[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geactualiseerde visie ‘Toezicht op afstand – de relatie tussen de minister van Financiën en de zelfstandige bestuursorganen de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)’

Toezicht op afstand - de relatie tussen de minister van Financiën en de financiële toezichthouders, De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)

Brief regering

Nummer: 2025D03532, datum: 2025-01-30, bijgewerkt: 2025-01-30 13:39, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32648 -16 Toezicht op afstand - de relatie tussen de minister van Financiën en de financiële toezichthouders, De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Onderdeel van zaak 2025Z01592:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de geactualiseerde visie ‘Toezicht op afstand – de relatie tussen de minister van Financiën en de zelfstandige bestuursorganen de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)’.

Deze visie beschrijft welke uitgangspunten de minister van Financiën hanteert in de vormgeving en de uitvoering van het toezicht op DNB en de AFM als zelfstandige bestuursorganen (zbo’s). Leidend hierbij zijn de zes principes voor goed toezicht uit de rijksbrede kaderstellende visie op toezicht: selectief, slagvaardig, samenwerkend, onafhankelijk, transparant en professioneel.1 Uitgangspunt van de visie is toezicht op afstand. DNB en de AFM zijn als zbo’s immers onafhankelijk in de uitvoering van hun taken. De minister van Financiën heeft een brede politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de inrichting en ordening (sturing door kaderstelling) van het toezichtsysteem op de financiële markten en voor het behoorlijk functioneren van dit systeem. Om aan die verantwoordelijkheid invulling te geven, oefent de minister toezicht uit op de zbo’s.

In het toezichtarrangement, dat is opgenomen in bijlage 1 bij de visie, wordt de

relatie tussen de minister van Financiën en de zbo’s nader geconcretiseerd aan de hand van de wettelijke taken van de zbo’s, de inrichting van het toezicht dat de minister op hen uitoefent en de bevoegdheden die hij in dat kader heeft, de wijze waarop de kosten van de zbo’s worden gefinancierd en hun planning- en controlecyclus en de rol die de minister van Financiën hierin speelt. Vervolgens worden in het controleprotocol (zie bijlage 2 bij de visie) kaders gegeven voor het accountantsonderzoek van de verantwoording van DNB c.q. jaarrekening van de AFM. Tot slot wordt in het protocol tussen de minister van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) (zie bijlage 3 bij de visie) de samenwerking beschreven tussen beide ministers in het kader van hun verantwoordelijkheid in de begrotingscyclus van de zbo’s.

Actualisatie

De visie en de hierbij behorende bijlagen vervangen de bestaande versies van deze documenten die uit 2019 dateren.2 Hoewel de uitgangspunten waarop het toezicht op de zbo’s is gestoeld ongewijzigd blijven, is actualisering vereist om recht te doen aan ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren hebben voorgedaan.

Allereerst is de opsomming van wettelijke grondslagen voor de bevoegdheden van de zbo’s bijgewerkt. Sinds de vorige actualisatie zijn verschillende verordeningen en richtlijnen aangenomen waarbij nieuwe taken en bevoegdheden aan de zbo’s zijn toebedeeld of die de institutionele relatie tussen de minister van Financiën en de zbo’s raken. Naast impact op de taken van de zbo’s en de totstandkoming van wet- en regelgeving, heeft de Europese dimensie er ook voor gezorgd dat de institutionele relatie tussen de minister van Financiën en de zbo’s zich verder heeft ontwikkeld. Dit is in deze actualisatie nader geconcretiseerd. Ook wordt aandacht geschonken aan het ongevraagd advies van de Raad van State inzake de ministeriële verantwoordelijkheid3 en de aanbeveling van het Internationaal Monetair Fonds4 om het institutioneel wettelijk kader van de financieel toezichthouders te bezien.

Bovendien is in de geactualiseerde stukken de ontwikkeling in de governance ten aanzien van DNB en de AFM meegenomen. De rollen van eigenaar en opdrachtgever binnen het ministerie van Financiën worden in de stukken duidelijker onderscheiden. Daarnaast is het overzicht van reguliere overleggen tussen het ministerie en de zbo’s geactualiseerd. Tot slot zijn de bestuurlijke afspraken van het kostenkader 2025-2028 opgenomen en is de verplichting van het doelmatigheidsverslag van de externe accountant, conform de wijziging van de Kaderwet zbo’s5, komen te vervallen.

Over vijf jaar wordt opnieuw beoordeeld in hoeverre de documenten aanpassing behoeven en wordt uw Kamer over de uitkomsten geïnformeerd.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,






E. Heinen

  1. Kamerstukken II 2005/06, 27831, nr. 15↩︎

  2. De visie en bijbehorende bijlagen zijn in 2019 voor het laatst herzien (Kamerstukken II 2019/20, 32648, nr. 15). De eerste versie van de visie is in 2011 tot stand gebracht, met als bijlagen het toezichtarrangement en het controleprotocol (Kamerstukken II 2011/12, 32648, nr. 1). Het toezichtarrangement en het controleprotocol zijn in 2012 en opnieuw in 2014 geactualiseerd (Kamerstukken II 2013/14, 32648, nrs. 4 en 5). Sinds 2012 maakt het protocol inzake de Wbft onderdeel van de stukken uit.↩︎

  3. Kamerstukken II 2019/20, 35300, nr. 78.↩︎

  4. Internationaal Monetair Fonds, ‘Kingdom of the Netherlands – Financial system stability assessment’, IMF Country Report No. 24/87, april 2024, p. 9.↩︎

  5. Stb. 2012, 442.↩︎