[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een interparlementaire uitwisseling over de uitvoering en handhaving van de Europese AI-verordening (AI Act)

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Verslag van een bijeenkomst

Nummer: 2025D51695, datum: 2025-12-11, bijgewerkt: 2025-12-15 11:47, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -1443 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).

Onderdeel van zaak 2025Z21864:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 1443 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE UITWISSELING
Vastgesteld 11 december 2025

Inleiding

Op 8 december 2025 vond in het Europees Parlement in Brussel de eerste interparlementaire uitwisseling plaats over de uitvoering en handhaving van de Europese AI-verordening (AI Act), onder de titel “Democracy, Innovation, and the AI Act: An Interparliamentary Exchange”. Namens de Tweede Kamer namen de leden Zwinkels (CDA en Van den Berg (JA21) deel; namens de Eerste Kamer was het lid Veldhoen (GroenLinks-PvdA) aanwezig.

De uitwisseling is een initiatief van de commissies Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO) en Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement. Doel is om parlementen uit de EU-lidstaten jaarlijks bijeen te brengen om ervaringen en goede voorbeelden uit de praktijk over de implementatie van de AI-verordening te delen. De sessies waren thematisch ingedeeld rond (1) het AI Continent Action Plan, (2) de impact van AI op de democratische rechtsorde en (3) de uitvoering en handhaving van de AI-verordening.

Graag brengt deze delegatie verslag uit ten behoeve van de informatiepositie van beide Kamers der Staten-Generaal.

Verslag van de interparlementaire uitwisseling

De deelnemers werden welkom geheten door Javier Zarzalejos (voorzitter van de commissie LIBE in het EP) en Anna Cavazzini (voorzitter van de commissie IMCO), gevolgd door openingswoorden van de beide voorzitters van de AI Act werkgroep in het EP: Brando Benifei en Michael McNamara. Zij benadrukten het belang van parlementaire betrokkenheid bij de uitvoering van de AI-verordening.

Sessie 1: Actieplan voor het AI Continent

Spreker: Roberto Viola, Directeur-Generaal for Communications Networks, Content and Technology (DG CONNECT) van de Europese Commissie.

De Europese Commissie gaf een presentatie over het Actieplan voor het AI Continent (COM(2025) 165). De nadruk van dit plan ligt op strategische autonomie, investeringen in AI-infrastructuur zoals AI-fabrieken en zogeheten gigafabrieken, grootschalige faciliteiten met uitzonderlijke rekenkracht, specifiek bedoeld voor de ontwikkeling en training van de meest geavanceerde AI-modellen. Deze gigafabrieken zijn cruciaal om als EU internationaal concurrerend te blijven op het gebied van AI. Verder richt het plan zich op toegang tot hoogwaardige data, digitale vaardigheden en vereenvoudiging van wetgeving. Genoemd werden onder andere het InvestAI-initiatief (€200 miljard), de Digital Skills Academy en het Digital Simplification Package. Innovaties op medisch vlak (denk aan screening centers) werden als voorbeeld gegeven om wachttijden te verkorten en AI beter te integreren in de zorg.

De Commissie benadrukte dat de EU moet waarborgen dat cruciale infrastructuur onder Europese zeggenschap blijft. Daarbij werd gewezen op het belang van soevereine datacenters, waarin de controle over data bij Europese lidstaten en bedrijven ligt. Overheidssteun (circa 35% van de investeringen) wordt hierbij gekoppeld aan voorwaarden, zodat buitenlandse partijen geen zeggenschap krijgen over deze infrastructuur. Deze datacenters maken deel uit van bredere AI-infrastructuur, die op Europees niveau wordt aangevuld met gespecialiseerde gigafabrieken voor de ontwikkeling en training van geavanceerde AI-systemen.

De Commissie benadrukte ook het belang van energie-efficiënte AI-infrastructuur. Europese supercomputers zoals JUPITER worden ontworpen met oog voor energiezuinigheid, zodat een grootschalige inzet van AI niet leidt tot een onhoudbare toename in energie- en waterverbruik. De EU investeert daarnaast in duurzame datacenters en onderzoekt verschillende opties voor toekomstige elektriciteitsvoorziening, waaronder hernieuwbare energiebronnen (zoals zon en wind) en kernenergie.

Als voorbeeld van een grootschalig project werd Destination Earth genoemd: een digitaal simulatieplatform dat een uiterst gedetailleerde digitale kopie van het klimaat op aarde ontwikkelt. Hiermee kunnen extreme weersomstandigheden worden nagebootst om beleid en risicobeheer te ondersteunen. Verder werd het belang benadrukt van het groeiende netwerk van Digitale Innovatie Hubs (in de toekomst meer dan 200) die bedoeld zijn om mkb-bedrijven en start-ups te begeleiden bij de toepassing van AI.

De AI-verordening werd door de Commissie gepresenteerd als een geharmoniseerd Europees kader dat vertrouwen en innovatie stimuleert. Roberto Viola benadrukte dat de EU dankzij de AI‑verordening over één coherent regelgevend kader beschikt; andere werelddelen werken met talloze regels. Volgens hem vormt deze verordening daarmee een “pijler” voor vertrouwen en innovatie.

De spreker, Roberto Viola, ging ook in op het onlangs gepubliceerde Digitale Omnibuspakket, bestaande uit de verordening Digitale Omnibus (COM(2025) 837), de verordening Omnibus AI (COM(2025) 836) en de Data Unie strategie voor het ontsluiten van data voor AI (COM(2025) 835). Dit Pakket vormt een ingrijpende hervorming van de digitale EU-regels door datawetten te bundelen, AI-regels te vereenvoudigen en de dataschaarste voor AI aan te pakken. In dit kader benoemde hij de behoefte van bedrijven aan duidelijke richtlijnen voor het gebruik van persoonsgegevens bij het trainen van AI‑modellen. De Commissie werkt aan heldere richtsnoeren over datadeling en het gebruik van persoonsgegevens bij AI-training.

Discussie en vragen uit de parlementaire delegaties

Verschillende delegaties uitten hun zorgen over mogelijke vertragingen bij de toepassing van regels voor hoog-risico AI-toepassingen binnen de AI-verordening. Het voorgestelde Digitale Omnibus-pakket leidt namelijk tot uitstel van (delen van) de uitvoering van de verordening. Hierbij werd gewaarschuwd voor rechtsonzekerheid, met name voor het mkb. Daarnaast werd gewezen op de risico’s van toenemende invloed van grote (niet-Europese) technologiebedrijven op het concurrentievermogen van de EU, de publieke opinie en de controle over digitale infrastructuur. Al deze onderwerpen kwamen uitgebreider aan bod in sessies 2 en 3.

Sessie 2: AI, Democratie en Rechtsstaat

Spreker: Kristian Bartholin , Raad van Europa, Digital Development Unit & CAI-secretariaat.

Kristian Bartholin ging kort in op het AI-Verdrag van de Raad van Europa. Dit verdrag is in mei 2024 aangenomen en telt inmiddels zeventien ondertekenaars, waaronder de EU. Dit eerste bindende internationale verdrag verplicht staten AI-systemen te toetsen aan mensenrechten, democratie en rechtsstatelijkheid. Het volgt dezelfde mensgerichte en risico-gebaseerde benadering als de AI-verordening en moet dienen als brug tussen Europa en andere regio’s.

Bartholin waarschuwde dat AI vandaag de dag wordt ingezet om desinformatie op grote schaal te verspreiden. Het gaat vaak om gerichte manipulatie afkomstig van buitenlandse actoren, wat binnen de Raad van Europa wordt aangeduid als foreign information manipulation and interference (FIMI). De Raad van Europa heeft onlangs een rapport gepubliceerd met analyses over de FIMI‑dreiging en instrumenten om die te bestrijden.

Daarnaast benadrukte Bartholin het belang van transparantie en het bevorderen van educatie en digitale geletterdheid. Burgers moeten weerbaar worden gemaakt tegen manipulatie, ook vanuit binnenlandse bronnen. Hij wees ook op het risico dat overheden AI zouden kunnen aanwenden om kritische geluiden te onderdrukken. De Raad van Europa werkt aan richtsnoeren ter bescherming van mediapluralisme en onafhankelijke journalistiek.

Discussie en vragen uit de parlementaire delegaties

Tijdens de discussie werd breed aandacht gevraagd voor de risico’s van generatieve AI bij de verspreiding van desinformatie, vooral rond verkiezingen. ParlementariĂ«rs vroegen bijvoorbeeld hoe het AI-Verdrag en de AI-verordening zich vertalen naar operationele verplichtingen voor online platforms, politieke actoren en mediabedrijven. Ook in deze sessie werd aandacht gevraagd voor de impact van het Digital Omnibus-pakket op de bescherming van grondrechten en de beschikbaarheid van heldere en tijdige richtsnoeren voor hoogrisico-AI-toepassingen, om rechtsonzekerheid bij bedrijven te voorkomen.

Daarnaast werd gewezen op de opkomst van deepfakes en het verdwijnen van journalistieke verwijzingen in AI-geoptimaliseerde zoekresultaten. Zoekmachines geven vaak slechts nog één antwoord met hulp van AI, in plaats van verschillende (journalistieke) bronnen (met URL’s) weer te geven. Dit leidt tot verlies aan bezoekers en advertentie-inkomsten voor nieuwsmedia. De economische positie van deze media komt hierdoor onder druk te staan. Er werd dan ook gewaarschuwd voor een toenemende invloed van buitenlandse platforms op de informatievoorziening, waarbij zelfs geschiedvervalsing werd genoemd als risico.

De noodzaak tot versterking van onafhankelijke journalistiek werd breed onderstreept. Daarbij werd gepleit voor passende financieringsmodellen, bescherming van auteursrechtelijk materiaal en richtsnoeren die mediavrijheid waarborgen, zonder dat deze door overheden kunnen worden misbruikt. Ook werd nadrukkelijk het belang benoemd van digitale geletterdheid en bewustwording.

Sessie 3 – Uitvoering en handhaving van de AI-verordening

Sprekers: Jean Carberry (Ierland), AI Act Board en Katinka Clausdatter WorsĂže (Denemarken), Deense Permanente Vertegenwoordiging.

Tijdens de laatste sessie stond de uitvoering van de AI-verordening centraal. Zoals in de eerste sessie reeds aan de orde kwam, leidt het Digitale Omnibus-pakket mogelijk tot uitstel van (delen van) de AI-verordening, die anders in augustus 2026 van toepassing zouden zijn.

De Ierse vertegenwoordiger en lid van de AI Act Board, Jean Carberry, prees de AI-verordening als een “zeer gebalanceerd stuk wetgeving”: dankzij de risico-gebaseerde aanpak worden burgers beschermd terwijl innovatie de ruimte krijgt. Carberry uitte echter zorgen over de krappe tijdslijnen; de eerste verplichtingen voor hoog-risico-AI treden al in augustus 2026 in werking. Volgens Carberry moeten lidstaten voldoende tijd krijgen om toezichthoudende structuren op te bouwen, anders dreigt “chaos op dag één”. Zij pleitte daarom voor snelle goedkeuring van het zogenaamde Digital Omnibus‑pakket, dat de inconsistenties tussen EU‑wetgevingen wegwerkt en meer voorbereidingstijd biedt. De Omnibus-pakketten moeten volgens haar niet worden gezien als een afzwakking van de regels, maar als noodzakelijke technische aanpassingen: “Good regulation is like a good pair of shoes.”. Ze noemde de verschillende rapportageverplichtingen als belangrijk knelpunt voor bedrijven.

Ook de tweede spreker, Katinka WorsĂže, benadrukte dat het Digitale Omnibus-pakket geen afzwakking van de AI-verordening betekent, maar dat het eerder om technische aanpassingen gaat. De Raad werkt aan snelle besluitvorming hierop. Denemarken heeft om verduidelijking gevraagd op het gebied van privacy en gegevensdeling.

Beide sprekers benadrukten daarnaast het belang van voldoende middelen voor implementatie, transparantie richting burgers en bedrijven en duidelijke richtsnoeren voor overheden, o.a. op het gebied van onderwijs en klimaatbeleid.

Discussie en vragen uit de parlementaire delegaties

Diverse parlementaire delegaties uit diverse lidstaten herhaalden hun zorgen over mogelijke vertraging in de AI‑verordening en het risico dat delen van het digitale regelgevingskader zouden worden uitgehold. Deze delegaties benadrukten het belang van een goede balans tussen het waarborgen van fundamentele rechten bij het stimuleren van innovatie.

Er was vanuit een aantal delegaties ook de erkenning dat voldoende nationale middelen en capaciteit nodig zijn om de uitvoeringsverplichtingen van de AI-verordening waar te maken. Met name knelpunten rond versnipperde rapportageverplichtingen werden genoemd. De Omnibus‑pakketten werden door een aantal delegaties gezien als kans om deze te harmoniseren. Hierbij werd wederom gewezen op het belang van praktische en tijdige richtsnoeren voor hoogrisico‑AI‑toepassingen om rechtsonzekerheid te voorkomen.

Een van de delegaties vroeg naar de toezichtmodellen van Ierland en Denemarken. Beide sprekers lichtten toe dat is gekozen voor een gedistribueerd toezichtsmodel met benutting van sectorale kennis, aangevuld met een centrale expertisehub. In Ierland worden dertien toezichthouders aangewezen voor verschillende hoog‑risico‑toepassingen. Om hen te ondersteunen richt Ierland een AI Office of Ireland op, een centrale pool van expertise die sectorspecifieke autoriteiten adviseert. Ook Denemarken past een vergelijkbaar hybride model toe, met een coördinerend Agency for Digital Government. De bestaande sectorale toezichthouders zijn elk bevoegd voor AI‑toepassingen in hun eigen domein. Deze sectorale aanpak is pragmatisch, met focus op werkbaarheid, ondersteuning van bedrijven bij naleving en voortbouwend op wat er al is. De modellen werd door meerdere deelnemers gezien als mogelijke inspiratie voor de inrichting van nationale toezichtstructuren.

Afsluitende opmerkingen

De beide voorzitters van de AI Act werkgroep in het EP, Brando Benifei en Michael McNamara, sloten de conferentie af met een oproep aan de nationale parlementen om structureel samen te werken op dit onderwerp, zowel bij de uitvoering als bij de toekomstige evaluatie van de AI-verordening. Het Europees Parlement wil dit faciliteren via een jaarlijkse bijeenkomst voor nationale parlementen, zodat ze ervaringen kunnen uitwisselen en gezamenlijk oplossingen kunnen vinden voor uitvoeringsvraagstukken.