Evaluatie eenmalig verhoogde schenkingsvrijstellingen
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2024D49764, datum: 2024-12-13, bijgewerkt: 2024-12-16 08:27, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Beslisnota bij evaluatie eenmalig verhoogde schenkingsvrijstellingen
- Evaluatie eenmalig verhoogde schenkingsvrijstellingen kinderen
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1447 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2024Z21119:
- Indiener: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- : Nationale fiscaliteit (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2024-12-17 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-19 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Hierbij stuur ik u de evaluatie van de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstellingen voor kinderen voor een dure studie en voor een vrij te besteden doel. Deze fiscale regelingen zijn, voor het eerst, geëvalueerd in het kader van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). In de evaluatie zijn beide regelingen beoordeeld op doeltreffendheid en doelmatigheid.
De evaluatie is uitgevoerd door het ministerie van Financiën in samenwerking met de Belastingdienst. Een onafhankelijke deskundige van het Centraal Planbureau heeft meegelezen op de resultaten. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van microdata uit de aangiften schenk- en erfbelasting en registergegevens van de Belastingdienst.
Uit de evaluatie volgt dat voor beide eenmalige schenkingsvrijstellingen geen noodzaak bestaat. Verder is de schenkingsvrijstelling voor een vrij te besteden doel beoordeeld als beperkt potentieel doelmatig. De schenkingsvrijstelling voor een dure studie is beoordeeld als doelmatig.
De uitkomsten van het onderzoek worden de komende tijd gewogen. Zoals beschreven in de begrotingsregels van dit kabinet geldt als uitgangspunt dat voor een negatief geëvalueerde fiscale regeling moet worden bezien of de regeling wordt afgeschaft, versoberd, hervormd of gemotiveerd gehandhaafd. In het voorjaar van 2025 volgt een kabinetsreactie.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Financiën, | |
---|---|
T. van Oostenbruggen |