[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Potentieel schijnzelfstandigen 1 januari 2025 en 1 juli 2025

Zelfstandig ondernemerschap

Brief regering

Nummer: 2025D52920, datum: 2025-12-17, bijgewerkt: 2025-12-17 19:04, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31311 -296 Zelfstandig ondernemerschap.

Onderdeel van zaak 2025Z22365:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Uw Kamer heeft de Rijksoverheid in de motie-Boon1 opgeroepen alles in het werk te stellen om het aantal schijnzelfstandigen per 1 januari 2025 naar 0 terug te brengen. Als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelatie (BZK) acht ik het van groot belang dat de gehele Rijksdienst functioneert conform de geldende wet- en regelgeving die ook geldt voor de rest van Nederland. Daarom steun ik de oproep in de motie-Boon om het aantal schijnzelfstandigen binnen de Rijksoverheid terug te brengen.

Daarnaast verzocht uw Kamer om periodiek geïnformeerd te worden over de voortgang op het afbouwen van schijnzelfstandigheid binnen de Rijksdienst. Hierbij ontvangt u het overzicht van het aantal potentieel schijnzelfstandigen binnen de Rijksoverheid over twee peildata.

Op basis van peildata is de informatie opgevraagd bij de ministeries. Deze informatie is door de ministeries verwerkt in een hiervoor speciaal ontwikkeld (intern) dashboard. Het ontwikkelen en vullen van dit dashboard heeft de nodige tijd in beslag genomen, mede omdat elk ministerie een andere methode hanteerde om het overzicht van het aantal ingehuurden te verkrijgen en de cijfers van departementen dus lastig met elkaar te vergelijken waren. De uitvoeringslast om deze informatie alsnog te achterhalen en de registratie bij verschillende departementen eenduidig te definiëren, is hoog waardoor de gegevens pas recentelijk uitgevraagd en verwerkt zijn. De data in deze brief gaat over de peildata 1 januari 2025 en 1 juli 2025. Vanaf 2026 wordt deze uitvraag onderdeel van de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.

De informatie die is uitgevraagd aan de departementen, is verdeeld in 3 categorieën. Allereerst is er gevraagd naar het totaal aantal extern ingehuurde medewerkers. Deze categorie behelst naast zelfstandigen ook mensen die ingehuurd zijn via constructies waarbij er geen directe overeenkomst is met een ministerie of de rijksoverheid, bijvoorbeeld via consultancybureaus. Daarnaast is gevraagd welk deel van deze extern ingehuurde medewerkers zelfstandig is. Ten slotte is afgewogen door de departementen welk deel van de zelfstandigen als potentieel schijnzelfstandigen kan worden aangemerkt.

Het overzicht van de aangeleverde cijfers vanuit de departementen duidt op een neerwaartse trend. De ministeries werken er actief aan schijnzelfstandigheid zo snel mogelijk naar nul af te bouwen, voor 1 januari 2026. Het ministerie van BZK blijft departementen hierin aanmoedigen.

Rijksbreed waren de volgende gegevens van toepassing.2

1 januari 2025 1 juli 2025
Extern aantal medewerkers 15.779 16.597
Waarvan zelfstandig aantal medewerkers 3.778 4.039
Waarvan aantal potentieel schijnzelfstandige medewerkers 2.510 1.305

Ten aanzien van de volledigheid van deze data, dienen de volgende kanttekeningen genoemd te worden;

Het ministerie van Financiën heeft per september 2025 schijnzelfstandigheid afgebouwd. Diverse onderdelen van Financiën, waaronder de Belastingdienst en Douane hebben per 1 januari 2025 reeds volledige afbouw van schijnzelfstandigheid gerealiseerd.

Binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) wordt informatie over externe inhuur niet centraal geregistreerd. Het bijeenbrengen van deze informatie is daardoor een tijdrovend en arbeidsintensief proces. JenV heeft dit getracht te doen in het kader van de onderhavige rapportage. De mogelijkheid bestaat echter dat daadwerkelijke aantallen op 1 januari en 1 juli 2025 enigszins verschillen van de in de brief genoemde aantallen. Daarnaast heeft men, gelet op het voorgaande, in een enkel geval uitsluitend gerapporteerd over het aantal potentieel schijnzelfstandigen op de peildata (conform toezegging Tweede Kamer). JenV streeft ernaar schijnzelfstandigheid per 1 januari 2026 volledig te hebben afgebouwd.

De ministeries van BZK en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hebben omwille van betrouwbaarheid van de data niet de aantallen over 1 januari 2025 gerapporteerd, maar over 1 april 2025.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) had voor de externe inhuur op 1 januari 2025 uitsluitend inzicht in de financiële omvang hiervan. Over 1 juli heeft OCW gezorgd voor inzicht in aantallen externe inhuur en het aandeel zzp-ers. OCW werkt voortvarend aan betrouwbaar inzicht in het aantal potentieel schijnzelfstandigen en aan de afbouw hiervan.  

Op 1 juli 2025 had het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (RWS) 130 zzp’ers met een hoog risico op schijnzelfstandigheid. Na 1 juli is het aantal zzp’ers met een risico op schijnzelfstandigheid afgebouwd naar 84 op 14 november. De inspanning is erop gericht om einde dit jaar de schijnzelfstandigheid verder af te bouwen. Daarvoor worden de geïnventariseerde risicogevallen actief benaderd met alternatieven om het risico voor 2026 weg te nemen.

Het ministerie van Defensie beschikt alleen over de cijfers van het tweede peilmoment. De krijgsmacht valt buiten de reikwijdte van deze inventarisatie.

Ik vind het van groot belang dat de Rijksoverheid het goede voorbeeld geeft in de aanpak van schijnzelfstandigheid en zorgt voor een snelle afbouw van het aantal (potentieel) schijnzelfstandigen naar 0, voor 1 januari 2026. Het ministerie van BZK heeft beleidsinstrumenten ontwikkeld die door alle ministeries zijn vastgesteld. Hierin wordt onder andere bepaald dat departementen hun externe inhuur en welk deel daarvan aangemerkt kan worden als potentieel schijnzelfstandige moeten bijhouden. Ook bieden deze instrumenten hulp aan departementen bij de beoordeling van de arbeidsrelatie bij ingehuurde zelfstandigen. Ook faciliteert het ministerie van BZK kennisdeling tussen departementen onderling, zodat de afbouw van schijnzelfstandigheid zo zorgvuldig mogelijk gebeurt.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

F. Rijkaart

Specificatie per departement op 1 januari 2025

Aantal externe medewerkers op 1 januari 2025 Aantal zelfstandigen op 1 januari 2025 Aantal potentieel schijnzelfstandigen op 1 januari 2025
Algemene Zaken 66 27 0
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2202 879 376
Buitenlandse Zaken 413 108 33
Defensie - - -
Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei 1701 524 337
Financiën 5992 870 724
Infrastructuur en Waterstaat 2146 757 125
Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 1614 - 820
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur 425 65 23
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - - -
Sociale Zaken en Werkgelegenheid 210 47 7
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1010 501 65
Rijksbreed totaal 15.779 3.778 2.510

Specificatie per departement op 1 juli 2025

Aantal externe medewerkers op 1 juli 2025 Aantal zelfstandigen op 1 juli 2025 Aantal potentieel schijnzelfstandigen op 1 juli 2025
Algemene Zaken 57 24 0
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2097 854 279
Buitenlandse Zaken 414 42 24
Defensie 619 2 0
Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei 1921 321 138
Financiën 4787 398 231
Infrastructuur en Waterstaat 2173 878 130
Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 2317 666 460
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur 276 53 8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 819 257 -
Sociale Zaken en Werkgelegenheid 171 36 1
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 946 508 34
Rijksbreed totaal 16.597 4.039 1.305

  1. Kamerstuk 31 311, Nr. 269.↩︎

  2. De specificatie per ministerie is te lezen in de bijlage op pagina’s 4 en 5 van deze brief.↩︎