeling (Q1 2026) Met de voorgestelde Verordening Cloud en AI Ontwikkeling (CADA) wil de Europese Commissie de ontwikkeling van de Europese Cloud infrastructuur een impuls geven. De CADA zal zich richten op vergroten van hoogwaardige en duurzame datacentercapaciteit, strategische inzet van datacenters en mogelijk definities voor commerciële soevereine Cloud proposities. Het kabinet verwelkomt de inspanningen van de Commissie rondom Cloud-ontwikkeling en is van mening dat de CADA moet bijdragen aan voldoende duurzame datacentercapaciteit in Europa, zonder de rol van Nederland als datacenterknooppunt te schaden. De CADA zou daartoe uniforme Europese standaarden voor duurzame datacenters ontwikkelen. Ook moet de CADA bijdragen aan een goedwerkende Cloud markt, o.a. door het stimuleren van federatieve Europese Cloud alternatieven die integratie van diverse aanbieders bevorderen. Ten slotte moeten er duidelijke definities en principes komen voor soevereine Cloud proposities van commerciële Cloud providers en ‘highly critical use cases’ voor clouddiensten worden vastgesteld. Wetgevend
6. Chipsverordening (Q1 2026) De aangekondigde Chipsverordening zal specifiek aandacht hebben voor onderwerpen als investeringen, weerbaarheid, talent, en ondersteuning voor de gehele waardeketen. Het kabinet kijkt uit naar de herziening van de Chipsverordening,2 waar de aanbevelingen uit het Draghi rapport3 in kunnen worden meegenomen. Wat het kabinet betreft moet een nieuwe Chipsverordening Europa’s huidige kwetsbaarheden adresseren, effectief reageren op geopolitieke, technologische, en duurzaamheidsuitdagingen en huidige en aankomende marktkansen benutten. Wetgevend
7. Centrum voor kritieke grondstoffen (Q2 2026) Om de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen te versterken, doet de Commissie een voorstel voor de opzet van een centrum waarin gezamenlijke inkoop, voorraadvorming, kennisvorming & financiering van grondstoffen worden gefaciliteerd. Het kabinet acht het versterken van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen van belang, zoals ook blijkt uit de Nationale Grondstoffenstrategie.4 De inspanningen van de Commissie om de leveringszekerheid te vergroten, zijn daarbij welkom. Wetgevend
8. Wetgevingshandeling over de Europese onderzoeksruimte (Q3 2026) De Wetgevingshandeling over de Europese onderzoeksruimte beoogt het vrije verkeer van kennis en innovatie binnen de EU (de ‘vijfde vrijheid’) te bewerkstelligen door de versnipperde regelgeving, ongelijke investeringen in onderzoek en innovatie, en verdere belemmeringen voor het delen van kennis tegen te gaan. Het kabinet verwelkomt de ambitie om fragmentatie tussen verschillende onderzoeks- en innovatiesystemen te verminderen. Er zijn nog steeds significante obstakels voor o.a. bi- en multilaterale samenwerking, mobiliteit van onderzoekers, en toegang tot data en infrastructuur. De wetgeving inzake de Europese Onderzoeksruimte is daarbij een goed instrument om de uitdagingen aan te pakken. Het kabinet zal zich in het bijzonder inzetten voor de bescherming van academische vrijheid in de wetgeving. Wetgevend
9. Wetgevingshandeling over biotechnologie II (Q3 2026) De toekomstige Wetgevingshandeling over biotechnologie II zal naar waarschijnlijkheid een reeks maatregelen bevatten om een gunstig klimaat te creëren voor een versnelde transitie van biotechnologische producten van het laboratorium naar de markt. Tegelijkertijd is er oog voor het handhaven van veiligheidsnormen ter bescherming van het milieu en de bevolking. Het kabinet kijkt uit naar de opkomende Wetgevingshandeling over biotechnologie II. Het kabinet pleit voor een brede reikwijdte en een integrale benadering, waarbij onder meer de medische en farmaceutische, agri-food, industriële toepassingen en dwarsdoorsnijdende thema’s zoals concurrentiekracht, veiligheid en kennisontwikkeling in samenhang worden bekeken en aangepakt. Daarnaast zet het kabinet in op het versterken van concurrentiekracht en een toekomstgericht en veerkrachtig regelgevend kader binnen de EU. Wetgevend
10. Wetgevingshandeling over kwantumcomputing (Q2 2026) Om de strategische, technologische en economische positie van kwantumtechnologie te versterken, presenteert de Commissie een Wetgevingshandeling over kwantumcomputing. De wetgevingshandeling moet gerichte maatregelen ter stimulering van kwantum presenteren, met aandacht voor investeringen, weerbaarheid, talent, en ondersteuning voor de gehele waardeketen. Het kabinet kijkt uit naar de Wetgevingshandeling over kwantumcomputing. Het kabinet is van mening dat een nieuwe Wetgevingshandeling over kwantumcomputing de huidige kwetsbaarheden van Europa moet adresseren, effectief moet reageren op geopolitieke, technologische, en duurzaamheidsuitdagingen en huidige en aankomende marktkansen moet benutten. Wetgevend
11. Wetgevingshandeling over circulaire economie (Q3 2026) De Wetgevingshandeling over circulaire economie moet de vraag en aanbod van circulaire, duurzame, producten vergroten en afhankelijkheden van derde landen verkleinen. De wetgevingshandeling gaat naar verwachting samen met enkele herzieningen van wetgeving, zoals de Kaderrichtlijn Afvalstoffen en de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)-Richtlijn. Met deze wetgevingshandeling wil de Commissie de EU positioneren als wereldleider in de circulaire economie in 2030. De Wetgevingshandeling over circulaire economie werd eerder aangekondigd in de Clean Industrial Deal (CID). Het kabinet steunt de inzet voor een Wetgevingshandeling over circulaire economie. Met het beter hergebruiken en recyclen van grondstoffen en het creëren van een interne markt voor secundaire grondstoffen, incl. kritieke materialen, wordt Europa schoner en duurzamer en kunnen bijvoorbeeld belangrijke grondstoffen in Europa worden verwerkt en hergebruikt. Het kabinet zal daarom inzetten op een sterke en effectieve Wetgevingshandeling over circulaire economie en gerelateerde voorstellen, die passen bij een eerlijk mondiaal speelveld en de daarbij horende internationale afspraken. Hiermee komen we ook tegemoet aan de wensen van Nederlandse bedrijven om daadwerkelijk één Europese interne markt te creëren voor de circulaire economie en te werken naar een toekomstbestendige en duurzame economie. Wetgevend
12. Europese productwetgeving
12a Actualisering van het nieuwe wetgevingskader voor productvoorschriften (Q3 2026) Met het voorstel voor nieuwe Europese productwetgeving wil de Commissie het Europese raamwerk voor regels over de veiligheid en kwaliteit van producten moderniseren en samenvoegen. De Europese productwetgeving bundelt bestaande regels over normalisatie, conformiteitsbeoordeling (CE-markering), accreditatie en markttoezicht. Het doel van het voorstel is het toekomstbestendig maken van de Europese productregels en het aanpakken van een aantal uitdagingen, zoals de toename van niet-conforme producten uit derde landen en de lange doorlooptijden bij het ontwikkelen van Europees geharmoniseerde nomen. Het kabinet verwelkomt de modernisering van de EU-regels over producten en vindt het positief dat de Commissie aandacht heeft voor de samenhang tussen de verschillende wetgevende kaders. De nieuwe Europese productwetgeving moet zorgen voor een gelijker speelveld voor Europese bedrijven en een betere bescherming van consumenten. Het kabinet zal er ook op toezien dat dit leidt tot een verdere versimpeling van de productregelgeving, met behoud van de doelen op productveiligheid en verduurzaming, en dat de regels uniform worden toepast op de interne markt. Wetgevend
12b Actualisering van de regels inzake markttoezicht en conformiteit van producten (Q3 2026) European Product Act is samengevoegd, zie nr. 12 European Product Act is samengevoegd, zie nr. 12 Niet-wetgevend
12c Actualisering van de regels inzake standaardisering (Q3 2026) European Product Act is samengevoegd, zie nr. 12 European Product Act is samengevoegd, zie nr. 12 Wetgevend
13. EU-wetgevingshandeling over bezorgdiensten – geactualiseerde regels inzake postdiensten (Q3 2026) De EU-wetgevingshandeling over bezorgdiensten betreft een herziening van wetgeving met regels om pakket- en postdiensten binnen de EU beter functionerend, aantrekkelijker en innovatiegerichter te maken. Bijvoorbeeld door in te zetten op digitalisering, grensoverschrijdende leveringen en een gelijk speelveld voor bedrijven. Het kabinet kijkt uit naar modernisering van de Postrichtlijn en Pakketverordening, voor zover deze meer ruimte geeft aan lidstaten voor de invulling, met name gelet op het dalende briefvolume. Het is geen voorstander van regulering van de pakketmarkt, omdat deze voorziet in diensten van goede kwaliteit tegen concurrerende prijzen. Het kabinet is evenmin voorstander van sectorspecifieke regels voor de postsector over duurzaamheid. Horizontale kaders voorzien hier al in. Wetgevend
14. Actieplan voor elektrificatie, met inbegrip van verwarming en koeling (Q1 2026) Het Elektrificatie Actieplan heeft als doel het gebruik van schone elektriciteit in verschillende sectoren, industrie, transport en gebouwen, te bevorderen. Het plan richt zich op het verbeteren van de randvoorwaarden voor elektrificatie, zoals infrastructuur, flexibiliteit, prijssignalen en innovatie. Het kabinet is positief over het voornemen om elektrificatie in verschillende sectoren te versnellen door de belangrijkste belemmeringen aan te pakken. Het kabinet onderschrijft het belang van elektrificatie als een efficiënte en toekomstbestendige route naar verduurzaming. Het kabinet vraagt daarbij specifiek om aandacht voor het creëren van de juiste randvoorwaarden voor elektrificatie, waaronder het terugdringen van netcongestie. Niet-wetgevend
15. Versterking van de energiezekerheid (Q1 2026) Dit pakket betreft een herziening van het EU-raamwerk voor leveringszekerheid van gas en elektriciteit. Het voorstel omvat naar verwachting een herziening van de Gasleveringszekerheidsverordening en de Verordening Risicoparaatheid in de Elektriciteitssector. Doel is de energiezekerheid van de Unie te versterken, zodat het Europese energiesysteem voldoende veilig en veerkrachtig is. Het kabinet steunt het streven van de Commissie om de Europese energiezekerheid te versterken. Het kijkt daarom uit naar de aangekondigde herziening van de Leveringszekerheidsverordening voor Gas en de Verordening Risicoparaatheid in de Elektriciteitssector. Wetgevend
16. Actualisering van de governance van de energie-unie en klimaatactie, met inbegrip van de uitfasering van subsidies voor fossiele brandstoffen (Q4 2026) De Commissie werkt aan een actualisering van de Governance-Verordening voor de Energie-Unie en Klimaatactie, gericht op het versnellen van de afbouw van fossiele brandstofsubsidies. Dit voorstel zal het bestaande kader voor het Integraal Nationaal Energie en Klimaatplan (INEK) versterken en zorgen voor meer transparantie bij de uitvoering van klimaatdoelen. EU lidstaten zullen worden aangespoord om duidelijke tijdspaden vast te stellen voor het beëindigen van fossiele subsidies en de middelen te heroriënteren naar hernieuwbare energie, innovatie en energie-efficiëntie. Het kabinet kijkt uit naar de herziening van de governance van de energie-unie en klimaatactie en steunt de doelstelling om fossiele subsidies versneld af te bouwen. Het kabinet pleit hierbij voor een gelijk speelveld binnen de EU, waarbij afbouwplannen realistisch en uitvoerbaar blijven. Het kabinet hecht aan behoud van nationale beleidsruimte om transitiesectoren te ondersteunen, mits in lijn met de Europese klimaatdoelen en de Fit-for-55-doelstellingen. Wetgevend
17. Pakket energie-unie voor het komende decennium
17a Ontwikkeling van de CO2-vervoersinfrastructuur en -markten (Q3 2026) Dit wetsvoorstel is gericht op het versnellen van de ontwikkeling van CO₂-transport- en opslagnetwerken, CC(U)S voor industriële sectoren die moeilijk te verduurzamen zijn. Het doel is een competitieve Europese markt voor CO₂-opslag en transport te creëren, daarmee bijdragend aan de klimaatneutraliteit in 2050. Het kabinet is positief over het voorstel voor een Europees kader voor CO₂-markten en infrastructuur. Het kabinet steunt de ontwikkeling van een geïntegreerde, kosteneffectieve en veilige CO₂-waardeketen die investeringen in afvang, transport en opslag stimuleert. Daarbij is van belang dat regelgeving projecten niet vertraagt, bestaande initiatieven beschermt en ruimte laat voor verschillende marktmodellen. Wetgevend
17b Opzetten van het kader voor energie-efficiëntie (Q3 2026) De Commissie werkt in 2026 aan het opzetten van een kader voor energie-efficiëntie voor na 2030. Dit voorstel zal naar verwachting voortbouwen op de herziene Richtlijn voor Energiebesparing (EED)5 van oktober 2023. Het kabinet onderschrijft het belang van energiebesparing en het principe ‘energy-efficiency first’, ook na 2030. Energiebesparing betekent een lagere energierekening, verbetering van onze strategische autonomie en een positieve bijdrage aan de klimaatdoelen. Bovendien helpt een lager elektriciteitsgebruik om netcongestie te verminderen. Wetgevend
17c Opzetten van het kader voor hernieuwbare energie (Q3 2026) De Commissie werkt in 2026 aan het opzetten van een kader voor hernieuwbare energie voor na 2030. Dit voorstel zal naar verwachting voortbouwen op de herziene Richtlijn voor Hernieuwbare Energie (RED) van 2023. Om klimaatverandering tegen te gaan, dient ons energiesysteem ver voor 2050 klimaatneutraal te zijn. Het kabinet onderschrijft daarom het belang van de uitrol van schone energieopwekking en -gebruik en een passend kader voor na 2030. Wetgevend
18. Omnibus ter vereenvoudiging van de wetgeving inzake energieproducten (Q2 2026) De Commissie bereidt een omnibusvoorstel voor om de EU-regelgeving voor energieproducten te vereenvoudigen. Het voorstel zal bestaande regels, zoals die over energie-etikettering en eco-design, stroomlijnen en beter op elkaar afstemmen. Doel is om administratieve lasten voor bedrijven te verminderen en de energieprijzen te verlagen. Het kabinet ondersteunt de vereenvoudiging van EU-regelgeving. Het kabinet pleit voor regelgeving die de duurzaamheid en energieprestaties van producten bevordert, maar administratieve lasten vermindert. Wetgevend
19. Klimaatpakket voor het komende decennium
19a Herziening van de nationale streefcijfers en flexibiliteit in het EU-klimaatbeleidskader (Q4 2026) Deze herziening actualiseert de nationale doelstellingen voor niet-ETS-emissies en herbekijkt de flexibiliteitsmechanismen tussen lidstaten. Daarmee wordt de bijdrage van elke lidstaat beter afgestemd op de EU-doelen voor 2040. Het kabinet onderschrijft het belang van goede afstemming voor nationale klimaatdoelen voor 2040. Het kabinet pleit voor ambitieuze, maar haalbare doelstellingen en behoud van voldoende flexibiliteit om kosteneffectieve emissiereducties te realiseren binnen nationale omstandigheden. Wetgevend
19b Actualisering van het EU-emissiehandelssysteem voor maritiem vervoer, luchtvaart en vaste installaties en de marktstabiliteitsreserve (Q3 2026) Het voorstel zal het Emissie Handelssysteem (ETS) voor maritieme en luchtvaartsectoren en het marktstabiliteitsreserve bijwerken. Het voorstel zal bijdragen aan een stabiel en kostenefficiënt emissie reductie pad richting klimaatneutraliteit. Het kabinet ziet de evaluatie van de werking van het EU ETS voor maritiem, luchtvaart en vaste installaties en de versterking van de marktstabiliteitsreserve graag tegemoet. Het kabinet zet in op een robuust, transparant en goed functionerend emissiehandelssysteem dat bijdraagt aan een kosteneffectieve route naar klimaatneutraliteit. Wetgevend
20. Europees geïntegreerd kader voor klimaatbestendigheid (Q4 2026) De Commissie is voornemens een breed integraal kader en actieplan te publiceren, gericht op ondersteuning van de EU-lidstaten bij het vergroten van hun weerbaarheid op het gebied van klimaatverandering. De Commissie wil daarbij inzetten op een grotere paraatheid, het baseren van beleid en uitvoering op wetenschappelijk onderbouwde risicobeoordelingen en meer grensoverschrijdende samenwerking. Het voornemen bouwt daarmee voort op de Europese Klimaatrisico Analyse uit 2024 en de Mededeling van de Commissie betreffende beheersing van klimaatrisico’s.6 Het kabinet verwelkomt de inspanningen van de Commissie om de EU en haar lidstaten beter bestand te maken tegen de risico’s die veranderingen in het klimaat met zich mee brengt. Het kabinet verwelkomt daarbij in het bijzonder dat de Commissie daarbij zoekt naar oplossingen die gelijktijdig de concurrentiepositie van de EU vergroten. Het kabinet blijft er wel scherp op letten dat het mogelijk blijft rekening te houden met locatie specifieke omstandigheden, aangezien klimaatadaptatie veelal lokaal maatwerk vereist. Daarnaast zal het kabinet inzetten op vermindering van de administratieve lasten, met name waar het de rapportage aan de EU betreft. Wetgevend en Niet-wetgevend
21. Europese strategie voor duurzaam toerisme (Q2 2026) De Commissie is voornemens een Europese strategie te publiceren om duurzaam toerisme in de lidstaten aan te jagen. Het kabinet kijkt uit naar de strategie. De prioriteiten uit de strategie zijn in lijn met de prioriteiten van het kabinet voor duurzaam toerisme. Niet-wetgevend
22. Omnibus over belastingen (Q2 2026) In het kader van de versterking van het concurrentievermogen van de EU is de Commissie over de gehele linie bezig om te bezien of de huidige EU wetgeving versimpeld kan worden. Deze beoordeling vindt ook plaats t.a.v. de huidige fiscale richtlijnen, bijvoorbeeld op het gebied van informatie-uitwisseling en de bestrijding van fiscaal misbruik. De versimpelings-voorstellen t.a.v. al deze richtlijnen zullen in deze omnibus gepubliceerd worden. Het kabinet steunt het uitgangspunt om de bestaande regelgeving goed tegen het licht te houden, deze efficiënter te laten verlopen en meer aan te laten sluiten op de praktijk. Daarbij is van belang dat de doelstellingen van deze wetgeving, zoals bijvoorbeeld het tegengaan van belastingontwijking, niet uit het oog worden verloren. Het zal dus gaan om het vinden van de juiste balans. Wetgevend
23. Actualisering van de regels inzake aandeelhoudersrechten (Q4 2026) In het kader van de Kapitaalmarktunie beziet de Commissie of belemmeringen voor grensoverschrijdend ondernemen en investeren kunnen worden weggenomen. Het kabinet acht een diepere en meer diverse kapitaalmarkt van belang. Meer grensoverschrijdende investeringen bevorderen concurrentie en vergroten de financieringsopties van bedrijven in alle lidstaten, ook in Nederland. Het kabinet onderschrijft dan ook dat de Commissie beziet of belemmeringen voor grensoverschrijdend ondernemen en investeren kunnen worden weggenomen en kijkt uit naar voorstellen tot aanpassing van de Richtlijn Aandeelhoudersrechten daartoe. Wetgevend
24. Actualisering van de verordening Europese durfkapitaalfondsen (Q3 2026) In het kader van de spaar- en investeringsunie is de Commissie bezig om regelgeving voor Europese durfkapitaalfondsen te verbeteren door het gebruik van het European Venture Capital (EuVECA)-label aantrekkelijker te maken. In het kader van de spaar- en investeringsunie is het kabinet voorstander van maatregelen die bijdragen aan een diepere en meer diverse kapitaalmarkt. Durfkapitaal is daarbij specifiek van belang voor de opschaling van jonge, innovatieve bedrijven. Het kabinet verwelkomt dan ook het voornemen van de Commissie om regelgeving voor Europese durfkapitaalfondsen te verbeteren door het gebruik van het EuVECA-label aantrekkelijker te maken. Het kabinet ziet uit naar de concrete voorstellen van de Commissie. Wetgevend
25. Actualisering van de procedureregels in antitrustzaken (Q3 2026) Het antitrust procedurele raamwerk vormt het huidige procedurele kader voor de toepassing van de EU-mededingingsregels, namelijk de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de EU. Op basis van een evaluatie in 2024 zal het kader herzien worden zodat de regelgeving fit for purpose blijft. Het kabinet benadrukt het belang van effectieve concurrentie en goede werking van markten als belangrijke voorwaarde voor innovatie en een betere prijs/kwaliteit verhouding van producten en diensten. Goede samenwerking en afstemming tussen de Commissie en nationale mededingingsautoriteiten bij de toepassing van het Europese mededingingsinstrumentarium is hiervoor onontbeerlijk. Wetgevend
26. Mededeling over betere regelgeving (Q2 2026) Deze mededeling raakt aan de jaarlijkse uitvoerings- en vereenvoudigingscyclus om de regeldruk voor burgers, ondernemingen en overheden in de EU te verminderen en het beleid en de wetgeving van de EU te vereenvoudigen, te verbeteren en sneller uitvoerbaar te maken. Het kabinet kijkt uit naar de aangekondigde Mededeling over Betere Regelgeving. Het kabinet hecht belang aan kwalitatief goede, uitvoerbare en handhaafbare EU-regelgeving met zo min mogelijk regeldruk. Niet-wetgevend


Prioriteit 2: Een nieuw tijdperk voor Europese defensie en veiligheid

No. Titel (publicatiedatum) Korte beschrijving Kabinetsappreciatie Wetgevend/niet-Wetgevend
27. Vereenvoudiging van overheidsopdrachten op defensie- en veiligheidsgebied (Q3 2026) De Commissie werkt aan een voorstel voor de herziening van de Richtlijn Aanbestedingen op Defensie en Veiligheidsgebied (Richtlijn 2009/81/EG). Deze herziening is aangekondigd in het Witboek Europese Defensiegereedheid 2030. Het wordt voorzien dat deze herziening de Defence Readiness Omnibus opvolgt, dat tevens aanpassingen aan bovenstaande richtlijn bevat. Het kabinet kijkt uit naar de herziening van de Richtlijn Aanbestedingen op Defensie en Veiligheidsgebied (Richtlijn 2009/81/EG). De verslechterde veiligheidssituatie vergt, zowel binnen Nederland als Europa, grote investeringen in de gereedstelling van de krijgsmacht. Het kabinet hecht daarom groot belang aan een aanbestedingsregime dat het op versnelde wijze doen van deze investeringen mogelijk maakt, zonder de achterliggende principes van de aanbestedingswetgeving uit het oog te verliezenen met oog voor de industriële Nederlandse belangen. Wetgevend
28. Programma voor een kwalitatieve militaire voorsprong (Q1 2026)

Onderdeel van de versterking van de Europese defensiegereedheid is de versterking van Oekraïne. In dat kader zal de Commissie een programma voorstellen om Oekraïne te voorzien van superieur militair materieel. Naar verwachting zal een reparatielening op basis van de bevroren

Russische Centrale Banktegoeden hier onderdeel van zijn.

Het kabinet blijft Oekraïne politiek, militair en financieel actief en onverminderd steunen in tijden van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is. Het kabinet benadrukt het belang van de militaire en niet-militaire steun, inclusief voldoende en voorspelbare begrotingssteun. Het kabinet staat open voor het initiatief van de Commissie voor reparatieleningen. Het is van belang dat de steun aan Oekraïne ook aansluit op de noden van Oekraïne en niet aan strikte EU-criteria moet voldoen. -
29. Mededeling over de eengemaakte markt voor defensie: Technologische basis van de EU die klaar is voor de toekomst (Q1 2026) De Commissie stelt dat voor het waarborgen van de Europese veiligheid het essentieel is dat er een geïntegreerde Europese defensie interne markt ontstaat met geëuropeaniseerde toeleveringsketens. De Commissie is daarom voornemens hierover een mededeling te publiceren. Het is op moment van schrijven nog onduidelijk wat de mededeling precies zal bevatten en of er wetgeving zal worden aangekondigd.   Het kabinet streeft naar een gelijk speelveld met open, geëuropeaniseerde defensietoeleveringsketens, ruimte voor innovatie en concurrentie, en instrumenten die grensoverschrijdende samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen stimuleren. Verregaande consolidatie moet worden voorkomen; want het is van belang dat ook start- en scale-ups en het MKB volwaardig kunnen deelnemen en bijdragen aan versterking van de Europese Defence Technological and Industrial Base (EDTIB). Niet-wetgevend
30. Europese ruimteschild – actieplan (Q2 2026) Het Europese ruimteschild – actieplan heeft als doel een uitgebreid Europees systeem van ruimtecapaciteiten op te zetten en te beschermen. Het ruimteschild is één van de vier ‘flagship-projecten’ die gepresenteerd werden in de Roadmap Defence Readiness op 16 oktober jl. De aangekondigde routekaart betreft de implementatie-agenda van het Witboek Europese Defensiegereedheid 2030. Het kabinet hecht groot belang aan de implementatie van het Witboek op de Europese Defensiegereedheid. Ten aanzien van de vier vlaggenschipprojecten, onderdeel van de routekaart, benadrukte het kabinet dat deze in lijn moeten zijn met de Capability Development Priorities en de negen Prioritised capability Area’s (PCA’s). Zoals dit bij het Europese ruimteschild – actieplan ook het geval is. Niet-wetgevend
31. Versterking van Frontex (Q3 2026) De Commissie zal een herziening van het mandaat van Frontex voorstellen, waarbij het huidige mandaat van Frontex verder wordt aangescherpt en mogelijk uitgebreid. Het kabinet is in beginsel positief t.a.v. de herziening van de Frontex Verordening. Frontex is essentieel voor de veiligheid en migratiebeheer binnen het Schengengebied ter ondersteuning van de lidstaten. De focus van de herziening moet volgens het kabinet liggen op de versterking van het mandaat op het gebied van extern grensbeheer en terugkeer. Daarnaast moeten de mogelijkheden voor samenwerking met derde landen worden vergroot. Wetgevend
32. Digitalisering van terugkeerprocedures (Q3 2026) Het voorstel bouwt voort op het eerdere voorstel van Commissie van maart 2025 voor een Verordening inzake een gemeenschappelijk Europees terugkeersysteem.7 Het voorstel zal regels bevatten over de digitalisering van het terugkeerproces in Europa. Het kabinet is in beginsel positief t.a.v. een voorstel voor digitalisering van het terugkeerproces. Wel wijst het kabinet op het risico voor verzwaring van de uitvoeringslasten en de samenhang met de lopende onderhandelingen over het voorstel voor een Terugkeerverordening en de versterking van Frontex. Wetgevend
33. Strategie voor de bestrijding van mensenhandel (Q2 2026) De Commissie stelt een strategie op over het tegengaan van mensenhandel. De strategie bouwt voort op de eerdere strategie van 2021-2025 met een brede reeks maatregelen. Het kabinet verwelkomt de strategie. Het is van belang om de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van mensenhandel verder te versterken zodat daders beter aangepakt kunnen worden en slachtoffers beter beschermd kunnen worden. Niet-wetgevend
34. Voorstel betreffende maatregelen tegen vervoerders die mensenhandel of migrantensmokkel faciliteren of zich daarmee inlaten in verband met illegale binnenkomst op het grondgebied van de Europese Unie De Commissie stelt sancties voor tegen mensensmokkelaars en mensenhandelaars om hun tegoeden te bevriezen, hun bewegingsvrijheid en winsten te beperken. Het tegengaan van mensensmokkelen is van essentieel belang om irreguliere migratie naar het Schengengebied en secundaire migratie binnen het Schengengebied te verminderen. -Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Commissie inzake de aanpak van vervoersbedrijven, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, die mensensmokkel en mensenhandel via, lucht, zee of land faciliteren. Het kabinet heeft eerder al gepleit voor het mogelijke gebruik van sancties om mensensmokkel effectief te ontwrichten. Het kabinet ziet de voorstellen op dit punt dan ook positief tegemoet Wetgevend
35. Gemoderniseerde regels ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (Q3 2026) Het voorstel herziet de regels tegen georganiseerde misdaad om ze te moderniseren en effectiever te maken. Het richt zich op het ontmantelen van criminele netwerken met een focus op grensoverschrijdende samenwerking en het verbeteren van opsporingstechnieken. Naar verwachting herziet het voorstel Kaderbesluit 2008/841/JHA8 betreffende de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Het kabinet ziet risico’s in een herziening van het juridisch kader tegen georganiseerde criminaliteit. Het kabinet wijst erop dat de verdere harmonisering van de juridische definitie van georganiseerde criminaliteit en speciale onderzoekstechnieken de effectiviteit van nationale systemen en de slagvaardigheid van uitvoeringsorganisaties zou kunnen belemmeren, gezien de verschillen tussen lidstaten in rechtssystemen, jurisprudentie, wetgeving en procedures. Wetgevend
36. Versterking van Europol (Q2 2026) De Commissie stelt een herziening van het mandaat van Europol voor waarbij een verdere versterking van de expertise en capaciteit van Europol wordt voorzien. Het kabinet wil graag in EU-verband samenwerken om (georganiseerde) criminaliteit en terrorisme effectief te bestrijden en Europol is een belangrijke partner daarbij. Essentieel is dat Europol altijd in goed overleg met de nationale politiediensten en vooral met behoud van nationale zeggenschap over de onderzoeken die het start blijft werken. Nederland ziet ruimte voor Europol om binnen het bestaande mandaat verder te optimaliseren. Ten aanzien van de huisvesting van Europol zal het kabinet in gesprek gaan over een heroverweging van de financieringsafspraken tussen Europol en Nederland als gastland. Wetgevend
37. Opzetten van een Europees systeem voor kritieke communicatie (Q3 2026) Het voorstel ziet op de oprichting van een Europees systeem voor kritieke communicatie om de kritieke communicatiesystemen van de EU-lidstaten aan elkaar te verbinden en zo de capaciteit van de EU om te reageren op crises, te versterken Het kabinet staat positief tegenover het initiatief van de Commissie om een Europese standaard te introduceren voor de nationale, missie-kritische communicatienetwerken van de toekomst, waardoor hulpdiensten beter grensoverschrijdend kunnen samenwerken. Wetgevend


Prioriteit 3: Mensen ondersteunen, onze samenlevingen versterken en ons sociaal model verbeteren

No. Titel (publicatiedatum) Korte beschrijving Kabinetsappreciatie Wetgevend/niet-Wetgevend
38. Initiatief inzake kortetermijnverhuur (Q2 2026) In haar State of the Union-toespraak van 2025 kondigde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen aan dat de Commissie van plan is een wetgevingsinitiatief te presenteren over korte termijn verhuur. Het doel is om de aanhoudende lacunes in de regelgeving en de uitdagingen in deze snelgroeiende sector aan te pakken. Korte termijn verhuur wordt genoemd als een onderdeel van de oplossing om de woningcrisis aan te pakken. Het kabinet kijkt uit naar de concrete voorstellen die zien op het initiatief inzake korte termijn verhuur, met name daar waar het gaat om de samenhang met andere wetten zoals de Verordening Korte Termijn Verhuur en datadeelplicht die in april 2024 is gepubliceerd. Wetgevend en Niet-wetgevend
39. Wetgevingshandeling over bouwdiensten (Q4 2026) De Commissie wil de bouwsector ondersteunen door de arbeidsmobiliteit van bouwpersoneel te vergroten. Dit wil de Commissie bereiken door obstakels weg te nemen, bijvoorbeeld door middel van uniformering van certificaten of andere bewijzen van kwalificatie en een betere toepassing van digitalisering. In de bouwsector zijn veel Europese werknemers actief. Uniformering kan de lasten voor bouwende partijen verlagen. Het kabinet steunt het doel om administratieve lasten te verminderen. Het zal in de behandeling van dit voorstel kritisch zijn op dat het voorstel de Nederlandse bouwsector ten goede komt en het huidige beschermingsniveau van werknemers in de bouwsector gewaarborgd blijft. Wetgevend
40. Strategie voor ultraperifere gebieden (Q1 2026) In deze (terugkerende) strategie presenteert de Commissie de belangrijkste beleidsprioriteiten voor de ultraperifere gebieden conform art. 349 VWEU. Het kabinet kan de aankondiging voor kennis aannemen, want het heeft geen overzeese gebieden die zich kenmerken als ultraperifere gebieden (o.a. Guadeloupe, Martinique, Mayotte, Réunion, de Azoren, Madeira en de Canarische eilanden). Niet-wetgevend
41. Mededeling over de oostelijke grensregio’s (Q1 2026) In het kader van het cohesiebeleid presenteert de Commissie een strategie gericht op de regio’s aan de oostgrens van de EU. Het kabinet ziet de aangekondigde strategie met belangstelling tegemoet en zal deze na publicatie nader bezien. Het kabinet is van mening dat toekomstig Cohesiebeleid zich dient te blijven richten op convergentie en concurrentiekracht. Niet-wetgevend
42. Mededeling over eiland- en kustgemeenschappen (Q2 2026) In het kader van het cohesiebeleid presenteert de Commissie een strategie gericht op de kustgebieden van de EU. Het kabinet ziet de aangekondigde strategie met belangstelling tegemoet. Het kabinet is van mening dat toekomstig Cohesiebeleid zich dient te blijven richten op convergentie en concurrentiekracht. Niet-wetgevend
43. Wetgevingshandeling over hoogwaardige banen (Q4 2026) De Commissie kondigt een wet aan om kwaliteitsbanen te garanderen, met aandacht voor fatsoenlijke lonen en arbeidsomstandigheden, hoge normen voor gezondheid en veiligheid en vaardigheden. Het kabinet kijkt met interesse naar de uitwerking van dit initiatief. Kwalitatief goed werk, door goede bescherming van werkenden op het gebied van gezonde en veilige werkomstandigheden en de ontwikkeling van vaardigheden, draagt bij aan het versterken van de capaciteiten van onze beroepsbevolking en is daarmee een investering in menselijk kapitaal en het concurrentievermogen. Wetgevend
44. Onderwijspakket
44a Europese schoolallianties en steunregeling voor basisvaardigheden (Q3 2026) De Commissie wil de basisvaardigheden van EU-burgers bevorderen, en stelt een Actieplan Basisvaardigheden voor met onder andere een steunregeling voor basisvaardigheden. Gericht op mobiliteit en de uitwisseling van vaardigheden stelt de Commissie daarnaast een proefproject voor allianties tussen Europese scholen voor. De in het EU-actieplan voorgestelde maatregelen voert het kabinet zelf al grotendeels uit met de inzet op basisvaardigheden in zowel het funderend als het beroepsonderwijs, waardoor op dit moment niet voor de hand ligt om deze nationale aanpak aan te vullen door deel te nemen aan een (pilot voor) het EU-ondersteuningsmechanisme. Verder is er nog veel onduidelijkheid over de Schoolallianties in het funderend onderwijs en bestaan er met name vragen over de meerwaarde hiervan. Niet-wetgevend
44b Routekaart voor de toekomst van digitaal onderwijs en digitale vaardigheden 2030 (Q3 2026) De 2030 Routekaart voor de toekomst van digitaal onderwijs en vaardigheden is de herziening van het EU Actieplan digitaal onderwijs (DEAP) 2021-2027.9 Naar verwachting zal er in de Routekaart 2030 aandacht zijn voor digitale vaardigheden, digitale- en mediageletterdheid, verantwoord gebruik van AI, stimuleren van Europese Onderwijstechnologie (EdTech) en het borgen van een robuust digitaal ecosysteem. Het kabinet kijkt uit naar de Routekaart als het nieuwe leidende beleidskader op het gebied van digitaal onderwijs en vaardigheden. Het kabinet ziet graag dat er in de nieuwe Routekaart aandacht wordt gegeven aan een aantal nieuwe prioriteiten, zoals de stimulering van alternatieven voor EdTech toepassingen, het bevorderen van standaardisatie en interoperabiliteit en het beschermen van privacy, naast bestaande acties op het gebied van AI. Hierbij wordt ervoor gewaakt dat activiteiten in de Routekaart op gespannen voet kunnen staan met de beperkte EU-bevoegdheden op het gebied van onderwijs en opleidingen, en dat synergie met Europese wetgeving en beleid wordt gewaarborgd. Niet-wetgevend
45. Pakket arbeidsmobiliteit
45a Voorstel voor een Europese socialezekerheidskaart (Q3 2026) Het voorstel voor een EU sociale zekerheidspas (ESSPASS) beoogt een digitale pas in te voeren waarmee werknemers en zelfstandigen in de EU gemakkelijk hun socialezekerheidsrechten en -bijdragen grensoverschrijdend kunnen aantonen en beheren. De ESSPASS heeft de potentie om handhaving van sociale zekerheidsrechten te bevorderen, doordat snel over de grenzen heen kan worden nagegaan of de digitale documenten geldig zijn en of er wijzigingen hebben plaatsgevonden. Digitaliseringsinitiatieven, zoals de ESSPASS kunnen voordelen brengen voor zowel de dienstverlening aan burgers als de handhaving. Het kabinet vindt het daarbij belangrijk om naast de bijdrage die digitalisering
kan leveren aan eerlijke arbeidsmobiliteit, ook in kaart te brengen hoe een ESSPASS
kan bijdragen aan verbeterde dienstverlening aan EU-burgers en het vereenvoudigen
van de internationale uitvoering en handhaving. Bij de beoordeling van een toekomstig voorstel zal het kabinet ook aandacht geven aan belangrijke randvoorwaarden zoals
privacy, dataveiligheid en vrijwillig gebruik. 
Wetgevend
45b Versterking van de Europese Arbeidsautoriteit (Q3 2026) De Commissie kondigt een voorstel ter versterking van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) aan. De Europese Arbeidsautoriteit bevordert eerlijke arbeidsmobiliteit binnen de EU door samenwerking tussen lidstaten te versterken, grensoverschrijdende arbeidsregels te handhaven en informatie aan werknemers en werkgevers te bieden. Het kabinet heeft eerder aangedrongen op versteking van de ELA en kijkt dan ook uit naar het voorstel. Het kabinet onderschrijft het belang van een sterke ELA om misstanden aan te pakken en de grensoverschrijdende handhaving te versterken. Naast versterking van het mandaat van de ELA met betrekking tot derdelanders, pleit het kabinet ook voor verheldering van het juridisch kader op dit punt. Het kabinet zal dit blijven inbrengen. Wetgevend
45c Initiatief voor de overdraagbaarheid van vaardigheden (Q3 2026) De Commissie kondigt een initiatief aan voor de erkenning van vaardigheden in EU-lidstaten (Skills Portability Initiative), onder meer gebaseerd op het huidige wettelijk kader voor gereguleerde beroepen. Het kabinet kijkt met interesse naar een uitwerking van het Initiatief voor de overdraagbaarheid van vaardigheden. Het kabinet onderschrijft dat vaardigheden een belangrijke randvoorwaarde zijn voor een concurrerende EU. Specifiek is het kabinet benieuwd welke obstakels er nu bestaan en waar bestaande instrumenten niet volstaan. Wetgevend
46. Omnibus burgers (Q4 2026) De Commissie is voornemens een Omnibus burgers te publiceren en om daarmee administratieve lasten voor EU-burgers te verminderen. Op dit moment is nog onduidelijk op welke beleidsdomeinen het omnibus voorstel betrekking zal hebben. Het kabinet steunt het doel om administratieve lasten te verminderen voor EU-burgers. Uitgangspunt voor het kabinet is dat het voorstel geen afbreuk mag doen aan de rechten van EU-burgers. Wetgevend
47. Strategie voor rechtvaardigheid tussen de generaties (Q1 2026) De intergenerationele rechtvaardigheidsstrategie wil ervoor zorgen dat EU-beleid de belangen van toekomstige generaties evenwichtig meeweegt en geen oneerlijke lasten op hen afwentelt. Het kabinet kijkt met interesse uit naar de intergenerationele rechtvaardigheidsstrategie. Een dergelijke strategie kan bijdragen aan een meer toekomstgericht, inclusief en verantwoord beleid binnen de EU. Niet-wetgevend
48. EU-strategie tegen armoede (Q2 2026) De Commissie kondigt een Europese anti-armoedestrategie aan waarmee het wil bijdragen aan de implementatie van de Europese Pijler van Sociale Rechten, en het EU-doel op armoedebestrijding in 2030 wil bereiken. Het is een initiatief dat lidstaten ondersteunt bij het verminderen van armoede en sociale uitsluiting en de structurele oorzaken van sociale exclusie zal aanpakken en ondersteunende diensten zal versterken. Het kabinet verwelkomt het voornemen van de Commissie om een anti-armoedestrategie te presenteren. Het kabinet vraagt daarbij aandacht voor het belang van een geïntegreerde aanpak, met nadruk op preventie, het doorbreken van intergenerationele armoede en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen bij beleidsvorming. Armoedebeleid is primair een nationale bevoegdheid, dit dient gerespecteerd te worden bij de uitwerking van de strategie. Niet-wetgevend
49. Versterking van de kindergarantie (Q2 2026) De Commissie komt met een versterking van de Europese Kindergarantie, die lidstaten ondersteunt met het voorkomen van kinderarmoede en sociale uitsluiting van kinderen in nood. Het kabinet onderschrijft het belang van een gedegen aanpak om kinderarmoede te bestrijden en verwelkomt het voornemen om de Kindergarantie te versterken. Het kabinet streeft ernaar om de versterking aan te laten sluiten bij al bestaande initiatieven, om zo mogelijke extra administratieve lasten te beperken. Niet-wetgevend


Prioriteit 4: Onze levenskwaliteit in stand houden: voedselzekerheid, water en natuur

No. Titel (publicatiedatum) Korte beschrijving Kabinetsappreciatie Wetgevend/niet-Wetgevend
50. Veeteeltstrategie met aspecten voor dierenwelzijn (Q2 2026) In de op 19 februari 2025 gepubliceerde Visie voor landbouw en voedsel kondigde de Commissie aan een ‘workstream on sustainable livestock’ te lanceren. In dit initiatief mogen verschillende partijen meedenken over de toekomst van de veehouderij in de EU. Op basis van de inbreng in deze workstream zal de Commissie een strategie voor de veehouderij publiceren en daarmee een verdere invulling geven aan de Visie voor landbouw en voedsel. Het kabinet verwelkomt dat meerdere partijen betrokken worden bij het verder ontwikkelen van denkbeelden en ideeën over de toekomst van de veehouderij in de EU. Een toekomstbestendige landbouw, waar duurzame, weerbare en concurrerende veeteelt deel van uit maakt, staat hoog op de agenda van het kabinet. Het kabinet vindt het van belang dat dierenwelzijn wordt meegenomen in de uitwerking van de strategie, met oog voor een gelijk speelveld. Niet-wetgevend
51. Actualisering van de regels inzake oneerlijke handelspraktijken in de voedselketen (Q3 2026) De Commissie heeft recent een evaluatie van de Richtlijn Oneerlijke handelspraktijken uitgevoerd. De resultaten van deze evaluatie zijn nog niet gepubliceerd. Op basis van onder andere deze evaluatie zal de richtlijn worden aangepast. De Commissie heeft aangegeven dat het doel is om transparantie te vergroten in de voedselvoorzieningsketen, samenwerking en capaciteitsopbouw te ondersteunen, juridische zekerheid te bieden aan boeren en te voorkomen dat agrariërs worden gedwongen systematisch producten onder kostprijzen te verkopen. Het kabinet is in afwachting van de uitkomsten van de evaluatie van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en staat in principe positief tegenover aanpassingen die bijdragen aan transparantie in de voedselketen, het ondersteunen van samenwerking en capaciteitsopbouw en het bieden van juridische zekerheid aan boeren. Ten aanzien van het voornemen van de Commissie om te bewerkstellingen dat boeren niet gedwongen mogen worden om hun producten systematisch onder de productiekosten te verkopen, wil het kabinet eerst weten wat de beoogde effectiviteit is van deze maatregel en wat de impact is op de administratieve lasten voor boeren. Wetgevend
52. Visie 2040 voor visserij en aquacultuur (Q3 2026) De Commissie wil met deze visie richting geven aan het visserij- en aquacultuurbeleid tot 2040. In de visie zal de Commissie uiteenzetten hoe de visserij- en aquacultuursector duurzamer en concurrerender kan worden. Deze visie zal waarschijnlijk volgen op de evaluatie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Het kabinet verwelkomt het feit dat de Commissie serieuze stappen zet om een meerjarige visie op visserij- en aquacultuurbeleid te ontwikkelen. Hierin moet oog zijn voor de kansen en uitdagingen voor beide sectoren, voor het kabinet is daarbij het behoud van een gelijk speelveld van belang. Daarnaast moet de visserij- en aquacultuursector voldoende ruimte krijgen om te innoveren en te verduurzamen en de mogelijkheid krijgen om bewezen innovaties toe te passen in de praktijk. Niet-wetgevend
53. Wetgevingshandeling over oceanen (Q4 2026) De Europese Oceaanwet zal in het kader van een coherente uitvoering de verschillende EU doelen voor natuur, voedsel, energie, transport, en het omgaan met de ruimte op zee voor de Europese zeeën op één plek samenbrengen. De Oceaanwet is ook een herziening van de Europese Richtlijn Maritieme Ruimtelijke Planning (MRP; 89/2014)10 die EU lidstaten aanmoedigt op zeebekkenniveau met andere landen samen te werken. Dit kondigde de Commissie al aan in het Europees Oceaanpact van juni 2025.11 Het kabinet steunt de herziening van de Richtlijn Maritieme Ruimtelijke Planning in 2026 als basis voor een EU Oceaanwet. Het kabinet zet er op in dat het wetstraject in samenhang wordt gedaan met de herziening van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM)12 en de Oceaanwet richting geeft aan en coherentie bevordert tussen uitvoering van de Vogel en Habitat Richtlijn (VHR), de Natuur Herstel Verordening (NHV), het Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB) en het beleid voor energie en transport op zee.. Wetgevend


Prioriteit 5: Onze democratie beschermen en onze waarden hooghouden

No. Titel (publicatiedatum) Korte beschrijving Kabinetsappreciatie Wetgevend/niet-Wetgevend
54. Verordening digitale rechtvaardigheid (Q4 2026) De aangekondigde Verordening Digitale Rechtvaardigheid (VDR) heeft tot doel de consumentenbescherming in de digitale wereld te versterken door specifieke praktijken aan te pakken zoals manipulerende ontwerpen van online interfaces, zoals websites, die de keuzes van consumenten beïnvloeden (“dark patterns”), verslavend ontwerp van digitale diensten, in-game aankopen of misleidende influencer-marketing. Het kabinet verwelkomt het voornemen voor betere consumentenbescherming in de digitale wereld. De VDR kan daarbij dienen als gerichte maatregel en zorgen voor harmonisatie in de EU. Het kabinet pleit voor een focus op handhaving van bestaande regelgeving in de digitale economie en ondersteuning van ondernemers bij de toepassing. Het kabinet heeft daarom gevraagd aan de Commissie om spoedig met een voorstel te komen om ook op Europees niveau handhavende bevoegdheden voor consumentenwetgeving te organiseren via een herziening van de Verordening Samenwerking Consumentenbescherming. Dit moet ook zorgen voor een gelijk speelveld tussen bedrijven binnen en buiten de EU. Wetgevend
55. Versterking van Eurojust (Q2 2026) Dit voorstel heeft als doelstelling om het mandaat van Eurojust verder te versterken onder meer door een nauwere samenwerking tussen Eurojust en Europol mogelijk te maken. Het kabinet ziet geen noodzaak tot uitbreiding van het mandaat van Eurojust. Echter, het kabinet ziet wel kansen in het versterken van de governance structuur van het agentschap en optimalisering van de samenwerking met Europol, het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en het Europees Openbaar Ministerie (EOM). Wetgevend
56. Actualisering van de regels inzake audiovisuele mediadiensten (Q3 2026) De Richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVMSD) wordt momenteel door de Commissie geëvalueerd met een mogelijk herzieningsvoorstel tot gevolg. Het kabinet verwelkomt het initiatief voor een update van de regels voor audiovisuele mediadiensten en benadrukt het belang van de evaluatie van de huidige regels als basis van een eventuele herziening. Wetgevend
57. Corruptiebestrijdingsstrategie (Q4 2026) Het voorstel betreft een nieuwe EU-strategie tegen corruptie, gericht op preventie en bestrijding van corruptie in de gehele EU. Het kabinet wacht de aangekondigde strategie af en verwacht hierbij dat de Commissie vasthoudt aan de kaders uit de Mededeling van 2023, zoals consultatie van het Europees Parlement en de EU-lidstaten, en beziet met interesse de wijze waarop het strategievoorstel aansluit bij het voorstel voor een anti-corruptierichtlijn. De middelen voor de uitvoering en implementatie van de strategie moeten wel passen binnen de huidige financiële kaders van de EU-begroting. Niet-wetgevend
58. Herziening van de fraudebestrijdingsarchitectuur van de EU (Q4 2026) Het voorstel betreft de herziening van de EU-fraudebestrijdingsarchitectuur en beoogt een evaluatie van de effectiviteit van de huidige anti-fraude-instrumenten en de actoren die een rol spelen bij de bestrijding van EU-fraude. Het richt zich op verbetering van de samenwerking tussen de EU-actoren onderling en met de EU lidstaten, met als doel de bescherming van de EU-begroting tegen fraude te versterken. Het kabinet kijkt uit naar de lopende evaluatie van de EU anti-fraude architectuur af en wacht het voorstel op basis daarvan af, waarbij wel nauwe samenhang moet bestaan met de voorstellen voor Eurojust, Europol en het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF) die ook in de loop van 2026 op de rol staan. Niet-wetgevend en Wetgevend
59. Actieplan tegen cyberpesten (Q1 2026) Een actieplan van de Commissie om cyberpesten (online pesten) te bestrijden, met name bij jongeren. Naar verwachting omvat het actieplan niet-wetgevende maatregelen zoals voorlichting en richtsnoeren, om de online veiligheid van kinderen te vergroten en pestgedrag op internet tegen te gaan. Het kabinet kijkt uit naar het actieplan van de Commissie om cyberpesten te bestrijden. Niet-wetgevend
60. Strategie voor gendergelijkheid 2026-2030 (Q1 2026) De Europese strategie voor gendergelijkheid 2026-2030 betreft het vervolg van de huidige strategie voor 2020-2025. Deze wordt gepubliceerd rondom Internationale Vrouwendag (8 maart 2026) en bouwt tevens voort op de routekaart voor vrouwenrechten van de Commissie (maart 2025), die het kabinet reeds verwelkomde.13 Het kabinet kijkt uit naar de Europese strategie voor gendergelijkheid 2026-2030 en ziet graag verdere inspanningen die nodig zijn om de kabinetsbrede prioriteiten voor het Nederlands emancipatiebeleid te realiseren. Deze twee prioriteiten zijn: 1) iedereen moet veilig kunnen zijn en; 2) iedereen moet kunnen meedoen. Het kabinet kijkt ook met interesse naar de toepassing van gendergelijkheid van de Commissie als horizontaal principe in andere strategieën, programma’s en budgetten. Niet-wetgevend
61. Verbetering van de strategie voor de rechten van personen met een handicap tot 2030 (Q2 2026) De Commissie stelt voor om de bestaande strategie voor de rechten van mensen met een beperking (2021-2030) met nieuwe maatregelen te versterken. Deze versterking moet de inclusie en gelijke kansen voor mensen met een beperking verder bevorderen in de EU. Het kabinet steunt de versterking van de strategie en is benieuwd naar wat de nieuwe maatregelen precies inhouden. Verder, ziet het kabinet graag dat dat deze versterking gepaard gaat met financiële middelen vanuit de EU zodat de lidstaten ondersteund worden bij het realiseren van de nieuwe plannen. Niet-wetgevend


Prioriteit 6: Europa in de wereld: onze invloed en partnerschappen benutten

No. Titel (publicatiedatum) Korte beschrijving Kabinetsappreciatie Wetgevend/niet-Wetgevend
62. Gezamenlijke mededeling over een strategie voor het Midden-Oosten, onder meer ter ondersteuning van de transitie in Syrië en Libanon (Q2 2026) De Commissie tracht middels een nieuwe Midden-Oosten strategie actief bij te dragen aan duurzame stabiliteit van de regio. Deze strategie zal zich primair focussen op het verbeteren van de (humanitaire) situatie in Gaza en hervorming van de Palestijnse Autoriteit. Hiernaast zal aandacht zijn voor het ondersteunen van inclusieve en duurzame ontwikkelingen in Syrië en Libanon. Het kabinet onderschrijft het belang van een stabiel Midden-Oosten en verwelkomt daarom inspanningen om een nieuwe strategie voor de regio te ontwikkelen. Daarnaast onderstreept het kabinet het belang van een gecoördineerde aanpak op migratie ten aanzien van de regio met focus op Syrië om irreguliere migratie tegen te gaan, terugkeer te bevorderen en bescherming van vluchten te ondersteunen. Niet-wetgevend
63. Mededeling over humanitaire hulp (Q2 2026) Over de aangekondigde communicatie voor humanitaire hulp van de Commissie voor het tweede kwartaal van 2026 is nog weinig bekend, behalve dat de EU het voortouw zal nemen in het reeds begonnen proces van hervormingen van het humanitaire systeem, en dat de EU een kartrekker blijft op het gebied van humanitair oorlogsrecht en hulpverlening op basis van de humanitaire principes. Hoewel er nog weinig bekend is over de aangekondigde communicatie voor humanitaire hulp van de Commissie voor het tweede kwartaal van 2026, lijkt de inzet van de EU op humanitaire hulp in lijn met het Nederlandse humanitaire beleid, zoals in de Kamerbrief ‘Humanitaire Hulp en Diplomatie 2025’14 uiteengezet. Dit gezien de verwachte insteek van de aangekondigde communicatie, gericht op een voortrekkersrol in de huidige hervormingen van het humanitaire systeem, humanitair oorlogsrecht en hulpverlening op basis van de humanitaire principes. Niet-wetgevend
64. Initiatief voor wereldwijde veerkracht op gezondheidsgebied (Q2 2026) Dit initiatief is aangekondigd in de 2025 State of the Union toespraak van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Dit initiatie dient ervoor te zorgen dat de EU over de nodige instrumenten en mechanismen beschikt om snel te kunnen reageren op mogelijke nieuwe gezondheidsbedreigingen. Het kabinet steunt de intentie van het initiatief gelet op toenemende grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen en huidige geopolitieke ontwikkelingen. Voor het kabinet is het van belang dat het initiatief 1) niet alleen verdere uitvoering geeft aan de EU Global Health Strategy,15 maar ook aansluit bij bredere EU-prioriteiten zoals veiligheid/weerbaarheid en welvaart/concurrentievermogen; 2) een wereldwijde scope heeft; 3) een multisectoriële aanpak nastreeft; 4) wederkerige partnerschappen nastreeft; en 5) wordt gefinancierd binnen Global Europe en samenwerking versterkt tussen EU Development Goals (EUDGs) die zich inzetten op gezondheid binnen en buiten Europa;. 6) Bijdraagt aan een meer coherente en minder gefragmenteerde inzet van multilaterale organisaties en initiatieven op het gebied van mondiale gezondheid. Niet-wetgevend

  1. Kamerstukken 2024/25, 21 501-07, nr. 2099 en 2025/26, 22112, nr. 4181↩︎

  2. European Chips Act | Shaping Europe’s digital future↩︎

  3. The Draghi report on EU competitiveness↩︎

  4. Kamerbrief over Nationale Grondstoffenstrategie | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl, Kamerstuk 32852, nr. 224↩︎

  5. Richtlijn (EU) 2023/… van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 betreffende energie-efficiëntie en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/955 (herschikking)↩︎

  6. BNC fiche 1 - Mededeling beheersing van klimaatrisico's | Publicatie | Rijksoverheid.nl, Kamerstuk 22112, nr. 3930↩︎

  7. Commissie stelt nieuw gemeenschappelijk Europees terugkeersysteem voor↩︎

  8. https://eur-lex.europa.eu/eli/dec_framw/2008/841/oj/eng↩︎

  9. Actieplan voor digitaal onderwijs: beleidsachtergrond - European Education Area↩︎

  10. Richtlijn - 2014/89 - EN - EUR-Lex↩︎

  11. Fiche 4: Mededeling Het Europees Oceaanpact | Publicatie | Rijksoverheid.nl↩︎

  12. Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee 2022-2027 deel 3 | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  13. https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/policies/justice-and-fundamental-rights/gender-equality/declaration-principles-gender-equal-society_en↩︎

  14. Kamerstuk 36180, nr. 136↩︎

  15. https://health.ec.europa.eu/internationalcooperation/global-health_en↩︎