Certificering en ramingstoelichting Wet tegenbewijsregeling box 3
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3)
Brief regering
Nummer: 2025D19096, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-06-03 17:52, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36706-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Certificeringsnotitie CPB Wet tegenbewijsregeling box 3
- Ramingstoelichting Wet tegenbewijsregeling box 3
- Beslisnota bij Kamerbrief Certificering en ramingstoelichting Wet tegenbewijsregeling box 3
Onderdeel van kamerstukdossier 36706 -5 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3).
Onderdeel van zaak 2025Z08394:
- Indiener: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-15 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 706 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3)
Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2025
Bijgevoegd vindt u de ramingstoelichting en de certificeringsnotitie van de Wet tegenbewijsregeling box 3. Met dit wetsvoorstel wordt de belastingheffing in box 3 in overeenstemming gebracht met enkele uitspraken van de Hoge Raad en wordt er een tegenbewijsregeling geïntroduceerd. Belastingplichtigen worden dan ofwel belast op basis van het forfaitair berekende rendement, ofwel op basis van het lagere werkelijke rendement.
Dit wetsvoorstel is op 13 maart jongsleden bij uw Kamer ingediend. Idealiter is het zogeheten «certificeringsproces» met het Centraal Planbureau (CPB) afgerond bij de publicatie van het wetsvoorstel. Vanwege de complexiteit van de raming en de strakke planning van het wetsvoorstel was dit helaas niet mogelijk.
Bij het certificeringsproces beziet het CPB als onafhankelijke instantie de budgettaire effecten van belastingmaatregelen, inclusief de inschatting van de gedragseffecten. De basis hiervoor ligt in empirisch onderzoek, voor zover dit beschikbaar is. Dit houdt in dat het CPB toetst of de ramingen «neutraal en redelijk« zijn. Ook geeft het CPB de mate van onzekerheid van een raming weer, wat de kwaliteit en transparantie van de ramingen bevordert.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen