Preventief politie in je chat?
Gisteren pleitte de minister van Justitie & Veiligheid voor nieuwe bevoegdheden voor de politie om preventief mee te mogen kijken in besloten chatgroepen:
Uit de Volkskrant
De minister legitimeert dit met deze motie van de Tweede Kamer, die echter iets anders zegt. En de details maken uit.
Historisch gezien doet de politie onderzoek naar concrete misdrijven. Dingen die al gebeurd zijn of heel binnenkort gaan gebeuren. Het “daadwerkelijk handhaven van de openbare orde en veiligheid”.
Parallel aan deze politiewereld hebben we ook de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, vroeger de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). We denken bij de AIVD al snel aan spionnen en terrorisme, maar het begrip veiligheidsdienst gaat veel verder.
De scheiding is hier erg duidelijk. De politie doet geen onderzoeken alleen op basis van vermoedens van dingen. Maar de AIVD kan dan al wel aan de slag.
Dit onderscheid wringt weleens, maar er zijn goede redenen voor, en er zit ook een idee achter.
De AIVD mag je onder de tap zetten, ook al ben je geen “verdachte”, en zoals ze zelf ook graag zeggen, van zo’n tap heb je dan helemaal geen last. De AIVD is namelijk geen opsporingsinstantie, en als ze je afluisteren en onbedoeld horen dat je een (ongerelateerde) wet overtreedt, dan pakken ze je niet op. En sterker nog, ze kunnen ook niet zomaar de politie dat laten doen.
Ook is het zo dat wettelijk gezien de AIVD echt geheim kan houden wat ze geleerd hebben. Als uit een telefoontap onbedoeld blijkt dat een mogelijk geradicaliseerde politicus vreemdgaat, dan zal dat feit nooit in een rechtszaak belanden, tenzij het relevant is. De politie werkt met een heel ander regime, waarbij alles in principe openbaar kan worden (en vaak ook wordt).
Verder, een “geheime dienst” is dat ook echt. Wettelijk maar ook praktisch gezien is er intern een strakke cultuur van geheimhouding en “need to know”. Daar wordt heel veel geld en moeite in gestoken. Dit in stevig contrast met de politie, waarvan iedereen weet dat die lekt als een zeef. Ook vallen AIVD en MIVD onder strikte regels wanneer ze data moeten wissen, iets wat de politie gewoon niet doet, al moet het wel van de wet.
Samenvattend, omdat de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten zo ruim zijn ben je ter compensatie als burger (beter) beschermd tegen onbedoelde gevolgen. Je wordt niet zomaar opgepakt, en je (onbedoeld) afgeluisterde gegevens blijven ook echt geheim.
En daarom mogen die diensten dus ook allemaal dingen doen op basis van vermoedens. En de politie niet.
Toch optreden als veiligheidsdienst
Maar, het wringt wel. In een strikte interpretatie zou de politie pas onderzoek mogen doen nadat de moord is gepleegd, ook al kon je die ruim aan zien komen. Dat wil ook niemand. Een hoop organisaties flirten daarom ook met optreden als een veiligheidsdienst. Helaas gaat dat ook vrijwel iedere keer mis.
Zo is er het Team Openbare Orde Inlichtingen (TOOI) dat al tien jaar zonder wettelijke basis inlichtingen verzamelt en bewaart (!).
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) bleek zich ook een veiligheidsdienst te wanen en ging allerhande mensen online volgen, en legde dossiers aan. Dit zonder wettelijke bevoegdheid.
Berucht zijn ook de “CTER-lijsten”, waarbij de politie wederom op basis van vermoedens mensen internationaal registreert, wat levens totaal kan ruineren (lees dit stuk). Hier is ook geen beroep tegen mogelijk omdat het geen echte politiebevoegdheid is. Het zijn gewoon “lijstjes”.
Als laatste moet de beroemde IRT-affaire genoemd worden. Een poging om binnen te dringen in de wereld van de grote drugshandel, waarbij men (vergelijkbaar met een veiligheidsdienst) misdrijven doorgang liet vinden om zo meer te leren. Dit liep totaal uit de hand met voor de rechtsstaat ontwrichtende gevolgen.
Ondanks dat we niet willen dat de politie exclusief pas achteraf in actie kan komen, maken ze er vooraf vaak genoeg een potje van. En dat met grote gevolgen. En dat komt omdat ze er niet goed voor ingericht zijn.
Het voorliggende voorstel
De politie mag infiltreren in criminele organisaties, maar dat mag alleen bij heel stevige verdenkingen:
“Infiltratie door opsporingsambtenaren of door burgers dient altijd eerst ter toetsing voorgelegd te worden aan de Centrale Toetsingscommissie. Voor infiltratie (artt. 126h en 126w Sv) is vereist dat medewerking wordt verleend aan een groep van personen, waarbinnen zeer ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd. Ingevolge artikel 140a Sv. dient het college van Procureurs-generaal vooraf en schriftelijk in te stemmen met de infiltratie door een burger of met een wijziging of verlenging daarvan. Het college dient daarbij ingevolge art. 131 lid 5 Wet RO zijn voorgenomen beslissing aan de Minister voor te leggen.”
Dat is nogal wat. En dat is dus met reden, want het is vaak genoeg misgegaan. Infiltreren mag alleen onder uitzonderlijke omstandigheden, en moet door een hele grote club mensen goedgekeurd worden.
Leggen we dit naast het interview met de minister in de Volkskrant, dan klinkt dat toch heel anders: “[…] je kunt er als politie dus pas wat mee doen op het moment dat je concrete aanwijzingen hebt voor strafrechtelijke vergrijpen. Dan kun je toestemming krijgen van een officier van justitie om daar in te gaan. Maar heel vaak is het leed dan al geschied”.
Van Weel wil dus zonder concrete aanwijzingen voor strafrechtelijke vergrijpen alvast aan de slag, en infiltreren in besloten chatgroepen. Zonder al die mensen bij het OM en de rechterlijke macht te hoeven overtuigen, en zelfs zonder zelf overtuigd te hoeven worden als minister.
En gezien de boven beschreven geschiedenis is dit een levensgevaarlijk voorstel. Want ‘meelezen in een appgroep’ is echt even ingrijpend als een microfoon ophangen in een kroeg of clubhuis. En omdat de politie zijn gegevens onrechtmatig nooit wist blijven afgeluisterde chatgespreken nog eeuwen circuleren, want je weet maar nooit of ze ooit nog nuttig zijn.
En ook goed om te weten, zo’n preventieve afluisterwet komt er vanwege een schrijnend geval, maar is vervolgens universeel inzetbaar.
Waarom niet de AIVD?
De AIVD heeft wel goed ingekaderde mogelijkheden om onderzoek te doen op basis van ernstige vermoedens van gevaar voor de veiligheid. Er is ook precedent voor inzet van de voorloper BVD bij voetbalgeweld, want daar ging het hier om. En zeker als dat voetbalgeweld een internationale geopolitieke component heeft.
De politiek bepaalt met de zogeheten “geïntegreerde aanwijzing” (GA) waar AIVD en MIVD zich mee bezig moeten houden. Als men daar “internationaal geopolitiek gemotiveerd maatschappelijk geweld” op zet kan men aan de slag.
En aldaar heeft men ook de bewezen mogelijkheid om goed gereguleerd en gecontroleerd te infiltreren, met de wettelijke en praktische mogelijkheden om de gevolgen voor omstanders te minimaliseren. En als men ontdekt dat het inderdaad mis is kan de politie via een ambtsbericht direct aan de slag.
De minister verwierp deze suggestie in een uitzending van BNR met de stelling dat de AIVD geen openbare orde taak heeft. Maar als de ontwrichting zo groot is als bij de recente voetbalwedstrijd, dan valt dat prima onder de veiligheidstaak van de AIVD. En als de ontwrichting KLEINER is dan dat, dan is het moeilijk voorstelbaar dat infiltratie in online besloten chatgroepen rechtmatig is, overigens.
Het hellend vlak
Ons kabinet en specifiek de VVD is op veel meer plekken voorstander van preventief infiltreren in ons leven. Zo was er de grote steun voor de “EU kinderpornomelder”, waarbij Facebook/WhatsApp op al onze telefoons een kinderpornodetector moest plaatsen, die dan automatisch verdachte foto’s zou melden bij Europol en de lokale politie. De rillingen lopen je over je rug. Dit voorstel werd met name gedreven door dat bastion van burgerrechten Hongarije.
Ook staat in het regeerprogramma “In het najaar van 2024 wordt interdepartementaal een verkennend onderzoek opgestart naar de taken en bevoegdheden van organisaties zoals de Franse Direction générale de la Sécurité Intérieure (DGSI) om te bezien of een soortgelijke structuur van meerwaarde is voor Nederland.”.
De DGSI is een soort “AIVD die zelf mensen kan arresteren”, waarbij de scheiding tussen veiligheidsdienst en opsporing dus sterk vervaagt.
Nou is het een heel goed idee om het grensvlak tussen politie- en veiligheidsdiensten expliciet te benoemen en er regels voor te maken. En misschien zelfs de hele boel te reorganiseren om dit beter in te richten. De aangekondigde herziening van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is hier wellicht een goed moment voor.
Maar dit soort voorstellen om naar aanleiding van een incident de politie preventief “pre-crime” te laten onderzoeken zijn nog nooit goed afgelopen. En we moeten het nu dus ook niet doen.