Toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden in de omgeving van Norg
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2025D14050, datum: 2025-03-31, bijgewerkt: 2025-04-01 12:07, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1285 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2025Z06083:
- Indiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-04-02 12:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-10 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-09 00:00: Tweeminutendebat Herstel Groningen (CD 19/3) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2025-07-02 17:30: Herstel Groningen (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Zoals verzocht tijdens het commissiedebat Herstel Groningen van 19 maart jl. kom ik in deze brief terug op vragen die door de leden Vedder (CDA) en Holman (NSC) zijn gesteld over de toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden door het IMG in de omgeving van Norg.
Dit mede naar aanleiding van het binnengekomen signaal van bewoners bij de leden van de vaste Kamercommissie.
Zoals bekend doe ik in de openbaarheid geen uitspraken over individuele casuïstiek.
Wel ben ik altijd bereid om met betrokkenen in gesprek te gaan over zorgen die zij hebben of over signalen dat zaken beter kunnen.
Hieronder ga ik in zijn algemeenheid in op de toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden, en specifieker op de werkwijze in dit gebied.
Toepassing wettelijk bewijsvermoeden
Het wettelijk bewijsvermoeden houdt in dat alle fysieke schade aan gebouwen en werken die naar haar aard redelijkerwijs zou kunnen zijn veroorzaakt door de voormalige gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk (hierna: de gaswinning), wordt vermoed dat te zijn.
Het vermoeden wordt weerlegd als er een duidelijke andere oorzaak aangetoond kan worden. Het IMG toetst na een melding of het gebouw waarvoor de aanvraag wordt gedaan in het effectgebied1 ligt waar schade als gevolg van de gaswinning kan zijn ontstaan en of daarmee het bewijsvermoeden van toepassing is Als dit het geval is wordt de schade opgenomen door een onafhankelijke deskundige.
Een aanvrager kan daarna kiezen voor een verdere afhandeling via daadwerkelijk herstel van alle niet eerder behandelde schade die naar zijn aard door de gaswinning zou kunnen zijn veroorzaakt zonder verdere beoordeling van de schadeoorzaak tot € 60.000, een vaste eenmalige vergoeding tot € 10.000 of via een maatwerkprocedure waarbij wordt onderzocht of er aantoonbaar een andere oorzaak voor de schade is.
Om te bepalen of het gebouw in het effectgebied ligt waar schade kan zijn veroorzaakt door de gaswinning, kijkt het IMG, zoals vastgesteld in de algemene maatregel van bestuur (AMvB), of het adres ligt in het gebied waar trillingen hebben plaatsgevonden als gevolg van de gaswinning of ligt binnen de zes kilometer contour rondom het Groningenveld, de gasopslag Norg en gasopslag Grijpskerk). Onderdeel daarvan is ook dat het IMG kijkt naar het bouwjaar van een pand.
Dit is om vast te stellen of sinds de bouw van het pand trillingen hebben plaatsgevonden die tot die schade hebben kunnen leiden. Zo kan een woning die in 2012 nog niet gebouwd was, bijvoorbeeld geen schade hebben geleden door de aardbeving bij Huizinge van dat jaar.
Uit onderzoek van Deltares in 20212 volgt dat in twaalf specifieke risicogebieden indirecte effecten van diepe bodemdaling mogelijk tot schade kunnen leiden, en dan specifiek tot zettingsschade.
Bij de beoordeling van een schademelding bekijkt het IMG dus ook altijd of een adres zich bevindt in een gebied waar een kans bestaat op schade door de indirecte effecten van bodemdaling. Als dit het geval is en de schade door bodemdaling veroorzaakt zou kunnen zijn (concreet: zettingsschade) kijkt het IMG niet naar het bouwjaar om te bepalen of het bewijsvermoeden van toepassing is. Diepe bodemdaling is namelijk een doorlopend proces, dat niet op één moment is vast te pinnen.
Bij andersoortige schade geldt de werkwijze voor de beoordeling van mogelijke bevingsschade, zoals hiervoor toegelicht. Belangrijk om te markeren is dat slechts een deel van de omgeving van Norg in zo’n risicogebied ligt voor indirecte effecten van diepe bodemdaling.3
Specifieke situatie in de gebieden rondom Norg en Winschoten
Op 1 januari 2024 is met een AMvB het effectgebied vastgesteld waarbinnen het bewijsvermoeden in ieder geval geldt en het IMG dus meldingen van fysieke schade in behandeling neemt. Dit had als doel om duidelijkheid en zekerheid aan bewoners te bieden.
Met deze AMvB zijn ook de gebieden aan de rand van de Huizinge-cirkel binnen zes kilometer van de gasopslagen Norg en Grijpskerk, de zogenaamde ‘oortjes’ in de omgeving van Norg en Winschoten, in hun volledigheid weer aan dit gebied toegevoegd.
Eerder had het IMG de schadeafhandeling in deze twee gebieden grotendeels stopgezet. Het hierboven genoemde onderzoek van Deltares toonde namelijk aan dat slechts in twaalf specifieke deelgebieden een kans op schade gerelateerd aan de gaswinning bestaat. In de rest van deze ‘oortjes’ heeft de gaswinning geen aardbevingen of effecten van diepe bodemdaling veroorzaakt die tot schade hebben kunnen leiden.
Om onwenselijke verschillen in de schadeafhandeling te voorkomen heeft het IMG, in overleg met het ministerie, ervoor gekozen om in de gebieden die met de AMvB weer aan haar werkgebied zijn toegevoegd dezelfde werkwijze te hanteren als in de rest van haar werkgebied.
Dit betekent dat ook hier het bouwjaar van de woning onderdeel is van de toets of het bewijsvermoeden van toepassing is.
Kennis en inzicht in de effecten van mijnbouw
Het IMG investeert, in samenwerking met andere betrokken partijen zoals de landelijke Commissie Mijnbouwschade, doorlopend in de ontwikkeling en verbetering van kennis en inzicht in de effecten van mijnbouw, de ontwikkelingen in onze bodem en het ontstaan van schade. Recent heb ik uw Kamer nog geïnformeerd over onderzoek naar de gestapelde effecten van verschillende mijnbouwactiviteiten in de omgeving van het Groningenveld, zoals gaswinning uit kleine velden of zoutwinning.4 Ook heeft het IMG de afgelopen jaren aanvullend onderzoek laten uitvoeren naar de kans op schade door indirecte effecten van diepe bodemdaling door de voormalige gaswinning en gasopslagen en bestudeert het momenteel de resultaten van dit onderzoek in relatie tot haar werkwijze.
Daarnaast werkt de minister van Klimaat en Groene Groei in omgevingstrajecten rondom de inzet van de gasopslagen Norg en Grijpskerk samen met onder meer bewoners aan een plan voor aanvullende monitoring.
Ik hecht veel belang aan een gedegen en volledig inzicht in de verschillende schademechanismen die in de omgeving van het Groningenveld en de gasopslagen Norg en Grijpskerk tot schade kunnen leiden en het betrekken van actuele inzichten hierover in de werkwijze voor de schadeafhandeling.
Tot slot
Tijdens het debat op 19 maart jl. hebben de leden Bikker (CU) en Bamenga (D66) ook gevraagd naar een brief over zoutwinning.
Daarbij vroegen zij specifiek naar de motie Bikker c.s.5 over lessen uit de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen.
De minister van Klimaat en Groene Groei zal uw Kamer voor de zomer schriftelijk informeren over zoutwinning en daarbij ook ingaan op de mogelijke risico’s en de geleerde lessen uit de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Herstel Groningen
Eddie van Marum
Zie ook op de website van het IMG: https://www.schadedoormijnbouw.nl/regelingen/schade-aan-gebouwen-en-objecten/extra-informatie/extra-informatie/gebieden-waar-img-schade-vergoedt↩︎
Zie ook op de website van het IMG: https://www.schadedoormijnbouw.nl/regelingen/schade-aan-gebouwen-en-objecten/extra-informatie/extra-informatie/publicaties-en-adviezen-over-diepe-bodemdaling.↩︎
Zie ook op de website van het IMG: www.schadedoormijnbouw.nl/schade-gebouw/verdiepende-informatie/diepe-bodemdaling↩︎
Kamerstuk 35 561, nr. 67↩︎
Kamerstuk 36 600-VII, nr. 107↩︎