[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Emancipatienota: Veilig Meedoen!

Emancipatiebeleid

Brief regering

Nummer: 2025D27243, datum: 2025-06-11, bijgewerkt: 2025-06-16 16:08, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30420 -418 Emancipatiebeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z11910:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


30420 Emancipatiebeleid

Nr. 418 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2025

In Nederland mag je over je eigen leven beslissen. Je mag jezelf zijn en houden van wie je wilt. Jij hebt de vrijheid over je eigen leven. Maar dat kan alleen als we ons voor die vrijheid én die van anderen blijven inspannen. Zodat iedereen zich veilig voelt en volwaardig mee kan doen.

In deze nota bied ik uw Kamer, als coördinerend bewindspersoon voor Emancipatie, een overzicht van de inspanningen van het demissionaire kabinet1 voor de rechten en emancipatie van vrouwen en lhbtiq+2 personen. Hierbij licht ik ook mijn eigen inspanningen op het gebied van emancipatie als staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) toe. Deze brief geeft invulling aan de Prioriteitenbrief Emancipatie (d.d. 18 november 2024).3

Leeswijzer

Ik sta eerst kort stil bij mijn opdracht voor emancipatie. Daarna beschrijf ik de prioriteiten voor het emancipatiebeleid en de maatregelen die daarbij horen. In bijlage 1 staan de maatregelen overzichtelijk in een tabel. In dit overzicht sta ik ook stil bij hoe de maatregelen bijdragen aan de Sustainable Development Goals (SDG’s).4 In bijlage 2 geef ik de laatste stand van zaken van de moties en de toezeggingen. Met deze bijlagen geef ik invulling aan de motie-Westerveld (GroenLinks-PvdA) en Dobbe (SP).5

Opdracht van Emancipatie

Het kabinet staat voor een samenleving waarin mensen vrij, veilig en zelfstandig kunnen leven. En waarin iedereen ruimte heeft om eigen keuzes te maken. Zonder dat onderscheid wordt gemaakt naar achtergrond, identiteit of seksuele oriëntatie.

Veel mensen zetten zich daarvoor in omdat ze het belangrijk vinden. Bijvoorbeeld via maatschappelijke organisaties, in hun buurt, hun kerk of sportvereniging. Zij doen dat vanuit hun eigen ervaring, voor hun kinderen of om iets te kunnen betekenen voor hun medemens. Het kabinet waardeert hun inzet en staat voor hun vrijheid en veiligheid.

De taak van de overheid om gelijkheid tussen mannen en vrouwen en gelijkheid voor lhbtiq+ personen te bevorderen is verankerd in artikel 1 van onze Grondwet en in verschillende mensenrechtenverdragen. Het kabinet staat hiervoor.

Er is echter nog veel werk te doen en niet alles kan tegelijk. In het Regeerprogramma zijn keuzes gemaakt om de overheidsfinanciën gezond te houden. Deze bezuiniging daalt ook neer op het emancipatiedomein. Dit betekent dat vanuit emancipatie wordt ingezet op onderwerpen waar de kans op succes het grootst is. Het kabinet stelt daarom twee prioriteiten, zoals uitgewerkt in haar brief van 18 november 2024:

  • iedereen moet veilig kunnen zijn; en

  • iedereen moet volwaardig kunnen meedoen.

Als coördinerend bewindspersoon van Emancipatie, stimuleer ik dat alle leden van het kabinet in hun beleid en wetgeving, en hun inzet in internationaal verband, aandacht besteden aan de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de gelijkheid van lhbtiq+ personen. Daarbij zorg ik voor de nodige ondersteuning aan andere departementen. Departementen zijn echter zelf verantwoordelijk voor het maken van beleid dat bijdraagt aan de emancipatie en gelijke behandeling van vrouwen en lhbtiq+ personen.

In 2026 en 2028 laat ik weer een Emancipatiemonitor en een Lhbtiqa+-monitor uitvoeren.6 De monitors bieden inzicht in de situatie rond gender- en lhbtiq+-gelijkheid en zijn nodig om tot wetenschappelijk onderbouwd beleid te komen. Daarnaast ontvangt uw Kamer in het vierde kwartaal van dit jaar de Periodieke Rapportage Emancipatiebeleid 2018-2025, waarin het emancipatiebeleid van de afgelopen jaren wordt beoordeeld op effectiviteit. Zo kunnen we ons beleid zo effectief mogelijk uitvoeren en inspelen op wat er in de samenleving leeft.

Prioriteit 1. Iedereen moet veilig kunnen zijn

Iedereen in Nederland heeft het recht om veilig te kunnen leven, leren, liefhebben, werken, sporten, ontspannen, thuis te zijn en uit te gaan. Zonder angst voor geweld en discriminatie.

1.1 Veiligheid van vrouwen en meisjes

Geweld tegen vrouwen en meisjes is een groot maatschappelijk probleem. Veel vrouwen en meisjes voelen zich thuis niet veilig, dat komt omdat plegers van (seksueel) geweld vaak bekenden zijn, zoals een (ex-)partner, familielid of kennis.7 Maar ook op straat, in het uitgaansleven, bij de studentenvereniging, op het werk en online is het niet altijd veilig. Die onveiligheid is soms zelfs zo groot dat het geweld leidt tot femicide.8

In 2024 waren vrouwen ruim twee keer zo vaak slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag als mannen (16 tegen 7%).9 De schade van dat geweld werkt vaak lang door in het leven van slachtoffers en hun naasten. Daarom onderneemt het kabinet de volgende acties:

Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld

Om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te voorkomen, te signaleren en aan te pakken, loopt tot en met 2026 het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld (NAP).10 Het programma wil gewenste en ongewenste omgangsvormen bespreekbaar maken, omstanders activeren, normen en wetgeving aanscherpen, organisaties en sectoren stimuleren en ondersteunen en de hulpverlening verbeteren. Hiermee proberen we zoveel mogelijk slachtoffers te voorkomen. En als het onverhoopt toch gebeurt, ze zo goed mogelijk bij te staan.

Het programma zet in op verschillende activiteiten. Deze zijn onder andere gericht op het vergroten van bewustwording onder jongeren en ouders, deskundigheidsbevordering van professionals in het onderwijs, de zorg en de veiligheid, kennis over wat je als omstander kan doen en de toegankelijkheid van de hulpverlening. Ook is er specifiek aandacht voor de rol van mannen. Mannen zijn bovengemiddeld vaak dader. Tegelijkertijd hebben mannen als bondgenoten (of als onderdeel van de oplossing) een belangrijke rol bij het signaleren en voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Er zijn verschillende publiekscampagnes gelanceerd die het gesprek over seksueel grensoverschrijdend gedrag stimuleren, waaronder campagnes die zich richten op mannen. Ook helpen we organisaties en sectoren, bijvoorbeeld in de sport, het onderwijs, het studentenleven en de kerk om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld aan te pakken.

Om de aanpak aan te jagen is onafhankelijk regeringscommissaris Mariëtte Hamer aangesteld. Zij geeft het kabinet gevraagd en ongevraagd advies, jaagt het maatschappelijke debat aan en initieert in verschillende domeinen een aanpak, zoals voor het studentenleven, het mbo en de werkvloer. Dat laatste zowel in algemene zin met haar handreiking cultuurverandering als in specifieke publieke en private sectoren zoals de zorg, sport, reisbranche en de bouw. In april 2025 ontving u de voortgangsrapportage van het NAP, inclusief reflectiebrief van de regeringscommissaris.11

Plan van aanpak ‘Stop Femicide!’

Om dodelijk geweld tegen vrouwen en meisjes door hun (ex)partner of familielid te stoppen, is in juni 2024 het plan van aanpak Stop femicide! gepresenteerd door de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en OCW en de minister voor Rechtsbescherming.12 Het plan richt zich op preventie, zicht op (dreigend) geweld, interventies, hulpverlening, onderzoek en monitoring.

Ik heb eerder aangekondigd dat ik een mannenalliantie zal oprichten. Dit is belangrijk omdat mannen onderdeel zijn van de oplossing. De mannenalliantie zal zich ten eerste richten op meer bewustwording over welke opvattingen schadelijk zijn en dat deze opvattingen kunnen leiden tot geweld. Ook richt de alliantie zich op normverandering richting alternatieve, positieve opvattingen over mannelijkheid, relaties en gelijkwaardigheid bij mannen om femicide te voorkomen. Ten tweede, zal de alliantie inzetten op mannen als omstanders bij dreigende femicide. Het doel hierbij is dat mannen signalen herkennen en weten hoe ze hierop kunnen reageren. Ten derde, zal de mannenalliantie meedenken over hulpverlening en interventies voor plegers van geweld tegen vrouwen. Hierbij wordt rekening gehouden met de behoeften, eigenschappen en overtuigingen van de plegers. Middels het advies van de alliantie kunnen de interventies in lijn worden gebracht met de Europese standaarden te gebeuren.13 Hierbij werk ik samen met de staatssecretaris van Langdurige en Maatschappelijke Zorg (LMZ) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (JenV). Tot slot zal de mannenalliantie bijdragen aan meer kennis over de rol van mannen in het voorkomen van femicide. Dit doet de alliantie door bestaande interventies in de praktijk te toetsen, waar nodig nieuwe interventies te ontwikkelen, inzichtelijk te maken welke interventies nog ontbreken en hoe bestaande interventies versterkt kunnen worden. Het streven is dat de alliantie begin 2026 is opgericht.

Implementatie Verdrag van Istanbul in Caribisch Nederland

Uit het onderzoek ‘Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland’ van de universiteit Leiden blijkt dat huiselijk geweld ook in Caribisch Nederland veel voorkomt.14 Daarom werk ik samen met de ministeries van OCW, JenV, Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba - aan een bestuursakkoord voor de implementatie van het Verdrag van Istanbul. Het hoofddoel hierbij is de preventie en het bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, waarbij ik ga werken aan het wegnemen van grondoorzaken van het geweld. In de loop van 2025 werken we de bijbehorende activiteiten verder uit samen met verschillende partijen in Caribisch Nederland.

Mijn ministerie sluit ook aan bij No Mas, No More, het samenwerkingsverband met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Het samenwerkingsverband heeft als doel om gezamenlijk toe te werken naar de bekrachtiging van het Verdrag van Istanbul en kennisdeling rondom de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het ministerie van VWS coördineert het samenwerkingsverband.

Programma Veilige Steden

Om de veiligheid van vrouwen en meisjes in de publieke ruimte en tijdens het uitgaan te vergroten, ondersteunt het ministerie van OCW tot en met 2026 het programma Veilige Steden. In 2024 is extra geld beschikbaar gesteld, zodat meer gemeenten aan dit programma kunnen meedoen en van elkaar kunnen leren. Movisie helpt gemeenten hierbij. Met de toetreding van Alkmaar, Amersfoort, Apeldoorn, Deventer en Haarlem doen nu 25 gemeenten mee. Ze voeren publiekscampagnes uit, hebben meldpunten voor slachtoffers van straatintimidatie, en voeren lesprogramma’s en trainingen uit voor horecabedrijven. In 2026 zullen we ook de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan het programma.

Alliantie Act4Respect Unlimited

Om (online) seksueel geweld en (ex)partnergeweld tegen meisjes, jonge vrouwen en lhbtiq+ personen tegen te gaan, financiert het ministerie van OCW tot en met 2027 de alliantie Act4Respect Unlimited. In de alliantie werken Rutgers, Atria en COC samen met jongeren en professionals. De alliantie voert campagne onder jongeren voor sociale normen, bevordert deskundigheid van zorg-, onderwijs en veiligheidsprofessionals en ontwikkelt interventies voor jongeren die extra risico lopen om slachtoffer of pleger te worden. Bijvoorbeeld de interventie Happy2gether plus gericht op het voorkomen van (ex)partnergeweld onder jongeren met een verstandelijke beperking. Alle activiteiten en interventies zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.15

Alliantie Verandering van Binnenuit 2.0

Het ministerie van OCW financiert de alliantie Verandering van Binnenuit 2.0 voor de veiligheid, gelijkheid en acceptatie van vrouwen en lhbtiq+ personen in gesloten gemeenschappen. De alliantie is een samenwerkingsverband tussen het Consortium Zelfbeschikking, LCC+ en Movisie. De alliantie helpt “voortrekkers” uit gesloten gemeenschappen om aan verandering van binnenuit de gemeenschap te werken. De alliantie werkt samen met gemeenten en professionals om verandering van binnenuit te ondersteunen en stimuleren. De alliantie loopt nog tot en met 2027 en gaat de komende jaren (verder) aan de slag met activiteiten, zoals het werven en scholen van voortrekkers, het aangaan van samenwerkingen met gemeenten, het organiseren van bijeenkomsten onder andere in kerken en bij scholen en studentenverenigingen. Er wordt ook een sociale media campagne ontwikkeld, gericht op ervaringsverhalen van lhbtiq+ personen en vrouwen en meisjes die getroffen zijn door geweld, ongelijkheid of non-acceptatie.

Project ROOTS

Migrantenorganisaties en sleutelpersonen hebben een belangrijke rol in het voorkomen en signaleren van schadelijke praktijken, zoals huwelijksdwang, gedwongen achterlating in het buitenland en vrouwelijke genitale verminking. Ik heb daarom een intentieverklaring afgegeven om project ROOTS, waarvoor de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) financiering van de Europese Commissie gaat aanvragen, te steunen door het te co-financieren. Als de Europese Commissie het project goedkeurt zal het in 2026 van start gaan met een looptijd van 36 maanden. Dit project betreft een versterking van de aanpak schadelijke praktijken, zoals opgenomen in het regeerprogramma.

Implementatie Europese Unie (EU)-richtlijn Geweld tegen vrouwen

Het kabinet werkt aan de implementatie van de Europese Unie (EU)-richtlijn tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.16 De richtlijn stelt bepaalde vormen van geweld tegen vrouwen offline en online strafbaar en verplicht de lidstaten maatregelen in te voeren ter bescherming en ondersteuning van slachtoffers en om hun toegang tot de rechter makkelijker te maken. Ook stuurt de richtlijn op meer coördinatie en samenwerking tussen autoriteiten. De richtlijn moet uiterlijk juni 2027 omgezet zijn in Nederlandse wetgeving.

1.2 Veiligheid van lhbtiq+ personen

De Lhbtiqa+-monitor 2024 onderstreept dat lhbtiqa+17 personen extra kwetsbaar zijn. Ze zijn vaker slachtoffer van geweldsdelicten, respectloos gedrag en pesten. Het aantal meldingen van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid steeg bij antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) in 2024 met 141% ten opzichte van 2023. Het aantal meldingen en aangiften bij de politie van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid steeg van 2545 meldingen in 2023 naar 2745 in 2024.18 Dit is onacceptabel. Ik doe daarom met mijn collega’s in het kabinet het volgende:

Vervolg Actieplan veiligheid lhbtiq+ personen

Er komt een vervolg van het Actieplan Veiligheid lhbti 2019-2022. Eén van de aanbevelingen uit de evaluatie van het actieplan was om in gesprek te gaan met lhbtiq+ personen, het maatschappelijk middenveld, (overheids)instanties en andere partijen.19 Dat gesprek brengt in beeld wat volgens de betrokkenen de problemen zijn en wat er wel en wat niet werkt voor meer veiligheid van lhbtiq+ personen.

Dat traject startte ik samen met de minister van JenV in oktober 2024. Ik deel de resultaten in de tweede helft van dit jaar met uw Kamer. Ze vormen de basis van onze vervolginzet in het Actieplan veiligheid lhbtiq+ personen.

Vergroten kennis en expertise bij politie

Als onderdeel van het programma Politie voor Iedereen en in opvolging van de motie-Paternotte (D66)20 heeft de politie in 2021 via een pilot het Expertisecentrum Aanpak Discriminatie Politie (ECAD-P) opgezet. Het kabinet bestendigt de aanpak door de politie van alle vormen van discriminatie en racisme. Daartoe is de capaciteit van het ECAD-P bestendigd en uitgebreid. Het expertisecentrum heeft als doel het versterken van de rol van de politie in de (strafrechtelijke) aanpak van discriminatie in de samenleving en de samenwerking met de partners op dit thema. Daarnaast ondersteunt het ECAD-P politie-eenheden bij het beter herkennen en registreren van het discriminatieaspect in strafbare feiten. De expertise, adviezen en trainingen van het ECAD-P aan regionale eenheden en individuele politiemedewerkers vergroot het vakmanschap van politiemedewerkers en helpt slachtoffers beter van dienst te zijn.

Vanuit het regeerprogramma zijn er ook middelen beschikbaar gekomen voor de Netwerken Divers Vakmanschap als onderdeel van het programma Politie voor Iedereen. Eén van deze netwerken is het netwerk Roze in Blauw: het politienetwerk voor de lhbtiq+-gemeenschap. Dit netwerk speelt een cruciale rol bij het bijstaan van lhbtiq+ personen door de politie. De leden wisselen informatie en ervaringen uit en werken veel samen met lhbtiq+-belangenorganisaties en hulpverleningsinstanties. Zo zorgen ze voor meer ervaringsdeskundigheid bij de politie. Daardoor groeit de bereidheid van lhbtiq+ personen die te maken krijgen met discriminatie of geweld om meldingen of aangifte te doen, dat is belangrijk bij het voorkomen en aanpakken van discriminatie en geweld. Ook staat Roze in Blauw in nauw contact met het ECAD-P, om ook daar de kennis over lhbtiq+ personen te vergroten.

Komst antidiscriminatievoorziening (ADV) in Caribisch Nederland

Het ministerie van BZK werkt samen met JenV aan de invoering van de wetgeving voor gelijke behandeling21 en het instellen van een gecombineerde voorziening voor rechtshulp en ADV op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In de aanloop naar de inwerkingtreding van de gelijkebehandelingswetgeving en de start van deze voorziening zal er informatie worden gegeven om mensen te wijzen op de nieuwe voorziening, de betekenis voor hun rechten en de mogelijkheden om bijstand te ontvangen als er sprake is van discriminatie. Ik ben bij deze aankondigingsactiviteiten betrokken en zorg ervoor dat de ADV in hun voorlichtingscampagnes oog heeft voor alle vormen van discriminatie, inclusief die van vrouwen en lhbtiq+ personen.

Programma Regenboogsteden

Het ministerie van OCW werkt met de 56 Regenboogsteden en provincies samen aan de sociale acceptatie en veiligheid van lhbtiq+ personen. Dat is belangrijk omdat ook uit meerdere lokale en regionale onderzoeken blijkt dat lhbtiq+ personen zich steeds onveiliger voelen.22,23,24,25 De gemeenten nemen een regierol en zorgen dat op lokaal niveau lhbtiq+-beleid tot stand komt. Kennisinstituut Movisie bevordert onderlinge contacten, ontwikkelt effectieve interventies en adviseert de Regenboogsteden over effectief beleid en de monitoring hiervan.

De betrokken gemeenten realiseren verschillende aanpakken afgestemd op de lokale veiligheid, leefsituatie en acceptatie. Zij stimuleren initiatieven, om de veiligheid van lhbtiq+ personen te verbeteren. Voor het verhogen van de acceptatie werken de steden aan bewustwording op scholen en aan veiligheid en acceptatie bij sportclubs en verenigingen. Aan lhbtiq+ personen bieden zij een veilige plek om elkaar onderling te ontmoeten en gezamenlijke activiteiten te organiseren. Voor verbetering van de veiligheid op straat en bij het uitgaan werken gemeenten samen met de politie, horeca en antidiscriminatievoorzieningen. Ook worden wijkregisseurs en politie getraind in de aanpak van geweld tegen lhbtiq+ personen en in de omgang met slachtoffers hiervan. Gemeenten treden op bij incidenten en in de woonomgeving, en stellen een norm door kenbaar te maken dat geweld tegen lhbtiq+ personen niet wordt getolereerd.

Regenbooggemeenten zijn verschillende samenwerkingsverbanden aangegaan om geweld tegen lhbtiq+ personen tegen te gaan. Zo werkt gemeente Amsterdam samen met politie en maatschappelijke organisaties. Om gewelddadigheid en gewelddadige opvattingen onder mannen tegen te gaan, zet gemeente Amsterdam ook in op voorlichting. Gemeenten Utrecht en Amersfoort hebben een regionaal lhbtiq+-veiligheidsoverleg waarin de voortgang op lopende veiligheidskwesties en discriminatie wordt besproken en gemonitord. Bij dit overleg zijn ook de politie, het Openbaar Ministerie (OM), expertisecentrum Artikel 1 en lhbtiq+-belangenorganisatie COC aangesloten. Daarnaast worden campagnes ingezet om de meldingsbereidheid van incidenten te verhogen, zoals de campagne We blijven onszelf.26

In 2026 kunnen ook de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba deelnemen aan het programma Regenboogsteden.

Alliantie Kleurrijk en Vrij

Van 2023 tot en met 2027 subsidieer ik de alliantie Kleurrijk en Vrij. De alliantie bestaat uit COC Nederland, Transgender Netwerk, NNID en Bi+ Nederland. Deze organisaties werken samen aan een veilig land waar mensen zichzelf kunnen zijn en niet bang hoeven te zijn voor geweld om wie ze zijn of van wie ze houden.

De alliantie ondersteunt bijvoorbeeld tienduizenden scholieren, docenten en vrijwilligers bij het organiseren van Paarse Vrijdag op bijna drieduizend scholen in Nederland. Daarbij gaat het erom dat iedereen op school veilig zichzelf kan zijn zonder gepest te worden. Dat is hard nodig, omdat de pestcijfers onder lhbtiq+ jongeren fors hoger liggen dan gemiddeld.

De alliantie adviseert politie, OM en beleidsmakers over maatregelen tegen toenemend geweld tegen lhbtiq+ personen. Mede daardoor kwam er bij de politie meer tijd en geld voor Roze in Blauw, de politieteams die lhbtiq+ personen ondersteunen als zij slachtoffer worden van discriminatie en geweld.

Transgender en non-binaire personen krijgen op het werk te maken met onveiligheid en discriminatie, waardoor hun arbeidsmarktpositie relatief slecht is. De alliantie adviseert werkgevers, werknemers, vakbonden en beleidsmakers over een veilige werkvloer voor transgender personen. Zo bereikte deze alliantie dat transitieverlof nu onderdeel uitmaakt van arbeidsvoorwaarden van meer dan tien grote bedrijven, waaronder de Nederlandse Spoorwegen, de multinationals Unilever en PWC en cosmeticabedrijf LUSH. En door inzet van de alliantie maakt dit type verlof ook onderdeel uit van het SER-advies Balans in maatschappelijk verlof27, over de toekomst van het verlofstelsel in Nederland.

Intersekse kinderen worden geconfronteerd met medisch niet-noodzakelijke behandelingen zonder hun expliciete en goed geïnformeerde toestemming, dat kan veel leed met zich meebrengen. Daarover spreekt de alliantie regelmatig met artsen, onderzoekers en beleidsmakers. Dat leidde onder meer tot breed gedragen scenario’s28 om intersekse kinderen beter tegen zulke behandelingen te beschermen.

1.3 Een vrij en veilig leerklimaat

In het onderwijs is de veiligheid van leerlingen en studenten een voorwaarde om goed te kunnen leren en te kunnen ontwikkelen. Ongeacht wie ze zijn, wat hun achtergrond is, van wie ze houden en of ze man of vrouw zijn of zich geen van beiden voelen. Het is schrijnend dat dit niet voor alle leerlingen en studenten vanzelfsprekend is.29 Daarom onderneemt het kabinet het volgende:

Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs

Voor de sociale veiligheid in het funderend onderwijs werk ik aan het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs. Met dit wetsvoorstel introduceer ik een meldplicht voor ernstige incidenten. De al bestaande meld-, overleg- en aangifteplicht voor seksuele misdrijven wordt verduidelijkt en uitgebreid.

Het wetsvoorstel verplicht scholen in het funderend onderwijs om vertrouwenspersonen te hebben en verbetert hun positie en professionaliteit. Daarnaast moeten scholen zich aansluiten bij een landelijke klachtencommissie die kan adviseren over een klachtenbehandeling. Scholen moeten ook hun veiligheidsbeleid jaarlijks gaan evalueren.

De maatregelen dragen ook bij aan de sociale veiligheid van meisjes en lhbtiq+ leerlingen. Uw Kamer ontvangt het wetsvoorstel voor het zomerreces van 2025. De planning is er op gericht dat de wet op 1 augustus 2026 in werking treedt.

Wetsvoorstel continue Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)-screening
Om ervoor te zorgen dat personen met relevante antecedenten niet in het onderwijs kunnen (blijven) werken werk ik samen met belanghebbenden en beoogde uitvoeringspartijen aan een wetsvoorstel om continue VOG-screening in het funderend onderwijs mogelijk te maken. Zo voorkomen we bijvoorbeeld dat personen die zijn veroordeeld voor seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs kunnen blijven werken. De planning is om dit wetsvoorstel in 2026 in consultatie te brengen. Hiermee zal ook worden aangesloten op wetgeving die in EU-verband in voorbereiding is.30

Ondersteuning bij het bevorderen van een veilig schoolklimaat

Op verschillende manieren stimuleer ik initiatieven die scholen ondersteunen bij het bevorderen van een veilig schoolklimaat voor alle leerlingen. Zo verleen ik een instellingssubsidie aan Stichting School & Veiligheid (SSV), de landelijke expertise-organisatie voor sociale veiligheid op school. Zij ondersteunen scholen met actuele informatie en deskundig advies. Zo heeft SVV aanbod voor docenten voor het bespreekbaar maken van gevoelige thema’s in de klas op een veilige manier. Ook onderhoudt SSV de website www.gendi.nl met inspiratie, (les)materialen en kennis voor docenten op het gebied van gender- en seksuele diversiteit. Dit najaar publiceert SSV een handreiking voor schoolleiders over het creëren van een veilig schoolklimaat voor lhbtiq+ leerlingen. In samenwerking met het Landelijke Aktie Komitee Scholieren (LAKS) lanceert SSV dit najaar een leidraad voor het voeren van een veilig gesprek in de klas over onderwerpen die als polariserend worden ervaren. Tot slot beschikt SSV over een adviespunt voor scholen en organiseert SSV jaarlijks de Week tegen pesten en de conferentie Met alle respect!.

Daarnaast ondersteun ik initiatieven van COC Nederland die scholen ondersteunt bij het bespreekbaar maken van gender- en seksuele diversiteit. Bijvoorbeeld bij het jaarlijks organiseren van Paarse Vrijdag, waarvan het aantal deelnemende scholen blijft groeien. Ook faciliteert COC een netwerk van Gender and Sexuality Alliances (GSA). Dit is een groep die scholieren kunnen oprichten om te laten zien dat zij vinden dat iedereen op hun school de vrijheid heeft te kunnen zijn wie ze zijn zonder zich daarvoor te hoeven schamen of te verantwoorden. Ten slotte bouwt het aan een GSA-docentennetwerk, waarin docenten ideeën en good practices kunnen uitwisselen om de acceptatie van lhbtiq+ leerlingen en docenten op school te verbeteren.

Sociale veiligheid in het vervolgonderwijs

De Monitor Integrale Veiligheid MBO laat zien dat de meeste studenten zich veilig voelen in het mbo. Maar de monitor laat ook zien dat vrouwelijke studenten en lhb-studenten zich minder veilig voelen.31,32 In januari 2025 stuurde de minister van OCW zijn beleidsreactie op de monitor aan uw Kamer.33 In de Werkagenda mbo is afgesproken dat instellingen hun sociale veiligheidsbeleid uitbreiden. Daarnaast zet de minister met het Stagepact in op het uitbannen van stagediscriminatie in het mbo.

De minister van OCW komt met een wetsvoorstel voor een zorgplicht voor de veiligheid voor het gehele vervolgonderwijs en onderzoek. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid die instellingen dragen voor veiligheid wettelijk vastgelegd door bijvoorbeeld een beleidscyclus op dit onderwerp te verplichten, de dialoog tussen instellingen te bevorderen en toezicht meer handvatten te geven. Het wetsvoorstel zal naar verwachting in het najaar van 2025 in internetconsultatie gaan en in 2026 worden ingediend bij uw Kamer.

Integrale aanpak sociale veiligheid in hoger onderwijs en wetenschap

Met de integrale aanpak sociale veiligheid werkt het ministerie van OCW met universiteiten en hogescholen aan een duurzaam veilige leer- en werkomgeving.34 Het opnemen van bovengenoemde zorgplicht in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is een belangrijke maatregel binnen de aanpak. Daarnaast wordt voor de zomer van 2025 een onderzoek gepresenteerd naar de werking van klacht- en meldvoorzieningen van studenten en medewerkers. Ook wordt het (interne en externe) toezicht op sociale veiligheid versterkt.

Een landelijke subsidie stimuleert universiteiten, hogescholen, promovendi, medewerkers en studenten(verenigingen) om samen projectvoorstellen in te dienen die bijdragen aan een sociaal veilige leer- en werkomgeving van studenten en medewerkers. De minister van OCW heeft een regiegroep gevormd samen met de vertegenwoordigers van deze organisaties. De basis voor de subsidieregelingen de regiegroep is het Convenant Sociale Veiligheid in het Hoger Onderwijs en Wetenschap 2024-2027.

Vanuit het NAP subsidieer ik twee initiatieven die bijdragen aan sociale veiligheid in het studentenleven. Het eerste is GELIJKSPEL, dat workshops over seksueel grensoverschrijdend gedrag aanbiedt voor studenten en dat bestuurders van studentenorganisaties begeleidt. Het tweede initiatief is de Ben je oké-campagne van Rutgers. De campagne vergroot de bewustwording van studenten over seksueel grensoverschrijdend gedrag en biedt omstanders handelingsperspectief.

Actualisatie kerndoelen burgerschap, digitale geletterdheid en relationele en seksuele vorming

Het is belangrijk dat kinderen vanaf jonge leeftijd leren hoe je respectvol met elkaar omgaat en hoe je wensen en grenzen kunt aangeven. Daarom is het belangrijk dat ze neutrale en leeftijdsgeschikte relationele en seksuele vorming krijgen. Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) leverde in 2024 concepten op van de nieuwe kerndoelen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het gaat om kerndoelen voor burgerschap, digitale geletterdheid, mens en maatschappij en mens en natuur. In deze leergebieden zijn verschillende elementen van relationele en seksuele vorming opgenomen. De komende periode beproeven scholen de conceptkerndoelen. Op basis van hun ervaringen worden de kerndoelen aangescherpt.

Actualisatie wegwijzer Seksualiteit online

Online seksueel grensoverschrijdend gedrag speelt ook op scholen en in de klas. Om (onderwijs)professionals die met jongeren werken te helpen hiermee goed mee om te gaan wordt de wegwijzer Seksualiteit online vernieuwd. Het biedt een overzicht van stappen als ongewenste sexting35 of een andere vorm van online seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden. Ook biedt de wegwijzer een overzicht van preventieve acties voor scholen. Tot slot staan er trainingen in voor docenten over (on)gewenste online seksualiteit en informatie over hoe scholen ouders kunnen betrekken bij het onderwerp. De wegwijzer wordt rond de zomer verspreid in het primair-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs.

Onderzoek naar acceptatie lhbtiq+ personen bij jongeren

Ik laat onderzoek doen naar de acceptatie van lhbtiq+ personen onder jongeren. Volgens de Gezondheidsmonitor Jeugd36 vinden steeds minder scholieren van klas twee en vier in het voortgezet onderwijs homoseksualiteit normaal37, terwijl andere onderzoeken dat tegenspreken. Zo laat een ander onderzoek juist een toenemende acceptatie onder jongeren zien over de periode 2012-2023.38 Ook onder volwassenen lijkt er geen sprake te zijn van dalende acceptatie.39 Daarom is het belangrijk om een duidelijker beeld te krijgen van de mening van jongeren. De onderzoekers kijken daarbij ook naar de rol van cultuur-religieuze denkbeelden, sociale media en de manosphere40.

Uw Kamer ontvangt de eerste resultaten van het onderzoek nog voor deze zomer. De volledige resultaten, waaronder het onderzoek naar de mening van jongeren, volgt na de zomer.

Alliantie Jong Gelijk

Ik subsidieer tot en met 2027 de alliantie Jong Gelijk. Dit is een samenwerkingsverband tussen Rutgers, Colored Qollective, Femmes for Freedom, de Nationale Jeugdraad en Stichting Plattelandsjongeren. Het doel is dat de jongeren zich in vrijheid kunnen ontwikkelen en uitdrukken op het gebied van gender en seksualiteit. De alliantie heeft onderzoek gedaan naar hoe queer jongeren van kleur, bi-culturele meisjes en plattelandsjongeren gendernomen ervaren. Op basis van dit onderzoek heeft de alliantie bewustwordingscampagnes ontwikkeld en organiseert de alliantie safe(r) spaces, waarin jongeren (h)erkenning ervaren en in een veilige omgeving zichzelf kunnen zijn.

Artificiële intelligentie (AI)-gebruik door leerlingen (deepnudes)

In Nederland is het zonder toestemming maken en verspreiden van deepnudes (seksueel getinte nepafbeeldingen of -video’s) strafbaar. Europese wetgeving verplicht online platforms daarnaast tot maatregelen tegen illegale inhoud als deepnudes en geeft burgers meer rechten tegenover de platforms.41

Uit internationaal onderzoek blijkt echter dat jongeren in toenemende mate AI gebruiken om deepnudes te maken. In België heeft bijvoorbeeld bijna 14% van de jongeren al eens een deepnude of AI-naaktbeeld ontvangen.42 De slachtoffers hiervan zijn bijna altijd meisjes. Jongeren hebben hierbij vaak niet door dat het strafbaar is.

Vanuit mijn rol als coördinerend bewindspersoon voor emancipatie blijf ik de ontwikkelingen volgen, zowel nationaal als internationaal43, en verken ik of extra maatregelen nodig zijn tegen het misbruik van AI door leerlingen. Bijvoorbeeld door het vergroten van de bewustwording over de strafbaarheid en impact van dit soort deepnudes.

Implementatie AI-verordening

De Europese AI-verordening bevat onder meer regels voor de inzet van AI-systemen in het onderwijs. Dit soort AI-systemen moeten aan verschillende verplichtingen voldoen om bijvoorbeeld discriminatie te voorkomen. In dit kader moeten datasets die door AI-systemen worden gebruikt voldoende representatief zijn met betrekking tot de personen ten aanzien van wie de AI-systemen worden gebruikt. EU-lidstaten moeten uitvoering geven aan de AI-verordening door middel van de zogenaamde uitvoeringswetgeving. In de Nederlandse Uitvoeringswet zullen de toezichthouder(s) in Nederland worden aangewezen.

1.4 Beschermen van vrouwen en lhbtiq+ personen tegen (online) weerstand en haat

Online wordt er veel desinformatie verspreid en worden mensen geconfronteerd met complottheorieën over lhbtiq+ personen en feministen.44,45,46 Ook zijn vrouwen en lhbtiq+ personen veelvuldig slachtoffer van online haat.47,48 Een (extreem) traditionele en religieuze beweging wint internationaal terrein en zet de rechten van vrouwen en lhbtiq+ personen onder druk.49 Uit onderzoeken blijkt dat de beweging goed georganiseerd en gefinancierd is.50

Het kabinet vindt dat ontoelaatbaar en verzet zich ertegen met de onderstaande maatregelen. Daarmee voert het ook de motie-Becker (VVD) uit, waarin het kabinet werd verzocht een contrastrategie te ontwikkelen om de rechten van vrouwen en lhbtiq+ personen te beschermen.51

Plan van aanpak tegen online discriminatie, racisme en hate speech (haatzaaien)

Voor de online veiligheid van onder andere vrouwen en lhbtiq+ personen, coördineert het ministerie van BZK, samen met de ministeries van OCW, SZW, en JenV, de uitvoering van een plan van aanpak tegen online discriminatie, racisme en hate speech (haatzaaien).

In dit plan van aanpak wordt rekening gehouden met hoe online haatdragende en discriminerende uitingen bestreden kunnen worden met zowel Nederlandse wetgeving, zoals de Grondwet en het Wetboek van Strafrecht als Europese wetgeving, als Europese wetgeving, zoals de digitaledienstenverordening (DSA). In de DSA is vastgelegd dat onlineplatforms moeten inschatten hoe groot het risico is op discriminatie en gendergerelateerd geweld. De platforms moeten ook maatregelen nemen om dat risico te beperken. De Europese Commissie houdt samen met de nationale digitaledienstencoördinatoren toezicht op de naleving van de DSA.52 Uw Kamer ontvangt het plan voor het zomerreces.

Inzet binnen de EU tegen haatmisdrijven en pushback

Haat en discriminatie stoppen niet bij landsgrenzen, ook omdat het steeds vaker online plaatsvindt. Europese samenwerking hiertegen is nodig. Eind 2021 heeft de Europese Commissie het voorstel gedaan om haatzaaien en haatmisdrijven in de hele EU te als misdrijven te erkennen. Als dit voorstel wordt aangenomen, krijgt de Europese Commissie de mogelijkheid om wetten voor te stellen. Deze wetten kunnen bijvoorbeeld gaan over wat precies haatzaaiende uitspraken en haatmisdrijven zijn, of over het instellen van minimale straffen. Nederland is positief over dit voorstel. Toch is het niet verder gekomen, omdat alle Europese lidstaten het ermee eens moeten zijn. Een aantal landen is tegen.

Ook zien we dat steeds meer Europese lidstaten Europese afspraken over fundamentele rechten als non-discriminatie en gelijke behandeling ondermijnen of afzwakken. Samen met gelijkgestemde lidstaten trekken we hier een grens. Dit doen we door Europese afspraken te verdedigen. Ook roepen we de Europese Commissie op ze te handhaven, onder andere door bij schendingen Europese fondsen in te houden of naar het Europese hof te stappen. Tijdens Europese hofzaken steunen we de Europese Commissie en de individuen die gediscrimineerd worden en hun recht willen halen.53

Versterken weerbaarheid tegen desinformatie

Het kabinet voert de rijksbrede strategie effectieve aanpak desinformatie54 uit tegen desinformatie over onder andere lhtbiq+ personen. Onderdeel van de strategie zijn maatregelen om verspreiders en de verspreiding van desinformatie aan te pakken, zoals de oprichting van een meldvoorziening en de implementatie van de DSA. De DSA maakt socialemediaplatforms verantwoordelijk voor het tegengaan van desinformatie.

Het ministerie van OCW versterkt daarbij de mediawijsheid in de samenleving en het onderwijs, zodat jong en oud de betrouwbaarheid van informatie kunnen inschatten. Dit doen we met projecten zoals Dichterbijnieuws55 en het Netwerk Mediawijsheid. Het netwerk heeft ruim 1200 partners, zoals bibliotheken, culturele instellingen, lesmateriaalontwikkelaars, educatieve uitgeverijen, onderzoeksinstituten en ICT-bedrijven.

Ook wordt er momenteel door SLO gewerkt aan de actualisatie van de kerndoelen in het curriculum, in opdracht van OCW. In het nieuwe leergebied digitale geletterdheid is er uitgebreid aandacht voor veiligheid en kritisch omgaan met online content om digitale weerbaarheid te vergroten. Een wezenlijk onderdeel van de conceptkerndoelen digitale geletterdheid is de verhouding tussen mens, technologie en de digitale samenleving.

Ondersteunen maatschappelijk middenveld tegen weerstand en intimidatie

Via de subsidieregeling gender- en lhbtiq+-gelijkheid 2022 – 2027 ondersteun ik het maatschappelijk middenveld en haar projecten die bijdragen aan gendergelijkheid of lhbtiq+-gelijkheid. Maatschappelijke organisaties kunnen ook gebruik maken van deze regeling om hun positie en daarbij hun inzet voor de rechten van vrouwen en lhbtiq+ personen te versterken. Dit is nodig omdat organisaties die zich voor de rechten van vrouwen en lhbtiq+ personen inzetten steeds meer last hebben van intimidatie, zoals doxing56 en (online) bedreigingen. Daartegen moeten we strijden. Uit de mid-term evaluatie van de allianties blijkt ook dat werknemers en vrijwilligers zich daardoor niet altijd meer veilig voelen en er regelmatig extra veiligheidsmaatregelen nodig zijn voor (online) evenementen.57

Op deze manier ondersteun ik bijvoorbeeld COC en Rutgers in het ontwikkelen van een strategie tegen gerichte aanvallen, misinformatie en intimidatie die maatschappelijke organisaties onder druk zetten. Onderdeel van de strategie zijn interventies die de weerbaarheid van organisaties en hun medewerkers en vrijwilligers vergroten en de ontwikkeling van een toolkit met goede voorbeelden en instrumenten. Deze worden breed met het veld gedeeld. Hiermee voer ik de motie-Dobbe (SP) uit.58

Prioriteit 2. Iedereen moet volwaardig kunnen meedoen

Iedereen in Nederland heeft het recht om in vrijheid eigen keuzes te maken, en volwaardig mee te doen in de samenleving. In de praktijk zijn er echter belemmeringen waardoor dit niet altijd lukt. Daarom voert het kabinet de onderstaande maatregelen uit voor de emancipatie van vrouwen en lhbtiq+ personen in de arbeidsmarkt, het onderwijs en de zorg. Het kabinet hecht er tevens grote waarde aan dat praktisch opgeleiden, mensen uit krimpregio’s en sprekers van spreektalen in staat worden gesteld om volwaardig mee te doen in onze samenleving. Dit vereist een brede inzet van het kabinet. De volwaardige maatschappelijke deelname van deze groepen maakt geen deel uit van het emancipatiebeleid, maar hiervoor werken verschillende leden van het kabinet op hun eigen terrein aan beleidsvoorstellen.

2.1 Gelijke kansen op de arbeidsmarkt en werkvloer

Het kabinet neemt maatregelen voor de verdeling van arbeid en zorg, topvrouwen, gelijke loon en gelijke behandeling, en arbeidsparticipatie. Ondanks de vooruitgang van de afgelopen jaren zijn er nog steeds grote verschillen tussen vrouwen en mannen. Vrouwen werken gemiddeld bijna 10 uur per week minder59 en in het bedrijfsleven verdienen ze gemiddeld € 4,50 bruto per uur minder.60 Ook is maar 15,3% van de bestuurders in het bedrijfsleven vrouw. In bijna 60% van de besturen zit zelfs geen enkele vrouw.61 En ook al wil de helft van de stellen de zorg voor kinderen gelijk verdelen, naast een betaalde baan, lukt dit nog geen tien procent van de stellen.62

Verbeteren randvoorwaarden voor de combinatie van arbeid en zorg

De ministeries van VWS, SZW,OCW en Financiën hebben de Sociaal-Economische Raad (SER) om advies gevraagd over de toekomstbestendige combinatie van werk en mantelzorg. De SER is gevraagd onder meer in te gaan op het vraagstuk hoe de overheid arbeidsparticipatie kan stimuleren en gelijktijdig ruimte kan geven voor de combinatie van arbeid met het verlenen van (intensieve vormen van) mantelzorg.63 Het advies wordt eind 2025 verwacht. In de tussentijd werkt het kabinet aan de vereenvoudiging van het verlofstelsel en de stelselherziening van de kinderopvang. Hier staat een eenvoudig stelsel met meer zekerheid voor werkende ouders voorop. In de brief van november jl. is uw Kamer geïnformeerd over de hoofdlijnen van het nieuwe financieringsstelsel kinderopvang.64 Uw Kamer wordt rond de zomer geïnformeerd over de vereenvoudiging van het verlofstelsel.

Voortgang vrouwen in topposities

In 2027 evalueert het kabinet de Wet evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen. Deze wet dient de deelname van vrouwen in topposities te stimuleren en nauwkeurig te volgen. Met de wet voldoet Nederland aan de Europese richtlijn 2022/2381 Women on Company Boards. Met de richtlijn streeft de EU naar een evenwichtige vrouw-manverhouding van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen. Met het oog op de komende evaluatie van de wet en de percentages in de (sub)top van de (semi-)publieke sector (aandeel vrouwen in topposities gemiddeld 41%) zal er geen wetgeving voor deze sector in deze kabinetsperiode worden voorbereid. Dit besluit heb ik samen met de minister van BZK genomen. Het aandeel vrouwen in topposities in deze sector zal ik wel blijven monitoren.

Verder ontvangt u de komende tijd ontvangt u de volgende rapporten:

  • de tweede Centraal Planbureau (CPB)-effectmeting over de wet (begin 2026);

  • de jaarlijkse rapportages van de SER;

  • voor 2025 en 2026 de monitoringsrapportage van SEO Economisch Onderzoek over de (semi)publieke sector.

Implementatie EU Richtlijn loontransparantie

SZW werkt aan wetgeving voor de invoering van de EU-richtlijn Loontransparantie. Deze richtlijn is gericht op het tegengaan van loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Onder meer door te zorgen voor meer transparantie waardoor de informatiepositie van werknemers op het gebied van loonverschillen wordt versterkt. Het ministerie van SZW werkt momenteel aan het verwerken van de reacties op de internetconsultatie. Volgende stap is advisering door de Raad van State.

Zwangerschapsdiscriminatie bestrijden

Het ministerie van SZW startte in 2024 de campagne Wat mag je verwachten?, omdat bijna de helft (43%) van de zwangeren te maken krijgt met situaties die wijzen op zwangerschapsdiscriminatie.65 Deze campagne richtte zich op gelijke behandeling op het werk bij zwangerschap.

Net als voorgaande jaren werkt het ministerie van SZW ook in 2025 structureel aan het thema. Onder meer via informatievoorziening over rechten en plichten voor werknemers en werkgevers. Zo heeft het ministerie van SZW brochures ontwikkeld voor werkgevers en werknemers, met informatie over rechten en plichten rondom zwangerschap en werk.66,67 Aanvullend is het ministerie van SZW voornemens onderzoek te laten doen naar de aard en omvang van zwangerschapsdiscriminatie en wordt de campagne Wat mag je verwachten? uit 2024 dit jaar herhaald.

Alliantie Politica

Om de duurzame gelijke representatie van vrouwen in de Nederlandse politiek te bevorderen, heb ik voor de periode 2023 tot en met 2027 een partnerschap gesloten met de alliantie Politica. Dit is een samenwerkingsverband tussen WO=MEN, Stem op een Vrouw, de Nederlandse Vrouwenraad en Emancipator. De alliantie gaat het komende jaar onder andere aan de slag met het samenbrengen van mannen als bondgenoten om het politieke systeem te verbeteren, met trainingen en workshops voor vrouwen om een stap naar de politiek te zetten, met data-analyse en ontsluiting over politieke participatie in Nederland en met de aanpak van (online) haat jegens politici.

EU-richtlijnvoorstel Gelijke Behandeling buiten Arbeid en digitale ontwikkelingen

Er is nog geen akkoord over het voorstel voor de EU-richtlijn Gelijke Behandeling buiten Arbeid.68 Nederland vindt dit belangrijk en blijft hierop inzetten.69 Het voorstel verplicht gelijke behandeling in de EU, ongeacht godsdienst, levensovertuiging, handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie. Mocht de Europese Commissie het voorstel intrekken, dringt Nederland aan op een ander voorstel dat gelijke behandeling in de hele Unie garandeert.

Meer vrouwen bij defensie

Vanwege het huidige dreigingsbeeld heeft Defensie sneller dan gepland meer mensen nodig. Om daar te komen we hebben we iedereen in de Nederlandse samenleving nodig. Daarom richt Defensie zich nadrukkelijk op specifieke groepen die nu onbedoeld onvoldoende worden bereikt. Zoals vrouwen. Defensie blijft streven naar een organisatie die in 2030 of eerder voor 30% uit vrouwen bestaat. Ook zet Defensie zich in voor andere vormen van diversiteit. Want breed samengestelde teams behalen vaak de beste resultaten bij complexe uitdagingen en in onzekere situaties. Dit is typisch het werkveld van Defensie. Tijdens militaire operaties en daarbuiten. Daarom neemt Defensie verschillende maatregelen om te zorgen dat iedereen zich thuis kan voelen bij de krijgsmacht. Dat gaat ook over praktische dingen, zoals passende kleding en uitrusting voor vrouwelijke militairen. Daarbij moet een veilige werkomgeving vanzelfsprekend zijn. Zodat iedereen het beste uit zichzelf kan halen en mensen elkaar respecteren en versterken. Samen werken, samen vechten. Voor het team en de organisatie. En daarmee voor de veiligheid van Nederland en dat van onze bondgenoten.

Just Transition Fund (Europees Programma 2021-2027)

Binnen het Just Transition Fund (JTF), dat beheerd wordt door het ministerie van SZW, wordt het project Women in Technics gefinancierd. Dit project richt zich op het bevorderen van de instroom en behoud van vrouwen in de technische sectoren. Het project zet bijvoorbeeld in op het doorbreken van genderstereotypen bij lerarenopleidingen primair en voorgezet onderwijs en het bevorderen van inclusieve loopbaanoriëntatie en begeleiding op middelbare scholen ten behoeve van counterstereotiepe studiekeuzes door leerlingen.

2.2 Financiële onafhankelijkheid van vrouwen vergroten

Vier op de tien vrouwen zijn niet financieel onafhankelijk, van de mannen zijn dat er maar twee op de tien.70 Werk is de belangrijkste stap naar financiële onafhankelijkheid en daarom steunt het kabinet vrouwen die (meer/weer) willen werken. Er zijn drie groepen vrouwen die niet financieel onafhankelijk zijn. Het gaat om:

  1. vrouwen die in deeltijd werken (weinig uren, voor een laag uurloon);

  2. vrouwen zonder werk met een uitkering;

  3. niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen.

Het kabinet heeft eerder laten weten wat het doet om meer uren werk te stimuleren.71 Hieronder staan aanvullende maatregelen voor meer financiële onafhankelijkheid van vrouwen:

Alliantie Financieel Sterk door Werk

Om de financiële onafhankelijkheid van vrouwen in kinderopvang, zorg en schoonmaak te verbeteren, heb ik voor de periode 2023 tot en met 2026 een partnerschap gesloten met de alliantie Financieel Sterk door Werk.

De alliantie is een samenwerkingsverband tussen WOMEN Inc., Bureau Clara Wichmann en stichting Het Potentieel Pakken. Zij spreken met werkgevers en brancheverenigingen over betere werkomstandigheden en de mogelijkheden om meer uren te werken. De alliantie richt dit jaar een werkgeverscoalitie op en gaat werkgevers informeren over hoe ze medewerkers een volwaardig urencontract aan kunnen bieden. De alliantie biedt vrouwen ook handelingsperspectief, zodat ze geïnformeerde keuzes kunnen maken over werk en financiën. Een voorbeeld is de WerkUrenBerekenaar. Hiermee bereken je snel en gemakkelijk wat de gevolgen voor jouw netto besteedbaar inkomen zijn (nettosalaris, winst, toeslagen en inkomensvoorzieningen) als je meer of juist minder gaat werken.

Meer uren werken

Het Nationaal Groeifondsprogramma Meer uren werkt! van SZW en de Universiteit Utrecht, richt zich primair op het wegnemen van drempels in de sectoren zorg, kinderopvang en onderwijs voor wie meer uren kan én wil werken. Veel van deze drempels treffen vooral vrouwen omdat zij het meest in deeltijd werken. Onderdeel van het onderzoeksprogramma Meer uren werkt! is de subsidieregeling met dezelfde naam. Werkgevers- en werknemersorganisaties, brancheorganisaties, O&O-fondsen en schoolbesturen kunnen subsidie aanvragen. Organisaties kunnen met deze subsidie gericht aan de slag met interventies op de werkvloer om uit te vinden wat écht werkt om urenuitbreiding te realiseren. Denk aan meer flexibele roosters of inzicht in wat meer uren werken financieel oplevert. Maar ook een werkomgeving waar het gesprek over het verlenen van mantelzorg of opnemen van verlof wordt gevoerd. Bewezen effectieve interventies worden vervolgens opgeschaald naar de gehele arbeidsmarkt. De eerste fase van het programma loopt tot 2029.

Verder moedig ik schoolbesturen aan om voltijd en meer uren werken te stimuleren. Het blijkt dat een deel van de leraren in deeltijd wel meer wil werken. Als ze dat doen, zijn ze een vertrouwd gezicht voor de klas en verkleinen ze het tekort in het onderwijs. Bovendien vergroot meer werken de financiële onafhankelijkheid van vrouwen. De afgelopen periode heb ik met een kopgroep van schoolbesturen, met daaraan 200 scholen verbonden, een pilot uitgevoerd. Op basis van die resultaten ga ik nu een gerichte (vervolg)pilot meerurenmaatwerk uitvoeren. Ik hoop hiermee schoolbesturen extra te ondersteunen in de mogelijkheden om meer uren werken te realiseren. De resultaten worden geëvalueerd om te bepalen wat het beste werkt, en die inzichten worden met andere scholen gedeeld. Ik informeer uw Kamer hierover nog voor het zomerreces.

Programma Economische Veerkracht
De ministeries van SZW en OCW investeren met de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) in het programma Economische veerkracht van vrouwen. Het programma formuleert concrete, wetenschappelijk onderbouwde handvatten voor alle spelers in het ecoysteem rondom economische kwetsbare vrouwen om hun economische veerkracht positief te beïnvloeden. De deelprojecten zijn recent afgerond, het overkoepelende project loopt nog tot september 2026. De deelprojecten hebben onder andere een rapport voor een ketenaanpak om moeders met een uitkering op weg te helpen naar werk72 en een handreiking voor zorgvriendelijke werkgeverschap opgeleverd.73

Subsidie ZonMw ‘Economische Zelfstandigheid’ binnen het programma ‘Vakkundig aan het Werk’

De subsidie Economische Zelfstandigheid loopt nog tot en met 2025 en is bedoeld om een wetenschappelijk onderbouwde aanpak te ontwikkelen, waarmee gemeenten vrouwen op weg kunnen helpen naar betaald werk en economische zelfstandigheid. Het gaat om vrouwelijke statushouders met weinig opleiding, zwangere en net bevallen vrouwen die afhankelijk zijn van de bijstand of dat dreigen te worden, en niet-uitkeringsgerechtigden vrouwen. De projecten zijn recent afgrond. De uitkomsten worden voor het einde van het jaar met uw Kamer gedeeld. Twee projecten hebben nog een aanvullende subsidie gekregen met het oog op de verdere implementatie en verspreiding van de resultaten onder gemeenten. Bij ZonMw loopt tot september 2026 ook de subsidieronde Bevorderen van werken met een arbeidsbeperking. Binnen deze ronde financier ik aanvullend onderzoek naar manieren om mensen met een arbeidsbeperking gendersensitief te begeleiden.

Uitrol empowerment voor vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt

Stichting Lezen en Schrijven krijgt subsidie om gemeenten te adviseren over hun aanpak voor het vergroten van de basisvaardigheden74 van volwassenen. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt cursussen empowerment aan te bieden. De cursussen vergroten zelfinzicht en zelfvertrouwen, om beter mee te kunnen doen in de samenleving.

Niet alleen gemeenten in Europees Nederland, ook Bonaire gaat aan de slag met een integrale aanpak van empowerment. Er wordt gekeken of de aanpak ook op Saba en St. Eustatius kan worden gerealiseerd. De bedoeling is om op basis van deze voorbeelden te komen tot een blauwdruk van een integrale aanpak, die stichting Lezen en Schrijven verder kan helpen in het concreet maken richting gemeenten hoe zij empowerment kunnen inzetten in het kader vaneen integrale aanpak.

Ontsluiten ‘wat werkt’ bij de arbeidstoeleiding van vrouwen

Ik laat een overzicht maken van goede voorbeelden en kennis om vrouwen met afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te begeleiden. Hierbij is aandacht voor de behoeften van doelgroepen als vrouwelijke inburgeraars en alleenstaande moeders. Het delen van kennis is nodig. Hoewel de kennis er is, is deze informatie versnipperd en niet altijd makkelijk toegankelijk voor gemeenten.

Project Single Super Mom werkt!

Het ministerie van OCW subsidieert tot eind 2025 een project van Single Super Mom en Movisie. Het project begeleidt alleenstaande moeders in een kwetsbare positie naar een passende baan. De gemeenten Amsterdam en Nijmegen zijn proeftuinen. De kennis die ze opdoen wordt gedeeld met nog zes gemeenten75, waarbij de verbinding wordt gelegd met de re-integratieafdelingen van de betrokken gemeenten. Het is de bedoeling om hun acties op te nemen in de databank met effectieve interventies van Movisie. Ze worden ook landelijk verspreid via het netwerk van Movisie en de lokale projectcoördinatoren van Single Super Mom.

Stimuleren financiële zelfredzaamheid van vrouwen met migratieachtergrond

Vanuit de projecten gericht op zelfbeschikking zet SZW in op de financiële zelfredzaamheid van vrouwen met een migratieachtergrond in een financiële afhankelijkheidsrelatie. In deze projecten wordt gewerkt aan bewustwording van hun financiële situatie en mogelijkheden en worden vrouwen geholpen met het zetten van een stap naar (vrijwilligers)werk.

Actieagenda integratie

Het kabinet wil inzetten op het sneller aan werk helpen van nieuwkomers (gezinsmigranten, statushouders en asielzoekers). Deze aanpak vraagt extra inzet op vrouwelijke statushouders. Zo blijkt uit de benchmark van Divosa van 2022 dat 17% van de vrouwelijke statushouders betaald werk heeft versus 47% van de mannelijke statushouders. Vanuit de werkagenda Voor een Inclusieve Arbeidsmarkt (VIA) waarmee invulling wordt gegeven aan de pijler werk uit de Actieagenda Integratie en de Vrije en Open Samenleving wordt daarom invulling gegeven aan het sneller aan het werk helpen van vrouwelijke statushouders. Voor vrouwelijke statushouders is het soms extra lastig om aan het werk te komen omdat ze eenmaal in Nederland (opnieuw) hun werkidentiteit moeten ontwikkelen, met vragen als: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik. SZW wil vrouwelijke statushouders daarbij ondersteunen door klantmanagers handvatten te bieden bij de manier waarop ze begeleid worden naar werk.

Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) sociale innovatie (Europees Programma 2021-2027)

Vanuit het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) is door het ministerie van SZW de subsidieregeling Sociale innovatie voor een meer genderevenwichtige arbeidsmarkt opengesteld. Aanvragen konden worden ingediend van mei tot en met juni 2024. Het doel van deze subsidieregeling is het beschikbaar stellen van middelen voor sociale innovatie ten behoeve van het bevorderen van gendergelijkheid binnen arbeidsorganisaties. Hiertoe worden onder andere projecten gefinancierd met betrekking tot het stimuleren van economische zelfstandigheid voor vrouwen, betere combinatie arbeid en mantelzorg en meer vrouwen in de sectoren exacte wetenschappen, technologie, techniek en toegepaste wiskunde.

2.3 Stimuleren van vrij, kansrijke school- en beroepskeuze

In de school- en beroepskeuze van jongens en meisjes bestaan grote verschillen. Dit hangt vooral samen met bewuste en onbewuste denkbeelden over waar jongens en meisjes goed in zijn en welke beroepen bij hen passen.76 Daarom kiezen vrouwen ook minder vaak voor technische opleidingen en beroepen.77 Deze stereotype denkbeelden belemmeren kinderen en jongeren in het maken van hun eigen keuzes en het ontdekken van hun talenten. Het kabinet onderstreept daarbij ook het belang van alle vormen van vervolgonderwijs: mbo, hbo en universiteit. We moeten af van de opwaartse druk (‘hoger is beter’) in onze samenleving. Omwille van deze vrije keuze en de tekorten op de arbeidsmarkt willen we de belemmerende werking van deze stereotiepe denkbeelden doorbreken. Het kabinet neemt daarom verschillende maatregelen:

Alliantie Worden Wie je Bent

Voor meer gelijkheid in het onderwijs financiert het ministerie van OCW tot en met 2027 de alliantie Worden Wie je Bent. De alliantie van Expertisecentrum Voor Haar Technische Ontwikkeling (VHTO), SSV, Movisie en Emancipator wil belemmerende genderstereotypen in het onderwijs doorbreken. Dat vergroot de sociale veiligheid binnen scholen en leerlingen voelen zich vrijer bij hun keuzes. De alliantie richt zich op het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. De activiteiten zijn hierbij vooral gericht op onderwijsprofessionals en deelnemers rondom de school (bijvoorbeeld schoolbestuurders en beleidsmakers). Voorbeelden van activiteiten zijn inspiratieworkshops, verdiepingstrajecten en leergesprekken.

Meer meisjes in de techniek

Het Nationaal Groeifonds project Techkwadraat en het programma Sterk Techniekonderwijs (STO) brengen kinderen en jongeren in de leeftijdsfase van het primair en voortgezet onderwijs in aanraking met (natuur)wetenschap, techniek, technologie en informatie- en communicatietechnologie (ICT). Hiermee krijgen leerlingen de kans om talenten te ontplooien en om volwaardig deel te nemen aan onze maatschappij, die steeds meer technologisch en digitaal wordt. In beide programma’s is aandacht voor het betrekken van ondervertegenwoordigde groepen waaronder meisjes vanaf 2025 een belangrijk (verplicht) thema.

Project ‘Kansengelijkheid voor alle leerlingen in Sterk Techniekonderwijs’

Het ministerie van OCW subsidieert een project van VHTO in samenwerking met Saxion Hogeschool. Het project beoogt STO-regio’s zoveel mogelijk kennis en handvaten mee te geven om belemmerende gendersterreotypering tegen te gaan en daarmee instoom en inclusie in de techniek te bevorderen. Hiermee zijn STO-regio’s in staat om álle leerlingen te bereiken als het gaat om kennismaken met techniek. Voorbeelden van activiteiten zijn een ondersteuningspakket, een nul- en nameting en het delen van goede voorbeelden tussen regio’s.

Het kabinet verwelkomt ook de recente van de Europese Unie gericht op een betere genderbalans in STEM-onderwijs in de Unie van Vaardigheden, en zal de Nederlandse initiatieven op dit gebied ook betrekken bij de verdere behandeling daarvan.78

Klimaatfondsproject Vrouwen in de techniek

Om de energietransitie en klimaatdoelen te realiseren wil het kabinet meer meisjes interesseren voor techniekonderwijs en een loopbaan in de techniek. Met het klimaatfondsproject versnel ik bestaande maatregelen, zoals het eerdergenoemde Techkwadraat. Ik zet in op interventies die bewezen succesvol zijn in het doorbreken van genderstereotypering in het onderwijs, met speciale aandacht voor de rol van de docent. Docenten kunnen namelijk onbewust stereotype keuzes bij leerlingen stimuleren. Daarom vergroten we het bewustzijn van docenten hierover door middel van training en begeleiding tijdens de opleiding, in de klas en tijdens loopbaangesprekken met studenten.

Mbo-pact met aandacht voor vrouwen in techniek

Om afspraken te maken over wat het mbo kan doen voor het opleiden van studenten voor maatschappelijke opgaven en strategische tekortsectoren, sluit het kabinet een pact in het mbo met werkgevers en mbo-instellingen. Hierbij is bijzondere aandacht voor vrouwen in de technieksector.

Stimuleren meer mannen voor de klas

Het kabinet wil de pabo aantrekkelijker maken voor mannen met als doel het lerarentekort aan te pakken en het lerarencorps een betere afspiegeling van de samenleving te laten zijn. Een van de maatregelen die heraan kan bijdragen is het op de pabo gespecialiseerde opleidingen mogelijk maken voor het jonge en oudere kind.

Daarnaast wordt via de alliantie Divers voor de Klas samengewerkt met lerarenopleidingen aan diversiteit en inclusie, door gerichter te werven. Te denken valt aan wervingsteksten en het inzetten van mannelijke studenten bij voorlichtingsactiviteiten.

2.4 Stimuleren van gelijke kansen en behandeling in de zorg

Iedereen in Nederland dient passende en kwalitatief goede zorg te ontvangen. Om te zorgen dat iedereen passende zorg ontvangt, streven we naar zorg die rekening houdt met sekse en gender. Daarom doet het kabinet het volgende:

Nationale strategie vrouwengezondheid

Het kabinet werkt aan een nationale strategie vrouwengezondheid.79 Dat is nodig, want vrouwen leven gemiddeld wel langer dan mannen, maar brengen een groter deel van hun leven door in minder goede gezondheid.80 Ook gezondheidsklachten kunnen verschillen tussen mannen en vrouwen. Er moet onder meer veel meer kennis beschikbaar komen. Uw Kamer wordt nog voor de zomer geïnformeerd over uitwerking van deze nationale strategie.

Kennisprogramma vrouwspecifieke gezondheid

Om te zorgen dat vrouwen eerder hulp zoeken en passende zorg voor vrouwspecifieke gezondheidsproblemen krijgen, loopt van 2024 tot en met 2030 het kennisprogramma vrouwspecifieke gezondheid bij ZonMw.81 Hiervoor zijn aanvullende financiële middelen vanuit VWS beschikbaar gesteld. Het programma richt zich op meer kennisontwikkeling voor zowel gynaecologische aandoeningen als vrouwspecifieke problematiek bij andere somatische aandoeningen. Er gaat gewerkt worden aan samenwerking, infrastructuur, netwerkvorming, toepassing van kennis in de zorgpraktijk en onderwijs en meer bewustwording.

Taakopdracht Gender en Gezondheid
Via de Taakopdracht Gender en Gezondheid wordt gestimuleerd in onderzoek en onderzoeksprogrammering, gericht op gezondheid en zorg, duurzame aandacht te hebben voor sekse en gender. De taakopdracht wordt uitgevoerd door ZonMw. Het ministerie van VWS heeft de Taakopdracht verlengd tot halverwege 2026 en hiervoor financiële middelen beschikbaar gesteld. In de vervolgopdracht blijven kennisontwikkeling via andere ZonMw programma's, verankering van sekse en gender in processen en procedures en het vergroten van methodologische kennis belangrijk. De komende drie jaar zal er meer nadruk komen te liggen op een bredere blik naar buiten en het zichtbaar maken van het proces en de opbrengsten van de Taakopdracht.

Landelijk Platform Transgenderzorg

Vanaf begin 2025 krijgt het Landelijk Platform Transgenderzorg (LPT) steeds meer vorm. Het LPT is erop gericht om de toegang tot goede transgenderzorg te verbeteren. Het vertegenwoordigt transgender personen en aanbieders van somatische en psychische zorg. Het is de bedoeling dat partijen die belangrijk zijn voor de kwaliteit en de bekostiging van de zorg betrokken worden, zoals universitaire medische centra, ziekenhuizen en zorgverzekeraars.

Alliantie Gezondheidszorg Op Maat 2.0

Het ministerie van OCW subsidieert tot en met 2027 de alliantie Gezondheidszorg op Maat 2.0. In de alliantie werken Women Inc., COC Nederland en Rutgers samen. In 2025 richt de alliantie zich onder meer op het zorgberoepsonderwijs. Het doel is dat zorgverleners voldoende kennis hebben van de verschillen in gezondheidszorg die samenhangen met diversiteit in sekse, gender en seksuele oriëntatie.

Tegengaan van non-consensuele niet-noodzakelijke medische behandelingen van intersekse kinderen (nnmb’s)

Het kabinet laat onderzoeken welke opties er zijn om non-consensuele niet-noodzakelijke medische behandelingen (nnmb’s) te voorkomen bij intersekse kinderen onder meer via een wettelijk verbod.82 De onderzoekers betrekken de voor- en tegens van verschillende vormen van regulering bij het onderzoek, waaronder ook wetgevingsopties, en nemen ook ervaringen van andere Europese landen met wetgeving en zelfregulering mee. Het onderzoek is een stap in de uitwerking van de motie-Westerveld (GroenLinks-PvdA) en Kostić (PvdD).83 Het onderzoek gaat rond de zomer van 2025 van start en zal naar verwachting ongeveer een jaar in beslag nemen. De uitkomsten van het onderzoek vormen de basis voor een volgend kabinet om tot een besluit te komen over de meest wenselijke vorm van regulering. Hierbij is het belangrijk dat het huidige en het toekomstige belang van het kind voorop staat.

Europese en internationale inzet

In de EU hebben we duidelijke afspraken over onze democratische rechtsstaat, grondrechten en fundamentele waarden. We zijn onderdeel van een Unie waar iedereen op basis van vrijheid, gelijkheid en veiligheid op elk moment elders moet kunnen wonen en leven zoals én met wie diegene wenst. Om dat te garanderen is het belangrijk dat relevante afspraken door lidstaten worden geïmplementeerd en nageleefd. De Europese Commissie ziet daarop strikt toe. Nederland en gelijkgestemde lidstaten steunen haar in die rol.

Nederland zet zich ook in voor ambitieuze nieuwe Europese strategieën voor de veiligheid en rechten van vrouwen en lhbtiq+ personen, want de bestaande Europese afspraken zijn onvoldoende. Nieuwe strategieën moeten bijdragen aan de kabinetsprioriteiten: dat iedereen veilig is, en dat iedereen volwaardig kan meedoen. Daarnaast pleit Nederland ervoor dat het respecteren van rechtstaat en grondrechten een harde eis wordt voor landen die willen toetreden tot de EU en voor lidstaten die geld uit Europese fondsen willen.84

In de Verenigde Naties (VN) werkt Nederland aan ambitieuze verklaringen van de Commission on the Status of Women. In de Raad van Europa werken we aan wetgeving en aanbevelingen die vrouwen en lhbtiq+ personen Europa-breed verder helpen. Verder rapporteren we binnen de VN, de Raad van Europa, en andere internationale organisaties, over onze eigen naleving van internationale afspraken en gaan we aan de slag met hun aanbevelingen.

Afsluiting

In de afgelopen decennia is er in Nederland enorme vooruitgang geboekt met de emancipatie van vrouwen en lhbtiq+ personen. Dit had nooit gekund zonder de keiharde inzet van talloze vrouwen en lhbtiq+ personen, maatschappelijke organisaties en mensenrechtenactivisten. Zij dragen eraan bij dat de stem van iedereen in onze samenleving gehoord wordt, ook die van gemarginaliseerde groepen. Toch staan we nog voor grote uitdagingen. We leven in een tijd van (geopolitieke) onrust waarbij fundamentele rechten en vrijheden steeds meer onder druk staan. Ik zie het als mijn democratische opdracht om pal te blijven staan voor onze vrije en gelijke samenleving. Daarom blijven we samen aan emancipatie werken, zodat uiteindelijk iedereen vrij, veilig en volwaardig zichzelf kan zijn en kan meedoen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.L.J. Paul


  1. Daar waar in deze brief naar het kabinet of een bewindspersoon wordt verwezen dient demissionair kabinet of demissionair bewindspersoon te worden gelezen.↩︎

  2. Lhbtiq+ is een verzamelnaam voor een groep zeer verschillende mensen en staat voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, bi+ personen, transgender personen, intersekse personen en queer personen. De plus staat voor personen die een andere, niet in voorstaande termen genoemde seksuele oriëntatie of genderidentiteit hebben. Waaronder zij die non-binair of aseksueel zijn. In deze brief gebruiken wij de afkorting lhbtiq+, behalve wanneer publicaties een andere terminologie hanteren, zoals de bijvoorbeeld de Lhbtiqa+-monitor.↩︎

  3. Kamerstuk 30 420, nr. 414↩︎

  4. Dit doe ik conform motie-Van den Hul C.S. (PvdA), Kamerstuk 35 300 XVII, nr. 41↩︎

  5. Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 39↩︎

  6. Op 6 en 14 november 2024 ontving uw Kamer de meest recente Lhbtiqa+-monitor en Emancipatiemonitor.↩︎

  7. European Institute for Gender Equality (2024): EU gender-based violence survey: Key results↩︎

  8. Femicide staat voor dodelijk (gendergerelateerd) geweld tegen vrouwen en meisjes. Hoewel niet alle gevallen van femicide een vorm van huiselijk geweld zijn, omvat dit wel de grootste groep. Bijna 80% van de omgebrachte vrouwen wordt gedood door een (ex-)partner of familielid. Bron: CBS (2023): Slachtoffers moord en doodslag.↩︎

  9. OCW in Cijfers, Kerncijfers en indicatoren Emancipatie: Slachtoffers van huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag (m/v)↩︎

  10. Kamerstuk 34 843, nr. 67↩︎

  11. Kamerstuk 34 843, nr. 120↩︎

  12. Kamerstuk 28 345, nr. 278↩︎

  13. WWP EN (2023): European Standards for Perpetrator Programmes↩︎

  14. T. Liefaard, J. Mesman, M. Griffith-Lendering, T. Salsbach en J. Kruip (2024): Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland - Bonaire↩︎

  15. Alle activiteiten en interventies zijn terug te vinden op www.act4respect.seksindepraktijk.nl↩︎

  16. Richtlijn (EU) 2024/1385 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024↩︎

  17. Lhbtiq+ is een verzamelnaam voor een groep zeer verschillende mensen en staat voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, bi+ personen, transgender personen, intersekse personen en queer personen. De plus staat voor personen die een andere, niet in voorstaande termen genoemde seksuele oriëntatie of genderidentiteit hebben, waaronder zij die non-binair of aseksueel zijn. In deze brief gebruiken wij de afkorting lhbtiq+, behalve wanneer publicaties een andere terminologie hanteren, zoals de bijvoorbeeld de Lhbtiqa+-monitor.↩︎

  18. Kamerstuk 30 950, nr. 453↩︎

  19. Kamerstuk 30 420, nr. 396↩︎

  20. Kamerstuk 35 164, nr. 9↩︎

  21. Kamerstuk 36 551↩︎

  22. Rixt Andriesse (2024): Veiligheid en Welzijn LHBT-personen in Gemeente Groningen↩︎

  23. J.A. de Muijnck en E. van den Reek (2023): Acceptatie, veiligheid en welzijn LHBTI in Leiden↩︎

  24. Onderzoeksbureau Noord-Holland Noord (2022): Regenboogpeiling Noord-Holland-Noord 2022↩︎

  25. Leon Heuzels en Roy van der Hoeve (2019): Samenlevingsonderzoek Oost-Nederland, Acceptatie van LHBTI+'ers in Gelderland en Overijssel↩︎

  26. We blijven onszelf - Meldplatform voor de LHBTIQ-community↩︎

  27. SER (2023): Balans in maatschappelijk verlof | Naar een nieuw verlofkader: stroomlijnen en vereenvoudigen↩︎

  28. ZonMw (2024): Het voorkomen van medisch ingrijpen bij kinderen met DSD/intersekse - 4 scenario's↩︎

  29. OCW in Cijfers, Kerncijfers en indicatoren Emancipatie: Gevoel van veiligheid lhbt leerlingen en personeel↩︎

  30. Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en van materiaal van seksueel misbruik van kinderen, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad (herschikking), COM (2024)60↩︎

  31. Kamerstuk 29 240, nr. 135↩︎

  32. Deze schrijfwijze is gebaseerd op de Monitor Sociale Veiligheid 2017-2018 waarvan de data is gebruikt voor de Monitor Integrale Veiligheid MBO 2023. Deze monitor bevatte vragen over seksuele gerichtheid, vandaar ‘lhb’.↩︎

  33. Kammerstuk 29 240, nr. 158↩︎

  34. Kamerstuk 31 288, nr. 131↩︎

  35. Ongewenste sexting is het doorsturen van seksueel getint materiaal zonder toestemming van de afgebeelde persoon. Ook het versturen van gemanipuleerde beelden valt hieronder. Denk aan het photoshoppen van iemands gezicht op het lichaam van iemand anders. Het ongewenst ontvangen van seksueel getint materiaal valt ook onder ongewenste sexting.↩︎

  36. GGD Gezondheidsmonitor Jeugd (2023)↩︎

  37. Het percentage scholieren van klas 2 en 4 in het voortgezet onderwijs in Amsterdam dat homoseksualiteit normaal vindt, is gedaald van 63% (2021) naar 43% (2023). Het percentage dat homoseksualiteit verkeerd vindt, is gestegen van 14% (2021) naar 28% (2023). Aanhangsel Handelingen II 2023/2024, nr. 2259.↩︎

  38. Rutgers/SOA Aids Nederland (2023): Seks onder je 25e↩︎

  39. Panteia, Movisie & Ipsos I&O (2024): Lhbtiqa+-Monitor 2024↩︎

  40. De manosphere is een verzamelnaam voor onlinegemeenschappen die zich sterk verzetten tegen het idee dat vrouwen gelijk zijn aan mannen en vrouwenhaat normaliseren. Ook zijn deze mannen vaak tegen lhbtiq+ emancipatie.↩︎

  41. Digitaledienstenverordening (DSA)↩︎

  42. Deepnudes onder Belgische jongeren: de aantallen, de markt, de impact | Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen↩︎

  43. Behalve de Europese AI Verordening, worden er in EU- en Raad van Europa verband ook andere initiatieven genomen die bijdragen aan het bevorderen en garanderen van AI en (gender-)gelijkheid.↩︎

  44. Movisie (2025): 10 keer vraag en antwoord over anti-lhbtiqa+ complottheorieën↩︎

  45. NTA (2024): Demoniserende dynamieken tegenover transgender mensen, joden en moslims in het publieke debat↩︎

  46. Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) (2024): Fenomeenanalyse 'Memes als online wapen'↩︎

  47. De Groene Amsterdammer (2023): Lhbti+’ers zijn steeds vaker doelwit van online haat↩︎

  48. European Union Agency for Fundamental Rights (2023): Online Content Moderation - Current challenges in detecting hate speech↩︎

  49. Justice for Prosperity (2023): Unveiling subversive power - shedding light on the slow erosion of our democracies↩︎

  50. EPF for Sexual & Reproductive Rights (2021): Tip of the Iceberg - Religious extremist funders against human rights for sexuality & reproductive health in Europe↩︎

  51. Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 44↩︎

  52. DSA Art. 34 en 35.↩︎

  53. Zie ook Staat van de Unie 2025, Kamerstuk 36 715, nr. 1.↩︎

  54. Kamerstuk 30 821, nr. 230↩︎

  55. DichterBijNieuws van Netwerk Mediawijsheid↩︎

  56. Doxing is het verzamelen of delen van persoonsgegevens, zoals een adres of telefoonnummer, om iemand te intimideren. Dit is sinds 1 januari 2024 strafbaar.↩︎

  57. Kamerstuk 30 420, nr. 417↩︎

  58. Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 46↩︎

  59. OCW in Cijfers, Kerncijfers en indicatoren Emancipatie: Wekelijkse arbeidsduur van werkzame personen naar geslacht en herkomst↩︎

  60. OCW in cijfers, Kerncijfers en indicatoren Emancipatie: Loonkloof m/v bij overheid en bedrijfsleven↩︎

  61. SER Scorecard (2025): Monitor genderbalans in het Nederlandse bedrijfsleven↩︎

  62. Centraal Bureau voor de Statistiek (2024): Emancipatiemonitor↩︎

  63. Kamerstuk 30 169, nr. 76↩︎

  64. Kamerstuk 31 322, nr. 547 ↩︎

  65. College voor de Rechten van de Mens (2020): Zwanger en werk: dat baart zorgen. Van de vrouwen die actief zijn op de arbeidsmarkt en in de periode van vier jaar voorafgaand aan het onderzoek van het College voor de Rechten van de mens een kind kregen, heeft 43% situaties meegemaakt die wijzen op zwangerschapsdiscriminatie. ↩︎

  66. Rechten en plichten voor werkgevers van mensen die zwanger zijn of net een kind hebben gekregen.↩︎

  67. Regels die gelden voor werknemers die zwanger zijn of net een kind hebben gekregen↩︎

  68. EU Richtlijnvoorstel Gelijke Behandeling buiten Arbeid: EUR-Lex - 52008PC0426 - EN - EUR-Lex↩︎

  69. Zie ook kabinetsreactie Commissiewerkprogramma 2025, Kamerstuk 36 715, nr. 1, Annex II, blz. 17.↩︎

  70. OCW in Cijfers, Kerncijfers en indicatoren Emancipatie: Economische zelfstandigheid↩︎

  71. Kamerstuk 29 544, nr. 1260, Kamerstuk 25 883, nr. 524↩︎

  72. Atria, Universiteit Utrecht & TNO (2024): Een ketenaanpak om moeders met een uitkering op weg te helpen naar werk↩︎

  73. R. Blom, F. Dekker & M. Stavenuiter (2025): Handreiking Zorgvriendelijk Werkgeverschap↩︎

  74. Onder basisvaardigheden wordt taal, gecijferdheid en digitale vaardigheden verstaan. Bij taal gaat het zowel om lezen en schrijven als spreken en luisteren.↩︎

  75. Gemeenten Roosendaal, Uithoorn, Zaanstad, Utrecht, Den Haag en Rotterdam↩︎

  76. Onderwijsraad (2020): Een verkenning van sekseverschillen in het onderwijs↩︎

  77. Op het mbo had 8% van de vrouwelijke gediplomeerden in 2022/23 een technisch diploma (t.o.v. 49% van de mannen). In het hoger onderwijs had 18% van de vrouwelijke gediplomeerden een bèta-technisch diploma (t.o.v. 40% van de mannen) Bron: Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Technologie.↩︎

  78. Kammerstuk 22 112, nr. 4023↩︎

  79. Kamerstuk 31 765, nr. 862↩︎

  80. CBS-monitor (2024): brede welvaart - gezondheid↩︎

  81. Vrouwspecifieke gezondheid | ZonMw↩︎

  82. Bij DSD zijn de uitwendige geslachtskenmerken bij de geboorte niet zoals je verwacht. Of is het geslacht van een baby is niet meteen duidelijk.↩︎

  83. Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 38↩︎

  84. Kamerstuk 30 420, nr. 415 en Kamerstuk 36 715, nr. 1↩︎