Versterkte aanpak lhbtiq+ veiligheid 2026-2029
Emancipatiebeleid
Brief regering
Nummer: 2025D51031, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-10 13:46, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Beslisnota bij Kamerbrief over versterkte aanpak lhbtiq+ veiligheid 2026-2029
- Toelichting probleem oorzakenanalyse
- Eindrapport Project Veiligheid lhbtiq+ personen
- Bloemlezing lhbtiq veiligheid lijnversie
Onderdeel van kamerstukdossier 30420 -437 Emancipatiebeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z21567:
- Indiener: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-11 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-18 13:00: Procedurevergadering Justitie en Veiligheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (đ origineel)
In een samenleving die is gebouwd op vrijheid, gelijkwaardigheid en wederzijds respect moet iedereen â ongeacht wie ze zijn en van wie ze houden â vrij zijn om zichzelf te zijn en veilig door het leven kunnen gaan. Geen enkele vorm van ongelijke behandeling die ongelijkheid in stand houdt, en geen enkele vorm van discriminatie is te rechtvaardigen en moet actief worden voorkomen en bestreden.
Hoewel we de afgelopen eeuw ver zijn gekomen, is de veiligheid van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, bi+-, transgender, intersekse en queer personen (hierna lhbtiq+ personen1) te vaak in het geding. Het voorkomen en aanpakken van geweld en discriminatie tegen lhbtiq+ personen is daarom nog steeds hard nodig. 17,7% van de Nederlandse bevolking identificeert zich als lhbtiq+. Dat komt neer op zoân 2,7 miljoen mensen.2 Deze groep ervaart in gradaties substantieel meer onveiligheid dan de rest van de bevolking. Zo worden lhbtiq+ personen bijna twee keer zo vaak slachtoffer van geweld, en bijna drie keer vaker slachtoffer van seksuele delicten.3
Aanleiding
Zowel vanuit het demissionaire kabinet als vanuit de Tweede Kamer is er een sterke wens om de veiligheid van lhbtiq+ personen te verbeteren. In het hoofdlijnenakkoord4 en het regeerprogramma5 is vastgelegd dat er extra maatregelen worden genomen tegen geweld richting lhbtiq+ personen en dat er vervolginzet komt op het Actieplan veiligheid lhbti 2019-2022,6 dat in 2024 is geëvalueerd.7 Deze versterkte aanpak is aanvullend op bestaand beleid dat dit kabinet al in gang heeft gezet, zoals beschreven in de Emancipatienota Veilig Meedoen.8
Om tot die extra maatregelen te komen is in kaart gebracht hoe het huidige veiligheidsbeleid voor lhbtiq+ personen verder versterkt kan worden. Deze brief gaat eerst in op de versterkte aanpak en beschrijft daarna per thema de extra maatregelen voor de komende periode en de voortgang. Met deze brief en de bijlagen wordt tevens uitvoering gegeven aan de toezegging aan het lid Becker, om de versterkte aanpak in de tweede helft van 2025 met de Tweede Kamer te delen.9
Versterkte aanpak
De aanpak van geweld tegen lhbtiq+ personen is complex. Binnen de gemeenschap is sprake van veel onderlinge verschillen en de vormen van onveiligheid zijn divers. Om beter zicht te krijgen op de onderliggende problematiek is gekozen voor een participerende beleidsaanpak, waarbij met meer dan 75 ervaringsdeskundigen, organisaties, instanties en overheden over dit thema is gesproken. Hierdoor zijn verschillende perspectieven, ervaringen en behoeften meegewogen in de aanpak. De citaten uit deze gesprekken zijn gebundeld in een bloemlezing, die als bijlage is gevoegd. Daarnaast is voor de analyse gebruik gemaakt van input die is verzameld tijdens een bezoek in oktober 2024 aan Caribisch Nederland. Ook daar is gesproken met een gevarieerde groep stakeholders, zoals openbare lichamen, ngoâs, expertisecentra, overheidsinstanties en ervaringsdeskundigen.
Op basis van alle gesprekken is een probleem-oorzakenanalyse opgesteld. Die analyse is voorgelegd aan een klankbordgroep, waaraan een kleinere groep geconsulteerde personen heeft deelgenomen. Deze probleem-oorzakenanalyse is eveneens als bijlage toegevoegd. Op basis van de feiten en cijfers, de opgehaalde signalen uit de gesprekken en de probleem- en oorzakenanalyse zijn strategische doelen bepaald. Die zijn leidend geweest bij de uiteindelijke uitwerking van de voorgestelde themaâs en extra maatregelen.
Extra maatregelen binnen huidig en toekomstig beleid
Het demissionaire kabinet stelt in de periode 2026 tot en met 2029 jaarlijks tenminste ⏠450.000 beschikbaar voor de versterkingen. Dit totaalbedrag van
⏠1,8 miljoen komt bovenop de investeringen die door het demissionaire kabinet reeds zijn gedaan, die investeringen staan beschreven in de Emancipatienota Veilig Meedoen. Ook initiatieven in Caribisch Nederland komen in aanmerking voor deze middelen. In afstemming met de Openbare Lichamen wordt bepaald of en zo ja op welke themaâs extra inzet mogelijk is. Daarnaast kunnen andere departementen, overheden en andere partijen nu of op een later moment aanvullende maatregelen treffen. Het waarborgen van de veiligheid van lhbtiq+ personen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Er zijn 3 strategische doelen:
Vergroten van de persoonlijke veiligheid van lhbtiq+ personen. De komende jaren wordt daarom ingezet op de volgende themaâs: vergroten van veiligheid in de publieke ruimte, vergroten van veiligheid in huiselijke kring en vergroten van veiligheid online.
Meer aandacht voor veiligheid van lhbtiq+ personen bij instanties. De komende jaren zijn er daarom versterkingen bij antidiscriminatievoorzieningen (ADVâs), politie, OM, COA, IND en scholen.
Veiligheid van lhbtiq+ personen als maatschappelijke norm. Daarom wordt ingezet op activiteiten die bijdragen aan het stellen van deze norm.
De maatregelen die onder deze doelen vallen zijn soms breed gericht op de lhbtiq+ gemeenschap, maar soms ook gericht op specifieke groepen mensen. Binnen de aanpak is er de komende jaren expliciet oog voor transgender-, intersekse- en bi+- personen.
Vergroten van veiligheid in de publieke ruimte
Mishandeling en bedreiging van lhbtiq+ personen vindt voornamelijk plaats op straat en seksueel geweld komt met name voor in uitgaansgebieden.10 Handhavers hebben een belangrijke rol als het gaat om optreden bij onveiligheid. In 2026 wordt een handreiking opgeleverd om hen te ondersteunen in het herkennen van en het acteren op geweld tegen lhbtiq+ personen.
Ook lokale overheden en meldstructuren hebben een cruciale rol in het verbeteren van de veiligheid in de publieke ruimte. In 2026 wordt verkend welke mogelijkheden er zijn dit te stimuleren. De resultaten van de verkenning worden betrokken bij eventuele vervolginzet. Gesprekken hierover zijn reeds gaande. In 2026 wordt in Amsterdam gestart met een pilot om de samenwerking tussen het Openbaar Ministerie, de politie en de antidiscriminatievoorziening te versterken. Hierbij wordt bezien of vormen van publiek private samenwerkingen of bestaande stichtingen een rol kunnen spelen. De ministeries van JenV en BZK zijn betrokken bij deze pilot.
Vergroten van veiligheid in huiselijke kring
Tijdens de consultatiegesprekken hebben meerdere personen en organisaties aangegeven dat er sterke vermoedens zijn dat bi+-, intersekse-, transgender-, non binaire- en aseksuele mensen vaker te maken hebben met huiselijk geweld.
Om meer zicht te krijgen op de onderliggende oorzaken van het huiselijk geweld bij deze groepen, zal hier nader onderzoek naar worden gedaan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de uitkomsten van de prevalentiemonitor en beschikbare cijfers van het CBS en het WODC.11
Daarnaast wordt in 2026 ingezet op het tegengaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld binnen de lhbtiq+ gemeenschap, met specifieke aandacht voor de doelgroepen mannen die seks hebben met mannen en bi+ personen, omdat uit onderzoeken blijkt dat deze vorm van geweld vaker bij deze groepen voorkomt.12 Het gaat om verschillende activiteiten zoals: het organiseren van bijeenkomsten over seksuele grensoverschrijding en consent voor lhbtiq+ personen in het land, het (door) ontwikkelen van outreach materiaal om het gesprek over consent aan te gaan op festivals en Pride events, het stimuleren van het voeren van het gesprek over consent in de Ballroom scene waar veelal jonge lhbtiq personen met een bi-culturele achtergrond onderdeel van uitmaken en tot slot, een pilot om de veiligheid en het bewustzijn rond consent in horecagelegenheden in Amsterdam te vergroten. Soa Aids Nederland geeft dit traject samen met onder andere Bi+ Nederland en spelers uit de Ballroom scene vorm.
Uit onderzoek blijkt dat transgender personen vaak te maken krijgen met huiselijk geweld.13 Transgender Netwerk heeft samen met de Veiligheidsregio Amsterdam instrumenten ontwikkeld om kennis hierover te verspreiden. In 2026 wordt deze kennis verder verspreid onder andere veiligheidsregioâs.
Vergroten van veiligheid online
In meerdere gesprekken die zijn gevoerd tijdens de consultatiefase is genoemd dat lhbtiq+ personen vaak online intimidatie en discriminatie ervaren. Dit beeld wordt bevestigd in onderzoeken. Zo worden lhbtiq+ personen vaker dan niet-lhbtiq+ personen online bedreigd, gepest en gestalkt.14
In de consultatiefase is ook gesproken met verschillende meldpunten, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Commissariaat voor de Media over dit thema. Een conclusie die getrokken kan worden is dat lhbtiq+ personen vaak geen melding maken van onveiligheid die online wordt ervaren omdat zij niet bekend zijn met meldingsopties. In 2026 wordt een gesprek over dit thema gefaciliteerd om te onderzoeken hoe verschillende organisaties elkaar op dit thema kunnen versterken. Daarbij zal ook het meldpunt Meld.Online Discriminatie aansluiten, dat per 1 oktober jl. is aangewezen als trusted flagger op het gebied van online discriminatie.
Vergroten van veiligheid van lhbtiq+ personen binnen instanties en op scholen
Uit de consultatiefase is gebleken dat lhbtiq+ personen zich lang niet altijd veilig, gezien en gehoord voelen door instanties. Instanties voeren beleid om dit te veranderen. In 2026 wordt ingezet op verdere versterking van het reeds bestaande beleid op het voorkomen van discriminatie bij respectievelijk de politie, het Openbaar Ministerie (OM), het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Ook worden lopende trajecten gericht op acceptatie en veiligheid van lhbtiq+ personen in het onderwijs versterkt. Hierover vinden gesprekken plaats met COC Nederland.
Antidiscriminatievoorzieningen (ADVâs)
De Academie van de ADVâs richt zich in 2026 op het vergroten van kennis over de lhbtiq+ doelgroep. Dat wordt gedaan door het uitbreiden en meer lhbtiq+ sensitief maken van het bestaande e-learning aanbod. Zo wordt een e-learning ontwikkeld die specifiek gericht gaat zijn op het creĂ«ren van een sociaal veilige omgeving en het beiden van de juiste nazorg bij een melding.
Politie
De politie gaat zich in 2026 extra inzetten om intern voorlichting te geven en meer kennis te verspreiden over de verschillende doelgroepen binnen de lhbtiq+ gemeenschap. Hierbij is uiteraard aandacht voor transgender-, intersekse- en queer personen.
Ook wordt onderzocht of politiemedewerkers kunnen worden verplicht tot het volgen van een e-learning gericht op bejegening van slachtoffers bij meldingen en aangiftes van discriminatie. Hierbij gaat specifiek aandacht zijn voor de bejegening van lhbtiq+ personen.
Het expertisecentrum aanpak discriminatie van de politie (ECAD-P) gaat, binnen de huidige capaciteit, een discriminatierechercheur toevoegen die zich specifiek gaat richten op de lhbtiq+ doelgroep. De medewerkers van het ECAD-P en de daarbinnen werkzame discriminatierechercheurs leveren landelijk en gecoördineerd expertise aan de teams in de eenheden ter versterking van de rol van politie in de (strafrechtelijke) aanpak van discriminatie, zodat de kennis over strafrechtelijke discriminatie breed in de organisatie aanwezig is.
De politie besteedt intern en extern aandacht aan de veiligheid van lhbtiq+ personen door meerdere aangiftes met een relatie tot lhbtiq+ veiligheid uit te lichten via de sociale mediakanalen. Dit heeft tot doel om niet alleen bij de politie intern meer bewustwording te creëren maar ook de samenleving mee te nemen in de vraag waarom aan sommige aangiftes wel opvolging wordt gegeven en aan andere niet en wat de achterliggende reden daarvan is.
Openbaar Ministerie
Het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie (LECD) werkt binnen het OM aan het optimaliseren van de strafrechtelijke handhaving op het gebied van discriminatie. Om slachtoffers van strafbare discriminatie te laten zien dat aangifte loont en om nieuwe incidenten te voorkomen licht het Openbaar Ministerie succesvolle vervolgingen van strafbare discriminatie uit rond evenementen als de Pride Week. Hierin wordt waar mogelijk samen opgetrokken met de berichten van de politie.
Daarnaast wordt de interne e-learning Discriminatie in het Strafrecht vernieuwd. Deze cursus is verplicht voor medewerkers van het OM die zich met de discriminatieaanpak bezighouden en wordt daarnaast aanbevolen aan andere mensen die bij het OM werken. Voor medewerkers van het Openbaar Ministerie en de rechtspraak is deze cursus een manier om kennis te vergroten.
Het OM vervolgt sinds 1 juli jl. ook strafbare feiten met, in geval van een discriminatoir aspect, de wettelijke strafverzwarende omstandigheid van artikel 44bis van het Wetboek van Strafrecht. Doordat deze strafverzwarende omstandigheid sinds kort in de wet is opgenomen dwingt dat het OM tot duidelijke afwegingen in het beoordelingsproces. Ook de strafrechter moet zich over de bewijsbaarheid van discriminatie in deze verschijningsvorm en de strafmaat in relatie daartoe uitlaten.
COA
Binnen het COA zijn er medewerkers aangesteld om lhbtiq+ bewoners beter te begeleiden, de zogenaamde lhbtiq+ contactpersonen. Deze contactpersonen hebben extra kennis en affiniteit met de doelgroep en ondersteunen collegaâs in de begeleiding van lhbtiq+ bewoners.
In 2026 wil het COA meer inzicht krijgen in reeds in gang gezette maatregelen. Op basis hiervan wordt bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn. Het gaat om inzicht in: het percentage getrainde lhbtiq+ contactpersonen; de zichtbaarheid van de lhbtiq+ contactpersonen en redenen van locatiemanagers bij het COA om lhbtiq+ units wel of niet te openen.
IND
Binnen de IND zijn bekerings- en lhbtiq+ coördinatoren (BLCâs) aangesteld.15 De mensen die deze functie uitoefenen gaan in 2026 bij trainingen aan nieuwe medewerkers opnieuw aandacht geven aan lhbtiq+ sensitieve dienstverlening en houden hun eigen kennis en vaardigheden op peil middels structurele intervisie over lhbtiq+ casuĂŻstiek.
Scholen
Scholen zijn verplicht aandacht te besteden aan seksuele diversiteit. Scholen hebben daarnaast de taak te zorgen voor een sociaal veilig klimaat in en om de school en aandacht te besteden aan burgerschap. Scholen zijn echter vrij om hier zelf invulling aan te geven. De komende periode worden reeds ingezette maatregelen gericht op acceptatie van lhbtiq+ personen in het onderwijs en het creëren van een (sociaal) veilig schoolklimaat verder versterkt.
Veiligheid van lhbtiq+ personen als maatschappelijke norm
Naast de hierboven genoemde versterkingen, zet het kabinet in op activiteiten die bijdragen aan het stellen van de norm. De norm dat iedereen veilig dient te zijn en dat geweld tegen en discriminatie van lhbtiq+ personen onacceptabel is. De overheid en politiek hebben een voorbeeldfunctie in het stellen van deze norm, maar het waarborgen van de veiligheid van lhbtiq+ personen is een verantwoordelijkheid van de gehele samenleving.
Uit de consultatiefase is gebleken dat er binnen de lhbtiq+ gemeenschap veel onrust is over de snelle verspreiding van mis- en desinformatie over lhbtiq+ personen. Dit werkt polariserend en heeft ook gevolgen voor het werk en de veiligheid van maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de positie en rechten van lhbtiq+ personen. Om de impact hiervan te beperken wordt een handreiking âomgaan met misinformatieâ ontwikkeld zodat zij tijdig en effectief kunnen reageren op des- en misinformatie op hun werkterrein. Deze handreiking wordt voor de zomer 2026 opgeleverd. Ook hebben maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de emancipatie van vrouwen en lhbtiq+ personen financiĂ«le ondersteuning ontvangen om te werken aan een veerkrachtig en solidair maatschappelijk middenveld dat normerend kan optreden tegen gerichte haat en desinformatie. Deze ondersteuning heeft onder andere bijgedragen aan de ontwikkeling van de Toolkit Veiligheid en Weerbaarheid16 voor maatschappelijk organisaties, en verschillende bijeenkomsten die in het teken staan van onderlinge samenwerking en kennisdeling tussen organisaties in het emancipatiedomein. Het ministerie van OCW staat daarbij structureel in goed contact met de emancipatie alliantiepartners om op de hoogte te blijven hoe het ministerie hen het beste kan ondersteunen in hun omgang met weerstand en desinformatie. Dit zodat zij hun werk kunnen blijven doen.
Voortgang
In de periode 2026-2029 wordt jaarlijks gerapporteerd over de uitvoering van de hierboven genoemde extra maatregelen. Daarbij wordt aangeven welke maatregelen tot uitvoering zijn gebracht, welke maatregelen in het daaropvolgende jaar zullen worden gestart of voortgezet en welke eventuele aanvullende maatregelen worden genomen. Bijvoorbeeld door nieuwe inzichten of vanwege een verandering in het beschikbare budget. Hiervoor wordt input opgehaald bij relevante stakeholders.
Tot slot gaat onze dank uit naar alle personen die hebben bijgedragen aan de realisatie van het eindrapport. We zien en merken dat dagelijks vele maatschappelijke organisaties, inhoudelijk experts, ervaringsdeskundigen en andere mensen zich inzetten voor de acceptatie en veiligheid van lhbtiq+ personen. Hun inzet is cruciaal en onmisbaar en zij vinden ons aan hun zijde. Dit onderwerp vraagt om voortdurende aandacht en inspanning. Vanuit het demissionaire kabinet zien we de noodzaak hier stappen op te maken en deze versterkte aanpak is een aanzet daartoe. In Nederland dient iedereen in veiligheid te kunnen leven, dat is een verantwoordelijkheid van ons allemaal.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Foort van Oosten
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Koen Becking
De Nederlandse overheid gebruikt de term lhbtiq+. Lhbtiq+ is een verzamelnaam voor een groep zeer verschillende mensen en staat voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, bi+ personen, transgender personen, intersekse personen en queer personen. De plus staat voor personen die een andere, niet in voorstaande termen genoemde seksuele oriĂ«ntatie of genderidentiteit hebben, waaronder zij die non-binair of aseksueel zijn.â©ïž
CBS 2024, Hoeveel LHBTQIA personen telt Nederland? | CBS.â©ïž
CBS Veiligheidsmonitor 2023, Veiligheidsmonitor 2023 | CBS.â©ïž
Kamerstuk II 36471-37.â©ïž
Kamerstuk II 2024-D33033.â©ïž
Kamerstuk II 30420-392.â©ïž
Kamerstuk II 2024-D19001â©ïž
Kamerstuk II 2025-D27244.â©ïž
Kamerstuk II 2023/2024, TZ202411-074.â©ïž
CBS Slachtofferschap en veiligheidsbeleving LHBTQIA personen, 2024.â©ïž
CBS, Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag 2024.â©ïž
CBS Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel geweld, 2024.â©ïž
Onzichtbaar in twee werelden; Onderzoek naar de hulpverlening voor transgender slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling, 2021.â©ïž
CBS Slachtofferschap en veiligheidsbeleving LHBTQIA personen, 2024.â©ïž
Iedere zaak waar een lhbtiq+-motief in zit dient in de besluitvorming voorgelegd te worden aan de BLC. Het is afhankelijk van de zaak en de medewerker hoe intensief de betrokkenheid van de BLC is. Het raadplegen van een BLC kan ook plaatsvinden tijdens een gehoor, maar in de besluitvormende fase moet de insteek van de beslissing altijd besproken worden met de BLC.â©ïž