[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanwijzing NZa inzake de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2026 en verder

Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Brief regering

Nummer: 2025D52503, datum: 2025-12-16, bijgewerkt: 2025-12-17 17:36, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29282 -617 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector.

Onderdeel van zaak 2025Z22184:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 617 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2025

Hierbij stuur ik u de aanwijzing die ik heb verstrekt aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) inzake de uitvoering van de beschikbaarheidbijdrage op grond van artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).

Met deze aanwijzing geef ik gehoor aan de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van 14 oktober 2025. In deze uitspraak heeft het CBb bepaald dat er geen bevoegdheid bestaat voor het vaststellen van een verdeling van instroomplaatsen voor (medische) vervolgopleidingen over opleidende zorgaanbieders. Ingevolge de uitspraak kan de verdeling voor 2026 niet meer aan het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG worden toegevoegd.

In deze aanwijzing geef ik de NZa opdracht om de beschikbaarheidbijdrage voor (medische) vervolgopleidingen vanaf 2026 te verdelen over opleidende zorgaanbieders aan de hand van een aantal verdeelcriteria. Aan de hand van deze aanwijzing stelt de NZa beleidsregels vast.

Het is van groot belang dat de NZa haar regelgeving voor 1 januari 2026 heeft aangepast aan de nieuwe situatie zoals die met deze aanwijzing ontstaat. Alleen dan kan het opleiden van medisch gekwalificeerd zorgpersoneel in 2026 en verder op ongehinderde wijze doorgang vinden. Als de NZa niet tijdig een aanwijzing ontvangt, dan heeft dat grote financiële gevolgen voor opleidende zorgaanbieders.
Daarnaast kan de opleidingscontinuïteit in gevaar komen.

In deze uitzonderlijke omstandigheden heb ik uw Kamer geen dertig dagen in de gelegenheid kunnen stellen om op deze aanwijzing te reageren. Ik vind het echter wel van groot belang om u tijdig en juist te informeren. Daarom zend ik u bij deze de aanwijzing toe zoals ik die zojuist heb vastgesteld.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.A. Bruijn