Lijst van vragen inzake de Stand van Defensie najaar 2025 (Kamerstuk 36800-X-3)
Lijst van vragen
Nummer: 2025D51905, datum: 2025-12-12, bijgewerkt: 2025-12-12 14:48, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Paternotte, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie (D66)
- Mede ondertekenaar: N.E. Manten, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z16949:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Medeindiener: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-09-18 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-10-02 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2025-12-12 14:00: Stand van Defensie najaar 2025 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
36800-X-3 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2026
nr. Lijst van vragen en antwoorden
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de Stand van Defensie najaar 2025 (36800-X, nr. 3).
Fungerend voorzitter van de commissie,
Paternotte
Adjunct-griffier van de commissie,
Manten
| Nr | Vraag | Bijlage | Blz. (van) | t/m |
| 1 | Welke categorieën of thema’s van informatie zijn sinds de vorige Stand van Defensie verplaatst van het openbare deel naar de vertrouwelijke bijlage? Wat is per categorie de motivering om deze informatie niet langer openbaar te maken? | |||
| 2 | Op welke wijze wordt de Kamer gecompenseerd voor het vervallen van deze informatie in het openbare deel van de Stand van Defensie? | |||
| 3 | Welke informatie die in eerdere publicaties van de Stand van Defensie openbaar beschikbaar was, is in de Stand van Defensie Najaar 2025 uitsluitend nog vertrouwelijk opgenomen? | |||
| 4 | Welke gevolgen heeft deze verplaatsing van informatie voor de controle- en informatiepositie van de Kamer? | |||
| 5 | Op welke wijze wordt geborgd dat de Kamer haar controlerende taak volledig kan blijven uitoefenen ondanks de beperking van openbaarheid? | |||
| 6 | Waarom ontbreekt in de meest recente publicaties van de Stand van Defensie een rapportage over trends in zwaarwegende knelpunten met betrekking tot gereedheid en inzetbaarheid per krijgsmachtdeel? | |||
| 7 | Op welke termijn wordt deze rapportage alsnog opgenomen in de Stand van Defensie? | |||
| 8 | Op welke wijze wordt invulling gegeven aan de toezegging om deze knelpunten jaarlijks te rapporteren? (TZ202307-053) | |||
| 9 | In welke vorm zullen de trends in zwaarwegende knelpunten per krijgsmachtdeel alsnog aan de Kamer worden gerapporteerd? | |||
| 10 | Welke rapportages over deze knelpunten zijn in de afgelopen twee jaar wel aan de Kamer verstrekt buiten de Stand van Defensie om? | |||
| 11 | Wat is het huidige bijsturingsbeleid om de disbalans tussen de instroom van burgerpersoneel en beroepsmilitairen te corrigeren? | |||
| 12 | Op welke termijn wordt verwacht dat de instroom van beroepsmilitairen weer 100% van de vastgestelde ambitie bereikt? | |||
| 13 | Welke risico’s worden gezien bij de structurele vervulling van militaire functies door burgerpersoneel? | |||
| 14 | In welke mate worden momenteel militaire functies ingevuld door burgerpersoneel? | |||
| 15 | Welke maatregelen zijn genomen om prioriteit te geven aan de werving van beroepsmilitairen ten opzichte van burgerpersoneel? | |||
| 16 | Welke concrete maatregelen worden genomen om de instroom van vrouwen bij de beroepsmilitairen te verhogen? | |||
| 17 | Welke maatregelen zijn specifiek gericht op de instroom van vrouwen bij de beroepsmilitairen en niet op het burgerpersoneel? | |||
| 18 | Welke meetbare doelen zijn vastgesteld voor het aandeel vrouwen bij de beroepsmilitairen tot en met 2030? | |||
| 19 | Welke meetbare doelen zijn vastgesteld voor het aandeel vrouwen bij de reservisten tot en met 2030? | |||
| 20 | Wat is de jaarlijkse beoogde groei van het aandeel vrouwen bij de beroepsmilitairen tot 2030? | |||
| 21 | Wat is de stand van zaken van de directe contractering bij de Nederlandse defensie-industrie over de eerste helft van 2025 in percentages? | |||
| 22 | Wat is de stand van zaken van de directe contractering bij de Nederlandse defensie-industrie over de eerste helft van 2025 in bedragen? | |||
| 23 | Welke concrete beleidsmaatregelen zijn in 2025 genomen om het aandeel van Nederlandse bedrijven in defensieopdrachten te vergroten? | |||
| 24 | Welke nieuwe beleidswijzigingen zijn in voorbereiding om het aandeel van Nederlandse bedrijven in defensiecontracten te verhogen? | |||
| 25 | Welke kwantitatieve doelstellingen gelden voor het aandeel van Nederlandse bedrijven in defensiecontracten voor de komende jaren? | |||
| 26 | Kunt u nader toelichten wat de praktische betekenis is van het feit dat de gemiddelde operationele gereedheid van alle A-(wapen)systemen medio 2025 op 50% zit? Betekent dit dat de helft van de A-systemen niet volledig gereed is? | |||
| 27 | Wat is de reden dat de toename van uitgavenbudgetten voor Defensie niet leidt tot een stijging van de operationele gereedheid in 2023 en 2024 en een daling in 2025? | |||
| 28 | Waarom is in de Stand van Defensie geen voorlopig cijfer voor 2025 opgenomen ten aanzien van de contractering van de Nederlandse en Europese industrie (graag opgesplitst voor de twee geografieën)? Wat is voor 2025, in percentages en miljarden euro’s, de actuele stand van zaken op dit punt? | |||
| 29 | Wat zijn de streefwaarden voor de komende vijf jaar, in euro’s en in percentages, van het aandeel van Defensiecontracten dat direct terecht komt bij de Nederlandse en Europese industrie (graag opgesplitst voor de twee geografieën)? | |||
| 30 | Kunt u in de Stand van Defensie ook KPI’s en doelen opnemen ten aanzien van andere relevante aspecten van industriebeleid en samenwerking, zoals bijvoorbeeld industrieel participatiebeleid, R&D-uitgaven van Defensie en Europese samenwerking en/of aankoop van materieel? | |||
| 31 | Op welke wijze waarborgt Defensie dat "goed gekwalificeerd personeel" de organisatie zal vullen, gezien de focus op snelle kwantitatieve groei? | 4 | ||
| 32 | Welke criteria worden gehanteerd om te beslissen welke informatie "vertrouwelijk waar dat moet" is en hoe wordt voorkomen dat dit ten koste gaat van het parlementaire inzicht? | 10 | ||
| 33 | Kunt u uw opmerking dat “bepaalde informatie, die eerder in het openbare deel is opgenomen, wordt verplaatst naar de vertrouwelijke bijlage” specificeren en nader motiveren? | 10 | ||
| 34 | Hoe staat het niet opnemen van Werkbeleving in verhouding tot de doelstelling van het geïntegreerd aanbieden van verantwoordingsinformatie aan de Kamer via één centraal document? Gaat u hier verbetering in brengen? Zo nee, waarom niet? | 10 | ||
| 35 | Hoe staat de opmerking met betrekking tot het “niet uitsluiten dat sommige informatie terug te vinden is in al verstuurde rapportages” in verhouding tot de doelstelling van het geïntegreerd aanbieden van verantwoordingsinformatie aan de Kamer via één centraal document? Gaat u hier verbetering in brengen? Zo nee, waarom niet? | 10 | ||
| 36 | Hoe kan de Kamer nagaan of alle beschikbare en afgesproken informatie ook daadwerkelijk in de Stand van Defensie is opgenomen? | 10 | ||
| 37 | Hoe verhoudt het volledig weglaten van het hoofdstuk ‘Besturen en commandovoering’ zich tot de doelstelling van het geïntegreerd aanbieden van verantwoordingsinformatie aan de Kamer via één centraal document? Gaat u hier verbetering in brengen? Zo nee, waarom niet? | 11 | ||
| 38 | Hoe verhoudt zich het refereren aan een Kamerbrief tot de doelstelling van het geïntegreerd aanbieden van verantwoordingsinformatie aan de Kamer via één centraal document? Gaat u hier verbetering in brengen? Zo nee, waarom niet? | 12 | ||
| 39 | Hoe worden de plancijfers vastgesteld? Kunt u inzicht geven in de planning van aantallen reservisten, beroepsmilitairen en burgers voor de komende jaren? | 14 | ||
| 40 | Kunt u verklaren waarom de personele groei in de eerste helft van 2025 voor het overgrote deel (857 VTE) afkomstig is van burgerpersoneel, terwijl de aanwas van beroepsmilitairen (692 VTE) en reservisten (462 VTE) in verhouding achterblijft en hoe verhoudt zich dit tot de wens voor een gevechtsgerede krijgsmacht? | 15 | ||
| 41 | Hoe staat het verwijzen naar overige maatregelen in een Kamerbrief in verhouding tot de doelstelling van het geïntegreerd aanbieden van verantwoordingsinformatie aan de Kamer via één centraal document? Gaat u hier verbetering in brengen? Zo nee, waarom niet? | 15 | ||
| 42 | Kunt u aangeven of de sterke stijging van het burgerpersoneel deels wordt veroorzaakt door het invullen van vacatures voor beroepsmilitairen door burgers, en zo ja, welke effecten dit heeft op de inzetbaarheid en de operationele slagkracht van de eenheden? | 15 | 18 | |
| 43 | Kunt u een overzicht geven van de totale kosten die gemoeid zijn met de externe inhuur van 5.852 medewerkers per 1 juni 2025 en toelichten welke concrete stappen worden gezet om dure inhuur in de beleids- en bedrijfsvoeringskolommen terug te dringen ten gunste van structurele formatieplaatsen? | 16 | ||
| 44 | Wat is de verklaring voor de groei van externe inhuur? Was dit voorzien? | 16 | ||
| 45 | Defensie heeft een grote ambitie qua instroom; wat kan Defensie aan met betrekking tot het opleiden? Zit daar een grens aan? | 17 | ||
| 46 | Hoe wordt ervoor gezorgd dat er ook voldoende mensen zijn om de instroom op te leiden? | 17 | ||
| 47 | Kunt u nader specificeren of de toename in websitebezoeken en de conversie naar voltooide sollicitaties als gevolg van de arbeidsmarktcampagne "Tijd voor Defensie" in gelijke mate geldt voor beroepsmilitairen en reservisten als voor burgerpersoneel? Welke Key Performance Indicators (KPI's) hanteert u voor deze campagne om de gewenste instroom te realiseren en op welke vlakken ziet u nog de meeste ruimte voor verbetering? | 18 | ||
| 48 | Kunt u uitleggen waarom er in de Stand van Defensie wel plancijfers zijn opgenomen voor de instroom van beroepsmilitairen en burgers, maar niet voor reservisten, terwijl de opschaling van de reservistencapaciteit cruciaal is voor de schaalbaarheid van de krijgsmacht? | 19 | ||
| 49 | Wat zijn de plancijfers met betrekking tot reservisten, waarom zijn deze niet opgenomen en kunnen die voortaan wel gepresenteerd worden in de Stand van Defensie? | 19 | ||
| 50 | Kunt u toelichten waarom de Stand van Defensie geen inzicht biedt in het totale aantal aanmeldingen voor het Dienjaar, kunt u dit aantal alsnog verstrekken, en wat zijn de concrete knelpunten (naast opleidingscapaciteit en functieruimte) die een snellere doorstroming belemmeren? Ziet u, met het oog op de verdere schaalbaarheid van de krijgsmacht, toegevoegde waarde in het verplicht stellen van een vorm van het Dienjaar? | 20 | 21 | |
| 51 | Kunt u inzichtelijk maken hoeveel procent van de deelnemers aan het Dienjaar en het Defensity College uiteindelijk doorstroomt naar een vaste aanstelling als beroepsmilitair en hoe dit rendement zich verhoudt tot de investeringen in deze trajecten? | 21 | ||
| 52 | Welke gevolgen worden er concreet ondervonden door de beperkte beschikbaarheid van onderwijsleermiddelen door leveringen aan Oekraïne? Wanneer verwacht u deze beschikbaarheid van opleidingsmaterieel weer op orde te hebben en welke maatregelen neemt u daartoe? | 22 | ||
| 53 | Welke “andere groepen die nu onbedoeld onvoldoende worden bereikt” bedoelt u exact en wat betekent dit voor de veranderde wervingsstrategie? | 24 | ||
| 54 | Kunt u per krijgsmachtdeel nader specificeren welke van de genoemde knelpunten (beschikbaarheid personeel, reserveonderdelen, onvoorzien onderhoud, of transitie-/modificatieprogramma's) het zwaarst weegt in de daling van de Materiële Gereedheid (MG) naar 50% medio 2025? Welke concrete en gerichte maatregelen worden genomen om deze specifieke hoofdoorzaken op korte termijn weg te nemen om de MG weer naar de norm te brengen? | 30 | 31 | |
| 55 | Gezien de lange levertijden voor materieel, waarbij contractering (bijvoorbeeld Stinger) leidt tot levering pas in 2028; acht u deze termijnen getuigen van de vereiste urgentie die het huidige dreigingsbeeld vraagt? Heeft u de opties verkend om op korte termijn de productie op te schalen van goedkopere, massaal produceerbare wapensystemen (zoals de door de VS geproduceerde Low-Cost Uncrewed Combat Attack Systems (LUCAS) kamikaze drones), in plaats van primair te focussen op hoogtechnische systemen? Ziet u meerwaarde in het verwerven van dergelijke systemen voor de tactische diepte van de krijgsmacht? | 32 | ||
| 56 | Kunt u, met het oog op het versterken van de Nederlandse economie en strategische autonomie, verklaren waarom het percentage directe contractering bij de Nederlandse industrie is gedaald van 59,70% in 2023 naar 21,42% in 2024 en welke concrete doelstellingen (KPI’s) u hanteert om dit percentage in 2025 en verder weer te verhogen? | 34 | ||
| 57 | Hoe wordt geborgd dat bij de uitvoering van de Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie (D-SIII) ook het Nederlandse Midden- en Kleinbedrijf (MKB) laagdrempelig toegang krijgt tot defensieopdrachten en innovatiebudgetten? | 35 | ||
| 58 | Wat is de reden dat deze Stand van Defensie een aparte paragraaf over Oekraïne gerelateerde inzet bevat? Kunt u in een volgende Stand van Defensie ook in andere relevante hoofdstukken specifiek aandacht besteden aan de gevolgen die de inzet voor Oekraïne heeft op het functioneren van Defensie? | 45 | ||
| 59 | Wat betekenen de spanningen tussen de VS en Venezuela voor de Nederlandse inzet in het Caribisch gebied? Is daarbij sprake van samenwerking met andere landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en wat betekent dit concreet? | 46 | ||
| 60 | Kunt u voortaan ook doelstellingen en kritieke prestatie-indicatoren met betrekking tot Ruimte voor Defensie opnemen? Zo nee, waarom niet? | 50 | ||
| 61 | Kunt u aangeven in hoeverre de samenwerking met marktpartijen wordt geïntensiveerd om de vastgoedopgave, waaronder de verduurzamingsslag en de realisatie van legering, te versnellen en kostenefficiënter te maken? | 50 | 51 | |
| 62 | Kunt u garanderen dat de aangekondigde herprioritering van de vastgoedopgave niet leidt tot kapitaalvernietiging bij reeds opgestarte projecten en kunt u een geactualiseerd financieel risicoprofiel schetsen voor de vastgoedportefeuille tot en met 2030? | 53 | ||
| 63 | Kunt u, ten aanzien van de onvolkomenheid 'Beveiliging Militaire Objecten', aangeven of de extra gereserveerde financiële middelen en personele capaciteit inmiddels hebben geleid tot een meetbare verhoging van het beveiligingsniveau op de meest risicovolle locaties? | 58 |