Lijst van vragen inzake Initiatiefnota van de leden Krul en Stoffer over het vergroten van ouderbetrokkenheid in het onderwijs
Lijst van vragen
Nummer: 2025D06605, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-20 09:28, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D06605).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z19302:
- Indiener: H.M. Krul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-12-13 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-12-21 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-02-06 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-02-17 10:00: Initiatiefnota van de leden Krul en Stoffer over het vergroten van ouderbetrokkenheid in het onderwijs (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
2025D06605 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de initiatiefnemers van de nota «Het vergroten van ouderbetrokkenheid in het onderwijs» (Initiatiefnota van de leden Krul en Stoffer; Kamerstuk 36 465) en de reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op deze initiatiefnota d.d. 21 januari 2025 (Kamerstuk 36 465, nr. 4). De daarop door de initiatiefnemers gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Nr | Vraag |
1 | Kunnen de initiatiefnemers verduidelijken wat de centrale actor in het onderwijs, namelijk leerlingen, vinden van dit voorstel? |
2 | Kunnen de initiatiefnemers verduidelijken hoe om te gaan met ouders die wel willen, maar niet altijd kunnen participeren, vanwege uiteenlopende redenen zoals mentale gezondheid of financiële problemen? |
3 | Kunnen de initiatiefnemers verduidelijken waarom een nieuwe onderwijsorganisatie van toegevoegde waarde is, zoals wordt voorgesteld bij beslispunt 2, binnen een al veelomvattend landschap van onderwijsorganisaties? |
4 | Hoe wordt ouderbetrokkenheid door de initiatiefnemers gekwantificeerd? Wanneer zijn ouders, volgens de initiatiefnemers, voldoende betrokken bij het onderwijs? |
5 | Welk mandaat dan wel bevoegdheid krijgt een eventuele Parent Teacher Association? |
6 | Welke mogelijkheden tot het verbreden van de stimulerende taak van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) ten aanzien van ouders zijn er? Wat zijn hiervan de geschatte implicaties voor de capaciteit van de inspectie? |
7 | Waaruit worden de voorgestelde bedragen om te investeren in ouderorganisaties en samenwerking tussen scholen en ouders gedekt? |
8 | Kunnen de initiatiefnemers toelichten waarom zij bij het uitwerken van deze initiatiefnota niet met leerlingen of een leerlingenvertegenwoordiging hebben gesproken? |