Voortgang realisatie Derde Spoor Emmerich-Oberhausen
Spoor: vervoer- en beheerplan
Brief regering
Nummer: 2025D51026, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-11 16:30, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (VVD)
- Werkzaamheden Derde Spoor in Duitsland EMAIL PRORAIL 24 nov 2025
- Beslisnota bij Voortgang realisatie Derde Spoor Emmerich-Oberhausen
Onderdeel van kamerstukdossier 29984 -1270 Spoor: vervoer- en beheerplan.
Onderdeel van zaak 2025Z21564:
- Indiener: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-12-11 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-17 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-12-18 10:00: Spoor (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
22589 Betuweroute
Nr. 1270 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2025
Eerder is de Kamer geïnformeerd over de werkzaamheden aan het Derde Spoor1. Op 14 november 2025 heeft ProRail mij geïnformeerd over de voortgang van de realisatie van het Derde Spoor Zevenaar – Emmerich - Oberhausen (bijlage 1). Van november 2024 tot en met mei 2026 wordt aan Duitse zijde intensief gewerkt aan de realisatie van een aanzienlijk deel van het Derde Spoor. Deze werkzaamheden zijn van groot belang omdat daarmee de aansluiting van de Betuweroute op het Duits spoornetwerk wordt verbeterd. De werkzaamheden aan Nederlandse zijde van het Derde Spoor zijn reeds afgerond. Natuurlijk leiden werkzaamheden tot omleidingen. Deze zijn in goed overleg tussen Prorail en DBInfraGo, reizigers- en goederenvervoerders tot stand komen. Om de hinder op omleidingsroutes te beperken, zijn en worden er door ProRail extra maatregelen op deze routes getroffen.
Er is tot op heden door de Duitse collega’s nog geen geplande opleverdatum van de volledige aanleg van het Derde Spoor afgegeven. Wel is op hoofdlijnen duidelijk dat er tot en met 2030 beperkt ruimte is voor vervolgwerkzaamheden aan het Derde Spoor in verband met het samenvallen van andere werkzaamheden op het spoor in Nederland en Duitsland. Ook zijn nog niet alle benodigde omgevings- en bouwvergunningen voor het resterende deel van het Derde Spoor definitief. Daar komt bij dat er in de periode 2025-2035 in Duitsland grootschalige werkzaamheden plaatsvinden voor vervanging en opwaarderen naar Europese standaarden van de infrastructuur. Deze werkzaamheden kunnen impact hebben op de capaciteit om te kunnen bouwen aan het Derde Spoor, ook na 2030. In deze context hebben de Duitse counterparts helaas nog steeds geen geplande opleverdatum van het Derde Spoor kunnen aangeven. Mede op basis van informatie verkregen via ProRail is het beeld nu dat, afhankelijk van onder andere de nadere planning van de grootschalige werkzaamheden in Duitsland voor met name de periode na 2030, een volledige aansluiting van de Betuweroute op het Derde Spoor in Duitsland niet binnen de komende 10 jaar gereed zal zijn.
Ik betreur deze situatie, omdat de oplevering van het Derde Spoor belangrijk is voor het Nederlands spoorwegnetwerk, met name de Betuweroute. Dat standpunt zal ik (wederom) in mijn contacten met Duitse counterparts aangeven. Ik zal in die gesprekken ook het belang onderstrepen van investeringen op andere grensbaanvakken en het verder ontwikkelen van internationale reizigers- en goederenverbindingen in kwaliteit en kwantiteit. Waar mogelijk wil ik de samenwerking intensiveren om zo te komen tot een concrete, geplande opleverdatum van het Derde Spoor en tot versnelling van de werkzaamheden in Duitsland.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 29 984, nr. 939 en Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 34 244, nr. 4.↩︎