Aardbeving vlakbij Zeerijp op 14 november 2025
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2025D50949, datum: 2025-12-09, bijgewerkt: 2025-12-10 11:14, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota bij Aardbeving Zeerijp 14 november
- Melding conform Uitvoeringsregeling beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld 1.3a.3 en 1.3a.4
- Brief van het SodM over aardbeving Zeerijp
- Speciaal Rapport over de aardbeving bij Zeerijp op 14 november 2025
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1347 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2025Z21525:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-12-11 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-11 13:20: Debat over het staken van de onderhandelingen met NAM-aandeelhouders Shell en ExxonMobil over de kosten van de Groningse hersteloperatie en over de aardbeving in Groningen (Plenair debat (debat)), TK
- 2026-01-20 17:00: Procedurevergadering Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op 14 november vond vlakbij Zeerijp een aardbeving met magnitude 3,4 plaats. Het kabinet betreurt ten zeerste dat door deze beving omwonenden opnieuw worden blootgesteld aan gevoelens van onrust en onveiligheid, en in veel gevallen ook (opnieuw) geconfronteerd zijn met schade aan hun woning. Conform de Mijnbouwregeling heeft NAM zowel het kabinet als de inspecteur generaal der mijnen binnen 48 uur geïnformeerd met een eerste analyse over de beving. Binnen twee weken na de beving heeft de NAM ook een meer uitgebreide analyse gedeeld. SodM heeft gereageerd op de eerste rapportage, en geeft aan eind deze maand ook met een reactie op de tweede analyse te komen. Met het oog op het debat op 11 december informeert het kabinet de Kamer met deze brief reeds over de inhoud van de rapportages die tot op heden zijn ontvangen van de NAM en de reactie van SodM op de eerste rapportage.
De beving vond plaats vlakbij Zeerijp om ongeveer kwart over één in de nacht van 14 november en had een magnitude van 3,4 op de schaal van Richter. De beving is gevolgd door twee naschokken, één met een magnitude van 2,1 ongeveer vijf en half uur later en één op 19 november met een magnitude van 1,0.1 Deze laatste naschok is niet voelbaar geweest. De beving volgde op een relatief rustige periode, waarin het aantal en de intensiteit van bevingen op het laagste niveau in 20 jaar lag. Daardoor en door het sluiten van het Groningenveld, komt deze beving juist nu hard binnen bij omwonenden. Bij veel getroffenen heeft de beving opnieuw gevoelens van onveiligheid, onrust, woede en verdriet losgemaakt.2 Ook zijn er volgens het IMG al ruim 3000 schademeldingen binnengekomen.3
De NAM geeft aan dat met deze beving de incidentparameter grondversnelling is overschreden. Ook heeft de beving een magnitude van 3,0 of hoger. Daarom heeft NAM, conform de Mijnbouwregeling, contact opgenomen met de toezichthouder en de beving geanalyseerd. Vervolgens zijn de resultaten van zowel de eerste analyse na 48 uur, alsook de tweede analyse na twee weken, gedeeld met SodM en KGG. De rapportages van deze beide analyses door de NAM zijn bijgevoegd, net als de reactie van SodM op de eerste rapportage.
Zowel de gemeten grondsnelheid als grondversnelling waren van een hogere amplitude dan eerder is waargenomen in Groningen. De NAM geeft aan dat dit vooral kan worden verklaard doordat één station zeer dichtbij de locatie van de aardbeving aan het oppervlak stond. Vooral de gemeten grondversnelling op dit station was relatief hoog. Bij stations die verder van de beving af stonden, waren de gemeten grondversnellingen veel lager. De gemeten grondbewegingen komen overeen met de voorspellingen voor een beving van deze magnitude volgens het laatste grondbewegingsmodel en vallen binnen de onzekerheid van het model. Ook het aantal bevingen valt nog steeds binnen de verwachting voor 2025. In de Seismische Dreiging en Risico Analyse (SDRA) van 20234 werd voorspeld dat in 2025 tussen de 0 en 7 aardbevingen met een magnitude van 1,5 of hoger konden plaatsvinden. Op het moment van schrijven ligt dit aantal op 6. Uit de SDRA van 2023 kwam ook naar voren dat er in 2025 nog ongeveer 5% kans zou zijn op een beving van deze ordegrootte. Hoewel het teleurstellend is dat deze aardbeving ook werkelijk heeft plaatsgevonden, valt het wel binnen de verwachting. Zie hiervoor ook de kamerbrief van juli 2025.5
Zowel NAM als SodM in haar reactie op de eerste rapportage geven aan dat drukvereffening in het veld de oorzaak is van de bevingen die nu nog plaatsvinden. De laatste jaren van productie is vooral gewonnen uit het zuiden van het Groningenveld. Daardoor is er een verschil in druk ontstaan tussen het noorden en het zuiden. Nu de gaswinning is gestopt egaliseert de druk in het veld. Dit komt erop neer dat de druk in het noorden daalt, terwijl die in het zuiden stijgt. Door de drukdaling in het noorden van het veld, kunnen vooral daar nog bevingen plaatsvinden. Grotere bevingen zijn daarbij helaas niet uitgesloten. Volgens de SDRA ligt bijvoorbeeld de kans op een beving van 3,5 in 2026 rond de 4,5%.
In de reactie op de eerste rapportage geeft SodM aan dat het aantal bevingen de afgelopen jaren verder is afgenomen en binnen de verwachtingen van de SDRA van 2023 valt. Met het afnemende aantal bevingen, neemt ook de kans op zwaardere bevingen af, hoewel deze kans nog wel aanwezig is. SodM geeft in haar reactie op de 48-uur analyse van de NAM aan de zij de tweede rapportage van de NAM zullen bestuderen. Hierbij zal SodM vooral kijken naar de hoge lokale grondbeweging in combinatie met de korte duur van de beving. SodM zal het ministerie van KGG hier eind deze maand over informeren.
Deze beving heeft aangetoond dat het helaas nog steeds mogelijk is dat relatief zware aardbevingen kunnen plaatsvinden in Groningen. Met het egaliseren van reservoirdruk zullen de bevingen uiteindelijk verder afnemen. De NAM geeft aan dat in twee weken nog niet alles uitgezocht kon worden. Daarom zal NAM ook na deze tweede analyse nog verder onderzoek doen naar onder andere het bronmechanisme, de diepte van de beving, en de naschok. Daarnaast blijft NAM de reservoirdruk monitoren en SodM hierover inlichten. Het kabinet zal, nadat de reactie van SodM op de tweede rapportage is ontvangen, de Kamer hierover informeren.
De conclusie uit de Kamerbrief van juli jl. blijft ook na de beving bij Zeerijp onveranderd: de verwachting is dat het aantal aardbevingen de aankomende jaren verder zal afnemen. Desondanks vormt de recente beving wederom een klap voor de omwonenden.
Sophie Hermans
Minister van Klimaat en Groene Groei
KNMI Research - Analyse van de ML 3,4 aardbeving bij Zeerijp op 14 november 2025 en twee naschokken↩︎
351_1+Gezamenlijk+bericht+raden+en+staten+aardbeving+Zeerijp+en+agenda+voor+herstel↩︎
TNO - Publieke Seismische Dreigings- en Risicoanalyse Groningen gasveld 2023 - Gaswinning Groningen - Vaststellingsbesluit 2023-2024↩︎
Kamerbrief over ontwikkelingen aardbevingen in en rondom het Groningenveld | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎