Uitstel beantwoording vragen van het lid Sneller over het bericht ‘De druppel die de emmer doet overlopen, naar een toekomstbestendige WETS-procedure voor overname van strafexecutie in Nederland de wetgever aan zet’
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2025D04488, datum: 2025-02-04, bijgewerkt: 2025-02-21 16:07, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1214).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede namens: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2025Z00285:
- Gericht aan: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1214
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «De druppel die de emmer doet overlopen, naar een toekomstbestendige WETS-procedure voor overname van strafexecutie in Nederland de wetgever aan zet.» (ingezonden 14 januari 2025).
Mededeling van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 4 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «De druppel die de emmer doet overlopen, naar een toekomstbestendige WETS-procedure voor overname van strafexecutie in Nederland, de wetgever aan zet»1?
Vraag 2
Wat is uw oordeel over de kwaliteit van rechtsbescherming van veroordeelden in de WETS erkenningsprocedure, waarbij de veroordeelde niet wordt gehoord en geen andere wettelijke mogelijkheid heeft om inbreng te leveren, terwijl de procedure wel effect kan hebben op de kwalificatie van het delict en de strafduur?
Vraag 3
Erkent u dat het feit dat veroordeelden zich alleen kunnen verdedigen via de civiele rechter, die een beperkte toetsingsmaatstaf heeft omdat zij uitsluitend bevoegd is zover sprake is van een vordering uit onrechtmatige daad, in de praktijk leidt tot een problematische situatie voor veroordeelden?
Vraag 4
Is de civiele rechter op dit moment bevoegd om zich uit te laten over de beslissing van de Minister en/of het oordeel van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden als de beslissing middels een civielrechtelijke procedure aan bod komt?
Vraag 5
Zijn er afspraken (op papier of in een andere vorm) in de praktijk waarin veroordeelden ruimte wordt geboden inbreng te leveren voor de procedure? Zo ja, welke afspraken zijn dit?
Vraag 6
Selecteert u de gevallen waarin tegemoet wordt gekomen aan een verzoek tot herbeoordeling van de veroordeelde? Zo ja, op welke criteria berust deze selectie?
Vraag 7
Heeft u berichten ontvangen van de betrokken instanties (waaronder de rechtspraak en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden) waarin zij uiten dat het wenselijk voor veroordeelden om inbreng te hebben in de erkenningsprocedure? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
Vraag 8
Ziet u, in het licht van het niet-ontvankelijk verklaren van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden om prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof, reden om de erkenningsprocedure aan te passen? Zo ja, welke aanpassingen vindt u wenselijk?
Vraag 9
Hoe kijkt u naar uw eigen rol in de erkenningsprocedure van de WETS nu het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet ontvankelijk is verklaard om prejudiciële vragen te stellen? Bent u bereid uw eigen rol te wijzigen, zodat de beslissingsbevoegdheid kan worden neergelegd bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden?
Vraag 10
Bent u bereid de Nederlandse erkenningsprocedure aan te passen naar voorbeeld van de procedures in België, Frankrijk en Duitsland, waar wel beroeps- en cassatiemogelijkheden openstaan tegen de erkenningsprocedure?
Vraag 11
Ziet u, gezien het eerdere standpunt van het ministerie dat er geen aanleiding was om het functioneren van de WETS-procedure te onderzoeken, het niet ontvankelijk verklaren van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden om prejudiciële vragen te stellen aanleiding voor u om een dergelijk onderzoek alsnog op te starten?2
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sneller (D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «De druppel die de emmer doet overlopen, naar een toekomstbestendige WETS-procedure voor overname van strafexecutie in Nederland de wetgever aan zet.» (ingezonden 14 januari 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.