Antwoord op vragen van het lid Rooderkerk over de berichten 'Meisjes krijgen lagere schooladviezen dan jongens terwijl ze beter scoren' en 'Doorstroomtoets helpt ook niet tegen onderadvisering meisjes, maar Staatssecretaris schuift aanpassing op lange baan'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D53420, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 18:52, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van zaak 2025Z21151:
- Gericht aan: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 730
2025Z21151
Antwoord van staatssecretaris Becking (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 18 december 2025)
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten ‘Meisjes krijgen lagere schooladviezen dan jongens terwijl ze beter scoren’ en ‘Doorstroomtoets helpt ook niet tegen onderadvisering meisjes, maar staatssecretaris schuift aanpassing op lange baan’? 1) 2)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de constatering dat meisjes structureel lagere adviezen krijgen dan jongens, ondanks dat zij gemiddeld hoger scoren op de doorstroomtoets én in het voortgezet onderwijs vaker op hoger niveau eindigen? Hoe beoordeelt u dit in het licht van kansenongelijkheid?
Antwoord 2
Ik deel de constatering dat meiden nog veel te vaak te maken krijgen met onderadvisering in het voorlopig schooladvies. Dat blijkt uit het onderzoek van DUO over onderadvisering bij meiden.1 Uit de jaarlijkse monitor van DUO over het schooladvies en de doorstroomtoets2 weten we dat onderadvisering in het voorlopig schooladvies speelt bij verschillende groepen. Het is niet acceptabel dat er nog steeds groepen leerlingen zijn die bij gelijke geschiktheid géén gelijk advies krijgen. En daarmee geen gelijke onderwijskansen.
Deze onderzoeken onderstrepen het belang van de doorstroomtoets en de maatregel bijstellen schooladvies voor kansengelijkheid in de overgang van po naar vo. Sinds de invoering van deze maatregel over bijstelling van het schooladvies, krijgt ca. 3 op de 4 leerlingen die op de toets hoger scoort dan het voorlopig schooladvies, een bijgesteld schooladvies.3
Vraag 3
Wat zijn volgens u de primaire oorzaak voor de toename van de kloof in advisering tussen jongens en meisjes sinds 2017/2018?
Antwoord 3
DUO doet geen uitspraken over de oorzaak van de toegenomen onderadvisering van meiden op grond van hun onderzoek. De onderzoekers geven aan dat hier verdiepend onderzoek voor nodig is.
OCW zet daarom in op kennisvergroting. Bijvoorbeeld door de leerloopbanen van leerlingen op langere termijn te volgen. En door in 2026 verdiepend onderzoek te starten naar de oorzaken van onderadvisering.4
Vraag 4
Ouderlijke druk blijkt een grote invloed te hebben op het verkrijgen van een hoger advies, hoe waarborgt u dat het schooladvies onafhankelijk tot stand komt om zo onderadvisering van meisjes tegen te gaan?
Antwoord 4
Ik vertrouw op de professionaliteit van het team op de basisschool dat zich bezighoudt met de schooladviesprocedure. Zij wegen verschillende factoren om tot een gedegen schooladvies te komen. Eén van die factoren is de informatie die zij van ouders meekrijgen over de leerling. Onderzoek laat zien dat ouders goed en tijdig betrekken bij de stap van po naar vo zorgt voor een soepelere overgang voor leerlingen. Middels de Handreiking schooladvisering ondersteun ik scholen daarbij.5
Vraag 5
Bent u bereid om het door DUO aanbevolen vervolgonderzoek te faciliteren waarbij leerlingen langer worden gevolgd (tussen voorlopig advies en plaatsing in leerjaar 3) om meer inzicht te krijgen in deze problematiek?
Antwoord 5
Ja, ik ben bereid om dit te faciliteren.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat de doorstroomtoets in de praktijk onvoldoende corrigeert voor onderadvisering van meisjes terwijl die toets juist bedoeld was als objectief tegenwicht?
Antwoord 6
Het probleem van onderadvisering wordt door de toets als objectief gegeven niet geheel opgelost, maar wel al voor een groot deel gecorrigeerd. Voor meiden geldt dat ten tijde van de laatste eindtoets in 2022 ca. 8500 meiden een bijgesteld advies kregen, terwijl dat steeg naar 21.000 meiden na de invoering van de doorstroomtoets en de maatregel bijstellen in 2023.
Dat meiden toch achterblijven in het definitieve advies, ondanks vergelijkbare scores op de toets, kan met verschillende factoren te maken hebben. Niet álle meiden die onderschat zijn, krijgen een bijgesteld advies. Maar bijvoorbeeld ook overadvisering van jongens zou kunnen meespelen. Dat er ook in het definitieve advies nog verschillen zijn, vind ik onwenselijk. En daarom zet ik in op kennisvergroting (zie antwoord 3) en daarnaast op ondersteuning van scholen en leerkrachten bij de schooladviesprocedure, bijvoorbeeld met de Handreiking schooladvisering.6
Vraag 7
Hoe reflecteert u op de uitspraken van uw ambtsvoorganger dat specifiek meisjes baat hebben bij het naar boven bijstellen van het niveau, maar dat dit in de praktijk niet gebleken is?
Antwoord 7
Ik ben het eens met mijn ambtsvoorganger, dat meiden baat hebben bij de maatregel bijstellen. Zij doelde op het veel hogere aantal bijstellingen sinds de doorstroomtoets (zie vraag 6) en op de cijfers over onderadvisering uit de jaarlijkse monitoring door DUO. Daaruit blijkt dat meiden baat hebben bij de maatregel, omdat zij vaker dan jongens te maken hebben met onderadvisering in het voorlopige schooladvies.7 In 2023 zagen we dat ondergeadviseerde meiden ook nog iets vaker dan ondergeadviseerde jongens daadwerkelijk een bijgesteld schooladvies krijgen.8
Vraag 8
Hoe weegt u de uitspraken van onderwijswetenschapper prof. dr. Meeter dat de doorstroomtoets niet functioneert als objectief tegenwicht?
Antwoord 8
Ik ben het daar niet mee eens. Door de maatregel bijstellen schooladvies krijgen veel meer ondergeadviseerde leerlingen een advies dat past bij de vaardigheden die ze hebben laten zien op de toets. Het probleem van onderadvisering is daarmee nog niet opgelost, maar wel al voor een groot deel gecorrigeerd. Als deze maatregel niet zou worden toegepast, dan zou jaarlijks voor duizenden meiden (en jongens) het voorlopig schooladvies waarin zij zijn onderschat blijven staan.
Vraag 9
Kunt u reflecteren op het feit dat meisjes in het voortgezet onderwijs vaker opstromen dan jongens? Deelt u de analyse dat dit een aanwijzing is dat meisjes bij aanvang te laag worden ingeschaald?
Antwoord 9
Het is niet met zekerheid te zeggen, of de opstroomcijfers op zichzelf betekenen dat leerlingen in het schooladvies onderschat zijn. Echter, de jaarlijks terugkerende hogere mate van discrepantie tussen het voorlopig schooladvies en het toetsadvies bij meiden, is wel een indicatie dat er sprake is van structurele onderadvisering en dat meiden dus bij aanvang worden onderschat.
Voor sommige leerlingen is een directe weg richting een bepaalde onderwijssoort de meest passende route, waar andere leerlingen juist baat hebben bij stapelen of switchen. Ook vertellen opstroom- en afstroomcijfers niet het hele verhaal: niet alle leerlingen die zijn onderschat stromen ‘op’. Leerlingen kunnen ook ‘afstromen’ zonder dat er sprake was van overschatting, bijvoorbeeld wanneer een andere (meer praktische) onderwijssoort beter past bij hun wensen. De data over deze ‘wisselstroom’ houden we goed in de gaten middels monitoring en evaluatie en analyseren we uitgebreider in het aangekondigde vervolgonderzoek naar leerloopbanen.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u de analyse dat de huidige systematiek van verplichte bijstelling naar boven eerder leidt tot verschillen tussen scholen dan tot eerlijkere kansen tussen leerlingen?
Antwoord 10
Ik deel deze analyse niet. De maatregel bijstellen schooladvies is nu twee jaar van toepassing geweest. Over het algemeen gesproken zien we dat veel meer leerlingen die op de toets laten zien meer uitdaging aan te kunnen, sinds de invoering van deze maatregel daadwerkelijk een bijgesteld advies krijgen. We zien daarbij verschillen tussen groepen leerlingen, hoe vaak zij voor een bijstelling in aanmerking komen en hoe vaak zij die ook daadwerkelijk krijgen.9 Maar voor alle groepen geldt dat zij nu veel vaker een bijgesteld advies krijgen, dan voorheen. Daarmee zorgt de maatregel voor eerlijkere kansen in de overgang van po naar vo.
Het is belangrijk om te kijken hoe de maatregel bijstellen schooladvies in de komende jaren in de praktijk uitpakt voor verschillende groepen leerlingen. Dat gebeurt in de evaluatie van de Wet doorstroomtoetsen po en het aangekondigde vervolgonderzoek naar leerloopbanen. Daarbij wordt ook gekeken naar analyses zoals die van de PO-raad, over verschillen tussen soorten gemeentes. Ik ben hier met de relevante partijen, zoals de PO-Raad en de Inspectie, over in gesprek.
Vraag 11
Hoe beoordeelt u vormen van latere selectie, zoals een landelijk dekkend netwerk van brede brugklassen of uitstel van selectie voor het merendeel van de leerlingen, als oplossing voor deze toetsproblematiek en alle bijkomende druk op twaalfjarige leeftijd?
Antwoord 11
Vormen van latere selectie zouden kunnen bijdragen aan het verminderen van de druk op het overgangsmoment van po naar vo, zowel voor leerkrachten en scholen als voor leerlingen en hun ouders. Dit is gebleken uit verschillende onderzoeken en rapporten, zoals het advies van de Onderwijsraad over ‘Later selecteren, beter differentiëren’ en de daaropvolgende ex ante beleidsevaluatie ‘Doorstroom in een kansrijk stelsel’.10
In die beleidsevaluatie is de aanbeveling gedaan om vooralsnog het huidige stelsel te behouden, en intussen meer kennis op te bouwen en verder te werken aan ‘reparatiemogelijkheden’ om de nadelige effecten van vroege selectie te ondervangen. OCW zet om die reden in op kennisopbouw en kennisdeling op dit thema. Zo lopen er onder andere via het NRO verschillende leertrajecten. Daarnaast werk ik aan de verkenning naar een breder schooladvies, naar aanleiding van de motie Rooderkerk.
Scholen kunnen ondertussen in de organisatie van hun onderwijs al bewuste keuzes maken om vormen van latere selectie toe te passen. Bijvoorbeeld door tweejarige dakpanklassen aan te bieden.
Vraag 12
Bent u bekend met de oproep van de PO-raad om uiterlijk in 2027 over te gaan op één landelijke doorstroomtoets, mede om ongelijkheid tussen toetsaanbieders te verminderen en het stelsel begrijpelijker te maken voor ouders en leerlingen? Hoe reageert u hierop en acht u dit haalbaar? 3)
Antwoord 12
Ja, ik ben bekend met de oproep van de PO-Raad. Het is niet haalbaar om uiterlijk in 2027 over te gaan op één landelijke doorstroomtoets, zoals ik ook aan uw kamer heb toegelicht tijdens het debat van 11 december jl. Het snelst mogelijke afnamemoment van één landelijke doorstroomtoets is 2029, waarvan hieronder het tijdpad is weergegeven. Het is goed om te weten dat aan deze versnelde invoering verschillende haken en ogen zitten die zorgvuldig moeten worden gewogen. Een stelselwijziging vraagt om beleidsontwikkeling, een wetswijziging, toetsontwikkeling en implementatie. Kortom, stappen waar geen versnelling op mogelijk is. Ook vind ik het belangrijk om te weten wat de wensen van scholen zijn als het gaat om de doorstroomtoets. Daarnaast is het van belang dat scholen zich goed kunnen voorbereiden en zij de komende jaren niet worden geconfronteerd met verandering op verandering. Dat neemt niet weg dat ik welwillend tegenover een mogelijke stelselovergang naar één doorstroomtoets sta. Binnen de mogelijkheden die er zijn zal ik mijn uiterste beste doen om het traject zo snel mogelijk te laten verlopen.
Tijdlijn versnelde invoering één doorstroomtoets
| 2026 | |
|---|---|
| Q1 t/m Q2 | Beleidsmatige voorbereiding |
| Besluit over stelselovergang | |
| Q3 t/m Q4 | Wetsvoorstel ontwerpen |
| 2027 | |
| Q1 | Internetconsultatie |
| Q2 | Advies Raad van State |
| Q3 t/m Q4 | Indiening wetsvoorstel Tweede Kamer |
| 2028 | |
| Q1 | Behandeling wetsvoorstel in Tweede Kamer |
| Q2 | Behandeling wetsvoorstel in Eerste Kamer |
| Q3 | Inwerkingtreding |
| 2029 | |
| Q1 | Eerste afname één landelijke doorstroomtoets |
1) RTL Nieuws, 2 december 2025, 'Meisjes krijgen lagere schooladviezen dan jongens terwijl ze beter scoren' (www.rtl.nl/nieuws/binnenland/artikel/5541853/meisjes-scoren-beter-maar-lager-schooladvies-dan-jongens)
2) Volkskrant, 3 december 2025, 'Doorstroomtoets helpt ook niet tegen onderadvisering meisjes, maar staatssecretaris schuift aanpassing op lange baan' (www.volkskrant.nl/binnenland/doorstroomtoets-helpt-ook-niet-tegen-onderadvisering-meisjes-maar-staatssecretaris-schuift-aanpassing-op-lange-baan~b9c629a0/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F)
3) PO-Raad, 3 december 2025, 'PO-Raad wil ruim voor 2030 naar één doorstroomtoets' (www.poraad.nl/po-raad-wil-ruim-voor-2030-naar-een-doorstroomtoets)
https://duo.nl/open_onderwijsdata/primair-onderwijs/publicaties/verschil-in-schooladvies-tussen-jongens-en-meiden.jsp↩︎
Monitor schooladvies en doorstroomtoets 2023-2024 | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎
Vóór de invoering van deze maatregel kreeg maar 1 op de 3 leerlingen die op de toets hoger scoorde een bijgesteld schooladvies. Een tabel met uitsplitsing van voorlopig schooladvies en bijstelling voor en ná invoering van de maatregel bijstellen schooladvies voor verschillende groepen leerlingen stuurde ik u eerder in deze kamerbrief: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/04/15/voortgang-schooladvisering-en-doorstroomtoetsen-2025↩︎
Voortbouwend op het verkennende literatuuronderzoek naar onderadvisering dat ik in 2025 naar uw kamer stuurde: Onderzoeken wat we niet zien - Verwey-Jonker Instituut↩︎
Handreiking schooladvisering (versie december 2025) | Brochure | Rijksoverheid.nl↩︎
Handreiking schooladvisering (versie december 2025) | Brochure | Rijksoverheid.nl↩︎
33,5% van de meiden, versus 30% van de jongens in 2023. Zie Monitor schooladvies en doorstroomtoets 2023-2024 | Rapport | Rijksoverheid.nl en recentelijk https://duo.nl/open_onderwijsdata/primair-onderwijs/publicaties/verschil-in-schooladvies-tussen-jongens-en-meiden.jsp↩︎
77,4% van de meiden versus 75,6% van de jongens. Een tabel met uitsplitsing van voorlopig schooladvies en bijstelling voor en ná invoering van de maatregel bijstellen schooladvies voor verschillende groepen leerlingen stuurde ik u eerder in deze kamerbrief: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/04/15/voortgang-schooladvisering-en-doorstroomtoetsen-2025, die uitgaat van Monitor schooladvies en doorstroomtoets 2023-2024 | Rapport | Rijksoverheid.nl.↩︎
Een tabel met uitsplitsing van voorlopig schooladvies en bijstelling voor en ná invoering van de maatregel bijstellen schooladvies voor verschillende groepen leerlingen stuurde ik u eerder in deze kamerbrief: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/04/15/voortgang-schooladvisering-en-doorstroomtoetsen-2025, die uitgaat van Monitor schooladvies en doorstroomtoets 2023-2024 | Rapport | Rijksoverheid.nl.↩︎
Later selecteren, beter differentiëren | Onderwijsraad en Doorstroom in een kansrijk stelsel | Rapport | Rijksoverheid.nl.↩︎