[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken diverse dossiers Koninkrijksrelaties

Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026

Brief regering

Nummer: 2025D52133, datum: 2025-12-15, bijgewerkt: 2025-12-17 15:15, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36800 IV-30 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026.

Onderdeel van zaak 2025Z22051:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 800 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026

Nr. 30 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2025

In het CN-verzameldebat van 4 september jl. heb ik uw Kamer toegezegd na mijn kennismakingsreis naar Bonaire, Sint Eustatius en Saba terug te komen op enkele openstaande vragen.1 Op alle drie de eilanden heb ik gezien hoe groot de betrokkenheid is van bestuurders, maatschappelijke organisaties en inwoners. De reis heeft mijn overtuiging versterkt dat het behalen van voor bewoners merkbare resultaten en lokaal eigenaarschap hand in hand moeten gaan. Alleen door intensieve samenwerking – tussen de eilanden onderling en met Europees Nederland – kunnen we zorgen voor toekomstbestendige voorzieningen en een sterkere positie van de openbare lichamen binnen het Koninkrijk. Conform mijn toezegging ga ik in deze verzamelbrief in op:

- De veerverbinding tussen de bovenwindse eilanden;

- het Bestuursakkoord Bonaire;

- de toepassing van principe van ‘comply or explain’;

- het geactualiseerde wetgevingsoverzicht;

- de samenwerking met UNICEF.

Stand van zaken veerverbinding

Eerder dit jaar heb ik toegezegd uw Kamer dit najaar te informeren over het al dan niet voortzetten van de subsidie voor de veerverbinding tussen de Bovenwindse Eilanden.2 Voor Sint Eustatius en Saba is de veerverbinding in het bijzonder met Sint Maarten van groot belang. Zo zijn inwoners afhankelijk van de verbinding naar Sint Maarten voor onder meer complexe medische zorg en bancaire dienstverlening. Een goede en betaalbare veerverbinding voor, zowel toeristen, als andere bezoekers is bovendien voorwaardelijk voor de economische ontwikkeling van Saba en Sint Eustatius. Daarom maak ik voor de jaren 2026 en 2027 jaarlijks € 1.5 mln. vrij via de begroting om de subsidie voort te zetten en tevens te verhogen. Eerder is geconstateerd dat de veerdienst op zichzelf niet levensvatbaar is zonder bijdrage van het Rijk.3 De minister van IenW en ik verkennen hoe een structurele financiering van de veerdienst gefinancierd kan worden na 2027.

Stand van zaken Bestuursakkoord Bonaire (2024 – 2027)

14 mei jl. informeerde mijn voorganger uw Kamer over de voortgang van het bestuursakkoord Bonaire en is toegezegd u hierover na de zomer nader te informeren.4 In zijn brief heeft mijn voorganger geconstateerd dat er op dat moment nog te weinig zichtbare en voor inwoners merkbare resultaten waren geboekt. Tegen deze achtergrond zijn de bestuurlijke afspraken aangescherpt en de te realiseren prioriteiten voor dit jaar vastgelegd. Hiervan zijn de eerste resultaten inmiddels zichtbaar, zo is de samenwerking met Akademia Papiamentu als taalinstituut gestart, zijn de voorbereidingen voor een Bureau Burgerrechten afgerond en is een organisatieplan voor de afdeling Deelnemingen door het bestuurscollege vastgesteld. Hiernaast heeft het bestuurscollege een plan opgesteld voor de borging en verbetering van de financiële processen binnen de organisatie en zal het bestuurscollege zich over de voortgang verantwoorden in de uitvoeringsrapportage. Hoewel de eerste resultaten zichtbaar zijn, vergt de voortgang op de prioriteiten in het Bestuursakkoord 2024-2027 ook de komende periode volop aandacht. Hiertoe wordt vóór het einde van dit jaar ook voor 2026 een uitvoeringsagenda vastgesteld. Tot slot ben ik het bestuurscollege erkentelijk voor het feit dat zij verantwoordelijkheid nemen voor de situatie bij Selibon Lagun. De uitwerking van de afspraken van de op 20 november getekende Bestuursovereenkomst ‘Aanpak Selibon Lagun’ zal dan ook onderdeel vormen van de nieuwe uitvoeringagenda 2026.5

Stand van zaken ‘Comply or explain’

Sinds 2019 hanteert het kabinet het principe van ‘comply or explain’. Dit naar aanleiding van het advies van de Raad van State om de ‘legislatieve terughoudendheid’ los te laten.6 Sindsdien hebben de opeenvolgende kabinetten het principe steeds herbevestigd en verder uitgewerkt. In het kabinetsstandpunt uit 2023 is uiteengezet wat er onder het principe wordt verstaan en op welke manier dit wordt gehanteerd. Het belangrijkste uitgangspunt van ‘comply or explain’ is dat alle beleidsintensiveringen en de daaruit voortvloeiende wetgeving en/of financiële consequenties van toepassing (zullen) zijn voor Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. Dit kan betekenen dat de omstandigheden maatwerk vragen, om hiermee alsnog het gewenste resultaat te bereiken in Caribisch Nederland. 7

Op 20 juni jongstleden heb ik uw Kamer een brief gestuurd over de stand van zaken rond de implementatie van het principe ‘comply or explain’ en hoe ik dat in het vervolg beter wil gaan waarborgen.8 De structurele betrokkenheid van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij beleid en wetgeving is hierbij essentieel. Op deze manier wordt de uitvoerbaarheid van het principe versterkt. In het Verzameldebat BES (4 september jl.) is opnieuw aandacht gevraagd voor de werking en doorontwikkeling van het principe. In deze brief informeer ik u daarom over de voortgang.

Toepassing van ‘comply or explain’ op bestaande wetgeving

Uw Kamer heeft verzocht om een schriftelijke toelichting op hoe het principe wordt toegepast op bestaande wetgeving.9 Het principe ‘comply or explain’ richt zich in de eerste plaats op nieuwe wetgeving of wetswijzigingen. Bestaande wetgeving wordt dus niet automatisch herzien. Tegelijkertijd wordt er op een aantal urgente thema’s stapsgewijs een inhaalslag gemaakt bij verouderde, bestaande, wetgeving middels een thematische aanpak. Enkele voorbeelden zijn de thema’s goed bestuur, het fysiek domein en het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor natuur, bouwen en milieu. Zo is in mijn Agenda Goed Bestuur Caribisch Nederland de Algemene wet bestuursrecht BES benoemd als een wetstraject dat nu wordt voorbereid. Op deze manier wordt op termijn voorzien in moderne wetgeving die enerzijds goed aansluit op de Europese Nederlandse wetgeving en anderzijds voorzien is van voldoende maatwerk zodat het passend is voor de uitvoeringspraktijk in Caribisch Nederland.10

Vijfde geactualiseerd wetgevingsoverzicht

Voortkomend uit een eerdere motie vanuit uw Kamer11, stel ik elk half jaar wetgevingsoverzichten op. Het meest actuele wetgevingsoverzicht vindt u in de bijlage bij deze brief. Zoals eerder aangegeven wil ik de eilanden meer betrekken bij de totstandkoming van dit overzicht en de verdere doorontwikkeling van dit instrument.12 Hierover ga ik zowel in overleg met Bonaire, Sint Eustatius en Saba als met de ministeries. Tussentijds zal het overzicht volgens de huidige opzet aan uw Kamer worden gestuurd. Naar verwachting zal het eerstvolgende wetgevingsoverzicht voor het einde van 2026 met u gedeeld worden. Hiermee verandert de frequentie van elk half jaar naar jaarlijks. Op deze manier kan ik een hogere kwaliteit van de wetgevingsoverzichten garanderen, worden de effecten van de verbetermaatregelen uit de notitie ‘betrokkenheid BES bij beleid en wetgeving’ zichtbaar en werk ik tegelijkertijd aan het doel om het overzicht nog bruikbaarder te maken voor uw Kamer bij het monitoren van het toepassen van ‘comply or explain’.

Afwegingskader decentraal bestuur

In het Commissiedebat Sociaal minimum Caribisch Nederland van 11 december 2024 heeft het lid Bruyning mij verzocht uw kamer te informeren over de nadere waarborgen voor ‘comply or explain’.13 Om het principe van ‘comply or explain’ beter te borgen en door te ontwikkelen is het van belang om het principe in de hele wetgevingsketen te verankeren. Dit heeft betrekking op zowel de voorbereiding van nieuw beleid en wetgeving als ook de uiteindelijke implementatie en uitvoering. Op dit moment onderzoekt mijn ministerie op welke manier voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een

afwegingskader kan worden vormgegeven voor de decentralisatie van taken naar de openbare lichamen in navolging van het beleidskader decentraal en gedeconcentreerd bestuur voor Europees Nederland. Een dergelijk kader kan de uitvoerbaarheid van het principe ‘comply or explain’ versterken. Ik zal u hier gepaard met de evaluatie van de VNG-uitvoeringstoets voor het zomerreces 2026 nader over berichten.

Uitvoerings-/wetgevingstoets

Tijdens het laatste Verzameldebat BES heb ik u toegezegd om uw Kamer voor het zomerreces van 2026 een evaluatie te sturen van de uitvoeringstoets zoals deze door de VNG is uitgevoerd.14 Bij deze evaluatie lever ik ook een voorstel voor een gedifferentieerde uitvoeringstoets en bijpassend proces, waarin wordt meegenomen of het mogelijk is om te differentiëren per wetsvoorstel. Dit voorstel is gebaseerd op de lessen van de VNG en sluit aan bij de verschillende behoeften van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Dit betekent dat bij eenvoudige wetgevingstrajecten, met minder maatschappelijke impact, gekozen kan worden voor een lichte toetsing. Bij omvangrijke en complexe wetgeving, met grote gevolgen voor inwoners en ondernemers, kan er gekozen worden voor een omvangrijke toets.

Stand van zaken samenwerking UNICEF

Tenslotte heb ik uw Kamer tijdens het verzameldebat toegezegd om de stand van zaken toe te lichten ten aanzien van de subsidie die ik aan UNICEF heb verleend voor het programma ‘Kinderen in hun kracht’.15 Dit programma is momenteel in de afrondende fase. Op basis van de verantwoording die daarop volgt en uiterlijk 1 april 2026 gereed zal zijn, zal ik bezien welke resultaten er geboekt zijn en op welke punten de openbare lichamen extra ondersteuning van UNICEF nodig hebben om te voldoen aan het VN kinderrechtenverdrag. Uiterlijk medio 2026 zal ik u hierover berichten.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. van Marum


  1. Kamerstukken II, 2025/2026, 36 800 IV, nr. 6.↩︎

  2. Kamerstukken II, 2025/2026, 36 800 IV, nr. 6; TZ202505-063; TZ202510-009.↩︎

  3. Kamerstukken II, 2024/2025, 36 600 IV, nr. 51.↩︎

  4. Kamerstukken II, 2024/2025, 36 600 IV, nr. 56.↩︎

  5. Kamerstukken II, 2025/2026, 22 343, nr. 434.↩︎

  6. Kamerstukken II, 2019/2020, 35 300 IV, nr. 11.↩︎

  7. Kamerstukken II, 2022/2023, 36 200 IV, nr. 85.↩︎

  8. Kamerstukken II, 2024/2025, 36 600 IV, nr. 70.↩︎

  9. Kamerstukken II, 2022/2023, 36 200 IV, nr. 63;↩︎

  10. Kamerstukken II, 2024/2025, 36 600 IV, nr. 73.↩︎

  11. Kamerstukken II, 2025/2026, 36 800 IV, nr. 10; Kamerstukken II, 2023/2024, 36 410 IV, nr. 65.↩︎

  12. Kamerstukken II, 2024/2025, 36 600 IV, nr. 41.↩︎

  13. Kamerstukken II, 2024/2025, 36 600 IV, nr. 40; TZ202412-094.↩︎

  14. Kamerstukken II, 2023/2024, 36 410 IV, nr. 65; Kamerstukken II, 2025/2026, 36 800 IV, nr. 6; TZ202510-011.↩︎

  15. Kamerstukken II, 2025/2026, 36 800 IV, nr. 6.↩︎