[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de voortgangsrapportage Toekomstagenda ‘zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking’ (Kamerstuk 24170-354)

Gehandicaptenbeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D19545, datum: 2025-04-28, bijgewerkt: 2025-05-16 13:51, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D19545).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z05950:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2025D19545 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 28 maart 2025 inzake Voortgangsrapportage Toekomstagenda «zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking» (Kamerstuk 24 170, nr. 354).

De voorzitter van de commissie,

Mohandis

Adjunct-griffier van de commissie,

Meijerink

Inhoudsopgave

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

II. Reactie van de Staatssecretaris

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris, met onderliggende bronnen en hebben hierover nog een aantal vragen.

In de brief van de Staatssecretaris wordt gesproken over de InnovatieRoute. De leden van de PVV-fractie hebben met bewondering kennisgenomen van deze online tool die organisaties zou kunnen helpen met het doorvoeren van technologische implementatieprocessen. De leden van de PVV-fractie vragen of er bekend is hoeveel bedrijven hiervan momenteel gebruik maken. Is er ook een overzicht beschikbaar van succesvolle implementaties die zijn uitgevoerd met behulp van de InnovatieRoute?

De leden van de PVV-fractie hebben ook kennisgenomen van de videoserie op de website van de rijksoverheid over zorg voor mensen met een beperking. Tijdens de video was te zien dat de interviewer gebruik maakt van een stuurknop, die hij mag gebruiken ter ondersteuning van zijn beperking met de handen en armen. Zo worden in de VS, maar ook in de meeste landen van de EU, pedaalverhogers toegepast in auto’s. Een groot voordeel hiervan is dat de aanpassingen niet permanent aan de auto «vast» zitten, maar eenvoudig zijn over te plaatsen. Voor mensen die beperkt zijn in hun lengte of in de benen, zijn nog geen soortgelijke oplossingen toegestaan in Nederland. Is de Staatssecretaris bereid om in overleg met collega's van I&W te kijken naar het toestaan van praktische oplossingen in of aan voertuigen in het verkeer, om zo het eigen vervoer toegankelijker te maken voor mensen met een beperking? Is het mogelijk om een schematisch overzicht te krijgen van de verschillende oplossingen in het verkeer die nu al zijn toegestaan voor mensen met een beperking en welke oplossingen eraan komen?

In een andere video op de website van de rijksoverheid hebben de leden van de PVV-fractie een mevrouw gezien die een passende baan heeft gevonden, die aansluit op haar beperking. De leden van de PVV-fractie zijn benieuwd of dit ook mogelijk zou zijn voor mensen met een Wlz-indicatie. Mogen mensen met een Wlz-indicatie ook betaald werk verrichten (bijvoorbeeld in de retailsector zoals de mevrouw uit de video)? Zijn er gevolgen voor de Wlz-uitkering als deze mensen betaald werk verrichten? En zo ja, wat zijn deze gevolgen dan?

In de jaarlijkse evaluatie van het Ontwikkelprogramma Complexe Zorg (OPCZ) 2024 lezen de leden van de PVV-fractie dat er wordt gewerkt aan het doorvoeren van duurzame veranderingen in de werkwijze en organisatiecontext. Hiermee wordt in de tekst gedoeld op het aantrekken en behouden van (gekwalificeerd) personeel, zodat er minder afhankelijkheid is van de inzet van ZZP’ers. De leden van de PVV-fractie vragen hoe men van plan is om de werkwijze te «verduurzamen» zonder de werklast van het huidige personeel te intensiveren, om zo ZZP’ers weg te bezuinigen. Hoe heeft men deze «verduurzaming» nu voor ogen? Leidt dit tot extra werklast voor het eigen, huidige personeel? Moet het eigen personeel hierdoor meer diensten draaien? Hoe wordt uitgesloten dat het niet een bezuiniging op personeelskosten wordt? Is er over nagedacht dat ZZP’ers misschien bij een buur-organisatie aan de slag gaan, en zo nee, wat is de visie hierop qua «verduurzaming»?

In de Voortgangsrapportage 2024 (IIG-2, BALC-2 en RegioKracht) lezen de leden van de PVV-fractie dat de motivatie en inzet van de organisaties vertraagd worden door personele wisselingen en complexiteit van transities. Zijn deze personele wisselingen natuurlijk verloop? Is er meer bekend over de oorzaken die ertoe leiden dat mensen de organisatie willen verlaten? Zo ja, wat zijn de drie meest voorkomende oorzaken?

De leden van de PVV-fractie lezen in het document Uitvoering gespecialiseerde cliëntondersteuning (GCO) dat er tot nu toe 1.391 unieke cliënten geholpen zijn, met een groei in het aantal aanmeldingen en het doel om uiteindelijk tenminste 3.000 cliënten te ondersteunen. Is het mogelijk om een overzicht te krijgen van de totaal gemaakte kosten om deze 1.391 unieke cliënten te kunnen helpen, en wat de gemiddelde kosten per cliënt zijn? Ook zijn de leden van de PVV-fractie benieuwd naar de hoogste en laagste uitschieters qua kosten (en indien mogelijk ook met de zorgvraag erbij). Wat zijn de verwachtingen van de verdeling van de kosten als de capaciteit van 3.000 unieke cliënten is behaald?

Als laatste zijn de leden van de PVV-fractie ook benieuwd of er tijdens het onderzoek en de uitvoering relevante bijvangsten zijn gedaan die hebben geleid tot een hogere kwaliteit of efficiëntere manier van cliëntondersteuning. Zijn er op dit vlak nieuwe bevindingen die mogelijk relevant kunnen zijn in de toekomst?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsrapportage Toekomstagenda «zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking». Zij hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken allereerst op dat het lid Westerveld in november 2022 de initiatiefnota «Ons land is beperkt» heeft gepresenteerd. De voorgenoemde leden zijn teleurgesteld dat er vooralsnog geen reactie vanuit het kabinet is verschenen op de nota. Wanneer kan de Kamer een reactie op de initiatiefnota verwachten? Zou de Staatssecretaris tevens nader kunnen toelichten waardoor er nog geen reactie op de nota ligt? Herkent de Staatssecretaris dat het laten liggen van dergelijke zaken potentieel alleen maar verder bijdraagt aan gevoelens van mensen met een beperking dat zij onvoldoende gehoord en gezien worden door de politiek? Zo ja, welke concrete maatregelen neemt de Staatssecretaris, naast de werkagenda van de Nationale Strategie VN-Verdrag Handicap, om erop toe te zien dat mensen met een beperking wél voldoende gehoord worden door het kabinet en de politiek in bredere zin? Welke concrete maatregelen neemt de Staatssecretaris bijvoorbeeld om de deelname van mensen met een beperking aan de politiek te bevorderen?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris op dit moment de werkagenda Nationale Strategie VN-Verdrag Handicap aan het schrijven is, samen met mensen met een beperking. Wanneer kan de Kamer deze werkagenda verwachten? Wordt bij deze werkagenda ook rekening gehouden met de implementatie van het verdrag in Caribisch Nederland? Zo nee, waarom niet en op welke andere wijze wordt de implementatie in Caribisch Nederland dan wel bevorderd? Zo ja, op welke wijze worden mensen met een beperking uit Caribisch Nederland betrokken? Indien zij hierbij niet worden betrokken, hoezo niet? Zou de Staatssecretaris tevens nader kunnen toelichten op welke wijze mensen met een beperking betrokken worden bij het schrijven van de werkagenda, waarbij inzichtelijk wordt gemaakt in welk stadium of welke stadia van het proces zij worden betrokken en op welke wijze hun input wordt meegenomen? Ontvangen ervaringsdeskundigen ook een vergoeding op basis van hun hulp bij het meeschrijven aan de werkagenda? Zo nee, waarom, niet? Zo ja, wat voor vergoeding?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris, waar nodig, investeert in de opvulling van kennishiaten. Kan zij nader toelichten op welke concrete wijze zij hierin investeert? De voorgenoemde leden lezen tevens dat er voor 25 gemeenten extra (SPUK) middelen beschikbaar gesteld worden voor het doorontwikkelen van de functie onafhankelijke clientondersteuning. Hoe verhoudt zich dit tot de bezuinigingen op de gemeenten? In hoeverre zijn deze middelen voldoende toereikend voor gemeenten om deze werkwijze verder door te ontwikkelen, naast hun reguliere taken? Kan de Staatssecretaris tevens nader toelichten hoe de positieve punten die benoemd worden in de brief zich verhouden tot de aangekondigde bezuinigingen en hoe dergelijke positieve ontwikkelingen in stand kunnen worden gehouden op het moment dat de bezuinigingen in werking zullen treden?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris zich samen met de VNG zal blijven inzetten om te stimuleren dat langdurige indicaties worden toegepast in situaties waar dat nodig is. De voorgenoemde leden ontvangen echter ook veel signalen dat dit nog veel te weinig gebeurt in de praktijk. Kan de Staatssecretaris nader toelichten op welke concrete wijze zij zich zal inzetten om het toepassen van langdurige indicaties in situaties waar dat nodig is te stimuleren? Hoeveel gemeenten maken in de praktijk gebruik van de handreiking Verrassend passend? Is de Staatssecretaris bekend met de zorgen dat door middel van Verrassend passend alsnog het resultaatgericht en beschikkingsarm beschikken mogelijk gemaakt wordt? Hoe rijmt dit met eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep waarin gesteld wordt dat resultaatgericht beschikken niet mag zonder tijdsindicatie wegens een gebrek aan rechtszekerheid?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris het komende jaar in gesprek gaat met de partijen verbonden aan de Toekomstagenda om te kijken hoe de inzichten uit het Tranzo onderzoek «Beter benutten ervaringsdeskundigheid» in de praktijk toegepast kunnen worden. Zullen er ook ervaringsdeskundigen aanwezig zijn bij de gesprekken? Kan de Staatssecretaris een helder en concreet tijdsplan aanleveren voor het verwerken van de informatie uit deze gesprekken en de uitkomst?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de toelichting van de Staatssecretaris op de uitvoering van de moties-Westerveld. Deze leden zien echter niet terug op welke wijze de Staatssecretaris uitvoering heeft gegeven aan de heldere opdrachten die gegeven worden in de moties, namelijk het regelmatig langs laten komen van gespecialiseerde vertrouwenspersonen bij mensen met een beperking die verblijven in zorginstellingen en zorgboerderijen en het vrijspelen van inspecteurs voor de gehandicaptenzorg zodat toezicht gehouden kan worden op de intramurale gehandicaptenzorg en PGB-wooninitiatieven. De voorgenoemde leden zijn van mening dat de ingezette lijnen waar de Staatssecretaris naar verwijst, geen invulling geven aan de concrete oproepen uit de moties. Kan nader toegelicht worden waarom er geen uitvoering wordt gegeven aan de concrete oproepen uit de moties? Welke concrete maatregelen kan de Staatssecretaris wel nemen om uitvoering te geven aan de heldere oproepen in de moties?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie missen een reflectie op de impact van de aangekondigde bezuinigingen op de gehandicaptenzorg. Kan de Staatssecretaris reageren op de reactie van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland op de Voorjaarsnota, waarin wordt gesteld dat de bezuinigingen volstrekt onverantwoord zijn, zeker als gekeken wordt naar het feit dat de sector het al zwaar heeft momenteel? Kan de Staatssecretaris reflecteren op het feit dat het financiële kader voor de Wet langdurige zorg (Wlz) structureel neerwaarts wordt bijgesteld op basis van ramingen van de NZa, ondanks het feit dat de NZa zelf aangeeft dat deze ramingen met onzekerheid zijn omgeven?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Toekomstagenda loopt tot en met 2026. Uit de financiële tabel (blz. 55 van de programmatische uitwerking toekomstagenda) leiden zij af dat voor enkele onderdelen van de toekomstagenda slechts tot eind 2025 financiële middelen zijn begroot. Kan de Staatssecretaris nader toelichten welke plannen er liggen voor een vervolg als de looptijd en/of financiering van de toekomstagenda is geëindigd?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren overigens dat er een stilstand van beleid lijkt te zijn: hoewel er momenteel gewerkt wordt aan een werkagenda en er al een Toekomstagenda ligt, lijkt er in de praktijk nog weinig van terug te komen en is er onvoldoende verbetering voor mensen met een beperking. Hoe reflecteert de Staatssecretaris hierop? Welke concrete maatregelen gaat de Staatssecretaris nemen om de stilstand in beleid tegen te gaan en actie te ondernemen? Welke concrete acties is de Staatssecretaris bijvoorbeeld van plan in het komende jaar in te zetten en wat hoopt zij hiermee te bereiken?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien nog steeds dat er veel urgente problemen zijn met het leveren van zorg aan mensen met een complexe zorgvraag. Zij lezen dat in totaal 65 zorgaanbieders interesse hebben getoond in het Ontwikkelprogramma Complexe zorg, waarvan 56 de intakefase hebben doorlopen. Hoeveel zorgaanbieders gaan nu daadwerkelijk aan de slag met dit Ontwikkelprogramma? De leden lezen overigens dat er bestuurlijke afspraken zijn gemaakt tussen ieder(in), VGN, ZN en VWS, om ervoor te zorgen dat voorkomen wordt dat zorgvragen (onnodig) groter worden en er beter inzicht verkregen kan worden in het aantal wachtenden en het verbeteren van de samenwerking. Welke afspraken zijn er gemaakt en hoe hebben deze afspraken tot nu toe de praktijk verbeterd?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vernomen dat er een extra onderzoek is gestart naar de vraag waarom jongeren van 12 tot 27 jaar in zorgprofiel VG7 terechtkomen. Wanneer kan de Kamer de resultaten van dit onderzoek verwachten? Op welke wijze zal de Staatssecretaris de uitkomsten van dit onderzoek oppakken? De leden lezen ook dat de samenwerking bij complexe zorgvragen wordt versterkt. Welke concrete acties worden ondernomen om deze samenwerking te versterken? Aan de hand waarvan wordt het «succes» van deze maatregelen gemeten?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er gewerkt is aan meer bewustwording voor passende ondersteuning voor thuiswonden met een levenslange en levensbrede beperking. Kan de Staatssecretaris nader toelichten welke acties hiervoor zijn ingezet? Wat hoopt de Staatssecretaris te bereiken door middel van meer bewustwording? Zij lezen tevens dat de moeilijkheden en behoeften van mensen met een beperking, hun naasten, Wmo-consulenten en cliëntondersteuners rond het keukentafelgesprek inzichtelijk zijn gemaakt. Welke inzichten zijn verkregen? Welk vervolg krijgt dit?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat ervaringen met gezamenlijk indiceren worden opgehaald. Kan de Staatssecretaris inmiddels aangeven welke inzichten er zijn verkregen uit het ophalen van deze ervaringen? Op welke wijze wil de Staatssecretaris lering trekken uit de ervaringen en de lessen hiervan in de praktijk toepassen? Is de Staatssecretaris van plan om gezamenlijk indiceren op een grotere schaal toe passen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer hoopt zij dit te kunnen realiseren?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich tevens ernstig zorgen over mensen met een beperking, die om wat voor reden dan ook (bijvoorbeeld door een taalbarrière) onvoldoende de politiek en de juiste ondersteuning weten te bereiken. Kan de Staatssecretaris reflecteren op het bestaan van een blinde vlek wat betreft de behoeften en moeilijkheden van deze groep mensen? Welke concrete maatregelen neemt de Staatssecretaris om deze groep toch te proberen te bereiken en te helpen waar nodig?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken dat veel mensen met een beperking zich zorgen maken over de gevolgen van het voornemen om het Wmo abonnementstarief af te schaffen. Kan de Staatssecretaris nader toelichten wat deze afschaffing in de praktijk zal betekenen, in het bijzonder voor mensen met een levenslange en levensbrede beperking? Op welke wijze zal deze Staatssecretaris voorkomen dat deze mensen in financiële nood belanden of te maken krijgen met een onredelijke stapeling van zorgkosten wegens het afschaffen van het abonnementstarief?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Het kabinet schrijft in de brief over de relatie tussen deze Toekomstagenda en de werkagenda van de Nationale Strategie VN-Verdrag Handicap. Het kabinet concludeert: «De werkagenda kan zo voor een versnelling en aanvulling zijn op de in gang gezette beweging van de toekomstagenda.» De leden van de VVD-fractie vragen of deze twee verschillende agenda’s, los van het aanvullende karakter, niet een zekere overlap kennen. Bestaat er geen risico van «dubbel werk»?

De leden van de VVD-fractie vragen verder, ten aanzien van het afgeven van de beschikkingen met langere looptijd, waarom dit soort beschikkingen nog zo beperkt worden toegepast. Welke rol kan de VNG ook spelen in het bevorderen van dergelijke beschikkingen? Is het kabinet het met de leden van de VVD-fractie eens dat onnodige herindicatie onnodig veel geld kost?

De routekaart «Aan de slag met Passende Beschikken in de Wmo» heeft, in samenwerking met de VNG, een «stimulerend» karakter. Zou deze routekaart niet dringender geadviseerd moeten worden?

Het kabinet schrijft in haar brief: «Momenteel wordt wel onderzocht hoe gewaarborgd kan worden dat er voor pgb-initiatieven specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijke gehandicapten beschikbaar zijn. Op deze manier krijgen budgethouders bij wooninitiatieven adequate medische zorg. Hierover worden nu gesprekken gevoerd met de IGJ en branche- en beroepsorganisaties.» Is het kabinet het met de leden van de VVD-fractie eens dat bij (nieuwe) wooninitiatieven de beschikbaarheid van een specialist ouderengeneeskunde en/of arts verstandelijke gehandicapten een vereiste moet zijn? Is het kabinet het met de leden van de VVD-fractie eens dat de basiszorg niet overgelaten kan worden aan de dichtstbijzijnde, zeer waarschijnlijk overbelaste huisarts? Mocht deze huisarts überhaupt beschikbaar zijn en nieuw patiënten aannemen.

Het kabinet schrijft in haar brief ook: «Door te zorgen voor een samenleving zonder drempels, waarin mensen met een beperking hun plek kunnen innemen en hun talenten kunnen ontwikkelen.» Figuurlijke en letterlijke drempels, nemen de leden van de VVD-fractie aan. Woningen zonder drempels zijn heel schaars en het kabinet is voornemens om de regeldruk voor woningbouwaannemers te verminderen, door onder andere de regels voor toegankelijk bouwen deels te schrappen. Dit draagt wellicht bij aan het sneller realiseren van woningen, maar niet aan het realiseren van toegankelijke woningen die een gelijkwaardige en participerende positie bieden aan mensen met een handicap. Hoe kijkt het kabinet hier tegenaan? Hoe gaat het kabinet óók voldoende toegankelijke woningen realiseren? Heeft de staatsecretaris van Langdurige en Maatschappelijke Zorg contact met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de kabinetsbrede uitwerking van de Toekomstagenda en de werkagenda van de Nationale Strategie VN-Handicap?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gehandicaptenbeleid en de voortgangsrapportage toekomstagenda «zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking». Daartoe hebben deze leden verdere vragen.

In de brief benoemt de Staatssecretaris dat er in de Toekomstagenda aandacht besteed wordt aan de talenten van mensen met een beperking. De leden van de D66-fractie vinden dit erg belangrijk, omdat een samenleving er beter van wordt wanneer iedereen hier op een goede manier aan kan meedoen. Kan de Staatssecretaris meer duidelijkheid geven over op welke wijze dit gebeurt, zo vragen de leden van de D66-fractie. Kan de Staatssecretaris meer informatie verschaffen over welke concrete plannen met bijbehorend tijdspad er bestaan om mensen met een beperking nog beter te helpen om hun talenten tot hun recht te laten komen?

Daarnaast benoemt de Staatssecretaris in haar brief een aantal acties, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van een transparantieregister voor pgb-gefinancierde wooninitiatieven. Echter ontbreken vrijwel overal duidelijke termijnen waarop de Staatssecretaris verwacht deze plannen uitgewerkt te hebben of verdere ontwikkelingen aan de Kamer te kunnen presenteren. Daartoe vragen de leden van de D66-fractie of de Staatssecretaris meer duidelijkheid kan geven over wanneer en op welke wijze dit zal gebeuren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de Voortgangsrapportage Toekomstagenda «zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking». Deze leden hebben geen vragen aan de Staatssecretaris.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Voortgangsrapportage Toekomstagenda «zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking». Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van de SP-fractie merken op dat de Staatssecretaris in haar brief niets schrijft over het tegengaan van de onuitlegbare verschillen tussen gemeenten als het gaat om de zorg en ondersteuning van mensen met een beperking. Is zij van plan om dit probleem aan te pakken? Beseft zij inmiddels dat de praktische ervaringen van mensen met een beperking daarbij belangrijker zijn dan politieke frames als wijzen op de beleidsvrijheid van gemeenten?

De leden van de SP-fractie pleiten ervoor om goede zorg en ondersteuning, toegankelijkheid en gelijkwaardige kansen mensen met een beperking breed en integraal te bevorderen. Om dat te bereiken heeft de Kamer onder andere de motie-Dobbe/Paulusma (Kamerstuk 24 170, nr. 342) aangenomen, waarmee de regering werd verzocht om «in lijn met de aanbeveling van het VN-comité, een uitvoeringstoets in te voeren waarmee wordt getoetst of nieuwe wet -en regelgeving in lijn is met het VN-verdrag Handicap». Hoe staat het inmiddels met de uitvoering van deze motie?

De leden van de SP-fractie vragen daarnaast hoe het inmiddels staat met de aangenomen motie-Dobbe c.s. (Kamerstuk 24 170, nr. 351) over in gesprek gaan met gemeenten, mensen met een beperking en organisaties die hen vertegenwoordigen over de vraag in hoeverre mensen met een beperking voldoende worden ondersteund om hun woon- en energielasten te kunnen dragen.

De leden van de SP-fractie waarschuwen daarnaast dat de geplande bezuinigingen op de langdurige zorg en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning een gevaar vormen voor de positie van mensen met een beperking. Waarom kiest het kabinet er bijvoorbeeld niet voor om de ruim € 600 miljoen aan bezuinigingen op het Wlz-kader ook voor 2026 te schrappen?

II. Reactie van de Staatssecretaris