[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over het ECIO-onderzoek 'De Staat van Inclusief Onderwijs'

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D10698, datum: 2025-03-13, bijgewerkt: 2025-03-20 10:11, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-1184).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -1184 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z04646:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1184 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2025

Hierbij stuur ik uw Kamer de reactie op het verzoek van de commissie naar aanleiding van de vergadering van 23 januari 2025 inzake een brief van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) dat aandacht vraagt voor het ECIO-rapport «De Staat van Inclusief Onderwijs 2024».

Het ISO haalt in de brief een aantal bevindingen aan uit het rapport van ECIO. In deze brief ga ik graag in op de cijfers over studenten met een bijzondere omstandigheid, de cijfers over financiële druk en werkloosheid en de maatregelen die het kabinet en OCW treffen om de toegankelijkheid van deze groep studenten te vergroten. Zowel in de brief van het ISO, De Staat van Inclusief Onderwijs en verschillende monitors wordt gesproken over functiebeperking, ondersteuningsbehoefte en bijzondere omstandigheden. Het gaat dan steeds om net weer een andere groep studenten en cijfers worden daardoor snel door elkaar gehaald. Hierdoor kan verwarring ontstaan over welke studenten we het nu precies hebben.

Studeren met persoonlijke omstandigheden

Het ISO verwijst in de brief naar het percentage van 57% van de studenten die een ondersteuningsbehoefte heeft. Bij nadere bestudering van dit percentage blijkt dat 57% van de studenten in de Studentenmonitor van 2021–2022 aangeeft in de afgelopen 12 maanden met één of meerdere omstandigheden te maken hebben gehad, variërend van «relatieproblemen, echtscheiding van ouders, mantelzorgtaken of verslaving». De grootste groep binnen de omstandigheden, met 38%, is de student met een functiebeperking. Hiervan ondervindt ruim twee derde ook hinder bij het studeren. Deze percentages laten zien dat veel studenten te maken hebben met omstandigheden die impact kúnnen hebben op hun studie. OCW, de onderwijsinstellingen en studentenorganisaties zetten zich in om blijvend aandacht te hebben voor goede ondersteuning en informatievoorziening over informele en formele vormen van steun bij kort- of langdurige tegenslagen.

Werk en financiën

Het ISO vraagt ook aandacht voor de overgang van studie naar werk en de financiële zekerheid voor studenten met een ondersteuningsvraag. 25% van de studenten met een ondersteuningsbehoefte uit het hbo geeft aan niet direct een baan te hebben gevonden na afstuderen, ten opzicht van 13% studenten zonder ondersteuningsbehoefte1. Op dit moment lopen er verschillende maatregelen om de arbeidsmarktkansen te verbeteren. Dit begint al bij goede stagebegeleiding tijdens de studie en het tegengaan van stagediscriminatie. Met het Manifest tegen stagediscriminatie en het bijbehorende werkprogramma worden gewerkt aan het professionaliseren van stagebegeleiders en docenten op het gebied van stagediscriminatie, het stimuleren van objectief werven en selecteren bij werkgevers en het informeren en stimuleren van werkgevers om een inclusieve organisatie te zijn voor stagiairs en om stagediscriminatie te voorkomen. Ook organiseert het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) verschillende regiobijeenkomsten waarbij de gemeente, onderwijsinstellingen en werkgevers samen werken aan een inclusieve doorstroom van opleiding naar werk.

Uit het Nibud Studentenonderzoek2 blijkt dat ongeveer 90% van de studenten aangeeft (goed) rond te kunnen komen, maar dat er wel verschillen tussen studenten bestaan. In mijn reactie op het onderzoek heb ik aangegeven het een probleem te vinden als jongeren zorgen hebben over geldzaken.3 Specifiek voor studenten met een ondersteuningsbehoefte zijn er verschillende regelingen om hen financieel te ondersteunen. Binnen het studiefinancieringsstelsel bestaat bijvoorbeeld de verlenging van de prestatiebeurs als studenten door medische omstandigheden vertraging oplopen. Bij gemeenten kunnen studenten met studiefinanciering de studietoeslag aanvragen. De studietoeslag geeft studenten een extra financieel steuntje in de rug als zij niet kunnen werken vanwege hun functiebeperking. Tot slot kunnen ook instellingen financiële ondersteuning bieden vanuit het Studentenondersteuningsfonds (voorheen Profileringsfonds).

Ik zie dat nog steeds niet alle studenten met een ondersteuningsbehoefte deze voorzieningen weten te vinden en er gebruik van maken. Door betere informatievoorziening vanuit de opleiding en overheid willen we ervoor zorgen dat ook studenten met een ondersteuningsbehoefte geen financiële moeilijkheden meer ervaren.

Naast de bovengenoemde maatregelen wordt, kabinetsbreed, gewerkt aan een werkagenda voor de implementatie van het VN Verdrag handicap. Deze zal naar verwachting voor de zomer 2025 naar de Kamer worden gestuurd. Vooruitlopend hierop heb ik al eerder aangekondigd om onderzoek te doen naar maatwerkvoorzieningen in het hbo en wo4. Naar aanleiding van de motie Tseggai5 wil ik kijken hoe er maatwerk wordt geboden aan studenten met een ondersteuningsbehoefte en welke verbeteringen mogelijk zijn binnen onderwijsinstellingen. Hierin wordt ook gekeken naar het Studentenondersteuningsfonds. De resultaten hiervan verwacht ik in 2026.

Tot slot

De cijfers uit de Staat van Inclusief Onderwijs laten zien dat studenten met een functiebeperking of bijzondere omstandigheid belemmeringen kunnen ervaren tijdens hun studie en het is belangrijk om deze studenten op een goede manier te ondersteunen. Ik zal de ontwikkelingen voor deze studenten blijven monitoren. Als overheid zetten we ons, samen met onderwijsinstellingen en studentenorganisaties, in voor goede informatievoorziening zodat studenten op de hoogte zijn van regelingen en rechten en tijdig hulp en ondersteuning kunnen inschakelen wanneer dat nodig is.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins


  1. HBO-monitor 2023↩︎

  2. Nibud Studentenonderzoek, 2024↩︎

  3. Kamerstuk 31 288, nr. 1161.↩︎

  4. Kamerbrief over «De financiële positie van studenten», 22 november 2024↩︎

  5. Kamerstuk 31 288, nr. 1143.↩︎