Antwoord op vragen van het lid Van Oosterhout over het nieuws dat er een deal is gesloten tussen het kabinet en de NAM over de gaswinning bij Ternaard
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D50401, datum: 2025-12-05, bijgewerkt: 2025-12-05 18:37, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z21048:
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Indiener: A.S. van Oosterhout, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Oosterhout (GroenLinks-PvdA) over het nieuws dat er een deal is gesloten tussen het kabinet en de NAM over de gaswinning bij Ternaard (2025Z21048), ingezonden 3 december 2025.
Sophie Hermans
Minister van Klimaat en Groene Groei
2025Z21048
1
Kunt u toelichten hoe de overeenkomst tussen u en de NAM tot stand zijn gekomen?
2
Welke afspraken heeft u wanneer met wie gehad om tot deze deal te komen en wat is daar besproken?
3
Kunt u de voorbereiding en verslagen van deze onderhandelingen delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vragen 1 t/m 3
Het kabinet heeft op 6 december 2024 in een brief aan de Kamer aangegeven om in goed overleg met NAM en haar aandeelhouders Shell en ExxonMobil tot een oplossing te komen waarbij zij af zouden zien van gaswinning uit het gasveld Ternaard. Het gesprek over Ternaard was in het begin onderdeel van bredere verkenningen rondom een aantal dossiers, waaronder de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen. In september 2025 heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd dat, nadat het kabinet gevallen was, is geconcludeerd dat financieel mandaat halen voor een groot onderhandelingsakkoord niet haalbaar zou zijn zolang het kabinet demissionair is.
Vanaf de zomer heeft KGG zich voorbereid op het afzonderlijk verder praten met NAM over de gaswinning bij Ternaard. Vanaf november zijn vervolgens gesprekken met NAM over Ternaard gevoerd. NAM vertegenwoordigde in dit overleg ook haar medevergunninghouder ExxonMobil Producing Netherlands B.V. (EMPN). Om gaswinning uit het Ternaard gasveld te voorkomen, is het nodig dat NAM en EMPN afstand doen van hun recht op winning in dat gebied. Dat houdt in dat zij het winningsplan intrekken en een aanvraag indienen om de onderliggende winningsvergunning zo te verkleinen dat Ternaard uit de vergunning wordt losgeknipt. Om tot een overeenkomst over het gasveld Ternaard te komen, heeft de staat de waarde op basis van eigen berekeningen, die zijn gevalideerd door KPMG en TNO, geraamd op € 163 mln. inclusief BTW en heeft dit bedrag als eenmalig en definitief aanbod aan NAM gepresenteerd. Dit bedrag is geaccepteerd en de afspraken zijn daarna uitgewerkt in een vaststellingsovereenkomst die op 28 november met de Kamer is gedeeld.1
Zoals hierboven beschreven zijn de gesprekken afgelopen jaar doorlopend gevoerd. In de laatste fase is intensief contact geweest tussen het ministerie en NAM om de overeenkomst uit te werken. Het kabinet heeft de uitkomst uitgebreid beschreven en de vaststellingsovereenkomst daarbij openbaar gemaakt. Van de overleggen zijn geen verslagen gemaakt. Omdat onderhandelingen uit hun aard vertrouwelijk zijn, zou het belang van de Staat geschaad worden als over de inhoud van de onderhandelingen wordt uitgeweid.
4
Hoe zijn de bedragen waarmee deze overeenkomst gepaard gaan berekend en welke gegevens en berekeningen heeft u gebruikt om te beoordelen of dit bedrag gerechtvaardigd is? Kunt u een toelichting geven op het rekenmodel dat u hiervoor heeft gebruikt?
Antwoord
Om tot een marktconforme waardering te komen is een nauwkeurig proces
doorlopen. Hierbij zijn de potentiële baten van toekomstige gaswinning in
Ternaard als basis genomen. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat een
deel van de opbrengsten van gaswinning via EBN en via belastingafdrachten van
NAM en EMPN terug zouden vloeien naar de staat. Hiertoe is een rekenmodel
opgesteld. Dit rekenmodel gaat uit van onderbouwde aannames voor het winningsprofiel, de gasprijs, discontovoet, de kapitaalinvesteringen en de operationele kosten in de periode 2026-2037. Daarbij dient opgemerkt te worden dat er grote onzekerheden zijn, waardoor een aanpassing in aannames tot grote
veranderingen in de uitkomst kan leiden. In de berekening zijn de kosten en baten met elkaar verrekend en de geldende afdrachtensystematiek toegepast. Dit resulteert in een jaarlijkse vrije kasstroom. Deze toekomstige kasstroom is vervolgens tot één bedrag in het heden verdisconteerd. Het resultaat is de netto contante waarde van het Ternaard gasveld.
5
Wat waren de hoogste en laagste mogelijke waarden die uit de scenario’s van KPMG en TNO kwamen?
Antwoord
TNO heeft zich geconcentreerd op het beoordelen van de mogelijk winbare volumes. Hierbij hebben zij gegeven de huidige gebruiksruimte per winningsprofiel (laag/midden/hoog) bepaald hoeveel gas er binnen de gebruiksruimte gewonnen kan worden. Daarnaast is er per profiel gerekend met een ‘open’ en een ‘gesloten’ breukscenario, waarbij er veel dan wel weinig gas tussen de breukblokken stroomt. Het resultaat van drie profielen met elk twee variaties levert zes verschillende waardes op in de bandbreedte 0,7 t/m 2,1 bcm. KGG heeft deze zes waardes teruggebracht tot een gewogen gemiddelde van 1,67 bcm.
KPMG heeft deze 1,67 bcm als gegeven aangenomen. KPMG heeft opgemerkt dat, vergeleken met de volumescenario’s uit het winningsplan, dit volume aan de lage kant is. KPMG heeft in haar doorrekeningen geen verschillende scenario’s gepresenteerd die tot een heldere bandbreedte leiden. Wel heeft KPMG voor een aantal elementen een gevoeligheidsanalyse gemaakt. Het meest van invloed is de gehanteerde discontovoet. Een discontovoet van 10% leidt tot een netto contante waarde (NCW) voor NAM van 55,8 mln. Een discontovoet van 15% leidt tot een NCW voor NAM van 40,5 mln. Deze laatste discontovoet is in de uiteindelijke waardering gehanteerd.
6
Gezien u stelt dat NAM en EMPN vinden dat de commerciële waarde ‘veel hoger’ ligt dan de huidige compensatie van 163 miljoen, heeft u deze hogere waardering gezien? Zo ja, kan dit met de Kamer worden gedeeld?
Antwoord
In één van de ambtelijke gesprekken is door NAM mondeling een indicatie gegeven van de commerciële waarde die NAM aan het project toe kent. Dit is bedrijfsvertrouwelijke informatie.
7
Waarom is gekozen voor een bedrag dat volledig de door het kabinet ingeschatte winst compenseert, terwijl het commerciële risico normaal geheel bij de onderneming ligt?
Antwoord
In de waardering is bij voorbaat al uitgegaan van een hoog commercieel risicoprofiel. Dit heeft een significante neerwaartse druk gegeven op het totaalbedrag. Dit zit hem in de gehanteerde (hoge) discontovoet van 15% waarmee als het ware reeds een afslag is gemaakt voor het commerciële risico van deze operatie. Het commerciële risico zit dus verwerkt in de waardering.
8
Waarom is het eerdere plan voor het Gebiedsfonds volledig komen te vervallen, en is overwogen alsnog een vorm van natuurinvestering te koppelen aan de beëindiging van de gaswinning?
Antwoord
De afspraken rondom batendeling waren gekoppeld aan daadwerkelijke winning. Wel heeft NAM aangegeven de dwangsom (€ 75.000) (die de Staat NAM nog verschuldigd was in verband met het niet tijdig nakomen van de laatste uitspraak van de Raad van State) te verdubbelen en (wederom) aan het gebied ter beschikking te zullen stellen.
9
Hoe verhoudt deze deal zich tot andere gesprekken en procedures tussen u en de NAM?
Antwoord
De overeenkomst over Ternaard staat geheel los van de andere gesprekken en procedures met NAM en/of haar aandeelhouders.
10
Heeft u het in de onderhandelingen voor deze overeenkomst enkel gehad over Ternaard of is het ook gegaan over andere activiteiten van de NAM?
Antwoord
Bij het sluiten van deze overeenkomst is enkel Ternaard besproken.
11
Welke wederzijdse belangen zijn besproken en welke (financiële) verzoeken zijn in die bredere gesprekken door NAM, Shell of ExxonMobil op tafel gelegd, gezien u schrijft dat de gesprekken eerder deel uitmaakten van een bredere onderhandeling over onder meer Groningen?
Antwoord
In het voorjaar van 2025 zijn verkennende gesprekken gevoerd met Shell en ExxonMobil in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hierbij is gesproken over het schadeherstel en de versterkingsoperatie in Groningen, de inzet van de gasopslagen en de gaswinning in Ternaard. Die verkennende gesprekken hebben niet geleid tot onderhandelingen, zie het antwoord op vragen 1 tot en met 3.
Vanaf de zomer van 2025 is door het ministerie van Klimaat en Groene Groei separaat doorgesproken met Shell en ExxonMobil over de gasopslagen en Ternaard. Hierna is met Shell en ExxonMobil afgesproken dat over Ternaard afzonderlijk zou worden verder gesproken tussen de staat en NAM. Daar is de huidige overeenkomst uit voortgekomen. Deze staat dus geheel los van de overige dossiers.
12
Kunt u uitsluiten dat deze deal effecten heeft gehad op andere lopende dossiers, zoals de schadeafhandeling in Groningen?
Antwoord
Ja. Het dossier Ternaard is geheel in isolatie behandeld. Dit blijkt ook uit de vaststellingsovereenkomst: deze gaat over Ternaard en niet over enig ander onderwerp.
13
Hoe voorkomt u dat deze deal als precedent gebruikt wordt door andere vergunninghouders die in (ecologisch) gevoelige gebieden actief zijn en straks eveneens compensatie zullen eisen om van winning af te zien?
Antwoord
De overeenkomst betreft een in de ogen van de staat marktconforme transactie en geen compensatie. Op die manier kan er dus geen precedentwerking werking zijn voor compensatie voor andere vergunninghouders.
14
Kunt u garanderen dat voor andere bestaande aanvragen of winningsplannen geen vergelijkbare financiële compensatieregelingen zullen worden overeengekomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De gesprekken en uiteindelijke overeenkomst tussen de staat en NAM zijn tot stand gekomen omdat het kabinet op grond van de wet en de weging van de ontvangen adviezen instemming met het winningsplan niet kon weigeren en er tegelijk politiek en maatschappelijk geen draagvlak is voor instemming. Daarbij weegt mee dat de gaswinning plaats zou vinden onder een wereldwijd uniek getijdengebied dat bovendien Unesco werelderfgoed is. Het kabinet is tegen gaswinning onder de Waddenzee, maar staat ook voor een betrouwbare overheid die geen onrechtmatige besluiten neemt. Om dit dilemma op te lossen is het kabinet met NAM in gesprek gegaan, hetgeen een intensief proces is geweest. Zoals ook in het antwoord op vraag 13 gemeld, betreft het in de ogen van de staat een marktconforme transactie en geen compensatie.
15
Heeft u juridisch advies ingewonnen over de houdbaarheid van deze deal? Zo ja, kunt u dit advies delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De landsadvocaat heeft in mijn opdracht de conceptovereenkomst opgesteld, was bij alle gesprekken met NAM over de vaststellingsovereenkomst aanwezig en heeft naar aanleiding van de gesprekken de definitieve overeenkomst opgesteld. Op specifieke elementen heeft de landsadvocaat schriftelijk geadviseerd. Deze procesadviezen van de landsadvocaat worden niet openbaar in verband met de procespositie van de staat.
16
Wat zijn de gevolgen van deze deal voor andere gas- en zoutwinningprojecten onder de Wadden en in de Noordzeekustzone bij de Waddeneilanden?
17
Wat zijn de gevolgen van deze deal voor andere mijnbouwactiviteiten op de Noordzee?
18
Wat zijn de gevolgen van deze overeenkomst voor andere mijnbouwactiviteiten op land?
19
Betekent deze overeenkomst dat u geen gaswinning en andere vormen van mijnbouw, zoals zoutwinning, zal gaan vergunnen?
Antwoord op vragen 16 t/m 19
Nederland schakelt over van fossiele naar duurzame energie. Die overgang kost tijd en kan voorlopig niet zonder aardgas, dat tot minstens 2045 een belangrijke rol zal spelen als transitiebrandstof. Op dit moment komt ongeveer een derde van het primaire energieverbruik van huishoudens en industrie in Nederland uit aardgas. Gas uit eigen bodem is klimaatvriendelijker, omdat buitenlandse winning vaak vervuilender is en transport extra energie kost. Ook draagt winning in eigen land bij aan het beperken van de importafhankelijkheid, aan leveringszekerheid en aan de betaalbaarheid van aardgas. Kortom, we hebben het gas nog nodig.
Daarom kiest dit kabinet voor gaswinning uit kleine velden op land, maar alleen daar waar het veilig en verantwoord gewonnen kan worden met oog voor de omgeving.
Daarbij geldt dat het kabinet zich aan de wet moet houden. De wet geeft toetsingsgronden en als daaraan wordt voldaan kan het kabinet niet anders dan een vergunning verlenen.
Om duidelijkheid te geven over de toekomstige gaswinning maakt het kabinet een reeks aanvullende afspraken met de sector over de verantwoorde gaswinning uit kleine velden op land in de transitieperiode. Het kabinet verwacht de Kamer hier in januari 2026 over te kunnen informeren.
20
Bent u bereid op korte termijn het Gebruiksruimtebesluit onder de Wadden te herzien?
Antwoord
Het gebruiksruimtebesluit is op 25 april 2024 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024 vastgesteld op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten. Deze geldt tot 1 januari 2029. Indien er tussentijds nieuwe inzichten zijn, kan het kabinet deze eerder aanpassen. Deltares heeft een studie uitgevoerd naar het meegroeivermogen van de kombergingen gerelateerd aan de kritische zeespiegelstijgingssnelheid voor verdrinking in de Nederlandse Waddenzee. Tevens heeft TNO een verkenning uitgevoerd naar de haalbaarheid van een zuiver probabilistische gebruiksruimtetoets. U bent hier eerder over geïnformeerd in de Kamerbrief ‘Stand van zaken gebruik diepe ondergrond Waddenzee’2. De huidige ‘hand-aan-de-kraan’- methode is op deze punten conservatiever (veiliger) dan eerder gedacht. Het is aan een volgend kabinet hoe om te gaan met deze nieuwe inzichten die meer ruimte lijken te geven voor activiteiten in de Waddenzee dan het huidige vastgestelde ’hand-aan-de-kraan’-beleid. Daarbij worden de adviezen van SodM en TNO vanzelfsprekend betrokken.
Daarnaast wordt verwacht dat in 2026 de Raad van State zitting zal plaatsvinden voor het huidige gebruiksruimtebesluit, omdat meerdere partijen tegen dit besluit in beroep zijn gegaan. Als de Raad van State aangeeft dat de gebruiksruimte (tussentijds) moet worden herzien dan zal het kabinet dat natuurlijk doen.
21
Bent u bereid aan het KNMI te vragen een actualisatie van het Gebruiksruimtebesluit Waddenzee te laten maken op basis van de meest recente wetenschappelijk inzichten over klimaatverandering en zeespiegelstijging?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 20. Een actualisatie van het zeespiegelstijgingsadvies zal, naar verwachting, niet leiden tot een significant andere gebruiksruimte omdat de nieuw beschikbare data en modellen beperkt zijn of niet toegespitst op de Nederlandse situatie.
22
Gelden de uitgangspunten van het huidige Gebruiksruimtebesluit Waddenzee nog wel nadat op de COP30 duidelijk werd dat het doel van het Parijsakkoord (opwarming van de aarde beperken tot 1,5 graad) uit zicht raakt, doordat klimaatverandering sneller gaat dan verwacht en de zeespiegel sneller stijgt?
Antwoord
In het advies onderliggend aan het gebruiksruimtebesluit geven de wetenschappers aan dat ze uitgegaan zijn van een scenario waarbij de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 2,7 graden in 2100. Het uitgangspunt voor het gebruiksruimtebesluit is daarmee hoger dan de 1,5 graden die hierboven wordt genoemd.
23
Wanneer komt de herziening van de Mijnbouwwet naar de Kamer?
Antwoord
Het demissionair kabinet werkt aan de herziening van de Mijnbouwwet. Het doel van deze herziening is onder andere een herijkt wettelijk kader voor veilig en financieel, maatschappelijk en ruimtelijk verantwoord gebruik van de diepe ondergrond, met meer regie bij de overheid, dat past bij afwegingen met betrekking tot de schaarse ruimte, de veranderde rol van de diepe ondergrond en het maatschappelijk perspectief op het gebruik ervan. Er wordt hard gewerkt aan de inhoudelijke uitwerking van de verschillende beleidsthema’s en de afstemming van concept-wetteksten met alle betrokken partijen en adviseurs. Daarna zal nog tijd nodig zijn voor het voldoen aan de verschillende verplichtingen (bv. regeldruk en notificatie) en om de formele stappen te doorlopen. Het doel is om in Q2 van 2026 het wetsvoorstel open te stellen voor internetconsultatie. Het demissionair kabinet heeft als streven dat de herziening van de Mijnbouwwet medio 2027 bij de Tweede Kamer wordt ingediend. De precieze timing en het moment van indienen van de herziene Mijnbouwwet is aan een nieuw kabinet.
24
Kunt u deze vragen ruim voor de behandeling van de suppletoire begroting beantwoorden?
Antwoord
Ja.
Kamerstukken II 2025/26, 33529, nr. 1345↩︎
Kamerbrief over stand van zaken gebruik diepe ondergrond Waddenzee | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎