Reactie op de motie van de leden Van Eijk en Kisteman over voorkomen dat bedrijven door aflossing van coronabelastingschulden onnodig failliet gaan (Kamerstuk 31066-1472)
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2025D14276, datum: 2025-04-01, bijgewerkt: 2025-04-10 10:27, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-1473).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1473 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2025Z06179:
- Indiener: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- : Belastingdienst (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2025-04-03 13:14: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-17 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2025-06-17 16:30: Extra procedurevergadering commissie Financiën (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
31 066 Belastingdienst
Nr. 1473 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2025
Op 1 april jl. heeft uw Kamer de motie van het lid Van Eijk (VVD) aangenomen inzake het bieden van maatwerk voor ondernemers met coronabelastingschulden en het informeren van uw Kamer over de voortgang hiervan via de stand-van-zakenbrieven Belastingdienst (Kamerstuk 31 066, nr. 1472).
Het is goed om te horen dat uw Kamer het belang onderschrijft om binnen de vastgestelde budgettaire regels en kaders maatwerk te bieden, om te voorkomen dat financieel gezonde bedrijven failliet gaan. Dit is staand beleid dat de Belastingdienst momenteel uitvoert.
Over de aanpak van de Belastingdienst is en wordt uw Kamer, onder meer via de periodieke stand-van-zakenbrieven Belastingdienst welke u ontvangt voor de commissiedebatten Belastingdienst, geïnformeerd. In de Kamerbrief van 6 maart jl. is de meest recente stand van zaken met betrekking tot dit onderwerp opgenomen.1
Ik beschouw hiermee de motie als afgedaan.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Kamerstuk 31 066, nr. 1463↩︎