[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Jaaroverzicht dossiers onderwijs vertrouwensinspecteurs 2024-2025

Veiligheid op school

Brief regering

Nummer: 2025D52656, datum: 2025-12-17, bijgewerkt: 2025-12-17 12:31, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29240 -178 Veiligheid op school.

Onderdeel van zaak 2025Z22264:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum 17 december 2025
Betreft Jaaroverzicht dossiers onderwijs vertrouwensinspecteurs 2024-2025

Onderwijsprestaties en Voortgezet Onderwijs

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Contactpersoon

Onze referentie

55382557

Bijlagen

Leerlingen en studenten moeten zich vrij en veilig voelen in het onderwijs. Dat is een essentiële voorwaarde voor goede leerprestaties, omdat zij zich alleen in een veilige omgeving volledig kunnen ontwikkelen. Daarom geldt in het funderend onderwijs een zorgplicht voor een veilig schoolklimaat. Ook mbo-, hbo- en wo-instellingen hebben op basis van wettelijke regels de verantwoordelijkheid om een veilige leer- en werkomgeving te waarborgen. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) ziet erop toe dat deze wettelijke verplichtingen worden nageleefd.

Dat betekent niet dat het in de praktijk altijd goed gaat. Helaas worden leerlingen en studenten soms geconfronteerd met seksueel grensoverschrijdend gedrag of met fysiek of psychisch geweld. Het is aangrijpend dat dit gebeurt, juist op plekken die veilig zouden moeten zijn. Wanneer zoiets plaatsvindt, moeten leerlingen en studenten passende ondersteuning krijgen vanuit de school of instelling. Daarnaast kunnen zij — evenals anderen die misstanden zien of vermoeden — contact opnemen met de vertrouwensinspecteurs van de inspectie. De vertrouwensinspecteurs luisteren en geven waar nodig advies, bijvoorbeeld over het indienen van een formele klacht. In specifieke situaties is een school of instelling zelfs verplicht om met de vertrouwensinspecteurs te overleggen en aangifte te doen. Met hun werkzaamheden dragen de vertrouwensinspecteurs bij aan het waarborgen én versterken van de veiligheid binnen het onderwijs.

Ieder jaar publiceert de inspectie een rapportage over de dossiers die bij de vertrouwensinspecteurs zijn binnengekomen. Samen met deze brief sturen wij uw Kamer die rapportage over het school- en studiejaar 2024-2025. In deze brief geven we een korte reactie op de cijfers en gaan we in op de inzet van het kabinet om de veiligheid van leerlingen en studenten te verbeteren.

Stijging aantal dossiers zet door

In het school- en studiejaar 2024-2025 ontvingen de vertrouwensinspecteurs voor het gehele onderwijsveld meldingen over in totaal 2.916 dossiers. Dit betekent een stijging van 599 dossiers ten opzichte van 2023-2024. Al langer is een stijging in deze cijfers zichtbaar. Dat is zorgwekkend, want ieder geval van onveiligheid is er één te veel. Het is niet bekend of deze stijgende trend één op één veroorzaakt wordt doordat het aantal incidenten is toegenomen. Mogelijke verklaringen voor de stijging in het aantal dossiers kunnen ook zijn dat melders de vertrouwensinspecteurs beter weten te vinden, dat sociale veiligheid meer aandacht krijgt of dat er een groter vertrouwen is om misstanden te melden.

In het school- en studiejaar 2024-2025 hadden de gemelde dossiers betrekking op de volgende vormen van onveiligheid: 1.536 dossiers gingen over psychisch geweld, 715 over fysiek geweld, 320 over seksuele intimidatie, 178 over seksueel misbruik, 152 over discriminatie en 11 over radicalisering. De cijfers laten een toename zien van het aantal meldingen bij de vertrouwensinspectie ten opzichte van voorgaande jaren, met uitzondering van radicalisering. Daar is een daling te zien. In het bijzonder is een stijging zichtbaar van het aantal dossiers van seksuele intimidatie en seksueel misbruik. Ook stijgt het aantal meldingen van psychisch geweld al jaren, waarbij in de helft van de dossiers sprake is van pesten. Zorgelijk is dat de ernst van het psychisch geweld dat wordt gemeld toeneemt en er vaker sprake is van langdurig psychisch geweld. Ook is er vaker sprake van bedreiging. Daarnaast constateren de vertrouwensinspecteurs dat bij de dossiers over fysiek geweld regelmatig sprake is van een escalatie van pesten.

De gegevens van de vertrouwensinspecteurs vormen een duidelijk signaal. De dossiers hebben betrekking op serieuze incidenten, en deels ook op ernstigere incidenten dan voorheen, en maken duidelijk dat het ons nog niet overal lukt om iedere leerling en student de veilige leeromgeving te bieden waarop zij recht hebben. Tegelijkertijd is het goed dat melders de vertrouwensinspecteurs weten te vinden en gebruik kunnen maken van hun kennis en expertise. Hoewel de meeste leerlingen (tussen de 95 en 98 procent in het primair en voortgezet onderwijs)1 en studenten (83 procent in het middelbaar beroepsonderwijs)2 zich veilig voelen, ontslaat dit ons niet van de plicht om ook zorg te dragen voor leerlingen en studenten die onveiligheid ervaren. Het kabinet blijft daarom met onverminderde inzet werken aan het verder verbeteren van de veiligheid in het onderwijs.

Een sterke impuls voor veilig onderwijs

Funderend onderwijs

Scholen hebben de taak te zorgen voor een veilig klimaat, waarin leerlingen en personeelsleden elkaar aanspreken als er iets gebeurt en er een open gesprek plaats kan vinden over grenzen. Het kabinet stelt de kaders vast waarbinnen scholen dat het best kunnen doen en ondersteunt hen waar dat nodig is. Met het Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs dat aan uw Kamer is aangeboden, zorgen we ervoor dat scholen beter zicht hebben op (on)veiligheid, dat leerlingen, ouders en personeel worden ondersteund bij onveiligheid en dat het veiligheidsbeleid van scholen jaarlijks wordt geëvalueerd. Zo wordt er onder meer voor gezorgd dat leerlingen en personeel altijd terecht kunnen bij een vertrouwenspersoon. Ook breidt het kabinet de huidige meld-, overleg- en aangifteplicht uit door ook een meld- en overlegplicht voor seksuele intimidatie en meerderjarigen in te voeren (ook in het vervolgonderwijs), zodat de expertise van de vertrouwensinspecteurs vaker wordt ingeroepen. Daarnaast werkt het kabinet er ook aan om continue VOG-screening in het onderwijs te realiseren, zodat onderwijspersoneel dat een strafbaar feit begaat direct in beeld komt. Dit alles zorgt dat scholen nog beter kunnen werken aan de veiligheid op school.

Tegelijkertijd is het versterken van een open en veilig schoolklimaat niet enkel te realiseren met wet- en regelgeving. Daarom ondersteunt het kabinet scholen middels Stichting School & Veiligheid, waar zij terecht kunnen voor handreikingen, advies en zo nodig ondersteuning door een calamiteitenteam. Ook subsidieert het kabinet de VO-raad om een breder programma op te zetten gericht op het versterken van een veilige en open schoolcultuur. Dit doen zij in samenwerking met de alliantie tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.3

Vervolgonderwijs

Ook in het vervolgonderwijs hebben instellingen de taak om te zorgen voor een veilige omgeving voor iedereen die studeert, onderzoekt of werkt op een onderwijsinstelling. Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel dat deze zorgplicht wettelijk verankert en expliciteert. Met dit wetsvoorstel worden de rollen en verantwoordelijkheden van verschillende actoren, zoals het instellingsbestuur, de raad van toezicht en de medezeggenschap, verduidelijkt. Daarnaast worden kaders gesteld voor adequaat veiligheidsbeleid en wordt een lerende cyclus voorgeschreven voor dit beleid. Daarbij wordt, net als in het funderend onderwijs, een registratieplicht voor incidenten geïntroduceerd evenals een meldplicht voor ernstige veiligheidsincidenten. Ook wordt een eventuele wettelijke plicht voor het aanstellen van vertrouwenspersonen of een vergelijkbare functie verkend.

Ten slotte wordt met het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld ingezet op het voorkomen, herkennen en aanpakken van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld in het onderwijs. Ook spant de regeringscommissaris zich in om het onderwijs veiliger te maken, door te adviseren over beleid in het vervolgonderwijs en door het gesprek te stimuleren op de instellingen.

Tot slot

De cijfers van de vertrouwensinspecteurs onderstrepen de noodzaak om de veiligheid in het onderwijs verder te versterken. Met de maatregelen waar het kabinet aan werkt, zetten we een grote stap om onze scholen en onderwijsinstellingen veiliger te maken. Dat wil overigens niet zeggen dat de cijfers van meldingen bij de vertrouwensinspecteurs nu ook zullen dalen. Juist de toenemende aandacht voor veiligheid op school, en de uitbreiding van de meld- en overlegplicht naar seksuele intimidatie en meerderjarigen kunnen ervoor zorgen dat die cijfers stijgen. Het overleg met de vertrouwensinspecteurs moet een goede gewoonte van scholen worden, zodat zij beter en gerichter kunnen optreden als er op school iets voorvalt. Het kabinet werkt zo samen met de sectoren en met alle onderwijsprofessionals aan een veilige leeromgeving voor alle leerlingen en studenten, een verantwoordelijkheid die door allen wordt gedeeld en gevoeld.

De aangekondigde maatregelen bieden de kaders om hier de komende jaren aan te werken en gezamenlijk vol in te zetten op de veiligheid in het onderwijs.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gouke Moes

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Koen Becking


  1. ResearchNed (2022). Veilig op school: landelijke veiligheidsmonitor 2020–2021, bijlage bij Kamerstukken II, 2021/22, 31 293, nr. 611.↩︎

  2. Reserachned (2025). Monitor Werkagenda Mbo 2024-2027: Prioriteit 1 - Kansengelijkheid: Meting 2025.↩︎

  3. De alliantie tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag bestaat uit: de PO-Raad, de VO-raad, de MBO Raad, Stichting School & Veiligheid, de vertrouwensinspecteurs en OCW.↩︎