Decemberbrief Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025
Vaststelling van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2026
Brief regering
Nummer: 2025D52451, datum: 2025-12-16, bijgewerkt: 2025-12-16 13:45, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Mede ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36800 XVII-17 Vaststelling van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2026.
Onderdeel van zaak 2025Z22162:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-12-17 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Hierbij informeer ik u, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften, over de voornaamste budgettaire mutaties (kas-, ontvangsten- en verplichtingenmutaties) die zich hebben voorgedaan sinds de Tweede suppletoire begroting 2025 voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII). Met de Slotwet en het Jaarverslag ontvangt uw Kamer de definitieve standen voor 2025.
Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Uitgaven
Vanwege de eerder overeengekomen betalingssystematiek aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Invest International ter opvolging van de bevinding van de Auditdienst Rijk, worden mogelijk nog enkele betalingen verwacht op basis van binnen te komen facturen medio december. Deze betalingen kunnen leiden tot een overschrijding op artikel 1. Dit leidt tot een technische mutatie, aangezien het de technische verwerking van de eerder overeengekomen betalingssystematiek betreft die ziet op reeds aangegane verplichtingen.
Daarnaast kunnen betalingen van Invest International aan uitvoerders in dit jaar hoger uitvallen dan verwacht wanneer projecten sneller tot uitvoering komen dan voorzien. Door in te spelen op deze kansen wordt voorkomen dat projecten onnodig vertragen. Het betreft hier een technische schuif op het betaalritme van lopende verplichtingen, waarmee de druk op het kasbudget in 2026 wordt verlicht.
Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Uitgaven
Vanwege de eerder overeengekomen betalingssystematiek aan de RVO en Invest International ter opvolging van de bevinding van de Auditdienst Rijk, worden mogelijk nog enkele betalingen verwacht op basis van binnen te komen facturen medio december. Deze betalingen kunnen leiden tot een overschrijding op artikel 2. Dit leidt tot een technische mutatie, aangezien het de technische verwerking van de eerder overeengekomen betalingssystematiek betreft die ziet op reeds aangegane verplichtingen.
Artikel 3: Sociale vooruitgang
Verplichtingen
De technische uitwerking van Kamerbrief Nederlandse bijdragen aan 6 multilaterale gezondheidsorganisaties vanaf 2026 en de effecten van de bezuinigingen op het SRGR-beleid van 7 oktober 2025 (Kamerstuk 36180 nr. 177) heeft er toe geleid dat op artikel 3 een overschrijding van EUR 2,9 miljoen ontstaat op het verplichtingenbudget. Voor 2026 wordt het verplichtingbudget hiervoor verlaagd.
Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Uitgaven
Op verdeelartikel 5.4. wordt de overprogrammering van het gehele ODA-budget weergegeven. Bij Najaarsnota was de overprogrammering geraamd op EUR 33,2 miljoen. Hierdoor is de stand op het verdeelartikel 5.4 negatief en worden de uitgaven op totaalniveau van artikel 5 overschreden. Eventueel resterende overprogrammering aan het einde van het jaar op verdeelartikel 5.4 wordt zoals gebruikelijk in mindering gebracht op het ODA-budget.
Gedurende het jaar is sprake van koersverschillen. De begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de zogenaamde corporate rate). Deze koers wordt gelijktijdig met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Op het moment van schrijven is er per saldo een positief koersresultaat van circa EUR 3 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Koersontwikkelingen worden verantwoord op artikelonderdeel 5.2 (Overig armoedebeleid). Dit bedrag kan nog wijzigen vanwege internationale betalingen gedurende de tweede helft van december.
| De minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel |
Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, |
|---|