Uitstel toezending antwoorden op vragen commissie over het Advies DINGtiid Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer 2024-2028 en Advies DINGtiid Friestalige Journalistiek (Kamerstuk 33335-22)
Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)
Brief regering
Nummer: 2025D11434, datum: 2025-03-18, bijgewerkt: 2025-03-20 15:31, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33335-23).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 33335 -23 Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal) .
Onderdeel van zaak 2025Z04922:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-03-19 14:28: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-27 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-04-03 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
33 335 Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)
Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2025
Op 13 februari heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken de inbreng geleverd voor een schriftelijk overleg inzake de brief Advies DINGtiid Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer 2024–2028 en Advies DINGtiid Friestalige Journalistiek die ik op 6 januari jl. aan uw Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 33 335, nr. 22).
Via deze weg informeer ik u dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt. Om uw vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden is er nadere afstemming nodig. Hierdoor is het niet mogelijk gebleken om de beantwoording van deze vragen binnen de gestelde termijn aan uw Kamer te doen toekomen.
Ik streef ernaar uw vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark