Conceptverslag Energieraad (informeel) d.d. 12-13 mei 2025
Verslag van een commissiedebat
Nummer: 2025D19239, datum: 2025-04-22, bijgewerkt: 2025-04-25 13:37, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-04-22 17:00: Energieraad (informeel) d.d. 12-13 mei 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer, Energieraad (informeel) d.d. 12-13 mei 2025
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Concept
De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei heeft op 22 april 2025 overleg gevoerd met mevrouw Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei, viceminister-president, over:
de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 15 april 2025 inzake geannoteerde agenda informele Energieraad 13 mei 2025 (21501-33, nr. 1125);
de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 24 maart 2025 inzake fiche: Verordening Omnibus I: vereenvoudiging Carbon Border Adjustment Mechanism (22112, nr. 4013);
de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 14 maart 2025 inzake appreciatie van de voorgestelde verlenging van de Europese gasopslagbepalingen en de aanbeveling van de commissie voor komend vulseizoen (29023, nr. 557);
de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 15 april 2025 inzake verslag Energieraad 17 maart 2025 (21501-33, nr. 1124);
de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 4 april 2025 inzake fiche: Mededeling Actieplan betaalbare energieprijzen (22112, nr. 4021);
de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 4 april 2025 inzake fiche: Mededeling Clean Industrial Deal (22112, nr. 4020).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Klimaat en Groene
Groei,
Thijssen
De griffier van de vaste commissie voor Klimaat en Groene
Groei,
Nava
Voorzitter: Erkens
Griffier: Teske
Aanwezig zijn drie leden der Kamer, te weten: Erkens, Kröger en Thijssen,
en mevrouw Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei, viceminister-president.
Aanvang 17.03 uur.
De voorzitter:
Goedemiddag allemaal. Bij dezen open ik het debat van de vaste commissie
voor Klimaat en Groene Groei over de informele Energieraad van 12 en 13
mei. Ik heet de minister en haar team van harte welkom. Van de zijde van
de Kamer heet ik mevrouw Kröger van GroenLinks-PvdA welkom en mijzelf
namens de VVD. De spreektijd in dit debat is drie minuten, maar gezien
de opkomst tot nu toe zal ik coulant zijn bij overschrijdingen van de
tijd. Ik stel voor dat we het aantal interrupties op dit moment niet
maximeren. Mocht het de spuigaten uit lopen, dan zal ik mevrouw Kröger
daarop aanspreken. Ik geef graag het woord aan mevrouw Kröger voor haar
inbreng.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Gezien de huidige geopolitieke crisis is vaart
maken met het klimaatbeleid en de energietransitie belangrijker dan
ooit. Maar wat een treurnis: geld bedoeld voor verduurzaming gaat in een
blanco cheque naar bedrijven, zo lezen we in de krant. Hoe serieus kan
Brussel een minister voor Klimaat nemen die vooral bezig is met het
slopen van ons klimaatbeleid, vraag ik haar. Deelt zij de analyse dat
het nu juist opportuun is om sneller met de transitie te gaan en
koersvast te zijn, in plaats van langzamer en zaken af te breken? Deelt
zij onze zorg dat de deregulering onder de voorliggende Omnibuswetgeving
tot vertraging kan leiden? Bij de CSRD en de CSDDD hebben we gezien dat
het verminderen van regeldruk toch vooral betekent dat wetgeving dreigt
te worden afgezwakt en uitgehold. Hoe gaat de minister er bij het CBAM
voor zorgen dat dit niet gebeurt? Misschien wel een versimpeling, maar
zeker geen verzwakking.
Met betrekking tot de CSDDD is de minister bijzonder kritisch op het
voornemen om de eis voor een klimaatplan te schrappen en op het
Omnibusvoorstel om ketenverantwoordelijkheid te beperken, zo lezen we in
de beslisnota's. Wat zijn de afwegingen van de minister hierbij
geweest?
De Commissie komt met een toelichting over hoe lidstaten publieke
middelen kunnen gebruiken om netwerkkosten te verlagen. Voor amortisatie
lijkt juist Europese regelgeving op dit moment in de weg te zitten.
Verwacht de minister dat de Commissie kijkt naar het aanpassen van haar
eigen regels hierover? Is zij van plan zich hier informeel in Brussel
voor in te zetten? Hoe kunnen er sneller stappen worden gezet om
integratie van de Europese energiemarkt te versnellen? Gaat de minister
pleiten voor Europese energieplanologie? Hoeveel regie wil zij vanuit
Brussel?
Dan de Clean Industrial Deal, dé kans om onze industrie sneller te
verduurzamen. Dat is heel hard nodig. Draghi analyseert scherp dat
Nederland en de EU nu nog een voorsprong hebben op de VS en China als
het gaat om schone technologieën. Met Trumps "drill, baby, drill" moeten
we die voorsprong juist uitbouwen. Het kabinet zegt onze industrie
concurrerend te willen maken door te verduurzamen, maar maakt dit nu
onmogelijk door te bezuinigen. Het kabinet zegt veel van de Clean
Industrial Deal te steunen, maar wat betekent dat nu eigenlijk? Verwacht
de minister dat de EU-industrie met deze deal weer concurrerend wordt?
Elf recyclefabrieken zijn al failliet gegaan. De minister laat het op
dit moment gewoon gebeuren. Gaat dit Europese plan wél de Nederlandse
industrie weer concurrerend maken? Het lijkt namelijk bij mooie woorden
te blijven, net als de eerdere mooie woorden over schone industrie en de
klimaatdoelen.
De Europese klimaatraad heeft geadviseerd om een klimaatdoel voor 2040
wettelijk vast te leggen. Hoe staat het hier nu mee?
Voorzitter, tot slot. In het vorige debat over de Energieraad heb ik
vragen gesteld over de klimaatwetenschap. Dat was toen nog pril.
Inmiddels zien we hoe hard de klimaatwetenschap onder druk staat, niet
alleen in Amerika, maar ook wereldwijd. Mijn vraag aan de minister is
wat de concrete plannen zijn om Amerikaanse klimaatwetenschappers,
Amerikaanse klimaatdata en Amerikaanse klimaatwetenschap te beschermen.
Gaat zij er bijvoorbeeld voor pleiten dat we als Europa meer gaan
financieren en hier meer gaan borgen, door bijvoorbeeld IPCC-werkgroepen
en andere klimaatinstituten meer steun te geven?
Dank u wel, voorzitter. Daar laat ik het graag bij.
Voorzitter: Thijssen
De voorzitter:
Dank aan mevrouw Kröger voor haar inbreng.
Dank aan de heer Erkens voor het waarnemen van het voorzitterschap. Ik
moest even naar de procedurevergadering van Economische Zaken, maar ik
kan nu de rest van dit debat voorzitten. Ik heet de minister welkom,
maar dat had de heer Erkens vast ook al gedaan.
Als er geen interrupties zijn van de heer Erkens, dan is nu de beurt aan
hem voor zijn inbreng. Ga uw gang.
De heer Erkens (VVD):
Dank u, voorzitter. Ik ben blij dat we dit debat met de minister kunnen
voeren. Er staan belangrijke onderwerpen op de agenda van de Energieraad
de komende weken en maanden. Er is nu geen gelijk speelveld voor de
Europese industrie met de rest van de wereld. De Nederlandse industrie
loopt ook uit de pas met de rest van Europa. Dit verschil lijkt groter
te worden, gezien het feit dat Europa wel lijkt in te zien dat er niks
moois is aan hoge energiekosten en energieschaarste wat dat betreft. Het
speelveld met onze buurlanden, Duitsland en België, lijkt dus ongelijker
te worden. Welke maatregelen treffen de Belgische en Duitse regeringen,
de nieuwe regeringen, voor de energie-intensieve industrie? Wat betekent
dit voor Nederland? Wat kunnen we leren van hun aanpak?
Voorzitter. Een van de belangrijkste zaken die de industrie zelf noemt
waardoor we uit de pas lopen met onze buurlanden, is het verdwijnen van
de zogeheten volumecorrectieregeling door toedoen van de ACM. Het gaat
hier om een energiekorting van gemiddeld 85% vergeleken met onze
buurlanden. Zo kan een bedrijf heel moeilijk blijven concurreren met de
Duitse en de Belgische industrie. In geen enkele andere Europese
lidstaat is besloten dat er volgens Europese regelgeving overgegaan
moest worden tot afschaffing. Het standpunt van het kabinet tot op heden
was dat we andere landen er dan maar van moeten overtuigen om deze
regeling ook af te schaffen, maar waarom zouden die landen dat doen? Het
is juist slim en goed als we deze regeling hebben, ook gezien het
mondiale speelveld, waarin we onze industrie willen behouden. Ook deze
landen hebben namelijk een probleem met het behoud van hun
industrie.
Zou Nederland dus niet een nieuwe vorm van deze volumecorrectieregeling
moeten invoeren? Is de minister bereid om in Brussel bij de Energieraad
uit te vinden wat er nu wel en niet mag volgens Europese regelgeving?
Want ik blijf het heel gek vinden dat de toezichthouder in andere
lidstaten hier een andere interpretatie van heeft. Kunnen deze inzichten
zo snel als mogelijk in een gesprek met de ACM opgebracht worden? Want
dan kunnen we kijken wat de mogelijkheden zijn voor zo'n nieuwe
regeling. Is het ook een mogelijkheid om een second opinion te laten
uitvoeren over het afschaffen van de VCR? Is de minister daartoe bereid?
Want het kan natuurlijk niet zo zijn dat de geëlektrificeerde industrie,
die dus al verduurzaamd is en al gekozen heeft voor de route die we als
Nederland willen, gestraft wordt en zo moet vertrekken. Dat vindt de
minister ook niet wenselijk, lijkt me.
Voorzitter. De VVD wil de komende jaren ook vol inzetten op energie van
eigen bodem, hernieuwbaar en nucleair. Maar waar wind en zon bevoordeeld
worden in de Europese wet- en regelgeving en profiteren van
staatssteunmechanismes, vallen nucleaire projecten daar vaak buiten. De
VVD vindt dit onterecht en wil dat hernieuwbaar en nucleair in alle
Europese wet- en regelgeving gelijk behandeld worden. Ik wil vandaag
graag ingaan op de staatssteunkaders. In de huidige kaders krijgen zon
en wind een andere behandeling dan nucleair. Het Clean Industrial State
Aid Framework, zoals het zo mooi heet, kan dat veranderen. Het gaat
hierbij bijvoorbeeld om een snellere beoordeling en goedkeuring van
overheidssteun. We zien wederom dat hernieuwbare waterstof, hernieuwbare
energie, een andere positie krijgt dan nucleaire stroom of waterstof
geproduceerd op basis van nucleaire stroom. Is de minister bereid om het
belang van technologieneutraliteit bij het CISAF, zoals het heet, op te
brengen in de Energieraad en bij de collega's, zowel voor grote
kerncentrales als voor SMR's?
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank aan de heer Erkens. U krijgt een vraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik vind het betoog van de heer Erkens ongelofelijk moeilijk te rijmen
met het beleid. Door dit kabinet wordt grof bezuinigd op innovatie, op
duurzame technologieën, op duurzame energieopwek, op allerlei dingen die
je nodig hebt om de industrie concurrerend te houden en te zorgen voor
een toekomstbestendige economie, maar de heer Erkens zegt hier wel tegen
de minister: zet u zich alstublieft in voor allerlei verbeteringen van
de Clean Industrial Deal. Hoe serieus wordt er naar Nederland gekeken
als wij zelf de verduurzaming wegbezuinigen?
De heer Erkens (VVD):
Serieus, omdat we de verduurzaming niet wegbezuinigen. Er worden
miljarden per jaar uitgegeven in Nederland aan onder andere de
verduurzaming van de industrie en een duurzame energievoorziening. De
komende jaren wordt er voor bijna 200 miljard geĂŻnvesteerd in het
faciliteren van de uitbreiding van het stroomnet. Er wordt een
waterstofbackbone aangelegd. Er wordt gewerkt aan de Delta Rhine
Corridor, die onze haven verbindt met onder andere Chemelot en de
industrie in Duitsland, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Er worden
ontzettend grote projecten op het gebied van de energietransitie ingezet
en doorgezet door dit kabinet.
We zien alleen dat het gelijke speelveld met onze buurlanden verdwenen
is. Dat heeft onder andere te maken met fiscale regelingen die eenzijdig
in Nederland afgeschaft zijn. Dat zijn de IKC, de
indirectekostencompensatie, en de volumecorrectieregeling. Bedrijven
geven aan dat ze daardoor hun productielocaties in Nederland moeten
sluiten. Nyrstar, de zinksmelterij in Budel, is daar een van de meest
befaamde voorbeelden van. Dat bedrijf is volledig geëlektrificeerd, maar
legt de fabriek in Nederland nu meerdere maanden per jaar stil omdat het
niet meer loont om hier te produceren. Volgens mij is dat geen
verduurzamingsbeleid; volgens mij is dat gewoon weglek van bedrijvigheid
naar het buitenland. We moeten er juist voor zorgen dat dit soort
bedrijven, die al de juiste stappen gezet hebben, hier behouden kunnen
worden.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dit is én geen antwoord op mijn vraag én eigenlijk gewoon geen eerlijke
voorstelling van zaken. Dit kabinet en deze minister zetten stappen
terug, stappen terug op het gebied van klimaat, stappen terug op het
gebied van verduurzaming van de industrie en stappen terug op het vlak
van extra opwek van goedkope groene stroom. Ja, we staan dus op een
tweesprong en er is een keus te maken in deze geopolitieke crisis. Ga je
ervoor zorgen dat Europa nu echt klaarstaat en toekomstbestendig is? Of
ga je achteroverleunen? Dan verlies je het keihard. Dan blijft mijn
vraag dus: hoe verdedigt de heer Erkens in een heel pleidooi over de
Clean Industrial Deal dat er nu gewoon bezuinigd wordt op de
verduurzaming van onze economie? Hoe is dat te rijmen?
De heer Erkens (VVD):
Omdat er nauwelijks geld weggaat van de verduurzaming van de industrie.
Er gaat nauwelijks geld weg. Ik ben het met mevrouw Kröger eens: volgens
mij geeft de geopolitieke situatie nu alleen nog maar meer aanleiding om
ervoor te zorgen dat we als Europa energieonafhankelijker worden, dat de
industrie niet meer afhankelijk is van de import van fossiele
brandstoffen uit het buitenland. Maar dat is wat anders dan je ogen
sluiten voor het feit dat op dit moment 71% van de bedrijven in cluster
6 wil verduurzamen maar dat niet kan door ontbrekende infrastructuur.
Als wij met het bestaande beleid niet de realiteit onder ogen zien, dan
vallen deze bedrijven om. Dan behalen we op papier een
CO2-reductie in Nederland, maar volgens mij wordt de wereld
daar geen snars beter van.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
De vraag is natuurlijk: waarom zou je op dit moment in de tijd, waarop
het op geopolitiek vlak spannend is, waarop er een hele analyse van
Draghi ligt â die zegt dat Europa op die schone, groene technologieĂ«n
nog concurrerend kan zijn â in hemelsnaam als minister, die zichzelf
minister voor Groene Groei noemt, nog gaan bezuinigen op dat wat we zo
hard nodig hebben om een toekomstbestendige economie te hebben? Dan heb
ik het over groene waterstof. Dan heb ik het over batterijopslag. Dan
heb ik het over de opwek van duurzame energie. Dan gaat het over de
laatste berichten dat het Klimaatfonds geplunderd wordt voor een
maatregel, voor de IKC-regeling. Dat zijn allemaal bij elkaar dus
aanleidingen om te denken: waarom haal je geld weg bij juist dat
aanjagen van innovatie en technologie? Ik vind dat zeker oerdom beleid.
De vraag aan de VVD is hoe je een minister naar Brussel kan sturen om te
lobbyen voor een Clean Industrial Deal, terwijl je in Nederland het
tegenovergestelde doet.
De heer Erkens (VVD):
Ik snap dat mevrouw Kröger er graag etiketten op wil plakken, zoals
"kapotbezuinigd", "oerdom" en "geplunderd". Regeren betekent ook keuzes
maken. Als er ergens meer geld naartoe gaat, zal er ergens geld vandaan
gehaald moeten worden. De VVD staat ook voor financiële degelijkheid. Er
gaat relatief weinig weg van het klimaatbeleid. Deze minister heeft in
de afgelopen periode, onder andere op de Delta Rhine Corridor maar ook
op het gebied van de netverzwaring, goeie stappen gezet. Volgens mij is
klimaatbeleid wat anders dan je oogkleppen ophouden en doen alsof de
realiteit niet veranderd is. Eén voorbeeld daarvan is groene waterstof.
We hadden pas ook een debat over de ambitie op het gebied van groene
waterstof in Nederland. Ik heb zelf voorstellen gedaan in het parlement,
die volgens mij gesteund zijn door mevrouw Kröger, om die ambities te
verhogen. We zien echter dat alle investeringsbesluiten in de wereld van
de groene waterstof, niet alleen in Nederland, maar ook in Europa,
achterblijven omdat de opschaling van de techniek moeilijker blijkt te
zijn dan gedacht. De kostprijs van groene waterstof lijkt minder
competitief te worden dan verwacht. Dan kun je met elkaar wel gaan
zeggen dat we gewoon doorgaan zoals we het twee, drie jaar geleden
hadden afgesproken, maar ik hoop dat deze minister bijstuurt aan de hand
van de realiteit om ervoor te zorgen dat die industrie hier blijft en
hier kan verduurzamen met de technieken die de komende jaren gaan
werken.
De voorzitter:
Laatste interruptie van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Tot slot. De heer Erkens draait eromheen. Als je serieus bent over
klimaat en over groene groei, sta je nu op een tweesprong en sta nu voor
een keuze. Ga je voor versnelling, voor het hoog houden van je ambities?
Zorg je ervoor dat in Europa en in Nederland de economie en de
samenleving toekomstbestendig zijn? Of laat je het nu uit je handen
kletteren? Ik zie gewoon dat er keihard bezuinigd wordt. Het zijn toch
grote bedragen die eraf gaan. Het voorbeeld dat de heer Erkens van
groene waterstof geeft, is juist een richting. Dat is dan misschien mijn
concrete vraag waar we de minister wel mee op pad kunnen sturen. Wat
groene waterstof maar ook andere producten nodig hebben, is
vraagsturing, vraagcreatie, normeren en eisen stellen. Het is nodig dat
er gezegd wordt dat er echt meer groene waterstof, groen geproduceerd
staal, gerecycled plastic et cetera, et cetera toegevoegd moet worden.
Is de heer Erkens het met mij eens dat in ieder geval de Clean
Industrial Deal op dat vlak nog een stuk steviger kan worden, dat er
meer regie bij Brussel kan komen te liggen om te zorgen voor creatie van
groene vraag? Want dat zou onze industrie wel degelijk keihard
helpen.
De heer Erkens (VVD):
Ik vind dat een valide vraag. Groenevraagcreatie kan helpen om deze
markt te creëren zodat bedrijven kunnen investeren. Of de voorstellen in
de Clean Industrial Deal aangescherpt moeten worden? Dat ligt eraan op
welke manier ze aangescherpt worden. Want als je percentages gaat
verhogen tot onhaalbare doelen, dan gaan we zien dat de kostprijs
doorberekend wordt naar de consument, dat producten duurder worden en
dat productie zich alsnog verplaatst. Dus ja, wij steunen
groenevraagcreatie. Dat gaan we doen, maar wel op een manier die ook
voor bedrijven te doen is en die, ten tweede, ook uitvoerbaar is. Kijk
bijvoorbeeld naar groen staal. Ik kan me voorstellen dat je aan de bron
normeert, dus zegt dat een bepaald percentage van het geproduceerde
staal op basis van groene waterstof geproduceerd moet worden. Dat is een
uitvoerbare wijze van groenevraagcreatie, maar je kunt niet elk product
waar staal in zit, gaan normeren, want dat wordt compleet onuitvoerbaar.
Dan moet je het namelijk ook gaan doen met producten in de supermarkt.
Dan moet je het ook gaan doen met elk boutje en moertje dat bij de Gamma
te koop is, en ga zo maar door. Het ligt er dus ook aan op welke manier
dit vormgegeven wordt. Vraagsturing bleek in de historie ook niet altijd
het meest geschikte instrument, maar een normering om een bepaalde markt
in de overgangsfase op gang te krijgen, heeft er een belangrijke rol in
te spelen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn aan
de zijde van de Kamer. Hoe lang gaan we schorsen, minister? We zitten
ruim in dit tijd, maar ⊠Een kwartiertje? Dan zien we elkaar weer om
17.35 uur.
De vergadering wordt van 17.20 uur tot 17.37 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen deze vergadering. Aan de orde is een commissiedebat over de
informele Energieraad. We zijn toe aan de eerste termijn aan de zijde
van het kabinet. We zitten goed in de tijd, dus ik zeg: maximaal 14
interrupties. Ik geef graag het woord aan de minister.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank. Ik heb alle vragen die gesteld zijn over de industrie
en Europa bij elkaar in één mapje. Dan stelde mevrouw Kröger mij nog een
specifieke vraag over de klimaatwetenschap. Dat heeft ze ook al eerder
gedaan en daar heb ik vandaag ik ook nog Kamervragen over beantwoord.
Die beantwoord ik dus even apart. Datzelfde doe ik met een vraag van de
heer Erkens over kernenergie. Maar ik begin met de industrie en alle
vragen daarover, ook in relatie tot Europa.
Voorzitter. De heer Erkens vroeg mij: we zien nu dat in landen om ons
heen, België en Duitsland, nieuwe regeringen aankondigingen doen om hun
industrie en hun economie te helpen. Wat kunnen we nou in Nederland
leren van de aanpak in de landen om ons heen? Ik denk dat je een trend
in Europa ziet sinds de aankondiging van de Clean Industrial Deal en
misschien eigenlijk al wel daarvoor. Die trend is dat de aanpak zowel in
Europa als in Europese landen heel erg langs drie lijnen gaat. Hoe maak
je onze industrie weerbaar? Hoe maak je haar concurrerend, dus hoe zorg
je voor een goed speelveld binnen Europa maar natuurlijk ook van Europa
ten opzichte van de VS en China? En in de derde plaats is de vraag hoe
we zorgen dat de decarbonisering en de verduurzaming doorgaan.
Ik kijk naar wat landen om ons heen doen, indachtig ook deze insteek van
de Clean Industrial Deal, en ik denk dat dat een aanpak is waar wij van
kunnen leren, een aanpak die ook voor Nederland belangrijk is. Ik zoom
even in op een aantal genomen maatregelen of gedane voorstellen. Het is
namelijk niet zo dat in al die landen al deze voorstellen ook al
daadwerkelijk geĂŻmplementeerd zijn. Vele moeten ook nog worden
uitgewerkt. Je ziet dat zowel Duitsland als BelgiĂ« en Nederland â ook
Nederland is daar al mee bezig, maar ik ben er wel echt voor om daar nog
verdere stappen in te zetten â zich allemaal inzetten voor verdere
integratie van de interne energiemarkt van de EU.
Mevrouw Kröger stelde daar ook nog specifieke vragen over. Daar ga ik
ook nog op in. Het kan bijvoorbeeld door de interconnecties te
verbeteren, te verstevigen. Het kan door versimpelingen en door
versnelling van vergunningverlening, en door samenwerking bij "wind op
zee"-projecten en bij de aanlanding daarvan. Op deze punten kan en wil
Nederland ook echt met buurlanden optrekken. We hebben net
regeringsconsultaties in Vlaanderen gehad, maar ook in
Noordrijn-Westfalen. Daar zie je dat we daar ook echt gesprekken over
voeren met onze buurlanden en dat we echt op zoek zijn hoe we die
samenwerking verder kunnen verbeteren. Dat gaat ook â volgens mij noemde
de heer Erkens dat ook â over grensoverschrijdende energienetwerken, als
het gaat over waterstof en CCS. Dat gaat dus heel erg over de
infrastructuur en de randvoorwaarden.
Dan de maatregelen op het gebied van energieprijzen en energiekosten.
Ook in Duitsland en België maken de regeringen, de kabinetten zich
zorgen over die hoge energieprijzen, in het bijzonder voor de
energie-intensieve industrie. Er zijn in België en Duitsland maatregelen
aangekondigd om daar iets aan te doen.
Even los van de reactie op het ibo elektriciteitsprijzen die op heel
korte termijn naar de Kamer komt en op de vraag wat we in Nederland daar
voor stappen in kunnen zetten, geldt dat het voor Nederland belangrijk
is en blijft dat we in EU-verband het gesprek blijven voeren over hoe je
die hoge energieprijzen in gezamenlijkheid kunt adresseren en aanpakken.
Wij hebben â ook mijn voorganger al â de afgelopen anderhalf jaar steeds
een punt gemaakt van het belang om te komen tot een methode om het
vaststellen van nettarieven te harmoniseren. We vinden het ook
belangrijk om te kijken naar de kaders voor staatssteun. In het
verlengde daarvan vroeg mevrouw Kröger ook naar amortisatie. Daar zal ik
zo ook nog wat over zeggen.
De heer Erkens vroeg heel specifiek naar de volumecorrectieregeling en
de interpretaties, als ik zijn woorden zo mag samenvatten, die je nu in
Europese landen ziet. Hij vroeg wat het effect daarvan is op de
industrie en het speelveld. Ik begin met de vraag of die verschillende
interpretaties leiden tot problemen in het concurrentievermogen en het
gelijke speelveld. Ik deel de zorgen over het concurrentievermogen, dus
ook dat dit een uitwerking heeft op het gelijke speelveld. Daarom vind
ik die geharmoniseerde aanpak zo belangrijk. Wat mij betreft is dat
namelijk een belangrijk fundament om op een gelijksoortige manier naar
de energiekosten te kijken en daar ook maatregelen op te kunnen nemen.
Ik vind die verschillende interpretaties dus onwenselijk en ik hoop dat
er tot harmonisatie wordt overgegaan. Het is de bedoeling dat de
Europese Commissie snel met meer duidelijkheid daarover komt. Als die
duidelijkheid van de Commissie er komt, kan dat ertoe leiden dat de ACM
zekerheid heeft, de ruimte heeft of de ruimte voor interpretatie heeft
om een vorm van een korting voor grootverbruikers in Nederland weer in
te voeren. Maar die keuze is aan de ACM; daar ligt de bevoegdheid. Dit
is voor mij een reden waarom ik die helderheid van de Europese Commissie
zo belangrijk vind.
De heer Erkens vroeg ook heel specifiek of ik een second opinion zou
willen doen op de volumecorrectieregeling. De ACM heeft vorig jaar, als
ik het goed zeg, zeventien opinions ontvangen van verschillende
marktpartijen over de interpretatie van deze regel en is bij haar
standpunt of interpretatie gebleven. Nogmaals, dat is ook haar
bevoegdheid. Ik schets nu alleen hoe dat feitelijk gegaan is. Ik
verwacht niet dat het in die zin iets toevoegt als ik of KGG nu opnieuw
een opinion doet. Voor mij is die route van helderheid vanuit de
Europese Commissie belangrijk, omdat dat, naar ik hoop, het fundament
legt voor een geharmoniseerde aanpak.
De voorzitter:
Dat leidt tot een interruptie van de heer Erkens. Ga uw gang.
De heer Erkens (VVD):
Een gelijksoortige aanpak in Europa zou inderdaad logisch zijn. Dat kan
betekenen dat je het dus allemaal niet hebt of allemaal wel, of een
variant daarop. Zal de minister ook bij deze Energieraad aandacht
daarvoor vragen en de Europese Commissie tot spoed manen om die
duidelijkheid te verschaffen? Zo ja, op welke tijdshorizon verwachten we
dat de Commissie daar duidelijkheid over geeft?
Minister Hermans:
In de afgelopen Energieraad, toen het ook over het Action Plan for
Affordable Energy Prices ging, heb ik daar ook een punt van gemaakt. De
Commissie heeft al aangekondigd met twee richtsnoeren te komen die
hiervoor belangrijk zijn: één op het gebied van staatsteun en de ander
op het gebied van het harmoniseren van de tarieven. Die verwachten we
volgend kwartaal. Ik ben natuurlijk bereid om dat in de komende
Energieraad opnieuw onder de aandacht te brengen.
Voorzitter. Ik denk dat het goed is om âŠ
De voorzitter:
Dat leidt tot nog een vraag van de heer Erkens. Ga uw gang.
De heer Erkens (VVD):
Is het dan ook mogelijk om in de terugkoppeling van deze Raad iets te
horen over het proces dat volgt? Ik snap dat harmonisatie de ideale
oplossing is. Maar stel, die volgt niet of die komt niet. Ik denk dat
het dan nog steeds wenselijk is om na te denken over ons plan B. Die
tijdslijnen zouden daarbij wel helpen.
Minister Hermans:
Ik zal in het verslag â ook van een informele Raad maken wij een verslag
â daarop ingaan. Voor de volledigheid: de Commissie heeft beide
richtsnoeren al aangekondigd, dus die gaan er sowieso komen. Ik zal
opnieuw vragen of de planning nog steeds gehaald wordt. Mochten daar
andere berichten over komen, dan kan ik dat in het verslag aan de Kamer
melden.
Voorzitter. Nu ik iets over de VCR gezegd heb, is het misschien goed om
ook de vraag van mevrouw Kröger over amortisatie te beantwoorden. Vraagt
die variant nou dat de Europese Commissie haar regels ook aanpast? De
amortisatievariant is in het ibo aangekondigd. Het vergt nog wel wat
nader uitzoekwerk, ook in Europa, om te kijken hoe je dit precies kunt
toepassen. Er is al wel een Duits voorstel, een Duitse
amortisatieaanpak, als ik het zo mag zeggen, goedgekeurd. Dat ging
specifiek over infrastructuur voor waterstof. Voor deze variant wordt in
het actieplan van de Commissie wel een haakje geboden, maar dat haakje
moet nog wel verder aangekleed worden om er ook gebruik van te kunnen
maken. In de kabinetsreactie op het ibo zullen wij ingaan op hoe wij dat
voor ons zien.
De voorzitter:
Dat leidt tot een van mevrouw Kröger. Ga uw gang.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik begrijp dat de minister daar in dit debat niet op vooruit kan lopen.
Maar is Europa een obstakel als wij die amortisatie zouden willen doen
voor de netten in Nederland? Zo ja, gaat de minister dan proberen dat
obstakel weg te halen? Of is het geen obstakel? Dat is mij nu niet
duidelijk.
Minister Hermans:
Mijn beeld is niet dat het een obstakel is, maar wel dat er nog wat meer
duidelijkheid nodig is. De Commissie lijkt daar ruimte voor te bieden,
zoals het Duitse voorstel ook laat zien. Er is nog duidelijkheid nodig
over hoe je dat precies zou kunnen doen en onder welke voorwaarden, maar
ik heb op dit moment niet het gevoel dat het een obstakel is.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Minister Hermans:
Mevrouw Kröger vroeg mij om stappen te zetten om de integratie van de
Europese energiemarkt te versnellen en of ik wil pleiten voor Europese
energieplanologie. Ik deel met mevrouw Kröger dat de verdere integratie
van de Europese markt belangrijk is. Voor die verdere integratie komt de
Commissie met een zogeheten Grid Package. Dat initiatief van de
Commissie ziet ook op grensoverschrijdende en geĂŻntegreerde planning en
uitvoering van infrastructuurprojecten in de EU. Er wordt ook ingegaan
op de planologie, als ik het goed heb begrepen dat mevrouw Kröger dat
ermee bedoelt. Dat gaat dus over interconnecties, over effectieve
kostenverdeling voor infrastructuur tussen Europese landen. Ik ben
hierover al in gesprek en ik blijf dat gesprek ook voeren, omdat ik het
belang hiervan inzie voor verdere mogelijkheden tot elektrificeren in
Europa en het integreren van de energiemarkt. Het is meer dan
samenwerking op dit thema.
Voorzitter. Dan over de regelgeving en de vereenvoudiging daarvan.
Mevrouw Kröger had een vraag over het CBAM. Is die vereenvoudiging nou
geen afzwakking van het beleid? Sinds de start van het CBAM hebben
bedrijven, lidstaten en andere stakeholders hun zorgen geuit over de
administratieve lasten die vastzitten aan het CBAM. De Commissie
reageert op deze zorgen met het voorstel om de administratieve lasten in
het CBAM te verlichten. De Commissie heeft de drempelwaarde aangepast.
Bij die aanpassing is ook afgesproken dat 99% van de emissies van het
CBAM-goederen moet worden geborgd. Die afspraak leidt ertoe dat 182.000
importeurs worden ontzien. Zij zijn samen goed voor minder dan 1% van de
uitstoot in het CBAM. Daarmee worden de klimaatdoelen, de
klimaatafspraken, dus niet aangetast, maar reduceer je de
administratieve lasten voor deze bedrijven wel. Die inschatting en
analyse zijn gemaakt op basis van douanedata en de daadwerkelijke import
van CBAM-goederen tijdens het eerste jaar van de invoering van het CBAM.
Het kabinet is echt van mening dat met deze keuze zowel het doel
overeind blijft als tegemoetgekomen wordt aan de zorgen over
administratieve lasten.
Mevrouw Kröger vroeg mij naar de CSDDD en het voornemen om de eis van
een klimaatplan te schrappen. Zij vroeg wat de afwegingen hierbij waren.
Dit is eigenlijk ook in lijn met wat ik net over het CBAM zei. Je ziet
heel erg een zoektocht â die begrijp en steun ik ook â naar hoe je de
regeldruk kunt verminderen en de administratieve lasten kunt verlagen,
zonder dat je de onderliggende beleidsambities of beleidsdoelstellingen
die er zijn, hoeft aan te passen. Ik denk dat je met de keuze die de
Commissie hier maakt, precies dat doet: je maakt het eenvoudiger en
haalt onnodige regeldruk weg, terwijl wel de ambitie overeind blijft die
we met elkaar hebben en die we ook verwachten van bedrijven op het
gebied van duurzaamheid. In het BNC-fiche hierover staat dat nog
uitgebreider toegelicht, maar mevrouw Kröger vroeg echt naar mijn
afwegingen hierbij. Ik zie dat het altijd zoeken is naar een balans,
maar naar mijn overtuiging zit die balans â beleidsdoelen overeind
houden en lastendruk verminderen â er op deze manier in.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Mijn vraag gaat erover dat we in de beslisnota die we ontvangen hebben,
onder het kopje besluitvorming van de CSDDD iets anders lezen, namelijk
dat er vanuit KGG juist zorgen zijn geuit over het schrappen van de
klimaatplannen en van de ketenverantwoordelijkheid. Mijn vraag aan de
minister is wat haar afwegingen daarin zijn. Kan zij de zorgen waarover
we in de beslisnota lezen, wat nader duiden? Hoe blijven we in Europa
inzetten op een heel sterke CSDDD waarbij ketenverantwoordelijkheid in
de klimaatplannen juist een cruciaal onderdeel is?
Minister Hermans:
Ik denk dat die twee dingen goed samen kunnen gaan. Het is bij het
aanpassen van dit soort richtlijnen of regelgeving juist belangrijk dat
we kritisch zijn en niet zomaar ja en amen zeggen, maar ons steeds
afvragen of iets de regeldruk vermindert en verlichtend werkt, terwijl
het wel de ambitie overeind laat die wij hebben op het gebied van
verduurzaming. Precies hierover voer ik het gesprek in Europa en dat
blijf ik ook doen. Hoe zorgen we ervoor dat we in Europa klimaatbeleid
en verduurzamingsbeleid voeren waarvan die stimulerende werking uitgaat,
zonder dat het onnodige obstakels of lastendruk met zich meebrengt, die
het doel dat we met elkaar hebben, in de weg zitten? Dan kom je steeds
tot een afweging: hoeveel klimaatwinst is met deze specifieke maatregel
te behalen? Hoeveel administratieve lasten levert dat op? Hoe werkt het
positief of negatief op elkaar in? Dat is de afweging die ik steeds
maak, natuurlijk vanuit een kritische benadering. Dat is, denk ik, ook
de toon die mevrouw Kröger in de beslisnota heeft gelezen.
De voorzitter:
Dank u wel. U vervolgt uw betoog.
Minister Hermans:
Dan vroeg mevrouw Kröger mij naar de Clean Industrial Deal. Gaat die
helpen om de Europese industrie weer concurrerend te maken? Het begon
natuurlijk al met het rapport van Draghi, die heel terecht stelde dat
concurrentievermogen en verduurzaming hand in hand gaan. Daar ben ik het
ook echt en hartgrondig mee eens. De Clean Industrial Deal borduurt
voort op dat rapport en die aanname, en koppelt daaraan de vraag wat je
moet doen om het concurrentievermogen van de Europese industrie te
versterken, maar ook de weerbaarheid te vergroten en de verduurzaming en
de decarbonisatie te versnellen. Ik geloof er heel erg in dat dat een
Europese aanpak vergt, vanwege de schaalvoordelen die je in Europees
verband met elkaar kunt realiseren, omdat industriële waardeketens niet
ophouden bij de grens. Het hele weerbaarheidsvraagstuk houdt ook in hoe
we zorgen dat we in Europa een sterke industrie hebben. Een deel daarvan
is in Nederland, een deel daarvan is ook in andere landen, maar we
moeten in Europa producten kunnen maken die we graag dicht bij huis
willen maken. Gevraagd is dus inzetten op verduurzaming, op de
circulaire economie â daarop ging mevrouw Kröger in haar betoog ook in â
en versterking van de clean tech sector. Als we dat allemaal naast
elkaar doen, denk ik echt dat de Europese Unie haar concurrentiepositie
ten opzichte van andere economieën kan versterken.
De voorzitter:
Dat leidt tot nog een vraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Eigenlijk zien we nu dat er vanuit Europa contouren worden aangegeven in
de Clean Industrial Deal en de rest van het hele pakket, maar het staat
of valt er natuurlijk mee of lidstaten ook werkelijk gecommitteerd zijn
om die verduurzaming nu echt te versnellen. We zien dat er in Nederland
allerlei bezuinigingen worden doorgevoerd op het klimaat. Hoe rijmt de
minister haar inzet in Europa met wat ze hier in Nederland doet en wat
eigenlijk contraproductief is voor de verduurzaming? Hoe rijmt ze dat
ook met de noodzaak voor Brussel om eigenlijk juist nog meer te doen?
Hoe rijmt zij die dingen met elkaar?
Minister Hermans:
Mevrouw Kröger plaatst dingen tegenover elkaar, terwijl ik zie dat ze
naast elkaar bestaan en ook naast elkaar moeten bestaan. Het gaat over
het concurrentievermogen van onze industrie in Nederland maar ook van de
industrie in Europa. Het gaat over de weerbaarheid van die industrie. Is
het een sterke industrie die hier kan produceren en die hier ook schoon
en groen kan produceren? De verduurzaming en de decarbonisatie moeten
immers doorgaan. Een toekomstbestendige industrie en economie is ook
verduurzaamd en groen. De huidige geopolitieke ontwikkelingen laten zien
dat het van groot belang is dat we die drie belangen hand in hand laten
gaan en dat we de balans vinden in onze inzet, zowel in Europa als
nationaal. Dat is waar ik mij in Europa hard voor maak en waar ik ook in
Nederland aan werk.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vervolgvraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dat is toch precies het debat dat we hier voeren, helaas met slechts
twee partijen, wat toch echt bizar is, gegeven waar we staan:
geopolitieke crisis, we staan op een kruispunt. We kunnen nu kiezen of
we echt voor verduurzaming en vergroening gaan, of dat we dingen nu
afzwakken, weg laten lopen of wegbezuinigen. Ik zie eigenlijk een
kabinet dat het laatste doet, dat gaat snijden in klimaatbeleid. Ik zie
Brussel een stap vooruit zetten, maar het zou echt nog veel sterker
kunnen optreden. De minister staat met één been in Brussel, maar zou wat
mij betreft echt mogen duwen op meer regie vanuit Brussel, meer geld
voor verduurzaming van onze netten, van onze industrie, van onze
energievoorziening. Hoe geloofwaardig ben je dan als je tegelijkertijd
hier in Nederland de boel kapot bezuinigt?
Minister Hermans:
In Nederland zien we dat de energietransitie en de klimaattransitie in
de uitvoering tegen een aantal grote obstakels aanlopen. Dat geldt voor
huishoudens en voor bedrijven die dolgraag een bijdrage willen leveren:
er lopen dingen vast, bijvoorbeeld door drukte op het stroomnet. Dat
betekent dat wij in Nederland moeten zorgen dat we in de praktijk die
energietransitie, die ongelofelijk belangrijk is, en die
klimaattransitie op gang houden. We gaan er niet mee stoppen.
Mevrouw Kröger vroeg mij net of er in Europa een obstakel was. Nou, daar
zie ik op dit moment geen obstakel in het kader van de
amortisatiediscussie, maar ik zie wel in Nederland obstakels die de
transitie en de beweging naar voren in de weg staan. Daar kan ik mijn
ogen niet voor sluiten; dat doe ik niet en dat ga ik ook niet doen. Dat
zegt helemaal niet dat je in de tussentijd niet ook in Europa door kan
gaan. Sterker nog, ik vind dat je daarmee door móét gaan. Hoe zorgen we
dat we in Europa uitvoering geven aan die Clean Industrial Deal, dat we
met de landen om ons heen grensoverschrijdend samenwerken op
energie-infrastructuur? Dat gaat van wind op zee tot waterstof tot CCS.
Maar een belangrijk aspect in de Clean Industrial Deal is ook
bijvoorbeeld het creëren en het stimuleren van een groene markt. Daar
ging het interruptiedebat tussen mevrouw Kröger en de heer Erkens over.
Ik geloof erin dat je dat ook moet doen. Er zitten haakjes voor in de
Clean Industrial Deal. Dat zien we nu ook in het staal- en metaalplan
dat twee weken geleden gepresenteerd is, zeg ik uit mijn hoofd. Dat
gebeurt natuurlijk al. Het is geen nieuw instrument, maar ik vind het
wel een heel effectief instrument dat nog meer ingezet zou kunnen worden
in Europees verband. Ik zal daar ook zeker voor blijven pleiten. Ook
hier is het dus en-en-en. In Nederland moeten we echt barriĂšres weghalen
in de uitvoering die onze transitie op dit moment in de weg staan.
Tegelijkertijd moeten we doorgaan met wat we in gang hebben gezet. Dat
moeten we ook in Europa doen, ons wel rekenschap gevend van wat er in de
wereld allemaal gebeurt.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Minister Hermans:
Mevrouw Kröger vroeg mij ook hoe het staat met het klimaatplan 2040 of
het klimaatdoel 2040. De Commissie moet een voorstel komen. In eerste
instantie zou dat in het eerste kwartaal van 2025 komen. Dat is niet
gebeurd. De verwachting is nu dat het voorstel van de Europese Commissie
in juni komt. Hoe dat er precies uit gaat zien, weten we nog niet. De
gesprekken daarover lopen nu. Dat zullen we hopelijk in juni horen van
de Commissie.
Voorzitter. Als ik mij niet vergis, was dit alles wat er over de
industrie gevraagd is en over wat er in Europees verband gebeurt op dit
vlak. Dan kom ik nu bij de klimaatwetenschap.
De voorzitter:
Heeft u nog een vraag, mevrouw Kröger, over industrie en Europa?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik had eigenlijk gevraagd naar de inzet van de minister. Is zij het
ermee eens is dat deze geopolitieke situatie vraagt om versnelling en
meer ambitie, dus ook om meer geld en regie, op verduurzaming? Deelt zij
dat? Dat was eigenlijk mijn hoofdvraag. Daar stel ik dan tegenover wat
zij in Nederland zelf doet. Wij zien nu in allerlei stukken in kranten
de ene bezuiniging op de andere op dat vlak. Maar goed, dat daargelaten,
gaat zij nu naar Brussel toe met een agenda van: ik wil ambitie, ik wil
meer geld en ik wil meer steun voor zowel de Clean Industrial Deal als
de rest van het pakket?
Minister Hermans:
Het punt is dat ik vind dat die verduurzaming door moet gaan. Ik ben het
100% eens met wat Draghi opschrijft en wat ook het uitgangspunt is in de
Clean Industrial Deal. De toekomstige Europese economie is vergroend,
verduurzaamd en geëlektrificeerd. Ik geloof er alleen niet in dat het
antwoord altijd is: sneller, meer, meer geld en hogere ambities. Ik
geloof erin dat je heel gericht naar het volgende moet kijken: dit is
waar we naartoe willen en dit is de reden waarom we dat doen. Dat is des
te pregnanter geworden als je kijkt naar de geopolitieke situatie. We
moeten dus doorgaan. We moeten koers houden. Maar we moeten ook heel
goed onze ogen open hebben voor wat er gebeurt in de wereld, in Europa
en in Nederland en als dat nodig is, ons beleid daar flexibel en
wendbaar op aanpassen.
De voorzitter:
Nog een vraag, mevrouw Kröger?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ja, op dit punt. We zien dat er bezuinigd wordt op klimaat. Deze
minister zegt: des te pregnanter gegeven de geopolitieke situatie. Mijn
vraag is dan waarin tot uiting komt dat deze minister het juist vanwege
de huidige geopolitieke context des te pregnanter vindt. Wat is dat
concreet? Er zijn al elf recyclefabrieken omgevallen. We worden continu
door de klimaatwetenschap gewaarschuwd dat het nog harder gaat dan
verwacht en dat Europa twee keer zo hard opwarmt als andere continenten.
Waar komt dat "des te pregnanter" van de minister in tot uiting?
Minister Hermans:
Dat komt tot uiting in het feit dat Nederland en ik ook zelf het
afgelopen bijnajaar wijs op het belang van de integratie van de Europese
energiemarkt. Daar zal ik ook de komende periode mee doorgaan. Die
energiemarkt moet schone, groene energie die we dichtbij produceren,
gaan faciliteren. Of het nou gaat om wind op zee of waterstof: daar is
veel meer samenwerking voor nodig en niet alleen samenwerking. Tegen
mevrouw Kröger zei ik net dat het ook gaat om de Europese
energieplanologie, zoals zij het zelf noemde. Daar ga ik mee door.
Energieveiligheid is daar een apart element in, maar geen onbelangrijk
onderdeel. Hoe zorgen we ervoor dat de kabels die we op de Noordzee
aanleggen voor wind op zee, veilig zijn en we daarmee onze
energievoorziening veilig kunnen houden? Dit zijn allemaal concrete
voorbeelden. Neem ook het harmoniseren van de nettarieven en het
stimuleren van de groenemarktcreatie. Het zijn allemaal aspecten waar ik
in Europa met collega's, soms met kleine groepjes landen, soms met
grotere groepen landen, soms ook als Nederland alleen â dat schuw ik ook
niet; soms moeten we namelijk een eigen punt maken en gaandeweg onze
medestanders organiseren â mee bezig was en blijf. Want het is zo
belangrijk om de verduurzaming door te zetten en om door te gaan met de
drie pijlers uit de Clean Industrial Deal: weerbaar, concurrerend en
decarbonisatie.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. We waren bij de klimaatwetenschap, geloof
ik.
Minister Hermans:
Ja, de klimaatwetenschap. Mevrouw Kröger heeft mij daar al een of twee
keer eerder terecht naar gevraagd. Klimaatwetenschap is namelijk een
fundament onder het klimaatbeleid, zowel nationaal als Europees en
internationaal. We zien in de afgelopen periode veel beweging in de
Verenigde Staten; mevrouw Kröger heeft daar ook in eerdere debatten al
vele voorbeelden van genoemd. Klimaatwetenschappers bij federale
instellingen worden ontslagen. Er zijn voorstellen voor vergaande
bezuinigingen op klimaatonderzoek. Dit zijn besluiten van de federale
regering. Tegelijk is er ook nog veel onduidelijk. Het Congres moet zich
natuurlijk nog uitspreken over die voorgestelde bezuinigingen.
Desalniettemin volgt het kabinet nauwgezet deze ontwikkelingen en de
effecten op de wereldwijde klimaatwetenschap. Dat doe ik niet alleen,
maar samen met mijn collega's van OCW en IenW. Mijn collega van IenW en
ik hebben allebei ook zitting in de Milieuraad, waar dit onderwerp
voorbijkomt. Met mijn collega van OCW werk ik natuurlijk in breder
verband samen, samen met zijn collega's in Europa en
internationaal.
Wat betreft het IPCC levert Nederland al een belangrijke bijdrage aan de
nu lopende analysecyclus. De covoorzitter van Werkgroep II, adaptatie,
is Nederlands. Nederland financiert die werkgroep ook met een jaarlijkse
bijdrage en biedt technische ondersteuning. Binnen het IPCC spelen op
dit moment ook twee zaken in relatie tot de VS. Het betreft de
beëindiging van de aanstelling van een Amerikaanse covoorzitter en het
opheffen van de technische ondersteuning van Werkgroep III, waar dit
over gaat, door de VS. We zien vooralsnog dat die covoorzitter haar werk
kan voortzetten aan de universiteit waar ze nu naar terugkeert. Binnen
het IPCC wordt gezocht naar een oplossing voor het opheffen van de unit.
Nederland stelt zich constructief op in de overleggen hierover. We
hebben als Europa breed en informeel aangegeven dat we eventueel hulp
kunnen bieden als er extra steun nodig is. Het is nu nog te vroeg
gebleken om daar echt concrete afspraken over te maken, omdat de
situatie in de VS nog niet helemaal duidelijk is, maar daar lopen dus
contacten over, vanuit zowel IenW als ons als de minister van OCW.
Mevrouw Kröger vroeg mij eerder hier ook met mijn collega's in Europa
over te spreken. Dat heb ik en marge gedaan bij de vorige Energieraad.
Bij de informele Milieuraad van eind april staat dit punt op de agenda
en zal Nederland het ook opnieuw adresseren. Excuus, ik bedoel de
informele Energieraad.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik las ook in antwoord op mijn Kamervragen dat het Poolse
voorzitterschap een gedachtewisseling over desinformatie heeft
geagendeerd. Dat is wat ons betreft een ongelofelijk belangrijk
onderwerp, omdat desinformatie echt de democratie ondermijnt. Je ziet
juist op een onderwerp als klimaat dat desinformatie weer een steeds
grotere rol gaat spelen. Mijn vraag is dus eigenlijk: welke inzet heeft
Nederland op het moment dat zo'n discussie over desinformatie is
geagendeerd?
Minister Hermans:
Dit gaat inderdaad om de Milieuraad. Milieu- en energieonderwerpen lopen
soms een beetje door elkaar. Zoals ik net zei, is klimaatwetenschap het
fundament onder het nationale en internationale klimaatbeleid. Het is
dus van belang dat we daar toegang toe hebben en dat we op basis daarvan
de discussie voeren. Dat punt zal Nederland dus maken in de discussie in
de Milieuraad. We hebben natuurlijk de motie van mevrouw Kröger. Die is
een maandje geleden aangenomen, denk ik. Die motie gaat ook over het
veiligstellen van klimaatdata en klimaatanalyses. Dat zal Nederland in
diezelfde discussie ook onder de aandacht brengen.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is nog een vervolgvraag. Ga uw gang.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dat raakt eigenlijk aan het antwoord op de Kamervraag. Volgens mij is de
discussie over het beschermen van de klimaatwetenschap één. Dat gaat
over het veiligstellen van datasets en het ondersteunen van het IPCC en
klimaatwetenschappers. Het tegengaan van desinformatie is natuurlijk een
veel breder onderwerp dat juist ook binnen het klimaatbeleid uitermate
relevant is, omdat je ziet dat er wel een bepaalde strategie zit achter
het ondermijnen van klimaatbeleid met desinformatie. Mijn vraag aan de
minister is eigenlijk: wat is de inzet van Nederland op het tegengaan
van desinformatie in het klimaatdebat?
Minister Hermans:
De geannoteerde agenda voor die informele Milieuraad komt nog. Daar
staat de inzet in beschreven. Ik dacht net te verwijzen naar een stuk
dat al in de Kamer ligt, maar dat komt er echt snel aan, want die
informele Milieuraad is eind april. De inzet is zoals ik die zojuist
schetste. Maar de discussie die het Pools voorzitterschap agendeert
betreft desinformatie in het algemeen, en ook het belang van het
tegengaan daarvan. Nederland zal dat ook in algemene zin adresseren,
maar met klimaatwetenschap als specifiek voorbeeld, met ook het belang
van het kunnen baseren van je klimaatbeleid op de laatste
wetenschappelijke inzichten. Alle invalshoeken moeten daar natuurlijk
een plek in hebben, want het is juist belangrijk dat die discussie met
feitelijke data gevoerd moet kunnen worden. In het verlengde daarvan
gebruik ik ook de motie van mevrouw Kröger, want de datasets die we
hebben, moeten we daarvoor veiligstellen en beschikbaar houden. Daar zit
namelijk een ongelofelijke schat aan informatie in op basis waarvan de
wetenschap discussies gevoerd heeft en zal blijven voeren in de
toekomst.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geloof ik dat er nog een vraag over kernenergie
was.
Minister Hermans:
Ja. Ik moet even kijken waar ik die gelaten heb. Dat is een vraag van de
heer Erkens over het Clean Industrial State Aid Framework. Hij vroeg of
ik bereid ben om het belang van de technologieneutraliteit in dat kader
ook onder de aandacht te brengen. Vanuit Europa loopt er nu een
consultatie voor het CISAF, als ik de afkorting van dat framework even
mag gebruiken. Daarin zal het kabinet ook aandacht besteden aan de
technologieneutraliteit. Sowieso verwelkomt het kabinet de aankondiging
van de Commissie om te kijken naar de mogelijkheden voor de nucleaire
waardeketen, voor SMR's met aandacht voor technologieneutraliteit. Maar
de specifieke vraag van de heer Erkens was om dat ook in relatie tot die
staatssteun te doen. Dat zal ik ook onder de aandacht brengen in de
consultatie die aan Europa wordt gestuurd. Op enig moment wordt die ook
met de Kamer gedeeld. Dan kan de heer Erkens dat ook teruglezen.
Voorzitter, dat waren mijn antwoorden.
De voorzitter:
Dan is dit het einde van de eerste termijn van de zijde van het kabinet.
Dan gaan we door met de tweede termijn van de kant van de Kamer. Mevrouw
Kröger, u heeft een spreektijd van ongeveer een minuut, maar het komt
niet heel nauw vandaag, hoor.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat het ongelofelijk belangrijk is om
dit debat te voeren. Ik wil nogmaals markeren dat het op z'n minst
ongemakkelijk is dat hier maar twee partijen aanwezig zijn, want we
bevinden ons op een cruciaal geopolitiek moment. Het is natuurlijk
spannend hoe we ons moeten verhouden tot de VS. Op dit moment vindt er
in de plenaire zaal een debat plaats over de handelsheffingen, de
importheffingen. Ondertussen hebben we het hier over hoe we ervoor
zorgen dat Europa op eigen benen kan staan met een duurzame,
toekomstbestendige economie met duurzame energie en op een sociale
manier. Ik wil de minister toch het volgende vragen. Ik heb het haar een
aantal keer gevraagd. Op basis van waar we nu geopolitiek staan, hoe
kwetsbaar Nederland is en hoe ongelofelijk belangrijk het ook juist voor
onze economie en industrie is om te versnellen met verduurzaming: wat
gaat ze nou extra doen in Europa en hoe gaat ze ervoor zorgen dat we er
echt goed voor staan?
Met betrekking tot de klimaatwetenschap: ik vind het goed om te horen
dat er informeel aangegeven is dat Europa bij kan springen op
verschillende manieren. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we
desinformatie als ondermijnend probleem in onze democratie heel serieus
nemen, zeker met betrekking tot klimaat. Ik ben dus ook benieuwd naar
hoe zij kijkt naar een echte strategie om desinformatie tegen te
gaan.
Ik vraag bij dezen heel graag een tweeminutendebat aan.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het de beurt aan de heer Erkens. Gaat uw gang.
De heer Erkens (VVD):
Dank aan de minister voor de beantwoording. Dank dat ze het punt over de
VCR en CISAF wil meenemen naar de Energieraad.
Rondom de VCR vind ik het nog van belang om te melden dat de VCR, de
afschaffing daarvan, wel een graat in mijn keel blijft. Ik snap dat het
de bevoegdheid van de ACM is, maar het blijft gek dat het alleen in
Nederland op die manier geĂŻnterpreteerd is en niet in andere landen. Dus
misschien is het voor een toekomstig debat wel goed om ook na te denken
over de vraag wat de fall-backopties zijn die Nederland heeft als die
harmonisatie vanuit Europa niet komt en om misschien toch te kijken naar
alternatieve varianten die wel mogelijk zijn volgens de interpretatie
van de ACM. Maar daar kunnen we als Kamer ook altijd nog een hoorzitting
over organiseren, dus dat pakken we op.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even naar de minister om te zien of zij nog heel
even wil schorsen of dat zij meteen verder kan.
Minister Hermans:
Ik wil even één ding checken naar aanleiding van de vraag van mevrouw
Kröger.
De voorzitter:
Ja, dat is helemaal oké. Dan wachten we even.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen dit debat. Aan de orde is de tweede termijn van de zijde van
het kabinet. Ik geef de minister het woord. Ga uw gang.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank. Ik begin met de vraag van mevrouw Kröger wat ik nou
extra ga doen in Europa. Zonder vervelend te willen doen, is dat echt
het lijstje dat ik zonet opnoemde. Ik ben in Europa bezig om
randvoorwaarden op orde te krijgen. Dat gaat bijvoorbeeld over
vergunningsprocedures om de aanleg van elektriciteitsinfrastructuur en
van hoogspanningskabels versneld te kunnen aanleggen, niet alleen in
Nederland maar ook Europees. We zijn ook bezig met de infrastructuur
voor waterstof en voor CCS. Wat betreft wind op zee werk ik intensief
samen met landen langs de Noordzee om te zorgen dat we de projecten in
de Noordzee zo snel en zo goed mogelijk van de grond krijgen. Nederland
doet daar veel projecten, en grote projecten, en investeert daar ook
fors in. Daar gaat het ibo natuurlijk ook over. Ik vind het ook
belangrijk dat andere landen daar ook een bijdrage aan leveren. Die
discussie zwengel ik aan en die voer ik in Europa. Ook noemde ik al het
harmoniseren van de nettarieven en de groenevraagcreatie en het
stimuleren daarvan. Het is dus een heleboel naast elkaar, in zowel de
Energieraad als de Milieuraad als een aantal verbanden daaromheen. Soms
is het een samenwerking met een grotere groep landen en soms met een
kleinere groep landen, maar de samenwerking is hecht, omdat ik er ook
echt in geloof dat we in Europees verband een aantal afspraken moeten
maken om echt stappen vooruit te kunnen blijven zetten. Daar ben ik dus
mee bezig en daar ga ik mee door.
Dan vroeg mevrouw Kröger mij of het kabinet met een specifieke strategie
op desinformatie âŠ
De voorzitter:
Eerst nog een vraag van mevrouw Kröger over uw vorige antwoord.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ja, toch over het vorige antwoord. Deze minister kiest er namelijk in
Nederland voor om de IKC, wat toch een fossiele subsidie is, weer in te
voeren. Vervolgens noemt ze een heel lijstje van dingen waarvoor ze zich
in Europa inzet, maar ik mis het volgende. Als je nou echt zegt dat
Draghi en de groene economie de toekomst zijn, dan zou je er als
Nederland toch juist heel erg op moeten inzetten om die fossiele
subsidies in heel Europa afgeschaft te krijgen? Is dat dan iets
concreets waar meer ⊠Ik zoek naar het éxtra element waar de minister
vol op inzet. Ik hoor haar namelijk vooral veel volgen.
Minister Hermans:
Nee, de hele discussie over harmonisatie van nettarieven is een
discussie van Nederland. Het is een discussie die Nederland heeft
aangezwengeld en waardoor de Europese Commissie nu ook met die
richtsnoeren gaat komen. Maar dan zijn we er nog niet. Dan moeten we
daar ook invulling aan gaan geven. Over de fossiele subsidies heb ik een
non-paper ingebracht in de zogenaamde Green Growth Group. Dat gesprek
voeren we nu verder met een aantal Europese landen, om in Europa de druk
erop te houden dat de Europese Commissie ook daadwerkelijk komt met dat
framework voor de afbouw van fossiele subsidies. Die had ik inderdaad
niet genoemd, dus het is goed dat mevrouw Kröger daar nog even aan
memoreert. Dat is namelijk ook een van de acties van de stappen die ik
zet, omdat ik er echt in geloof dat ook dit in Europees verband moet
gebeuren. Zou ik soms ook willen dat dingen sneller gingen? Ja, dat ben
ik wel met mevrouw Kröger eens. Tegelijkertijd zie ik er ook het belang
en de grote waarde van in om dit samen in Europees verband te doen, en
lukt het ook om stappen te zetten. Daar zal ik me ook voor blijven
inzetten.
De voorzitter:
Nog een korte vraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Is het wat de minister betreft dan van belang dat die afbouw van
fossiele subsidies niet alleen in een klein cluppie gebeurt, maar echt
breed gedragen wordt door de Energieraden, en onderdeel wordt van de
discussie over de Clean Industrial Deal?
Minister Hermans:
Die discussie over de afbouw van fossiele subsidies voeren we in die
Green Growth Group. Daarin zit ik met landen die daarover eensgezind
zijn. Dit wordt ook ingebracht in, volgens mij, de Energieraad in
december. Ik weet even niet het exacte moment waarop het weer
geagendeerd staat. Dat hangt natuurlijk ook af van de timing van het
framework waar de Commissie mee moet komen. Maar in een eerdere
discussie die ik hierover heb gevoerd in de Energieraad zag ik dat nog
niet alle landen hierover op één lijn zitten. Dus dat doe ik met de
landen die hier nog terughoudend in zijn. Met de landen die hierin
vooruit willen gaan, sla ik de handen ineen en zetten we verdere stappen
om met concrete voorstellen richting de Commissie te kunnen gaan en om
de Commissie te blijven aanjagen, zo van: kom nou met dat framework voor
dat afbouwpad.
De voorzitter:
Dank u wel. U had nog een andere vraag gekregen.
Minister Hermans:
Ja, dan kom ik nu echt bij de vraag over de strategie omtrent
desinformatie, waarnaar mevrouw Kröger mij vroeg. Dat heb ik gehoord als
een vraag om een strategie tegen desinformatie in den brede, niet alleen
op het gebied van klimaatwetenschap of klimaatinformatie. Naar ik dacht,
maar ik zoek dat uit en kan daar dan in het tweeminutendebat op
terugkomen, wordt hieraan gewerkt vanuit het ministerie van Binnenlandse
Zaken en mogelijk ook BZ. Ik weet niet of dat echt een aparte strategie
is, maar het onderwerp staat wel specifiek op de agenda. Dat is dus wat
daar op dit moment aan gebeurt. Als mevrouw Kröger preciezer wil weten
wat dat is, zoek ik dat uit en zorg ik dat ik dat paraat heb voor het
tweeminutendebat.
De voorzitter:
Dat is goed. Dan zijn we aan het einde gekomen van de tweede termijn van
de zijde van het kabinet. Dit debat gaat verder bij een tweeminutendebat
aangevraagd door mevrouw Kröger. Dat is vanavond al. Bij de aanvang van
de avondvergadering in de plenaire zaal is er een tweeminutendebat over
deze Energieraad.
Dan dank ik de minister voor haar aanwezigheid, dank ik de leden en dank
ik uiteraard de collega's van de Tweede Kamer voor het mogelijk maken
van dit debat. Ik sluit deze vergadering.
Sluiting 18.31 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden ontleend. Uit ongecorrigeerde verslagen mag niet letterlijk worden geciteerd. Inlichtingen: verslagdienst@tweedekamer.nl |
---|