[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitspraak kort geding over inwerkingtreding versnelde wijziging van het LVB door A4a, TUI en KLM c.s. versus de Staat

Evaluatie Schipholbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D18997, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-25 08:36, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29665 -554 Evaluatie Schipholbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z08355:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Op maandag 14 april 2025 diende het kortgeding dat A4A, TUI en KLM c.s. hebben aangespannen tegen de Staat. Het draait in deze procedure om het feit dat het Kabinet, per 1 november 2025 de versnelde wijziging van het LVB in werking wil laten treden. Hiermee wordt het maximaal aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol vastgesteld op 478.000 per jaar. De hierboven genoemde partijen stellen dat het Kabinet de punten zoals geïdentificeerd door de Europese Commissie eerst moet herstellen voorafgaand aan de introductie van enige exploitatiebeperking. Daarnaast achten zij het Concept LVB in strijd met de EU Geluidsverordening, Annex 16 bij het Verdrag van Chicago en het EUUS Open Skies Verdrag.

Op woensdag 23 april 2025 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in deze zaak1. De voorzieningenrechter oordeelt dat de partijen niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, en hun zaak bij de bestuursrechter aanhangig moeten maken. De Algemene wet bestuursrecht is recent hierop aangepast, zodat zaken zoals deze bij de bestuursrechter behandeld kunnen worden. De rechter geeft daarbij aan dat het belangrijk is dat alle belanghebbenden, waaronder ook de omwonenden, een laagdrempelige toegang tot de bestuursrechter hebben. Het kabinet wacht verdere ontwikkelingen af en waar nodig zal de Kamer hierover geïnformeerd worden.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Barry Madlener


  1. Rb Noord-Holland 23-04-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:4390↩︎