[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichting op compensatie Zvw-budgethouders in het kader van wetsvoorstel aanpassing Regeling dienstverlening aan huis

Brief regering

Nummer: 2025D53388, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 18:12, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z22497:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Op 9 december jl. heeft uw Kamer de nota naar aanleiding van het verslag, met antwoorden op de door u gestelde nadere vragen, ontvangen betreffende het wetsvoorstel Wet aanpassing Regeling dienstverlening aan huis (Rdah). Tegelijk is een Nota van Wijziging voor terugwerkende kracht aan uw Kamer verstuurd. Met deze terugwerkende kracht kan het wetsvoorstel alsnog, zoals ook is voorbereid, inwerking treden per 1 januari 2026 ook als behandeling in het Parlement nog niet volledig is afgerond. Aanvullend op deze stukken die door mijn collega van SZW zijn verzonden, wil ik u graag informeren over de compensatie voor de budgethouders voor de zorgverzekeringswet.

Met begrip voor de breed gedeelde zorgen voor de budgethouders die geraakt worden door de effecten van het wetsvoorstel, zet ik, zoals in de antwoorden op uw vragen is aangegeven, in op twee lijnen voor de Zvw-pgb budgethouders:

  1. Er wordt gerichte tijdelijke financiële ondersteuning vormgegeven voor budgethouders onder de Zorgverzekeringswet die op dit moment bij de Sociale verzekeringsbank (SVB) bekend zijn. Deze ondersteuning wordt, met verzekeraars en de SVB vormgegeven, en sluit aan bij de compensatie van budgethouders onder de Wet langdurige zorg. De regering zorgt ervoor dat deze tijdelijke financiële ondersteuning in uitvoering is voordat de zorgcontinuïteit in gevaar kan komen door tekorten op het budget; dus voor de zomer van 2026.

  2. Voor de groep Zvw-budgethouders die geheel niet bekend is bij publieke instanties, is het niet mogelijk om vanuit de overheid in compensatie te voorzien. Ook verzekeraars hebben geen zicht op de overeenkomsten die deze budgethouders aangaan en kunnen daarmee ook niet ondersteunen. Dit heeft, ook gelet op de korte voorbereidingstijd, ertoe geleid dat de inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor deze groep wordt uitgesteld tot een nader bij Koninklijk Besluit te bepalen datum, afhankelijk van de parlementaire voortgang. Uiteraard zet de regering zich in om tot een vergelijkbare oplossing te komen voor de budgethouders en zorgverleners die nu nog niet bekend zijn bij de publieke instanties.

In deze brief licht ik u graag toe hoe ik, na intensief overleg met de pgb-keten, tot de keuze voor deze twee werkwijzen ben gekomen. Allereerst de keuze om de doelgroep Zvw-pgb budgethouders te splitsen. Dit besluit heb ik niet lichtvoetig genomen. Ikzelf en de zorgverzekeraars zien ook de forse bezwaren die samenhangen met dit besluit. Zo krijgt een deel van de zorgverleners wel meer rechten die een ander deel pas later krijgt. Dit terwijl zij vanuit het perspectief van de Zorgverzekeringswet onder hetzelfde regime vallen.

Echter, om deze rechten adequaat in te vullen door budgethouders en zorgverleners is in alle domeinen (tijdelijke) compensatie vorm gegeven. In de Zorgverzekeringswet was dit eerst niet voorzien omdat onbekend is onder de Zvw wie hiermee te maken krijgt. Enkel van de budgethouders die de salarisadministratie vrijwillig bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) hebben ondergebracht is bekend of deze overeenkomsten onder de Rdah hebben. Zo weten we van de ca. 5000 budgethouders die de salarisadministratie hebben ondergebracht bij de SVB dat er ca. 500 te maken krijgen met dit wetsvoorstel omdat zij arbeidsovereenkomsten hebben die onder de Rdah vallen.

Van de budgethouders die geen gebruik maken van de salarisadministratie van de SVB (ca. 10.000 budgethouders) is dit niet bekend. Publieke organisaties en verzekeraars hebben geen zicht op de overeenkomsten die deze budgethouders hebben afgesloten en of deze onder de Rdah vallen. Ook zijn deze budgethouders niet direct te bereiken of aan te schrijven. Dat maakt dat een gerichte compensatieregeling voor deze budgethouders niet mogelijk is op korte termijn. Een inwerkingtreding van het wetsvoorstel aanpassing Rdah per 1 januari 2026 voor deze groep betekent dus dat budgethouders wel geconfronteerd worden met extra werkgeverslasten, maar daarvoor niet kunnen worden gecompenseerd. Om dit te voorkomen heb ik samen met de minister van SZW besloten om voor deze groep een later moment van inwerkingtreding te kiezen. Op die manier kan ik mij volledig inzetten om een oplossing te vinden voor deze groep zonder dat deze budgethouders benadeeld worden. Daarmee besef ik me ook terdege dat pgb-zorgverleners onder de Rdah die onder deze voorwaarden werken nog tijdelijk minder rechten hebben dan de overige groepen pgb-zorgverleners onder de Rdah.

Ik zoek zo snel als mogelijk naar een oplossing voor deze groep.

 

Dan kom ik toe aan de groep budgethouders voor wie ik wel een oplossing heb gevonden. Hiertoe werk ik nauw samen met de SVB, ZN en de zorgverzekeraars. Eerder is al gebleken dat een compensatie binnen het huidige stelsel niet rechtmatig vorm te geven is. Toch kies ik ervoor om, ondanks de potentieel onrechtmatige uitvoering, budgethouders financieel bij te staan wanneer zij nadeel ondervinden door het wetsvoorstel. Uiteraard streef ik er wel naar de onrechtmatigheid zo klein als mogelijk te laten zijn.

In een bijlage aan deze brief vindt u de brief die aan Zorgverzekeraars Nederland is verzonden. In deze brief biedt het ministerie van VWS de zorgverzekeraars comfort op de onrechtmatigheid die tijdelijk ontstaat en de toezegging om in regelgeving een aanpassing te doen. Tevens wordt dit voorstel vanuit de regering gecommuniceerd met de toezichthouders. Ik vind het namelijk ook van groot belang dat zorgverzekeraars niet de dupe worden van een besluit van de regering.

Ook de financiering voor compensatie en bijbehorende uitvoeringskosten neemt het ministerie van VWS voor haar rekening. De SVB zal de zorgverzekeraars ondersteunen, net zoals ze dit doet voor de budgethouders Zvw die als werkgever al voor 2026 reeds werkgeverslasten uit hun budget betalen. Met deze toezeggingen aan de zorgverzekeraars ga ik ervan uit dat we deze compensatie snel en op een uitvoerbare manier kunnen gaan realiseren voor de Zvw- budgethouders, die de impact ondervinden van het wetsvoorstel Wet aanpassing Rdah.

Hoogachtend,

de staatssecretaris Langdurige

en Maatschappelijke Zorg,

Nicki J.F. Pouw-Verweij