[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Moties en toezeggingen

Bijlage

Nummer: 2025D53615, datum: 2025-12-19, bijgewerkt: 2025-12-19 14:49, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Halfjaarbrief ondermijnende criminaliteit (2025D53614)

Preview document (🔗 origineel)


Directoraat-Generaal Ondermijning

Directoraat-Generaal Ondermijning

 

 

Datum

4 december 2025

 

Moties en toezeggingen
Bijlage nummer 1
Horend bij Halfjaarbrief aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit

Inhoudsopgave

  1. Weerbaarheid

    1. Motie van het lid Bikker (Chr. Unie) c.s. over een landelijke campagne om drugsgebruikers te confronteren met de gevolgen van drugsgebruik voor de samenleving. Kamerstukken II 2023/24, 36 159, ter vervanging van die gedrukt onder nr. 13.

    2. Toezegging: de minister zegt toe aan het lid Boswijk (CDA) om de Tweede Kamer voor het einde van 2025 te informeren over de resultaten van de campagne Vreemd of Verdacht. TZ202509-085

    3. Motie van het lid Mutluer (GL/PvdA) over jongerenwerkers zo effectief mogelijk inzetten om jongeren te begeleiden en te beschermen tegen criminele invloeden. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 459.

    4. Motie van het lid Koops (NSC) over een verklaring van geen bezwaar voor bepaalde douanefuncties waarbij inzicht kan worden verkregen in gevoelige informatie voor criminelen. Kamerstukken II 2025/26, 29 911, nr. 481.

    5. Toezegging: de minister zegt de leden Mutluer (GL-PvdA) en Van Nispen (SP) toe om de Tweede Kamer te informeren over de gesprekken met Economische Zaken (EZ) over handelsregister en weigeringsgronden om te komen tot concrete stappen; ook samen met de Kamer van Koophandel. TZ202502-030

  2. Brede basis van de integrale aanpak

    1. Motie van het lid Michon-Derkzen (VVD) over een verkenning van het bevorderen van informatiedeling tussen publieke en private partners rondom Schiphol. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 449.

    2. Toezegging: de minister zegt toe eind dit jaar een beleidsreactie op het WODC-rapport over het civiel verbod Outlaw Motorcycle Gangs naar de Tweede Kamer te sturen. TZ202509-087

    3. Toezegging: de minister zegt toe aan het lid Koops (NSC) de uitvoeringstoets in het wetsvoorstel Wet verbetering kroongetuigenregeling te verwerken. TZ202509-088

    4. Toezegging: de minister zegt toe de Tweede Kamer in de halfjaarbrief aanpak ondermijnende criminaliteit eind 2025 te informeren over:

  1. de kennisdeling onder gemeenten vanuit het programma Preventie met Gezag,

  2. een terugkoppeling geven van het gesprek met de corporatie Aedes. TZ202509-090

    1. Toezegging: de minister zegt toe de Tweede Kamer na drie jaar te informeren wat er tot dan toe aan ervaringen met de maatregel kostenverhaal is opgedaan.

    2. Motie van de leden Bikker (CU) en Ceder (CU) over het platform en de lokale aanpakken versterken om drugscriminaliteit in kleine zeehavens tegen te gaan. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 103.

    3. Motie van het lid Michon-Derkzen (VVD) over in de halfjaarrapportage ondermijning in 2025 te rapporteren over de resultaten van de Taskforce gegevensdeling. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 78.

    4. Motie van de leden Mutluer (GL/PvdA) en Van Nispen (SP) over juridische, wettelijke en uitvoeringstechnische mogelijkheden om de bevoegdheden van de Kamer van Koophandel uit te breiden. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, ter vervanging van die gedrukt onder nr. 457.

    5. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en Van Nispen (SP) over een reactie op het voorstel om collectieve handhaving van de verplichtingen in de Handelsregisterwet via het bestuursrecht mogelijk te maken. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 463.

    6. Motie van de leden Ellian (VVD) en Van Nispen (SP) over bij de nadere uitwerking van de procesafspraken als uitgangspunt te hanteren dat het niet ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel geen onderdeel uit kan maken van procesafspraken. Kamerstukken II 2024/25, 36 327, nr. 62.

    7. Motie van het lid Van Nispen (SP) over met beleidsinitiatieven komen om meer misdaadgeld af te pakken. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 156.

    8. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en van Dijk (SGP) over bij drugslabs de daders op laten draaien voor de saneringskosten. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 22.

    9. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en van Dijk (SGP) over het Bpg aanpassen zodat politiegegevens op structurele basis kunnen worden verstrekt aan de Belastingdienst. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 19.

    10. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en Six Dijkstra (NSC) over in beslag genomen drugs zo snel mogelijk chemisch onbruikbaar en waardeloos maken. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 15.

    11. Motie van de leden Mutluer (GL/PvdA) en Six Dijkstra (NSC) over maatschappelijk herbestemmen van in beslag genomen goederen structureel wettelijk mogelijk maken. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 17.

    12. Motie van het lid Michon-Derkzen (VVD) c.s. over meldingen van poortwachters aan de FIU op verzoek anonimiseren. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 20.

    13. Motie van de leden Mutluer (GL/PvdA) en Six Dijkstra (NSC) over verzoek om in overleg met de Belastingdienst en de hypotheekverstrekkers te onderzoeken of en hoe er een check kan worden gedaan op gegevens die aanvragers van hypothecaire leningen verstrekken. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 446.

    14. Motie van het lid Mutluer (GL/PvdA) over onderzoeken of het verplicht stellen van een VOG bij een inschrijving in het Handelsregister effectief kan zijn om criminele ondernemers te weren. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 458.

    15. Motie van het lid Van Eijck (VVD) over een wettelijke grondslag voor het onder strikte voorwaarden delen van informatie tussen notarissen over geweigerde cliënten. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 150.

    16. Toezegging: de minister zegt toe dat de wet Ondermijning II binnen enkele jaren wordt geëvalueerd.

Toelichting op moties en toezeggingen

  1. Weerbaarheid

    1. Motie van het lid Bikker (Chr. Unie) c.s. over een landelijke campagne om drugsgebruikers te confronteren met de gevolgen van drugsgebruik voor de samenleving. Kamerstukken II 2023/24, 36 159, ter vervanging van die gedrukt onder nr. 13.

De motie verzoekt de regering om naar Rotterdams voorbeeld een landelijke campagne te starten waarin drugsgebruikers worden geconfronteerd met de gevolgen van drugsgebruik voor de samenleving.

Voor een uitgebreide, inhoudelijke toelichting van de uitwerking van de motie Bikker c.s. inzake de publiekscampagne is op 22 mei jl. een gezamenlijke brief inzake het Nederlands drugsbeleid1 van de Staatssecretaris Jeugd, Sport en Preventie (JPS) en mijn ambtsvoorganger naar uw Kamer verstuurd.

Eind augustus jl. is gestart met een doelgroepgerichte pilot-campagne over de negatieve gevolgen van drugsgebruik op de samenleving en de gezondheid. In drie steden is op plaatsen waar veel studenten samenkomen een virtual reality (VR) experience neergezet. De studenten bekeken een VR-film waarin drie levensechte situaties centraal stonden binnen de thema’s criminaliteit, gezondheid en milieu. Aansluitend op de ervaring volgde een gesprek waarin studenten met een gespreksleider en ervaringsdeskundige doorpraatten over de negatieve gevolgen van drugsgebruik en de sociale norm rondom drugsgebruik. Het directe contact met jongeren zorgde voor extra bewustwording.

Op 15 oktober jl. is op sociale media een vervolg gegeven aan deze campagne. Naar schatting zijn met deze offline en online campagne in totaal circa drie miljoen jongeren in de leeftijd 18 tot 29 jaar bereikt.

Hiermee doe ik de motie af.2

  1. Toezegging: de minister zegt toe aan het lid Boswijk (CDA) om de Tweede Kamer voor het einde van 2025 te informeren over de resultaten van de campagne Vreemd of Verdacht. TZ202509-085

De minister heeft toegezegd om uw Kamer voor het einde van 2025 te informeren over de resultaten van de campagne ‘Vreemd of Verdacht’.

De effecten van ondermijning worden in de wijken gevoeld. De hulp van de samenleving is daarom nodig om de georganiseerde misdaad terug te dringen en onze buurten veiliger te maken. De koepelcampagne ‘Houd misdaad uit je buurt’ zet hierop in en maakt mensen alert op signalen van ondermijnende criminaliteit, zodat ze deze kunnen herkennen en weten wat ze vervolgens kunnen doen. In januari en september 2025 hebben de eerste rondes van de campagne ‘Vreemd of Verdacht’ gedraaid. Effectmetingen laten zien dat de campagne door het publiek beoordeeld wordt met een 8 (de benchmark is 7,2). Een ruime meerderheid vindt de campagne duidelijk, makkelijk te begrijpen, geloofwaardig en aansprekend. De campagne heeft positieve effecten op het herkennen van signalen en het vergroten van de actiebereidheid van burgers, zoals het bespreken van signalen met buren of het melden bij politie of woningcorporaties. Om de effecten van een campagne te behouden is het belangrijk om de boodschap gedurende een langere periode te herhalen. Na de eerste ronde van de campagne ontving Meld Misdaad Anoniem substantieel meer meldingen die te maken hadden met ‘onverklaarbare ondermijnende activiteiten’. Sindsdien ligt het aantal meldingen in deze categorie stabiel op een hoger niveau ten opzichte van een jaar eerder in dezelfde periode.

Hiermee doe ik de toezegging af.

  1. Motie van het lid Mutluer (GL/PvdA) over jongerenwerkers zo effectief mogelijk inzetten om jongeren te begeleiden en te beschermen tegen criminele invloeden. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 459.

De motie verzoekt de regering om samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) na te gaan wat nodig is om zowel bij Preventie met Gezag-gemeenten als bij de gemeenten die niet onder het programma vallen, hen en (risicovolle) scholen in staat te stellen om jongerenwerkers zowel fysiek als online zo effectief mogelijk in te zetten, om zo jongeren te begeleiden en te beschermen tegen criminele invloeden.

Jongerenwerkers vormen een belangrijk onderdeel van een effectieve aanpak van jeugdcriminaliteit zowel bij aan Preventie met Gezag deelnemende gemeenten als niet deelnemende gemeenten. Daarom hebben de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2023 een subsidie verstrekt aan brancheorganisatie Sociaal Werk Nederland (SWN) om met het Drop-In project middels onderzoek inzicht te krijgen in de bijdrage van jongerenwerk aan criminaliteitspreventie en deze inzet verder te versterken. Binnen dit project is zowel aandacht voor school als voor het online domein. Het project is actief in drie regio’s (Noord-Holland, Twente en Limburg) en loopt tot en met 2026. Uit de tussenreportages blijkt al dat jongerenwerkers een cruciale rol hebben in criminaliteitspreventie, hetgeen mede afhankelijk is van beschikbare capaciteit, expertise van de professional en de mogelijkheden om jongeren te bereiken.

Naast het onderzoek heeft het project ook als doel om de opgedane kennis te delen. Dit gebeurt via de organisatie van landelijke kennisnetwerkbijeenkomsten, klankbordsessies met belangrijke stakeholders en aansluiting op het Preventie met Gezag lerend netwerk jongerenwerk. Daarnaast worden de inzichten verder geborgd binnen de achterban van SWN via een actief netwerk van organisaties en kennis- en opleidingspartners. Hierdoor zal de opgedane kennis worden benut binnen het beroepsonderwijs en daarmee ook in de toekomst een belangrijke bijdrage aan effectief jongerenwerk leveren. De opbrengsten worden daarnaast eveneens gedeeld via de openbare digitale vindplaats van Preventie met Gezag en er wordt onderzocht welke rol de VNG hier verder bij kan spelen.

Omdat de onlinewereld voor jongeren een verlengstuk van de fysieke wereld is geworden, is er een verkenning gestart vanuit Preventie met Gezag naar de verdere ontwikkeling van het online jongerenwerk, en naar hoe Preventie met Gezag deze ontwikkeling kan ondersteunen. Naar verwachting is de verkenning begin 2026 voltooid.

  1. Motie van het lid Koops (NSC) over een verklaring van geen bezwaar voor bepaalde douanefuncties waarbij inzicht kan worden verkregen in gevoelige informatie voor criminelen. Kamerstukken II 2025/26, 29 911, nr. 481.

De motie verzoekt de regering om te onderzoeken of voor bepaalde douanefuncties waarbij inzicht kan worden verkregen in gevoelige informatie voor criminelen, een verklaring van geen bezwaar kan worden vereist.

Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd in de eerstvolgende Stand van zakenbrief van de Douane, deze is gepland in december 2025.

  1. Toezegging: de minister zegt de leden Mutluer (GL-PvdA) en Van Nispen (SP) toe om de Tweede Kamer te informeren over de gesprekken met Economische Zaken (EZ) over handelsregister en weigeringsgronden om te komen tot concrete stappen; ook samen met de Kamer van Koophandel. TZ202502-030

De minister heeft toegezegd om uw Kamer te informeren over de gesprekken met EZ over het handelsregister en de weigeringsgronden om te komen tot concrete stappen; ook samen met de Kamer van Koophandel (KvK).

Samen met het ministerie van EZ wordt er gekeken naar de verschillende mogelijkheden om de poortwachtersrol van de KvK te versterken. Daarbij zal ook met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden gesproken. Ik zal u over de voortgang hierop informeren naar aanleiding van de motie van de leden Mutluer (GL-PvdA) en Van Nispen (SP) en de motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en Van Nispen (SP) zoals genoemd onder 2h en 2i. Separate updates aan uw Kamer zijn daarmee overbodig geworden.

Hiermee doe ik de toezegging af.

  1. Brede basis van de integrale aanpak

  1. Motie van het lid Michon-Derkzen (VVD) over een verkenning van het bevorderen van informatiedeling tussen publieke en private partners rondom Schiphol. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 449.

De motie verzoekt de regering om een verkenning te starten naar de mogelijkheden om met publieke en private partners op en rondom Schiphol informatiedeling te bevorderen, bijvoorbeeld via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) onder de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS), en de Kamer over de resultaten voor het einde van het jaar te berichten.

Binnen de door het Strategisch beraad ondermijning geprioriteerde thema’s Mainports en Preventie met Gezag heeft de Taskforce gegevensdeling samen met partners concrete knelpunten opgepakt en stappen gezet in het vinden van oplossingen. De Taskforce heeft na een grondige analyse van casuïstiek goed in beeld gekregen waar het daadwerkelijk knelt bij het delen van gegevens. De analyse is dat de primaire oorzaak van de gegevensdelingsproblematiek vaak niet ligt in juridische (on)mogelijkheden. Uit de analyse blijkt namelijk dat de grondoorzaken voortvloeien uit een gebrek aan implementatieondersteuning, vakmanschap, vakgemeenschap en verankering van gegevensdelingsaspecten in beleid. Dit laat onverlet dat in voorkomende gevallen ook sprake kan zijn van complexe wetgeving en/of een gebrek aan juridische mogelijkheden.

De Taskforce heeft onder andere gefocust op de problematiek bij Mainports rondom het delen van cameravoorzieningen- en beelden. Hiervoor wordt gewerkt aan een whitepaper om de juridische mogelijkheden breder bekend te maken onder partners.

Specifiek op Schiphol is door partners een periodiek overleg ingericht, met publieke en private privacy deskundigen, om gegevensdelingsvraagstukken bespreekbaar te maken en gezamenlijk te zoeken naar oplossingsrichtingen. In dit overleg wordt geanonimiseerde casuïstiek gedeeld en wordt verkend of en op welke wijze informatie met elkaar gedeeld kan worden. Er is door Schipholpartners een convenanttraject gestart waardoor de betrokken partners gericht en zorgvuldig gegevens kunnen uitwisselen in de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. De Taskforce is op dit traject aangesloten.

Bezien wordt of naast deze stappen aanvullende maatregelen benodigd zijn om de informatiedeling tussen partners op Schiphol te bevorderen. Daarbij wordt in de eerste instantie gekeken naar oplossingen binnen de huidige wettelijke kaders. Deze verkenning wordt het komende jaar voortgezet en de Kamer wordt geïnformeerd over de verdere voortgang.

  1. Toezegging: de minister heeft aan het lid Boswijk (CDA) toegezegd eind dit jaar een beleidsreactie op het WODC-rapport over het civiel verbod Outlaw Motorcycle Gangs naar de Tweede Kamer te sturen. TZ202509-087

De minister heeft aan het lid Boswijk (CDA) toegezegd om eind dit jaar een beleidsreactie op het WODC-rapport over het civiel verbod Outlaw Motorcycle Gangs naar de Tweede Kamer te sturen.

Deze beleidsreactie is op 9 december jl. verzonden aan uw Kamer.

  1. Toezegging: de minister zegt toe aan het lid Koops (NSC) de uitvoeringstoets in het wetsvoorstel Wet verbetering kroongetuigenregeling te verwerken. TZ202509-088

De minister heeft toegezegd om de uitvoeringstoets met het wetvoorstel verbetering kroongetuigenregeling mee te sturen aan de Kamer.

Momenteel loopt de consultatiefase van het wetsvoorstel Verbetering kroongetuigenregeling. Naar verwachting zullen de consultatieadviezen uiterlijk in het eerste kwartaal van 2026 in het wetsvoorstel zijn verwerkt, waarna het conceptwetsvoorstel voor advies wordt aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. In het kader van de consultatie is aan de ketenpartners gevraagd ook in te gaan op eventueel door hen verwachte uitvoeringsconsequenties van het wetsvoorstel. In de memorie van toelichting zal aandacht zijn voor de door de ketenpartners benoemde verwachte uitvoeringsconsequenties, zodat ook uw Kamer daar kennis van kan nemen.

  1. Toezegging TZ202509-090: de minister zegt het lid Mutluer (GL-PvdA) toe de Tweede Kamer in de halfjaarbrief aanpak ondermijnende criminaliteit eind 2025 te informeren over:

  1. de kennisdeling onder gemeenten vanuit het programma Preventie met Gezag,

De minister heeft toegezegd om de Tweede Kamer in de halfjaarbrief aanpak ondermijnende criminaliteit eind 2025 te informeren over de kennisdeling onder gemeenten vanuit het programma Preventie met Gezag.

De resultaten en geleerde lessen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan worden steeds beter zichtbaar. Zo weten we bijvoorbeeld steeds meer over effectieve bestandsdelen van interventies, maar ook de risico’s van bepaalde interventies. De gemeenten weten elkaar goed te vinden en wisselen op een effectieve wijze kennis uit. De nieuwe inzichten worden breed gedeeld met alle gemeenten via rapportages, digitale lezingen, thematische bijeenkomsten en de digitale vindplaats.

  1. de toezegging aan het lid Mutluer (GL-PvdA) om een terugkoppeling te geven van het gesprek met de branchevereniging voor woningcorporaties Aedes.

De minister heeft toegezegd om de Tweede Kamer in de halfjaarbrief aanpak ondermijnende criminaliteit eind 2025 te informeren over de toezegging aan het lid Mutluer om een terugkoppeling te geven van het gesprek over ondermijnende criminaliteit met de branchevereniging voor woningcorporaties Aedes.

In de afgelopen periode zijn meerdere gesprekken gevoerd met Aedes over de rol van woningcorporaties in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Woningcorporaties vervullen een belangrijke functie in de wijk als het gaat om leefbaarheid. Gezamenlijk met Aedes wil ik verkennen hoe we de samenwerking kunnen versterken. Als eerste stap wordt ingezet op de weerbaarheid van woningcorporaties tegen ondermijnende criminaliteit door bewustwording te creëren bij woningbouwverenigingen. Verder worden de mogelijkheden verkend om bewoners alert te maken en te betrekken. Gesprekken hierover lopen momenteel.

Hiermee doe ik de toezegging af.

  1. Toezegging: de minister zegt toe de Tweede Kamer na drie jaar te informeren wat er tot dan toe aan ervaringen met de maatregel kostenverhaal is opgedaan.

De minister heeft toegezegd om de Tweede Kamer na drie jaar te informeren wat er tot dan toe aan ervaringen met de maatregel kostenverhaal is opgedaan.

De maatregel kostenverhaal is onderdeel van de Wet Ondermijning I (Stb. 2021, 544), waaruit volgt dat de minister binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet verslag doet over de doeltreffendheid en de effecten van de maatregel kostenverhaal (Artikel VII). Momenteel wordt de wet gemonitord in nauwe samenwerking met de ketenpartners. Tijdens de monitoring is gebleken dat in de wet ten onrechte niet is voorzien in de mogelijkheid van conservatoir beslag tot bewaring van het recht op verhaal na oplegging van de maatregel. Bij nota van wijziging is deze mogelijkheid toegevoegd aan het toenmalige wetsvoorstel versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II.3 Inmiddels is het WODC verzocht een wetsevaluatie uit te voeren naar de verschillende onderdelen van de Wet Ondermijning I. Na de afronding van het WODC-onderzoek zal uw Kamer eind 2026 geïnformeerd worden over de ervaringen met de maatregel kostenverhaal.

Hiermee doe ik de toezegging af.

  1. Motie van de leden Bikker (CU) en Ceder (CU) over het platform en de lokale aanpakken versterken om drugscriminaliteit in kleine zeehavens tegen te gaan. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 103.

De motie verzoekt de regering om drugscriminaliteit in de kleine zeehavens tegen te gaan door het slagen van dit platform te bevorderen en lokale aanpakken te versterken, onder andere door het inzetten op een adequate financiering.

De gemeenten Den Haag, Harlingen, Den Helder, Het Hogeland, Eemsdelta en Goeree-Overflakkee hebben een plan van aanpak ingediend voor een ‘Platform Ondermijning Kleine Zeehaven’ (POKZ). Ik juich ten zeerste toe dat deze gemeenten samen zijn gekomen om te bezien wat zij kunnen doen om ondermijning tegen te gaan in hun havens. Het plan van het platform zoals het er nu ligt kan ik echter niet volledig financieren. Het plan is namelijk breder opgezet dan oorspronkelijk beoogd, met aanzienlijk hogere kosten. Mijn ministerie denkt daarom mee met de deelnemende gemeenten hoe er gekomen kan worden tot een aangepast plan.

  1. Motie van het lid Michon-Derkzen (VVD) over in de halfjaarrapportage ondermijning in 2025 te rapporteren over de resultaten van de Taskforce gegevensdeling. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 78.

De motie verzoekt de regering om in de halfjaarrapportage ondermijning in 2025 te rapporteren over de tot dan toe behaalde resultaten van de Taskforce gegevensdeling, zodat duidelijk wordt op welke wijze partners in de wijk kunnen samenwerken en welke barrières er bestaan, om de effectieve preventieve aanpak van criminele aanwas te verbeteren.

De veiligheid van Nederland is pas geborgd als de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit effectief kan plaatsvinden. Dit lukt alleen als er tussen partners bij de opsporing en preventie van georganiseerde criminaliteit goed wordt samengewerkt. Informatie-uitwisseling is hierbij een noodzakelijke randvoorwaarde. De motie Michon-Derkzen verzoekt het kabinet om in 2025 via de halfjaarrapportage in te gaan op de resultaten die de Taskforce gegevensdeling heeft behaald.4 Deze Taskforce houdt zich onder andere bezig met het formuleren van oplosrichtingen bij gegevensdelingproblematiek. Ik zet hierbij uiteen wat de resultaten zijn en doe daarmee de motie Michon-Derkzen af.

In vorige Kamerbrieven informeerde ik uw Kamer over de knelpunten die partners ervaren bij het delen van gegevens, in de door het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO) geprioriteerde thema’s Mainports en Preventie met Gezag. Binnen deze thema’s heeft de Taskforce samen met partners concrete knelpunten opgepakt en worden stappen gezet in het vinden van oplossingen.

De Taskforce gegevensdeling heeft na een grondige analyse van casuïstiek en door specifieke casuïstiek naast elkaar te leggen, goed in beeld gekregen waar het daadwerkelijk knelt bij het delen van gegevens. De Taskforce concludeert dat er een gebrek is aan implementatieondersteuning, vakmanschap, vakgemeenschap en verankering van gegevensdelingaspecten in beleid. Dit laat onverlet dat in voorkomende gevallen ook sprake kan zijn van complexe wetgeving en/of een gebrek aan juridische mogelijkheden. De Taskforce heeft met partners een pakket aan oplosrichtingen geformuleerd waarmee de hiervoor genoemde grondoorzaken in gezamenlijkheid worden aangepakt. De Taskforce blijft de komende twee jaar concrete casuïstiek samen met de partners ontrafelen. Met deze wijze van werken wordt bovendien concreet duidelijk waar noodzaak bestaat voor nieuwe of aangepaste wet- en regelgeving om gegevens (eenvoudiger) te kunnen delen. Het kabinet hecht veel belang aan continuïteit en slagkracht van de Taskforce en daarom verleng ik de opdracht van de Taskforce, waardoor ook knelpunten op andere ondermijningsthema’s zoals criminele geldstromen en internationale samenwerking kunnen worden opgelost.

Hiermee doe ik de motie af.

  1. Motie van de leden Mutluer (GL/PvdA) en Van Nispen (SP) over juridische, wettelijke en uitvoeringstechnische mogelijkheden om de bevoegdheden van de Kamer van Koophandel uit te breiden. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, ter vervanging van die gedrukt onder nr. 457.

De motie verzoekt de regering om juridische, wettelijke en uitvoeringstechnische mogelijkheden om de bevoegdheden van de Kamer van Koophandel uit te breiden.

Samen met het ministerie van EZ wordt er gekeken naar de verschillende mogelijkheden om de poortwachtersrol van de KvK te versterken. Daarnaast zal er vanuit het ministerie van EZ op korte termijn een voorstel tot wijziging van de Handelsregisterwet in consultatie gaan, waarin onder andere de mogelijkheid voor de KVK tot het delen van signalen wordt vastgelegd. Ook wordt de wettelijke grondslag voor de registratie en publicatie van de verschillende bestaande bestuursverboden geharmoniseerd. Een bestuursverbod leidt altijd tot weigering van nieuwe inschrijvingen voor de duur van het verbod.

Het toezien op het deponeren van jaarrekeningen is de taak van Bureau Economische Handhaving (dat onderdeel was van de Belastingdienst en verder gaat onder de naam DFEI (Dienst financieel-economische integriteit) als onderdeel van het kerndepartement Financiën), waarmee ook gesprekken worden gevoerd.

  1. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en Van Nispen (SP) over een reactie op het voorstel om collectieve handhaving van de verplichtingen in de Handelsregisterwet via het bestuursrecht mogelijk te maken. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 463.

De motie verzoekt de regering om een reactie op het voorstel om collectieve handhaving van de verplichtingen in de Handelsregisterwet via het bestuursrecht mogelijk te maken.

Samen met het ministerie van EZ wordt er gekeken naar de verschillende mogelijkheden om de poortwachtersrol van de KvK te versterken. In de gesprekken wordt gekeken naar wat de KvK kan doen vanuit zijn huidige taakstelling en of er eventuele wetswijzigingen nodig zijn. De optie tot collectieve handhaving via het bestuursrecht wordt hierbij bekeken. Ik zal uw Kamer bij de eerst volgende halfjaarbrief hierover (nader) nader informeren.

  1. Motie van de leden Ellian (VVD) en Van Nispen (SP) over bij de nadere uitwerking van de procesafspraken als uitgangspunt te hanteren dat het niet ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel geen onderdeel uit kan maken van procesafspraken. Kamerstukken II 2024/25, 36 327, nr. 62.

De motie verzoekt de regering om bij de nadere uitwerking van de regeling van procesafspraken, die zal worden opgenomen in het nieuwe Wetboek van Strafvordering (36 327), als uitgangspunt te hanteren dat het niet ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel geen onderdeel uit kan maken van procesafspraken en dat misdaadgeld in beginsel altijd moet worden afgepakt.

Dit uitgangspunt wordt meegenomen bij de nadere uitwerking van de regeling procesafspraken. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de motie. Procesafspraken over ontneming mogen alleen gaan over de (vereenvoudigde) wijze waarop de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat en het daaruit voortvloeiende ontnemingsbedrag. Bovenstaande verzekert dat de verdachte via het maken van procesafspraken geen “korting” krijgt op het vastgesteld wederrechtelijk verkregen voordeel. Bij de rechterlijke toetsing van de ontnemingsschikking wordt hetzelfde uitgangspunt gehanteerd.

Hiermee doe ik de motie af.

  1. Motie van het lid Van Nispen (SP) over met beleidsinitiatieven komen om meer misdaadgeld af te pakken. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 156.

De motie verzoekt de regering om met beleidsinitiatieven te komen om meer misdaadgeld af te pakken, hierbij ook nadrukkelijk de bedrijfsstructuren en witwasconstructies die dit verhullen of faciliteren aan te pakken of te ontmantelen, en de Kamer hierover in het najaar te informeren.

In de halfjaarbrief ondermijning van juni jl. ben ik uitgebreid ingegaan op de aanpak van criminele geldstromen. Daarin heb ik aangegeven dat de aanpak van criminele geldstromen vijf subdoelen heeft waarop wordt ingezet in samenwerking met de betreffende organisaties, namelijk: het voorkomen dat illegaal verdiend geld wordt witgewassen via het legale financiële stelsel, het verstoren van ondergronds bankiersystemen, het afpakken van crimineel vermogen, afgepakt vermogen maatschappelijk herbestemmen en internationale samenwerking.

Sinds deze brief heb ik onder meer stappen gezet op het gebied van maatschappelijk herbestemmen. Op het gebied van witwassen is afgelopen zomer nationale implementatiewetgeving voor het EU anti-witwaspakket in consultatie gebracht, door de minister van Financiën en mijzelf. Dit heb ik ook gedaan voor de EU Confiscatierichtlijn. De beleidsreactie naar aanleiding van het WODC rapport over ondergronds bankieren is in de afrondende fase en wordt spoedig aan uw Kamer aangeboden. Voor de ontwikkelingen rondom de KvK en de Handelsregisterwet verwijs ik u naar de punten 3h en 3i in dit overzicht.

Hiermee doe ik de motie af.

  1. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en van Dijk (SGP) over bij drugslabs de daders op laten draaien voor de saneringskosten. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 22.

De motie verzoekt de regering om met een voorstel te komen om bij ieder gevonden drugslab te inventariseren hoeveel drugs er zijn geproduceerd en hoeveel drugsafval dat heeft opgeleverd, en de daders middels schadevergoeding op te laten draaien voor de saneringskosten.

De motie appelleert aan een sterk maatschappelijk rechtvaardigheidsgevoel, dat de daders die veel geld verdienen met hun misdrijven moeten opdraaien voor de kosten van de door hen veroorzaakte milieuschade. Mijn ministerie verkent momenteel met betrokken partijen, zoals het OM en de politie, hoe invulling te geven aan deze motie. Ik informeer uw Kamer over de invulling hiervan in de volgende halfjaarbrief.

  1. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en van Dijk (SGP) over het Bpg aanpassen zodat politiegegevens op structurele basis kunnen worden verstrekt aan de Belastingdienst. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 19.

De motie verzoekt de regering om het Besluit politiegegevens (Bpg) zodanig aan te passen dat politiegegevens voortaan op structurele basis kunnen worden verstrekt aan de Belastingdienst, zodat de Belastingdienst kan overgaan tot een juiste heffing in het kader van de uitvoering van zijn wettelijke taken.

Mijn ministerie verkent samen met het ministerie van Financiën welke wettelijke mogelijkheden er zijn om structurele verstrekking mogelijk te maken. Uit die verkenning zal moeten blijken of structurele verstrekking voor de aanpak van hypotheekfraude een zodanig zwaarwegend algemeen belang dient dat tot aanpassing van wetgeving over kan worden gegaan. De afronding van deze verkenning is voorzien in het eerste kwartaal van 2026.

  1. Motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en Six Dijkstra (NSC) over in beslag genomen drugs zo snel mogelijk chemisch onbruikbaar en waardeloos maken. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 15.

De motie verzoekt de regering om te bevorderen dat ook in Nederland veel meer wordt ingezet op het zo snel mogelijk chemisch onbruikbaar en waardeloos maken van in beslag genomen drugs.

Ten behoeve van bewijsvoering kan in Nederland worden volstaan met monsters voor het lab en contra-expertise. De Douane vernietigt in beslag genomen drugs zo spoedig als mogelijk. Het onbruikbaar en waardeloos maken van in beslag genomen drugs heeft daarom voor de Douane weinig meerwaarde, want door het zo snel mogelijk te vernietigen is het al onbruikbaar en waardeloos. Dit geldt ook voor de Politie. Er wordt momenteel nagegaan of dit ook voor de KMar geldt. Hiermee beschouw ik de motie als afgedaan.

  1. Motie van de leden Mutluer (GL/PvdA) en Six Dijkstra (NSC) over maatschappelijk herbestemmen van in beslag genomen goederen structureel wettelijk mogelijk maken. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 17.

De motie verzoekt de regering om een wetsvoorstel voor te bereiden dat maatschappelijk herbestemmen van in beslag genomen goederen structureel mogelijk maakt, met duidelijke criteria en transparantie, en de Kamer hierover te informeren.

In de afgelopen jaren zijn succesvolle pilots uitgevoerd binnen de kaders van de huidige wet- en regelgeving. Op basis van de uitkomsten hiervan ga ik verder met implementatie van beleid dat maatschappelijk herbestemmen structureel mogelijk maakt. Bijvoorbeeld door het inrichten van een standaardproces voor het herbestemmen van afgepakte roerende goederen via het digitale platform HerBestemd.5 De huidige wet- en regelgeving vormt geen belemmering voor dit nieuwe beleid en er is dus geen additionele wetgeving nodig. Daarmee wordt nu al aan de motie voldaan.

Hiermee doe ik de motie af.

  1. Motie van het lid Michon-Derkzen (VVD) c.s. over meldingen van poortwachters aan de FIU op verzoek anonimiseren. Kamerstukken II 2025/26, 36 463, nr. 20.

De motie verzoekt de regering om te bewerkstelligen dat meldingen van poortwachters aan de Financial Intelligence Unit (FIU) op verzoek van de melder geanonimiseerd in een strafdossier kunnen belanden, onder de voorwaarde dat de melding aan de FIU niet anoniem is.

De afweging om informatie over de verdacht verklaarde transactie te anonimiseren in het strafdossier ligt bij het OM vanwege diens verantwoordelijkheid voor het strafdossier. In overleg met de melder kan het OM tot anonimiseren besluiten wanneer er concrete dreigingsrisico’s worden geïdentificeerd. Uit de ervaring van de afgelopen jaren blijkt dat dit slechts in zeer uitzonderlijke gevallen nodig was, omdat in de praktijk er geen gevallen bekend zijn van incidenten met poortwachters naar aanleiding van het melden van ongebruikelijke transacties.

De vertrouwelijkheid van meldingen en de veiligheid van melders is voor mij een belangrijk aandachtspunt. Om zorgen van poortwachters hierover te adresseren heb ik op 23 september jl. een factsheet en begeleidende voorlichtingsfilm gepresenteerd6. Hierin worden de waarborgen die in het meldproces zijn ingebouwd om de veiligheid van poortwachters te kunnen garanderen toegelicht. Waarborgen zien onder meer op (de mogelijkheid tot) contact tussen opsporingsdiensten en poortwachters werkzaam bij kleine instellingen die vrezen voor hun veiligheid. De komende periode zal deze voorlichting actief verder onder de aandacht worden gebracht bij poortwachters om bekendheid met en vertrouwen in de waarborgen te verhogen.

Hiermee doe ik de motie af.

  1. Motie van de leden Mutluer (GL/PvdA) en Six Dijkstra (NSC) over verzoek om in overleg met de Belastingdienst en de hypotheekverstrekkers te onderzoeken of en hoe er een check kan worden gedaan op gegevens die aanvragers van hypothecaire leningen verstrekken. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 446.

De motie verzoekt de regering om in overleg met de Belastingdienst en de hypotheekverstrekkers te onderzoeken of en hoe er een check kan worden gedaan op gegevens die aanvragers van hypothecaire leningen verstrekken.

Het Financieel Expertise Centrum (FEC) voert een project uit rondom hypotheekfraude. De doelen van het project zijn de aard en omvang van het probleem inzichtelijk maken, en eventuele oplossingen in kaart brengen. De uitkomsten van dit project werden verwacht voor einde van het jaar. Een grondige afronding van het onderzoek blijkt meer tijd te vereisen, waardoor het nu voorzien is voor maart. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie.

  1. Motie van het lid Mutluer (GL/PvdA) over onderzoeken of het verplicht stellen van een VOG bij een inschrijving in het Handelsregister effectief kan zijn om criminele ondernemers te weren. Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 458.

De motie verzoekt de regering om te onderzoeken of het verplicht stellen van een verklaring omtrent het gedrag bij een inschrijving in het Handelsregister van de KvK effectief kan zijn bij het weren van criminele ondernemers.

Het is nu al mogelijk om inschrijvingen in het Handelsregister te weigeren via een rechter. De rechter kan een civielrechtelijk of strafrechtelijk bestuursverbod of een verbod van besturen van stichtingen opleggen aan bestuurders. Een strafrechtelijk bestuursverbod kan bijvoorbeeld worden opgelegd bij oplichting of verduistering. Personen met een bestuursverbod worden opgenomen in het Bestuursverbodenregister van de KvK en kunnen zich gedurende de looptijd van het verbod niet opnieuw inschrijven.

Er zijn al specifieke sectoren waarin het overleggen van een Verklaring omtrent Gedrag (VOG) wettelijk verplicht is om bepaalde ondernemersactiviteiten uit te voeren, overeenkomsten met publieke opdrachtgevers te sluiten of werkzaam te zijn in een dergelijke onderneming, bijvoorbeeld in de kinderopvang, taxibranche en transportsector. In sommige gevallen is dit een VOG Rechtspersonen (VOG RP). Dit is een verklaring waarmee bedrijven of stichtingen aan partners, andere bedrijven en overheidsinstellingen kunnen laten zien dat zij en hun bestuurders geen strafbare feiten hebben gepleegd die een risico vormen voor het werk of de taak die ze willen uitvoeren. Dit biedt partners, andere bedrijven of overheidsinstellingen de mogelijkheid om vooraf te toetsen of strafrechtelijke risico’s verbonden zijn aan een organisatie.

De VOG RP leent zich niet zozeer voor het tegengaan van ondermijning bij het oprichten van nieuwe ondernemingen. Een VOG RP kan enkel aangevraagd worden als een onderneming al is ingeschreven in het Handelsregister.

De invoering van een verplichte VOG bij inschrijving in het Handelsregister zou leiden tot meer regeldruk en barrières voor ondernemers. Daar komt bij dat het aantal inschrijvingen al groot is; in 2024 zijn er bijvoorbeeld 253.823 nieuwe vestigingen ingeschreven in het Handelregister. De onderzochte verplichting zou bovendien aanzienlijke uitvoeringsconsequenties hebben voor de screeningsautoriteit Justis, die belast is met de uitvoering van de VOG-screening.

Tegen deze achtergrond, zoals dat het al mogelijk is om inschrijvingen te weigeren via een rechter, er specifieke sectoren zijn waar een VOG-plicht geldt en een VOG RP mogelijk is, acht ik het verplicht stellen van een VOG bij inschrijving in het Handelsregister niet opportuun en proportioneel.

Hiermee doe ik de motie af.

  1. Motie van het lid Van Eijck (VVD) over een wettelijke grondslag voor het onder strikte voorwaarden delen van informatie tussen notarissen over geweigerde cliënten. Kamerstukken II 2024/25, 36 600-VI, nr. 150.

De motie verzoekt de regering om te onderzoeken op welke wijze een wettelijke grondslag kan worden gecreëerd voor het onder strikte voorwaarden delen van informatie tussen notarissen over geweigerde cliënten, en uw Kamer voor het einde van het jaar te informeren over de mogelijkheden, voorwaarden en gevolgen van een dergelijk stelsel.

Op dit moment belet de wettelijke geheimhoudingsplicht notarissen om informatie over (geweigerde) cliënten onderling uit te wisselen. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en het Bureau Financieel Toezicht (BFT) brengen al enige tijd het belang van deze informatie-uitwisseling onder de aandacht. Een notaris is gehouden zijn dienstverlening te weigeren indien het verzoek van de client verband houdt met risico’s op fraude, witwassen of terrorismefinanciering. Niets weerhoudt deze client ervan om vervolgens hetzelfde verzoek tot dienstverlening in te dienen bij andere notarissen. Het draagt bij aan het schoonhouden van het financiële stelsel en de aanpak van fraude, witwassen en terrorismefinanciering indien notarissen onderling als geheimhouders, informatie kunnen uitwisselen.

Voor de zomer hebben het BFT, de KNB met het ministerie van JenV de mogelijkheden verkend om binnen het huidige wettelijke kader te komen tot informatie-uitwisseling tussen notarissen onderling. Daarbij is in gezamenlijkheid tot de conclusie gekomen dat de wettelijke geheimhoudingsplicht bij wet moet worden doorbroken om tot enige vorm van informatie-uitwisseling te komen.

Op 10 juli 2027 treedt het nieuwe Europese anti-witwaspakket (AML-pakket) in werking. Het AML-pakket bestaat uit een anti-witwasverordening, een zesde anti-witwasrichtlijn en een verordening ter oprichting van een Europese anti-witwasautoriteit. De anti-witwasverordening is het grootste deel van het pakket en bevat vrijwel alle eisen waar poortwachters zich aan moeten houden. De verordening heeft rechtstreekse werking. De anti-witwasrichtlijn wordt geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Op 4 juli jl. is de uitvoerings- en implementatiewetgeving voor dit pakket in consultatie gegeven door de minister van Financiën, mede namens mij. Het is de inzet dat voor de zomer 2026 het wetsvoorstel aan de Kamer zal worden aangeboden.

In dit wetsvoorstel wordt ter uitvoering van artikel 73 van de antiwitwasverordening geregeld dat notarissen van hun geheimhoudingsplicht kunnen afwijken om in bepaalde gevallen elkaar dan wel advocaten te kunnen informeren dat zij een verdachte transactie hebben gemeld aan de Financiële inlichtingen eenheid. Dit is kort samengevat het geval wanneer zij tot dezelfde groep behoren, zij hun beroepsactiviteiten binnen dezelfde rechtspersoon uitoefenen, dan wel aan dezelfde transactie werken. Daarnaast wordt geregeld dat notarissen, enkel ten opzichte van andere notarissen, niet gehouden zijn aan hun geheimhoudingsplicht ten behoeve van informatie-uitwisseling in een partnerschap als bedoeld in artikel 75 van de antiwitwasverordening. Op verzoek van de notariële beroepsgroep wordt in dit wetsvoorstel ook een wijziging aangebracht in de Wet op het notarisambt, op grond waarvan notarissen van hun geheimhoudingsplicht kunnen afwijken om elkaar onderling te informeren over een dienstweigering. Het onderling delen van dienstweigeringen is een effectief middel om bij te dragen aan het doel van het AML-pakket: voorkomen dat criminelen toegang krijgen tot het financiële stelsel en geld witwassen dat ze met criminaliteit hebben verdiend of terrorisme financieren. De beoogde informatiedeling is dienstbaar aan de in de antiwitwasverordening opgenomen verplichtingen om (goed geïnformeerd) cliëntenonderzoek uit te voeren en (goed geïnformeerd) te beoordelen of een transactie als verdacht is aan te merken en daarmee gemeld moet worden aan de Financiële-inlichtingeneenheid.

Hiermee doe ik de motie af.

  1. Toezegging: de minister zegt toe dat de wet Ondermijning II binnen enkele jaren wordt geëvalueerd.

De minister heeft op 24 september 2025 tijdens het plenaire debat Versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II (36463) toegezegd dat de wet Ondermijning II binnen enkele jaren wordt geëvalueerd.

De Wet Ondermijning II treedt grotendeels in werking op 1 januari 2026. Artikel XC van de Wet Ondermijning II verplicht de minister van JenV om binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de wet een evaluatie naar de Kamer te sturen.

Hiermee doe ik de toezegging af.


  1. Kamerstukken II, 2024/25, 24 077, nr. 556↩︎

  2. Zie in dat verband ook de brief van de Staatssecretaris van JPS van 2 december 2025 aan de Eerste Kamer. Kamerstukken I, 2025/26, 1091288.↩︎

  3. Kamerstukken II 2024/25, 36463, nr. 9↩︎

  4. Kamerstukken II 2024/25, 36 600 VI, nr. 78.↩︎

  5. Een digitaal platform waarmee (vooralsnog) laagwaardige afgepakte goederen worden geschonken aan maatschappelijke organisaties. De goederen worden op basis van willekeurige loting toegewezen aan een geïnteresseerde partij.↩︎

  6. Veilig melden van ongebruikelijke transacties | Financiële sector | Rijksoverheid.nl↩︎