Voortgangsbrief examens voortgezet onderwijs
Brief regering
Nummer: 2025D53425, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 18:57, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Staatsexamenmonitor voortgezet onderwijs 2025
- Beslisnota bij voortgangsbrief examens voortgezet onderwijs
Onderdeel van zaak 2025Z22513:
- Indiener: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
|---|
| Datum | 18 december 2025 |
|---|---|
| Betreft | Voortgangsbrief examens voortgezet onderwijs |
Onderwijsprestaties en Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon |
Onze referentie 56166326 |
| Bijlagen |
| Staatsexamenmonitor 2025 |
In deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van de beleidsmaatregelen rondom passend examineren, de staatsexamens en het centraal examen. Ik ga daarbij in op de ontwikkelingen sinds de brief van 18 februari 2025 en ik bied u de Staatsexamenmonitor 2025 aan.
Middels deze brief geef ik uitvoering aan de motie Ceder c.s.,1 de motie Beertema c.s.,2 de toezegging in de Kamerbrief van 18 februari 20253 en de toezegging uit het commissiedebat op 15 mei 2025.4
Een inclusiever examenlandschap
In de brief aan uw Kamer van 18 februari 2025 werd de visie geschetst op een inclusief examenlandschap, waarin elke leerling toegang heeft tot een passend examen. Door betere informatievoorziening, regelgeving en samenwerking werken we – samen met scholen en ketenpartners – aan een systeem dat beter aansluit op de behoeften van leerlingen. Zonder dat we daarbij afbreuk doen aan de waarde van het diploma. Daarbij hebben we in het bijzonder oog voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte, zowel in het reguliere voortgezet onderwijs (vo) als in het voortgezet speciaal onderwijs (vso; uitstroomprofiel vervolgonderwijs5). Uit onderzoek bleek immers dat vooral zij de drie examenvoorzieningen niet als volledig passend ervaren.6
In deze brief beschrijf ik de stappen die we tot nu toe hebben gezet en die we in de toekomst nog gaan zetten om het examenlandschap inclusiever en toegankelijker te maken.
Informatievoorziening
Een van de voorwaarden om alle leerlingen een passende route naar een vo-diploma te bieden, is dat scholen goed op de hoogte zijn van de ruimte en mogelijkheden voor passend examineren. Om dit te bevorderen, is in september 2025 het Expertisepunt passend examineren vo gelanceerd in samenwerking met het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en DUO Examenloket. Dit expertisepunt heeft primair als doel om scholen te informeren over en te ondersteunen bij passend examineren. Daaronder valt het beantwoorden van vragen, meedenken over (complexe) casuïstiek en het verbinden van vso- en vo-scholen of vavo-instellingen die een examensamenwerking willen aangaan.
De website van het expertisepunt7 is blijvend in ontwikkeling om goed in te spelen op de vragen die leven bij scholen. Een voorbeeld daarvan is de informatievoorziening over de deskundigenverklaring. In de Kamerbrief van februari 2025 is toegezegd de regelgeving hierover onder de loep te nemen en na te gaan of deze voldoende ruimte biedt om passende aanpassingen te doen aan het examen.8 Uit gesprekken met scholen en (keten)partners blijkt dat er vooral behoefte is aan duidelijkheid over de toepassing van die regelgeving. Niet op elke school wordt de ruimte gebruikt die er binnen de regelgeving is om tot passend examineren te komen met of zonder deskundigenverklaring. Samen met het expertisepunt werk ik dan ook aan betere informatievoorziening hierover en over andere onderwerpen. Daartoe worden onder meer de vragen gemonitord die binnenkomen bij het expertisepunt. Daarnaast loopt er momenteel een onderzoek naar het gebruik van de mogelijkheden voor passend examineren door scholen en hun informatiebehoefte op dit gebied.
Met de komst van het expertisepunt is er één duidelijk informatiepunt over passend examineren in het vo – iets waaraan in het veld veel behoefte was. Alhoewel de informatie op de website ook toegankelijk is voor leerlingen en hun ouders, zal deze niet geheel aansluiten op hun informatiebehoefte. Daarom zijn we met de verschillende vertegenwoordigingen in gesprek op welke manier we aan hun wensen gehoor kunnen geven.
Samenwerking vso met vo/vavo
Momenteel doen verreweg de meeste vso-leerlingen eindexamen via het staatsexamen. Op basis van het hiervoor genoemde onderzoek van Oberon9, concluderen we dat veel vso-leerlingen baat zouden hebben bij een situatie waarin onderwijs en examinering in elkaars verlengde liggen, net als in het reguliere vo. Het eindexamen is dan immers een logisch sluitstuk op het onderwijsprogramma dat de leerlingen hebben gevolgd, waar nodig met bepaalde aanpassingen. Bovendien worden bepaalde nadelen die sommige leerlingen ervaren bij het staatsexamen hiermee weggenomen, zoals de herkansingen in de zomer of de mondelinge college-examens.
Een examensamenwerking tussen het vso en het reguliere vo of het vavo is een van de mogelijkheden om dit te realiseren. Deze manier van samenwerken komt nu al voor, maar zou voor veel meer scholen een passendere vorm van examinering kunnen zijn. Dat scholen er nu nog niet op grote schaal voor kiezen, komt mede doordat het voor veel v(s)o-scholen niet duidelijk is welke mogelijkheden er zijn. Ook worden er knelpunten ervaren bij het opzetten en in stand houden van een dergelijke samenwerking.
Om het aantal examensamenwerkingen te vergroten en bestaande samenwerkingen te bestendigen, gaat OCW in 2026 in elk geval aan de slag met:
Het goed in beeld brengen van de wet- en regelgeving (wat kan en mag?), het delen van goede voorbeelden, en het opstellen van een handreiking over samen examineren.
In samenwerking met de vso-sector verkennen of er op iedere vso-school een examencontactpersoon aangewezen kan worden die kennis gaat opbouwen van passend examineren. Daaronder verstaan we zowel de verschillende manieren waarop vso-leerlingen het examen kunnen doen en de mogelijkheden om het eindexamen passender te maken. Deze persoon kan daarnaast actief meedenken met reguliere vo-scholen of vavo-instellingen over het passend examineren van de leerlingen binnen een examensamenwerking.
In gesprek gaan met het Overkoepelend Netwerk Samenwerkingsverbanden over de rol die de samenwerkingsverbanden kunnen spelen bij het stimuleren van examensamenwerkingen en wat zij daarvoor nodig hebben.
In gesprek blijven met het onderwijsveld over andere mogelijkheden om een beweging naar meer examensamenwerkingen te stimuleren. Zo gaan we met scholen in gesprek die nu nog geen examensamenwerking willen aangaan, om te kijken wat er nodig is om dat toch te doen.
Examenlicentie vso
Een tweede mogelijkheid voor vso-scholen om het onderwijs en het eindexamen in één hand te leggen, is door een eigen examenlicentie aan te vragen. Het vraagt veel van scholen om te kunnen voldoen aan de vereisten voor een dergelijke licentie.
In het commissiedebat Toetsen en Examens op 15 mei 2025 is aan uw Kamer toegezegd dat de mogelijkheid voor meer vso-scholen om een examenlicentie te krijgen verkend wordt.10 Op basis van deze verkenning concludeer ik dat het voor veel vso-scholen niet haalbaar is dat zij een licentie krijgen. Een licentie vraagt veel van scholen, waaronder voldoende vakbevoegde docenten die schoolexamens kunnen maken, afnemen en corrigeren, en een examenorganisatie, inclusief examensecretaris en examencommissie. Voor vso-scholen met bijvoorbeeld een kleine groep leerlingen in het uitstroomprofiel vervolgonderwijs is dit niet haalbaar.
Voor scholen die wel een licentie willen en kunnen verkrijgen, moet de aanvraagprocedure soepel verlopen en transparant zijn. Daarom ben ik samen met DUO en de Inspectie bezig om de informatievoorziening hierover te verbeteren en om de aanvraagprocedure waar mogelijk te vereenvoudigen. Deze informatie komt begin 2026 op de website van het Expertisepunt passend examineren vo.11 Het expertisepunt kan vso-scholen informeren over wat er nodig is om een examenlicentie aan te vragen, en in een vroeg stadium met de school meedenken en passend advies geven, afgestemd op de school en de leerlingpopulatie.
Motie Ceder – vakcertificaten in het regulier vo
Met de motie van het lid Ceder c.s.12 wordt de regering verzocht om in beeld te brengen welke leerlingen in het reguliere vo baat hebben bij het halen van vakcertificaten (om daarmee een diploma te halen) en de wet- en regelgeving dusdanig aan te passen dat dit mogelijk wordt. In de motie worden expliciet thuiszittende leerlingen genoemd en leerlingen in het vso die mogelijk terechtkunnen in het vo.
Aan deze motie wordt deels al gehoor gegeven door de Regeling toelating specifieke groepen leerlingen tot de staatsexamens vo. Op basis van deze regeling kunnen leerlingen uit het reguliere vo onder bepaalde voorwaarden deelnemen aan het staatsexamen. Het gaat bijvoorbeeld om (thuiszittende) leerlingen die vanwege ziekte niet kunnen deelnemen aan het onderwijsprogramma van en het eindexamen op hun school.
Naast deze groep leerlingen, is er een groep leerlingen die wel onderwijs wil en kan volgen op een reguliere vo-school, maar die baat zou hebben bij het spreiden van het eindexamen over meer dan twee jaar. Dat is op dit moment wel mogelijk bij het staatsexamen, maar niet bij het reguliere eindexamen. Met het oog op deze leerlingen willen we de regelgeving wijzigen om het mogelijk te maken om een jaar toe te voegen aan de huidige, tweejarige termijn van het gespreid examen. Leerlingen die dat, vanwege bijzondere omstandigheden, nodig hebben, kunnen daardoor hun reguliere eindexamen spreiden over drie opeenvolgende schooljaren. Deze drie jaar komt overeen met de termijn waarbinnen verreweg de meeste diplomakandidaten van het staatsexamen hun diploma halen.13 Door deze wijziging is het niet nodig om de regelgeving voor deelname aan het staatsexamen te verruimen voor leerlingen in het reguliere vo.
Resultaten staatsexamen vo 2025
De staatsexamens vo zijn in 2025 goed verlopen. De examens zijn volgens de kwaliteitsnormen afgenomen, mede dankzij de inzet van bijna tweeduizend examenbetrokkenen. In 2025 heeft het CvTE verder gewerkt aan het versterken van de professionele cultuur binnen de staatsexamens vo. Examinatoren zijn via diverse workshops ondersteund in het vergroten van hun kennis en vaardigheden. Ook is er opnieuw geïnvesteerd in de zichtbaarheid van de staatsexamens vo. De inspanningen in 2025 dragen bij aan het toekomstbestendig maken van het staatsexamen vo.
Na afloop van de staatsexamenperiode heeft DUO de jaarlijkse staatsexamenmonitor opgeleverd. Vergeleken met vorig jaar is het gemiddelde slagingspercentage in 2025 licht gestegen, zowel bij de groep kandidaten uit het vso als bij de groep kandidaten uit het vo. In 2025 zijn er gemiddeld genomen ook betere cijfers behaald, de cijfers voor zowel het centraal examen als het college-examen liggen hoger dan in 2024. Het is belangrijk te vermelden dat staatsexamenkandidaten een erg diverse groep vormen. Ook moet bij het interpreteren van trends in de slagingspercentages rekening gehouden worden met dat, anders dan bij de examens in het reguliere vo, de aantallen kandidaten die staatsexamen doen erg klein zijn. Hierdoor kunnen verschillen tussen jaren al snel groot lijken.
Voor meer informatie over de behaalde staatsexamenresultaten verwijs ik naar de bijgevoegde monitor.
Ontwikkeling centrale examens
Tot slot reflecteer ik op de motie Beertema c.s.,14 waarin de regering verzocht wordt de mogelijkheden te verkennen om een voldoende voor het vak Nederlands voorwaardelijk te stellen voor het behalen van een diploma. Ik heb gesprekken gevoerd met de Inspectie en partners uit de examenketen om na te gaan wat de voor- en nadelen van deze wijziging zouden inhouden.
Een goede beheersing van het Nederlands is belangrijk voor succesvolle doorstroom naar het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en om te participeren in onze samenleving. Ik vind het daarom zeer belangrijk dat de taalbeheersing van leerlingen verbetert. Hier zet ik momenteel op in, bijvoorbeeld door het Masterplan Basisvaardigheden voor het po en vo, schakelklassen in het po voor leerlingen met een taalachterstand, en extra ondersteuning voor taal bij studenten in het mbo. Ook is er aandacht voor het borgen van het vereiste niveau Nederlands in de implementatie van de geactualiseerde kerndoelen en de examenprogramma’s.
Het invoeren van een verplichte voldoende zou laten zien dat het belangrijk is dat alle leerlingen het Nederlands op een bepaald niveau beheersen. Het zou naar verwachting ook leiden tot meer aandacht voor het vak Nederlands en in het bijzonder voor de onderdelen die op het centraal examen Nederlands getoetst worden. Dit gaat tegelijkertijd ook ten koste van de bredere taalvaardigheid van de leerling en van andere vakken. Niet alleen het vak Nederlands draagt immers bij aan taalontwikkeling, maar in vrijwel alle vakken wordt taal- denk- en kennisontwikkeling verworven. In het po, waar de verwevenheid van taal in andere vakken al meer vanzelfsprekend is, zijn hier al positieve ervaringen mee opgedaan.
De bovengenoemde effecten die uit de gevoerde gesprekken naar voren kwamen, geven geen sterke rechtvaardiging voor het voorwaardelijk stellen van een voldoende voor het vak Nederlands voor het behalen van een diploma. Met onder andere het huidige Masterplan Basisvaardigheden wordt op vele manieren gewerkt aan verscherpte aandacht en belang op school voor taal, zonder bovengenoemde nadelen van deze specifieke maatregel. Dit beeld wordt gedragen door de Inspectie en de partners uit de examenketen.
De bovengenoemde effecten die uit de gevoerde gesprekken naar voren kwamen, lijken nu geen aanleiding te geven om iets te veranderen in de huidige uitslagbepaling.
Afsluiting
Met de hierboven beschreven stappen werk ik, samen met scholen en ketenpartners, aan een examenstelsel dat passend is voor alle leerlingen én de waarde van het diploma borgt. Ik informeer uw Kamer tijdig over de verdere voortgang.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Koen Becking
Kamerstuk 36410-83↩︎
Kamerstuk 31293-673↩︎
Kamerstuk 31289-601↩︎
TZ202505-042↩︎
In het vso zijn drie uitstroomprofielen: dagbesteding, arbeidsmarkt en vervolgonderwijs. Bij het uitstroomprofiel vervolgonderwijs doen leerlingen eindexamen en ontvangen zij een vo-diploma.↩︎
Het vo-examen: doelgroepen en voorzieningen, Oberon. Bijlage bij Kamerstuk 31289-601.↩︎
TZ-202505-102↩︎
Het vo-examen: doelgroepen en voorzieningen, Oberon. Bijlage bij Kamerstuk 31289-601.↩︎
TZ202505-042↩︎
4592 TZ202505-042↩︎
Kamerstukken 2023-2024, 36 410-VIII, nr. 83↩︎
Het vo-examen: doelgroepen en voorzieningen, Oberon, paragraaf 4.2.↩︎
Motie nr. 2598, Kamerstuk 31293-673↩︎