Amendement van het lid Van Waveren over de ontheffingsbevoegdheid bij de minister-president beleggen
Invoering van regels met betrekking tot het loopbaanvervolg van bewindspersonen, alsmede een tweetal wijzigingen van de Wet adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers (Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen)
Amendement
Nummer: 2025D16187, datum: 2025-04-10, bijgewerkt: 2025-04-10 15:25, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. van Waveren, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van kamerstukdossier 36549 -15 Invoering van regels met betrekking tot het loopbaanvervolg van bewindspersonen, alsmede een tweetal wijzigingen van de Wet adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers (Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen).
Onderdeel van zaak 2025Z07114:
- Indiener: A. van Waveren, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 549 | Invoering van regels met betrekking tot het loopbaanvervolg van bewindspersonen, alsmede een tweetal wijzigingen van de Wet adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers (Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen) | |
Nr. 15 | AMENDEMENT VAN HET LID van waveren | |
Ontvangen 10 april 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
I
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt “Onze Minister die het aangaat” vervangen door “Onze Minister-President”.
2. In het derde lid wordt “Onze Minister die het aangaat” vervangen door “Onze Minister-President”.
II
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt “Onze Minister die het aangaat” vervangen door “Onze Minister-President”.
2. In het vierde lid wordt “Onze Minister die het aangaat” vervangen door “Onze Minister-President”.
III
In artikel 6, onderdeel A, onder 2, wordt in het voorgestelde tweede lid, onderdeel b, “Onze Minister die het aangaat” vervangen door “Onze Minister-President”.
Toelichting
De indiener constateert dat het huidige wetsvoorstel bepaalt dat ministers ontheffing kunnen verlenen aan een gewezen bewindspersoon, waarbij hij of zij advies kan vragen aan het Adviescollege Rechtspositie Politieke Ambtsdragers (ARPA). De indiener stelt voor om de besluitvorming rond het verlenen van ontheffing centraler te organiseren, door vast te leggen dat het advies door de minister-president wordt gevraagd en ook aan hem wordt uitgebracht. Hierdoor vindt de toepassing van de ontheffingsregeling plaats op basis van een uniforme toetsing, wat rechtsgelijkheid bevordert. Door de verantwoordelijkheid voor het adviestraject bij de minister-president te beleggen, wordt het proces consistenter en onafhankelijker vormgegeven, wat de integriteit van het stelsel voor gewezen bewindspersonen verder versterkt.
Van Waveren