[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het beperken van inspraak van maatschappelijke organisaties bij nieuwe wetten

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D02263, datum: 2025-01-22, bijgewerkt: 2025-01-23 14:21, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1100).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z20786:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1100

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Asiel en Migratie over het beperken van inspraak van maatschappelijke organisaties bij nieuwe wetten (ingezonden 11 december 2024).

Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 22 januari 2025).

Vraag 1

Welke maatschappelijke organisaties heeft u wanneer geconsulteerd bij de Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis?

Antwoord 1

Bij de voorbereiding van het concept voor een Wet invoering tweestatusstelsel is het concept op 25 november 2024 ter consultatie voorgelegd aan de Raad voor de rechtspraak, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Nederlandse Orde van Advocaten en de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Vraag 2, 3 en 4

Wat zijn daarvoor de gebruikelijke termijnen? En hoe lang hebben de organisaties in dit geval de tijd van u gekregen om hun reactie en advies te geven over dit wetsvoorstel en de gevolgen voor de praktijk te schetsen?

Waarom bent u afgeweken van de gebruikelijke termijnen en krijgen maatschappelijke organisaties maar zo kort de tijd voor een reactie op een complexe wet?1

Op grond waarvan kiest u nu precies voor deze spoedprocedure?

Antwoord 2, 3 en 4

Het kabinet vindt het noodzakelijk om met urgentie in te zetten op een breed pakket aan maatregelen om de asielketen per direct en duurzaam te ontlasten. De invoering van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de voorwaarden voor nareis zijn onderdeel van die maatregelen, zoals ook is opgenomen in het regeerprogramma.2 Om die reden is het wetgevingsproces, waaronder de consultatiefase, versneld doorlopen zodat het wetsvoorstel nog in 2024 aan de Afdeling advisering van de Raad van State kon worden voorgelegd. Om die reden is gekozen voor een beperkte consultatieperiode van één week. Daarmee heb ik uitvoering gegeven aan de brieven van 25 oktober 2024 en van 14 november 2024.3 Ik merk overigens op dat uw Kamer middels een motie heeft gevraagd om een nog spoediger tijdpad, waarin de wetsvoorstellen in 2024 aan de Tweede Kamer zouden worden voorgelegd.4

Zoals ik aangaf in het commissiedebat van 19 december 2024, en in de memorie van toelichting staat vermeld, zal ik adviezen die op een later moment nog worden ontvangen alsnog betrekken in het wetgevingsproces. In dit verband heeft onder meer de Raad voor de rechtspraak een nader advies aangekondigd.5

Vraag 5

Bent u van plan een dergelijk korte reactietermijn ook bij andere wetten toe te passen? Zo ja, waarom?

Antwoord 5

Ik heb op dit moment geen voornemen om ook in andere trajecten op het gebied van asiel en migratie deze verkorte consultatietermijn te hanteren.

Vraag 6

Klopt het dat u om vertrouwelijkheid heeft gevraagd bij deze adviesronde over deze wet? Zo ja, waarom en op grond waarvan?

Antwoord 6

Als uitgangspunt geldt dat een consultatieronde niet vertrouwelijk is. Dat was ook in dit geval beoogd. Op het briefhoofd van de aanbiedingsbrief waarmee het wetsvoorstel ter consultatie is voorgelegd was echter de aanduiding «Dep. vertrouwelijk» blijven staan. Dit is abusievelijk gebeurd en inhoudelijk ook niet juist, aangezien bij een consultatie-uitnodiging naar haar aard geen sprake is van departementaal vertrouwelijke informatie. In de tekst van de aanbiedingsbrief zelf is ook niet om vertrouwelijkheid gevraagd. De beide wetsvoorstellen zijn na toezending ervan aan de Afdeling advisering van de Raad van State actief openbaar gemaakt door publicatie op de wetgevingskalender.

Vraag 7

Bent u bereid alsnog te kiezen voor zorgvuldigheid in plaats van snelheid en de gebruikelijke termijnen en afspraken te hanteren? Zo niet, waarom niet?

Antwoord 7

In het onderhavige geval is een afweging gemaakt tussen de noodzaak om op zeer korte termijn maatregelen te nemen om de asielketen te ontlasten, en het belang om het wetgevingsproces zo zorgvuldig mogelijk te doorlopen. Dat heeft ertoe geleid dat het wetgevingsproces versneld is doorlopen. Daarbij zijn bepaalde stappen versneld doorlopen en beperkt ingevuld, zoals de consultatiefase. Zoals ik hierboven heb vermeld zal ik adviezen die op een later moment nog worden ontvangen, alsnog betrekken in het wetgevingsproces.

Vraag 8

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, uiterlijk voorafgaand aan het commissiedebat over vreemdelingen- en asielbeleid op 19 december 2024?

Antwoord 8

Ik heb deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoord, maar het is helaas niet gelukt om ze voor het commissiedebat te beantwoorden.


  1. De Volkskrant, 7 december 2024, «Faber beperkt inspraak van adviesorganen bij overhaaste wetgeving», https://www.volkskrant.nl/politiek/faber-beperkt-inspraak-van-adviesorganen-bij-overhaaste-wetgeving~b0c620a5/↩︎

  2. Regeerprogramma, Hoofdstuk 2. Grip op asiel en migratie, p. 20.↩︎

  3. Kamerstukken II 2024/25, 19 637, nr. 3304 en Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XX, nr. 52.↩︎

  4. Kamerstukken II 2024/25, 19 637, nr. 3291.↩︎

  5. De Rvdr beperkt zijn advies van 2 december 2024 tot een aantal aspecten op hoofdlijnen die nader aan de orde zullen komen in een definitief, in de tweede helft van januari 2025 uit te brengen advies.↩︎